Wemeldinge, 14 februari 2014 Grondonderzoek Van veel

Download Report

Transcript Wemeldinge, 14 februari 2014 Grondonderzoek Van veel

Wemeldinge, 14 februari 2014
Grondonderzoek
Van veel percelen liep vorig jaar de geldigheidsduur van het fosfaatmonster af voor de
gecombineerde aangifte. Met een geldig monster kan beneden een Pw van 55 een hogere
fosfaatnorm worden aangevraagd. Een nieuw monster kunt u vanaf nu tot uiterlijk 20 april laten
steken. U heeft dan de uitslag thuis voor 15 mei. Het loont altijd de moeite om ook de andere
voedingselementen te laten bepalen. Wij adviseren om dit te doen met een Spurway totaal analyse.
Naast de algemene analyse van de basiselementen (Pw, K-getal, o.s.%, pH, Lutum etc) worden ook
alle sporenelementen bepaald en krijgt u ook een inzicht in de direct opneembare hoeveelheid.
Nieuw dit jaar is dat ook een structuuradvies is opgenomen aan de hand van de CEC bezetting.
Een Calcium/ gipsadvies wordt standaard meegestuurd. Zie de beschrijving van de Spurwaymethode op de website.
Eerste gift wintertarwe en graszaad
Indien de kansen zich voordoen, kan vanaf nu de eerste gift in tarwe en graszaad worden gestrooid.
Door de zachte winter heeft de tarwe, ondanks de vele neerslag, een goede wortelmassa gevormd
die in staat is om de mineralen direct op te nemen. Strooi een eerste gift van minimaal 100 kg N, ook
indien u later nog mest toe gaat passen, bij voorkeur een stikstofmeststof die ook zwavel bevat.
Proeven in ZW-Nederland laten de laatste 5 jaar altijd een opbrengsteffect zien van extra zwavel die
ook een financieel rendement oplevert. Meststoffen als KAS met Zwavel en de vloeibare NTS
bevatten zwavel in een direct opneembare vorm. Zwavel uit mest werkt te traag en komt te laat
beschikbaar voor de plant. Wacht niet te lang om de tweede gift toe te passen en geef deze
ongeveer 5 weken na de eerste gift. Vanaf 15 februari mag er weer vloeibare mest worden
uitgereden. Ons advies is, om na de startgift, bij goede omstandigheden, zo spoedig mogelijk de
mest uit te rijden.
Op gronden met een slechte beschikbaarheid van mangaan is een mangaanbespuiting in het
voorjaar snel rendabel. Spuit vroeg in het voorjaar met 2-3 liter Foliplus Mangaancarbonaat per ha.
Kali strooien
Door de zachte winter is er nog geen kans geweest om kali over de vorst te strooien. Indien deze
mogelijkheid zich de komende weken ook niet meer voordoet, is het beter te wachten tot een gift
rondom zaaien/poten. Gewassen die niet chloorgevoelig zijn, zoals bieten, uien, cichorei en sommige
aardappelrassen (zoals Bintje, Challenger en Markies) kunnen uitstekend een gift met kali-60 op dit
tijdstip verdragen.
Op grofliggende ploegsnedes de kali pas strooien na de eerste keer land klaarleggen, anders wordt
de kali versleept en kunnen plaatselijk grote hoeveelheden kali-60 toch zorgen voor zoutschade. In
fijnzadige gewassen als uien kan dit kort na kieming pleksgewijze plantwegval geven.
Chloorgevoelige gewassen (sommige peulvruchten als stamslabonen, vlas, peen, bladgroenten en
sommige aardappelrassen) kunnen rondom zaaien en poten alleen een chloorarme kali verdragen.
Patentkali is de meest gebruikte en bevat naast 30% Kali ook nog 10% magnesium. Chloorarme
kalimeststoffen bevatten bijna allemaal ook zwavel.
Over het algemeen geldt in aardappelen: indien er kans is op te lage onderwatergewichten bij de
oogst (afhankelijk van ras, grondsoort, stikstofgift en groeiseizoen) dient rondom het poten
chloorarme kali te worden gegeven. Rassen waar dit voor geldt zijn onder andere: Agria, Ramos,
Innovator. Vraag uw vertegenwoordiger om een advies op maat, en passend bij uw rassen en
bouwplan.
Basisbemesting aardappelen
Geef de kali zoals hierboven besproken. Aardappelen onttrekken ongeveer 300 kg zuivere kali.
Vanwege kwaliteitsaspecten adviseren sommige afnemers om deze volledige behoefte met verse
kali in 2 keer te geven (200 kg rondom poten/frezen en 100 kg in de overbemesting). Kali maakt de
plant ook sterker tegen droogtestress en heeft in veel jaren ook een behoorlijk opbrengsteffect.
De toepassing van mest voor aardappelen op de klei neemt toe. Indien drijfmest onder droge
bodemomstandigheden (met een sleepslang) kan worden toegepast, treedt geen structuurschade op
en kan er veel kunstmest worden bespaard. Meerjarig onderzoek van Wageningen Universiteit heeft
dit onomstotelijk aangetoond. Geef maximaal 35 kuub varkensdrijfmest of een vergelijkbare
hoeveelheid bewerkte mest.
Bemesting met fosfaat in aardappelen is in ontwikkeling. De opnieuw aangescherpte fosfaatnorm
dwingt ons om nog kritischer te zijn op een fosfaatgift. Aardappelen is het gewas dat op een
akkerbouwbedrijf het sterkst reageert op verse fosfaat. Bespaar dus niet te snel voor aardappelen,
maar kijk eerst kritisch naar andere gewassen. Nieuwe meststoffen met lage zoutindexen kunnen
steeds dichter bij de kiem worden toegepast. Afgelopen jaren is in eigen onderzoek goede ervaring
opgedaan met Physiostart. Dit granulaat kan bij poten in een dosering van 30-40 kg/ha rondom de
knol worden toegepast. De effecten van een dergelijke rijenbemesting zijn het grootst in pootgoed en
vroege consumptierassen, en op gronden met een lage Pw. Een breedwerpige gift met fosfaat, bv in
de vorm van NP 26-14, kan achterwege worden gelaten bij een Pw getal van boven de 50. Beneden
Pw van 50 adviseren we de breedwerpige gift te halveren in combinatie met Physiostart. Zie onze
website voor meer informatie over Physiostart.
Vloeibare bemesting in de rij kan worden toegepast met APP of diverse GrowSol NP formuleringen,
afhankelijk van de gewenste hoeveelheid stikstof, fosfaat en zwavel.
Afgelopen jaar introduceerden wij Aardappel Optimaal, een meststof met stikstof, fosfaat,
magnesium en zwavel. De magnesiumbemesting laat de laatste jaren opbrengsteffecten zien op
gronden met een Mg-getal beneden de 100. Afgelopen jaar is dit in een proef op PPO Westmaas
wederom bevestigd: Aardappel Optimaal gaf met een gift van 875 kg/ha een meeropbrengst van 3,5
ton (in de maatsortering 40+) ten opzichte van een vergelijkbare gift met alleen stikstof en fosfaat.
Bemesting zaaiuien, wortelen en cichorei
Voor de beginontwikkeling van uien is een verse fosfaatgift noodzakelijk. In afrijpende zaaiuien groeit
de aanvankelijke vervroeging op de zuidwestelijke zeeklei er vaak uit, waardoor opbrengst- en
sorteringseffecten van fosfaat zeldzaam zijn. Vervroeging kunt u extra stimuleren door de fosfaat
dicht bij het zaad te plaatsen. Speciaal hiervoor gebruiken wij al jaren met veel succes de Quickstart
PK 25-13 die in de voor/ op het zaad toegepast kan worden. Door zijn extra lage zoutindex (EC) is
het product 100% veilig op uien, peen en cichorei in een dosering van 30 liter/ha. In onafhankelijke
proeven van IRS in cichorei had Quickstart een flinke voorsprong in beginontwikkeling. In uien zijn
dezelfde effecten geconstateerd.
De kwaliteit van uien (in de bewaring) wordt positief beïnvloed door verse kali. Ons advies is kali in
2 giften te geven: voor zaai (bv in de vorm van kali-60) en vanaf bollen. Een bodembemesting is niet
zomaar te vervangen door een bladbemesting! Effectiviteit via het blad is niet veel beter en
bovendien vaak behoorlijk duurder. Een overbemesting in de vorm van 16-0-30 is de meest
aantrekkelijke vorm.
Coöperatieve Zuidelijke Aanen Verkoopvereniging U.A.
CZAV heeft de uiterste zorg besteed aan dit bericht. De adviezen zijn gebaseerd op de meest actuele informatie uit de praktijk en
wet- en regelgeving. Voor schade van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen of beslissingen gebaseerd op
informatie uit dit teeltbericht, aanvaardt CZAV geen enkele aansprakelijkheid.