kosten-saneringstechnieken

Download Report

Transcript kosten-saneringstechnieken

•
•
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Watersysteemverkenningen
Watersysteemverkenningen 1996
Kosten saneringstechnieken
7^
O
in
^
Coagulatie / flocculatie
Lamellenafscheider
Dissolved Air Flotation (DAF)
Zandfiltratie
Micro / ultrafiltratie
Actieve koolfiltratie
ft)
3
<D
2.
3
00
£
<*
35
CD*
RIZA werkdocument 94.005X
A.P.A. van Ewijk
A
rfSfct
l?^T
T|f
HASKONING
K
o n i n k l i j k ,IngenieursngenieursKoninklijk
en Architectenbureau
Dit werkdocument geeft (tussentljdse) resultaten weer van deelstudies,
op basis waarvan de Watersysteemverkenningen kunnen worden opgesteld.
Oktober 1993
HASKONING
&
INHOUDSOPGAVE
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
biz
1.
INLEIDING
2.
ZUIVERINGSTECHNIEKEN
2.1
Zuiveringssysteem
2.2
Zuiveringstechnieken
2.3
Rendement
2.4
Kostenvariabelen
3.
KOSTENMODEL
3.1
Modelopzet
3.2
Investeringskosten
3.3
Jaarlijkse kosten
3.4
Modelvariabelen
9
9
9
11
13
4.
KOSTENBEREKENING
4.1
Investeringskosten
4.1.1 Coagulatie/flocculatie
4.1.2 Lamellenafscheider
4.1.3 Dissolved Air Flotation
4.1.4 Zandfiltratie
4.1.5 Ultra/microfiltratie
4.1.6 Actieve koolfiltratie
4.2
Jaarlijkse kosten
4.2.1 Kapitaalslasten
4.2.2 Exploitatiekosten
4.3
Kostenberekening
14
14
14
23
26
30
33
37
39
39
40
5.
VALIDATIE
45
6.
CONCLUSIES
46
7.
LITERATUUR
47
oktober 1993/8K
1568.B0404.A0/R008/AVE/KB
2
2
3
6
7
EIGENDOM MODEL
Het project dat heeft geleid tot het computer Model Kosten Saneringstechnieken
is uitgevoerd onder de bepa/ingen van de "Regeling van de verhouding tussen
opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau" (RVOI). In dit geval wordt,
overeenkomstig de offerte van HASKONING B. V., verwezen naar artikel 17 van de
regeling (RVOI-1987, tweede druk, 25 april 1990).
In dit artikel is onder andere het volgende bepaald. De stukken die geproduceerd
worden voor de opdrachtgever worden diens eigendom en mogen door hem
worden gebruikt. Het auteursrecht van het ontwikkelde Model Kosten Saneringstechnieken berust bij HASKONING B. V.. Dit betekent dat het RIZA niet gerechtigd
is het Model Kosten Saneringstechnieken geheel of gedeeltelijk aan derden ter
beschikking te stellen. HASKONING kan aan haar toestemming dit wel te doen,
bepaalde voorwaarden verbinden.
1.
INLEIDING
In het kader van de beleidsvoorbereiding van het landelijk waterbeleid en de
advisering over vergunningverlening (WVO) wordt binnen RIZA gewerkt aan een
overzicht van de kosten van reeds getroffen en potentiele technische maatregelen
ter vermindering van de emissies naar het water.
Er is een breed onderzoek gestart voor de bepaling van de investerings- en
exploitatiekosten voor voorzieningendie beogen de directe en/of indirecte belasting
van het oppervlaktewater met milieubelastende stoffen te verminderen. Dit om aan
de hand van afvalwaterkentallen en op basis van kosten van zuiveringstechnieken
indicatieve ramingen te kunnen maken van saneringskosten voor een bedrijf(stak).
Om vast te stellen in hoeverre het mogelijk is om de kosten van de zuiveringstechnieken modelmatigte bepalen, is besloten een onderzoek uit te voeren. Hiertoe zijn
enkele technieken geselecteerd voor nadere analyse. Het betreft een tweetal
zuiveringstechnieken of combinaties van technieken. Enerzijds een chemische
behandeling gevolgd door een afscheidingsstap. Voor de afscheiding worden
verschillende technieken ingezet. Anderzijds de behandeling met actieve kool. In
dit laatste geval is sprake van een techniek voor het verbeteren van het effluent
van andere technieken. Actieve kool is tevens denkbaar als nageschakelde stap bij
flocculatie en afscheiding.
Het RIZA heeft HASKONING Koninklijk Ingenieurs- en Architectenbureau (d.d. 14
april 1993) opdracht gegeven dit onderzoek uit te voeren.
In voorliggende rapportage worden de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd.
- 1-
2.
ZUIVERINGSTECHNIEKEN
In dit hoofdstuk worden de zuiveringstechnieken behandeld die zijn geselecteerd
voor een modelmatige berekening van de saneringskosten. Allereerst wordt de
opbouw van het zuiveringssysteem behandeld (2.1). Vervolgens worden de afzonderlijke zuiveringstechnieken beschreven (2.2) en wordt de verwijdering van
stofgroepen behandeld (2.3). Tenslotte worden de variabelen die van invloed zijn
op de kosten weergegeven (2.4).
2.1
Zuiveringssysteem
In figuur 1 is in een blokschema de opbouw van het zuiveringssysteem weergegeven, met daarin de plaats van de afzonderlijke zuiveringstechnieken. De geselecteerde zuiveringstechnieken voor het zuiveringssysteem zijn:
* coagulatie/flocculatie;
* lamellenafscheiding;
* dissolved air flotation (DAF);
* zandfiltratie;
* micro/ultrafiltratie;
* actieve koolfiltratie.
COAGULATIE/
FLOCCULATIE
A
LAMELLENAFSCHEIDER
DISSOLVED
AIR
FLOTATION
B
B
ZANDFILTER
MICRO/ULTRA
FILTRATIE
C
C
ACTIEVE
KOOLFILTRATIE
Figuur 1:
Opbouw zuiveringssysteem
- 2-
2.2
Zuiveringstechnieken
De in paragraaf
beschreven.
2.1 genoemde zuiveringstechnieken
worden hierna
nader
Coagulatie/flocculatie
Coagulatie is het destabiliseren van colloidale deeltjes door toevoeging van
chemicalien (coagulant). Als coagulant worden de trivalente aluminium- en
ijzerzouten ingezet. Flocculatie is in eerste instantie het agglomereren van
gedestabiliseerde deeltjes in een microvlok, en later in een grotere vlok, die wordt
afgescheiden. Het toevoegen van vlokhulpmiddelen (flocculant) bevorderd de
vorming van de (grotere) vlok. Na de flocculatie worden de vlokken verwijderd.
Indien de pH van het afvalwater buiten de grenzen van het werkingsgebied van de
coagulant ligt is een neutralisatiestap noodzakelijk. In figuur 2 is coagulatie en
flocculatie weergegeven in een processchema.
NoOH
HCl
NaOH
FeCl,
POLYMEER
J:
AFVALWATER
t
€
©
NEUTRAUSATIETANK
Figuur 2:
)!
y.
3)
-*A
3>
MENG8UIS
FLOCCULATCTANK
Processchema coagulatie/flocculatie
Lamellenafscheiding
Bij lamellenafscheiding wordt vloeistof in een bassin gebracht waar onopgeloste
delen zich onder invloed van de zwaartekracht uit de vloeistof afscheiden. Hoe
kleiner de deeltjes hoe groter de verblijftijd moet zijn om tot volledige afscheiding
te komen. Door toepassing van lamellen wordt de efficientie van de afscheider
vergroot. Na lamellenafscheding zijn eff luentconcentraties voor zwevende stof van
20-40 mg/l mogelijk. In figuur 3 is de lamellenafscheiding weergegeven in een
processchema.
SUBKOEK
Figuur 3:
Processchema lamellenafscheiding
-3-
Dissolved Air Flotation (DAF)
Flotatie is gebaseerd op het principe dat hydrofobe stoffen zich bij voorkeur
bevinden op het water-gas grensvlak en niet in de bulk van de vloeistof. Indien
luchtbelletjes opstijgen door de vloeistof hechten de verontreinigingen, ondermeer
zwevende deeltjes, zich hieraan en concentreren zich aan het wateroppervlak. Bij
dissolved air flotation wordt het water onder druk belucht, waardoor het verzadigt
met lucht. Vervolgens w o r d t een plotselinge drukverlaging gecreeerd, hierdoor zal
de met lucht verzadigde vloeistof oververzadigd raken en ontstaan gasbelletjes. Na
DAF zijn effluentconcentraties voor zwevende stof van 10-30 mg/l mogelijk. In
figuur 4 is Dissolved Air Flotation weergegeven in een processchema.
A
d>
-&DUNSLIBTANK
FITERPERS
'LUCHT
£
SLIBKOEK
-•B
Figuur 4 :
Processchema Dissolved Air Flotation
Zandfiltratie
Voor afscheiding van de zeer kleine deeltjes wordt filtratie toegepast. Filtratie is
het afvangen van deeltjes door een bed met een filtermateriaal. Dit filtermateriaal
houdt de deeltjes tegen. Door middel van terugspoelen van het filter kan deze
gereinigd worden. Bij het toepassen van zand als filtermedium zijn effluentconcentraties voor zwevende stof 1 -5 mg/l mogelijk. In figuur 5 is zandfiltratie weergegeven in een processchema.
-»-C
ZANDFITER
Figuur 5:
-Qr-
SPOELWATER
Processchema zandfiltratie
-4-
Micro/ultrafiltratie
Het filtreren met ultrafiltratie en microfiltratie gebeurt voornamelijk op basis van
deeltjesgrootte. Hoe kleiner de porie, des te kleiner de moleculen, emulsies of
suspensies die er nog doorheen kunnen. De toegepaste drukken zijn vrij laag:
ultrafiltratie 1-10 bar; microfiltratie 0,1-5 bar. Het volume van het concentraat is
een factor 5 tot meer dan een factor 100 kleiner dan van de te zuiveren stroom.
Microfiltratie-membranen hebben porien in het gebied van 0,1-10/ym, de porien
van ultrafiltratie-membranen zijn kleiner dan 0,1 /ym. Grote moleculen met een
moleculair gewicht van 500 tot 100.000en deeltjes van 0,005 tot 10//m kunnen
worden afgescheiden. Bij het toepassen van micro/ultrafiltratie zijn effluentconcentraties voor zwevende stof 0-1 mg/l mogelijk. In figuur 6 is micro/ultrafiltratie
weergegeven in een processchema.
PERMEAAT
-»C
<W«W
RETENTAAT
A-*-»©UlTRA/NCRO
FILTRATC-UNIT
"©DUNSLBTANK
FLTERPERS
\
H
/
SL8K0EK
Figuur 6:
Processchema micro/ultrafiltratie
Actieve koolfiltratie
Met adsorptie aan actief kool wordt beoogd opgeloste verontreinigen uit afvalwater
te verwijderen door deze te adsorberen aan actief kool. De mate waarin een
bepaalde stof aan het poreuze actief koolopppervlak wordt geadsorbeerd hangt af
van de polariteit, molecuulgrootte, vluchtigheid en concentratie van de te
adsorberen stof. Actief kool adsorptie is vooral geschikt voor de verwijdering van
stoffen die in relatief geringe concentraties aanwezig zijn (< 500-1000//g/l).
De aanwezigheid van zwevende deeltjes beinvloedt het adsorptieproces nadelig:
de deeltjes verstoppen het actief koolbed. Derhalve is vergaande verwijdering van
zwevende deeltjes noodzakelijk. In figuur 7 is actieve koolfiltratie weergegeven in
een processchema.
-»• EFFLUENT
'LUCHT
ACT|EF
-©-
SPOELWATER
KOOLFILTER
Figuur 7:
Processchema actieve koolfiltratie
-5-
2.3
Rendement
Bij coagulatie, flocculatie en afscheiding is het rendement van terughouding van
milieuhygienisch relevante stoffen sterk afhankelijk van het karakter van het
afvalwater dat wordt behandeld. Afhankelijk van het karakter van het afvalwater
kan het rendement van terughouding voor diverse stoffen 30% tot 99% bedragen.
Afwijkingen in type verontreiniging, concentratie en/of samenstelling kunnen het
rendement echter sterk beinvloeden. Het rendement dient derhalve experimenteel
te worden vastgesteld. Een goed rendement wordt bereikt met een juiste
dimensionering. Overdimensionering zal zeker geen evenredige rendementsverhoging geven.
Het rendement van terughouding wordt tevens be'invloed door het type afscheidingstechniek. De dimensionering van de afscheidingstechniek heeft geen
evenredige invloed op het rendement van terughouding. Bij een sterke overdimensionering kan in een aantal gevallen een verhoogd rendement worden bereikt.
Bij toepassing van actief kool kunnen de meeste organische verontreinigingen tot
zeer lage effluentconcentraties (ppb-niveau) worden gereinigd. Doordat sprake is
van een overgangsfront wordt het verwijderingsrendement tijdens de standtijd van
het filter minder. Bij een kritisch verwijderingsrendement (circa 90%) dient het
actief kool te worden vervangen. Het rendement voor terughouding van milieuhygienisch relevante stoffen van 99% is mogelijk.
In de volgende tabel worden per zuiveringstechniek voor een aantal stof (fen)groepen indicatief het verwijderingsrendement en/of haalbaare effluentwaarde
weergegeven.
1
Coagulatie/flocculatie
Actieve
koolfiltratip
Lamellenafscheider
Stof(groep)
Dissolved Air Flotation
zandfilter
Ultra/Microfiltratie
zandfilter
Zwevende stof
40 mg/l
75%
5 mg/l
95%
30 mg/l
80%
5 mg/l
95%
1 mg/l
99%
0,5 mg/l
90%
Zware metalen
1 mg/l
90%
0,5 mg/l
95%
1 mg/l
90%
0,5 mg/l
95%
0,01 mg/l
99%
n.v.t.
Olien (geemulgeerd)
50 mg/l
70%
40 mg/l
80%
15 mg/l
90%
10 mg/l
95%
5 mg/l
99%
< 1 mg/l
>99%
Organische stoffen
35%
50%
50%
55%
60%
90%
Stikstof (N-Kj)
10%
15%
10%
15%
15%*p5354
polycyclische aromatische koolwaterstoffen
40%'
10 mg/l"
60%'
3 mg/l'
60%
3 mg/l"
65%
0,5 mg/l'
65%
0,5 mg/l'
99%
< 0 , 1 mg/l
Oplosmiddelen
30%
35%
50%
55%
60%
99%
Bestrijdingsmiddelen
50%
60%
50%
60%
70%
99%
rs%
Stoffen zijn aanwezig als emulsies en/of als colloi'dale deeltjes gebonden aan
colloi'dale biota.
-6-
2.4
Kostenvariabelen
De variabelen die van invloed zijn op de saneringskosten zijn te verdelen in
systeemvariabelen en dimensioneringsvariabelen. De systeemvariabelen bepalen
uit welke onderdelen de zuiveringsinstallatie wordt opgebouwd. De dimensioneringsvariabelen bepalen de grootte van deze installatie-onderdelen.
Systeem variabelen
Nevenverontreiniging
Bij de aanwezigheid van niet gebonden olie en/of grote hoeveelheden zwevende
stof (> 200-400mg/l) is voorbehandeling van het afvalwater, om kostentechnische
redenen gewenst. Kleine hoeveelheden zwevende stof (20-40mg/l) bevorderen het
achtergeschakelde flocculatieproces.
Effluentconcentratie zwevende stof
De effluentconcentratie zwevende stof, en indirect de concentratie aan verontreinigende stoffen, is bepalend voor de systeemkeuze van de afscheidingstechniek.
Afhankelijk van de gewenste effluentconcentratie kan worden gekozen voor
lamellenafscheiding of Dissolved Air Flotation. Bij vergaande verwijdering van vaste
stof kan zandfiltratie worden nageschakeld of ultra/microf iltratie als totale techniek
worden ingezet.
Bij toepassing van actieve koolfiltratie zal het zwevende stof vergaand verwijderd
moeten worden ter bescherming van de kool.
Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering is van invloed op de automatiseringsgraad van de zuiveringsinstallatie. Bij een continu werkende (24 uur) zuiveringsinstallatie en gedeeltelijk
(8 uur) toezicht is vergaande automatisering noodzakelijk. Dit is tevens noodzakelijk indien het zuiveringssysteem niet past binnen de gangbare technieken van het
bedrijf.
Dimensioneringsvariabelen
Debiet
Het debiet van de afvalwaterstroom is de belangrijkste factor met betrekking tot
de dimensionering van de zuiveringsinstallatie. De debiet afhankelijke installatieonderdelen zijn:
- pompen;
- reactievaten;
- vaste stof afscheiders;
- actief koolfilter;
- leidingwerk.
Concentratie
De concentratie is bepalend voor het verbruik aan coagulant en flocculant en de
vervangingstermijn van de actief kool.
Vracht
De vracht is bepalend voor de dimensionering van het actief koolfilter en van de
slibverwerkende installatieonderdelen. De vracht is direct gerelateerd aan de
hoeveelheid vast afval.
-7-
Lozingspatroon
Het batchgewijs of met pieken lozen van het afvalwater is bepalend voor de
dimensionering van de influentbuffer(s).
-8-
3.
KOSTENMODEL
Voor de berekening van de kosten wordt gebruik gemaakt van een model. Bij dit
kostenmodel is van te voren bepaald welke kostensoorten meegenomen worden.
De modelopzet is beschreven in paragraaf 3 . 1 . De opgenomen kostensoorten
worden in paragraaf 3.2 en 3.3 nader uitgewerkt. In paragraaf 3.4 zijn de
belangrijkste modelvariabelen weergegeven.
3.1
Modelopzet
In het model worden de kosten berekend naar prijspeil 1993. Alle kosten worden
exclusief Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) berekend. De navolgende
kostensoorten zijn opgenomen:
* investeringskosten inclusief opslagkosten;
* jaarlijkse kosten, uitgesplitst naar:
- kapitaalslasten;
- exploitatielasten;
- besparingen.
Kostensoorten, welke niet meegenomen worden in het kostenmodel, worden
onderstaand weergegeven.
- Grondkosten
De grondkosten zijn afhankelijk van de lokale omstandigheden.
- Leidingwerk buiten de installatie
Voor de bouw van een zuiveringsinstallatie, wordt het afvalwater reeds via een
pijpleiding afgevoerd. Er is een groot verschil tussen de verschillende bedrijven
daar waar het gaat om de leidingen die buiten de installatie lopen.
- Nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit en afvoer)
Bij toenemende afvalwaterstromen zal, in het algemeen, de bedrijfsgrootte
eveneens toenemen en zullen er dus meer nutsvoorzieningen aanwezig zijn.
- Subsidies
Subsidies zijn afhankelijk van het type industrie en bedrijf. Subsidies moeten
altijd per individuele situatie bekeken worden.
- Vermogensschade, belastingen en verzekering
Vermogensschade, belastingen en verzekering zijn afhankelijk per bedrijf. Deze
kosten moeten daarom altijd per individuele situatie bekeken worden.
3.2
Investeringskosten
De investeringskosten bestaan uit elektro-mechanische en bouwkundige kosten.
Over de investeringen worden opslagen berekend.
Electro-mechanische kosten
Bij elk van de onderdelen wordt aangegeven of de kosten van dit onderdeel
afhankelijk zijn van het debiet, de concentratie of de vracht.
Pompen
Er zijn verschillende soorten pompen te onderscheiden, de lage- en hogedrukpompen, droog opgestelde pompen en onderwaterpompen. De pompen zijn debietafhankelijk. De kosten van de pompen lopen niet-lineair op met het debiet. De
-9-
kosten nemen trapsgewijs toe omdat de pompen met vaste capaciteiten worden
geproduceerd.
Vaten
Onder vaten worden buffers, opslagvaten en reactievaten verstaan. De vaten zijn
debietafhankelijk. De kosten van de vaten zijn lineair over een klein gebied,
bijvoorbeeld 10 tot 3 0 m 3 . Relatief grote vaten ( > 50 3 ) zijn per m 3 inhoud
goedkoper dan kleine vaten.
Roerders
De kosten van dynamische roerders zijn debietafhankelijk en nemen trapsgewijs
toe bij een vergroting van het debiet. De kosten nemen trapsgewijs toe omdat de
dynamische roerders met vaste roervermogens worden geproduceerd.
De kosten van statische roerders zijn debietafhankelijk en nemen traploos toe bij
een vergroting van het debiet.
Proces- en instrumentatie-apparatuur
Proces- en instrumentatie-apparatuur is apparatuur waarmee de procesvariabelen
van de installatie gemeten, geregeld en geregistreerd worden. Voorbeelden zijn een
pH-meter met een regeling naar een doseerunit en een niveaumeter. Aangezien de
kosten van dergelijke apparatuur voornamelijk door de automatiseringssystemen
worden bepaald, zullen de kosten van proces- en instrumentatie-apparatuur niet
sterk toenemen bij een vergroting van het debiet of de vracht.
Leidingwerk binnen de installatie
Het leidingwerk binnen de installatie omvat alle leidingen tussen de verschillende
onderdelen binnen de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het leidingwerk is debietafhankelijk en zal vrijwel lineair stijgen bij een vergroting van het debiet.
Ontwateringsapparatuur
De ontwateringsapparatuur is de apparatuur die het ontstane slib ontwatert t o t een
droge stofgehalte zodat het verwerkt, afgevoerd en/of hergebruikt kan worden. De
kosten van de ontwateringsapparatuur zijn afhankelijk van de vracht. Naarmate de
vracht stijgt zal de aangevoerde slibhoeveelheid stijgen en daarmede de kosten
voor ontwateringsapparatuur. De kosten voor ontwateringsapparatuur lopen nietlineair op met de vracht. De kosten nemen trapsgewijs toe omdat de ontwateringsapparatuur met vaste verwerkingscapaciteiten wordt geproduceerd.
Doseerapparatuur
Met doseerapparatuur worden bepaalde chemicalien aan het proces toegevoegd.
Hieronder vallen onder andere doseerpompen en chemicalientanks. De kosten van
doseerapparatuur zijn concentratie of vrachtafhankelijk.
De stijging van de kosten zal zowel voor de doseerpompen als de chemicalientanks
trapsgewijs zijn omdat zij beiden met vaste capaciteiten geproduceerd worden.
Utilities
Utilities zijn voorzieningen die op de locatie aanwezig dienen te zijn, maar geen
onderdeel van de zuiveringsinstallatie uitmaken. Voorbeelden van utilities zijn
perslucht, takel, bordes, veiligheidsvoorzieningen en ventilatie.
De kosten van de verschillende voorzieningen lopen niet alle gelijk op bij vergroting
van het debiet of een concentratieverhoging. De kosten van een bordes zijn
afhankelijk van de grootte van de opslagvaten en de ontwateringsunit die weer
- 10-
oplopen bij een verhoging van het debiet, de concentratie en de vracht. De kosten
van algemene veiligheidsvoorzieningen, zoals een oogdouche en een nooddouche,
zullen niet oplopen bij vergroting van de installatie.
Montage
De montage van een zuiveringsinstallatie wordt debietafhankelijk gesteld. Bij een
gelijkblijvende systeemopzet van de zuiveringsinstallatie stijgen de kosten lineair
met het debiet. Indien de systeemopzet sterk wijzigt, zullen de kosten van montage
afwijkend stijgen.
Bouwkundige kosten
Fundering
Voor de fundering zijn de kostenfuncties van een drietal situaties opgenomen,
aangezien fundering afhankelijk is van de plaatselijke ondergrond:
- normale ondergrond: fundering op staal;
- slechte ondergrond: op palen van 10 meter gefundeerd;
- zeer slechte ondergrond: op palen van 25 meter gefundeerd.
Gebouw
De kosten van het gebouw zijn afhankelijk van het ruimtebeslag van de zuiveringsinstallatie. In de kosten voor het gebouw zijn inclusief standaard utilities zoals
algemene veiligheidsvoorzieningen, ventilatie en verlichting.
Opslagkosten investeringen
Over de kale investeringskosten worden opslagkosten berekend. De opslagkosten
worden onderverdeeld in advieskosten, bouwrente en onvoorzien.
Advieskosten
De advieskosten bestaan ondermeer uit ontwerp, begeleiding bouw, opstart en
garantiemetingen. Op basis van ervaringscijfers wordt een vast percentage van de
kale investeringskosten gehanteerd van 1 5 % .
Bouwrente
Bouwrente is de rente welke tijdens de bouw betaald moet worden terwijl de
installatie nog niet in bedrijf is. Deze kosten zijn in het kostenmodel gesteld op 2
% van de kale investeringskosten (uitgegaan is van 4 maanden bouwtijd).
Onvoorzien
De post onvoorzien is in het kostenmodel opgenomen om onvoorziene omstandigheden op te vangen. Hiervoor is uitgegaan van een percentage van 1 0 % van
de kale investeringskosten.
3.3
Jaarlijkse kosten
De jaarlijkse kosten zijn opgebouwd uit de kapitaalslasten, exploitatiekosten en
besparingen. Genoemde onderdelen worden hierna behandeld.
- 11 -
Kapitaalslasten
Kapitaalslasten zijn jaarlijkse lasten, opgebouwd uit afschrijving op investeringen
plus opslagkosten en te betalen rente. De afschrijving is op basis van annui'teit of
lineair;
Exploitatiekosten
De exploitatiekosten zijn de kosten voor het bedrijven van de zuiveringsinstallatie.
De percentages die bij de verschillende onderdelen genoemd worden zijn
percentages per jaar bedrijfsvoering. De exploitatiekosten zijn opgebouwd uit:
- onderhoud;
- chemicalien;
- personeelskosten;
- afvoer vast afval;
- energie.
Onderhoud
De onderhoudskosten worden recht evenredig gesteld met de investeringen inclusief de opslagkosten.
Chemicalien
De kosten van chemicalien zijn afhankelijk van de concentratie en/of vracht en
zullen lineair oplopen bij vergroting van de vracht en/of concentratie.
Personeelskosten
Afhankelijk van de automatiseringsgraad en complexiteit van de zuiveringsinstallatie zullen er mensen aanwezig moeten zijn om de installatie te laten functioneren.
De personeelskosten zijn met name vrachtafhankelijk en in geringe mate debiet
afhankelijk, aangezien de slibverwerking het meest arbeidsintensief is.
Afvoer afval
Het vrijkomend afval bij coagulatie en flocculatie wordt geclassificeerd als
chemisch afval. De hoeveelheid afval is recht evenredig met de vracht aan
coaguleerbare stoffen. De afvalkosten worden berekend inclusief transport vanuit
"midden Nederland".
Energie
De energie is recht evenredig met het debiet van de zuiveringsinstallatie.
Lozingsheffing
De heffing die betaald moet worden voor lozing van het gezuiverde afvalwater is
afhankelijk van de effluentconcentratie. De heffing wordt berekend op basis van
het chemisch zuurstofverbruik (CZV), het stikstofgehalte (N-Kj) en het gehalte aan
zware metalen. De kosten van de heffing kunnen worden berekend voor lozing op
zoet rijkswater (rijksheffing) en riolering (regionale heffing).
Besparingen
Besparingen komen uit "good houskeeping" en hergebruik van de vrijkomende
stoffen. Doordat er kosten worden gemaakt voor het zuiveren van afvalwater zal
door "good houskeeping" worden getracht de kwantiteit en de kwaliteit van het
- 12-
afvalwater te minimaliseren. De besparingen die hieruit voortvloeien, zoals
vermindering gebruik grond- en hulpstoffen, zijn afhankelijk per type industrie en
bedrijf. Het hergebruik van vrijkomende stoffen, ondermeer het effluent, is tevens
afhankelijk van het type industrie en bedrijf. Besparingen door "good houskeeping"
en uit hergebruik van vrijkomende stoffen moet derhalve per individuele situatie
bekeken worden en worden in het model niet meegenomen.
3.4
Modelvariabelen
Het Model Kosten Saneringstechnieken, is een rekenkundig hulpmiddel, dat is
gemaakt in het programma Quattro Pro®, versie 4.0. Model Kosten Saneringstechnieken is opgebouwd uit gekoppelde spreadsheets. Er is gekozen voor spreadsheets, omdat dit de beste garantie voor een maximale f lexibiliteit is. De parameters
zijn eenvoudig te wijzigen. Tevens is sprake van overzichtelijkheid doordat de
invloed van wijzigingen goed kan worden gevolgd. De belangrijkste modelvariabelen zijn in de volgende tabel weergegeven.
j
i_^_:
Variabele
[dimensie]
Q
B.
V
WD
wu
DIVOH
DNHC
DCF flC13
DCF^H
DCF^
Omschrijving
[m 3 /uur]
[uur)
[dagen]
Idagenl
[uren]
lg/m 3 l
[g/m 3 ]
[g/m 3 ]
lg/m 3 )
[g/m 3 ]
debiet
algemene buffering
voorraad chemicalien opslag
Bedrijfsdagen per jaar
Bedrijfsuren per dag
NaOH-dosering voor neutralisering
HCL-dosering voor neutralisatie
FeCI3-dosering voor coagulatie/flocculatie
NaOH-dosering voor coagulatie/flocculatie
Polymeer dosering voor coagulatie/flocculatie
Geldigheidsgebied
10-100
0-24
0-21
1-365
8-24
0-200
0-200
100-200
10-100
1-5
Default
.
2
7
365
24
100
100
200
50
4
- 13-
4.
KOSTENBEREKENING
In dit hoofdstuk worden kostenfuncties in relatie tot de systeemvariabelen en
dimensioneringsvariabelen weergegeven voor de investeringskosten en de jaarlijkse
kosten in paragraaf 4.1 en 4.2. In paragraaf 4.3 worden de toegepaste variabelen
gepresenteerd. Tenslotte worden in paragraaf 4.4 enkele resultaten van
berekeningen met het kostenmodel weergegeven.
4.1
Investeringskosten
4.1.1
Coagulatie/flocculatie
Influentbuffer
Systeemvariabelen:
- afscheidingstechniek
indien als afscheidingstechniek ultrafiltratie of zandfiltratie wordt toegepast,
dient bij de dimensionering van de influentbuffer het vrijkomend spoelwater ten
gevolge van ultrafiltratie en 2andflitratie te worden meegenomen.
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
- spoelwaterzandfilter
- spoelwater ultra/micro filtratie
V um(
- buffering in verband met pieklozing BP
- buffering algemeen
B.
[m3/uur]
[m3] (indien niet aanwezig 0)
[m3] (indien niet aanwezig 0)
[m3]
[uur]
Kostenfuncties en procesonderdelen:
- pompbuffer
Uitgaande van:
(1) een benodigd volume van 1/5 x Q voor de minimale looptijd van de pomp;
(2) spoelwatervolume van het zandfilter (V„) van 1/2 x Q;
(3) spoelwatervolume van het ultra/microfiltratie (V^,) van 1 x Q;
(4) algemene buffering Bp voor kleine storingen en debietverschillen van 2 uur
= 2xQ;
(5) kosten voor een buffer van staal geemailleerd van f 1 0 0 0 , - t o t f 500,--per
m 3 , afhankelijk van de bufferinhoud;
bedraagt de inhoud van de influentbuffer:
Vlb = ((1/5 + (1/2 of 0) + (1 of 0) + 2) x Q)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de influentbuffer Vto. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
I V„ [m3]
prijs If]
J 1-10
1000,-
10-25
900,-
25-50
750,-
>50
500,-
- 14-
vuilwaterdompelpomp in tweevoud
De kosten van de vuilwaterpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs If]
10-40
0,8
2 x 6.100,-
40-60
1,0
2 x 8.150,-
60-80
1,4
2 x 10.200,-
80-100
1,6
2 x 12.250,-
5 x f 300,4 x f 400,2x f 350,-
- niveaumeting
- kogelkranen
- kogelterugslagklep
Neutralisatietank
Systeemvariabelen:
- pH
Indien de pH van het afvalwater buiten de grenzen van het werkingsgebied van
de coagulant ligt, is een neutralisatiestap noodzakelijk. Voor Fe 3+ is het optimale
pH-gebied hoger dan 5.
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m 3 /uur]
Kostenfuncties en procesonderdelen:
- neutralisatietank
Uitgaande v a n :
(1) een verblijftijd van 20 minuten;
(2) kosten voor een neutralisatietank van GlasvezelVersterktKunstof (GVK) van
f 2 0 0 0 , - - t o t f 1000,--per m 3 , afhankelijk van de tankinhoud;
bedraagt de inhoud van de neutarlisatietank
V nl = Q/3
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de neutralisatietank V nt . Dit is
in de volgende tabel weergegeven.
V„, [m 3 ]
prijs If]
1-10
2000,-
10-25
1800,-
25-50
1500,--
>50
1000,--
menger
Uitgaande van:
(1) een volume van de neutralisatietank van 1 / 3 x Q ;
(2) kosten voor een snelle menger (1.500 rpm) van f 5 0 0 , - t o t f 400,--per m 3 .
- 15-
afhankelijk van de tankinhoud van de neutralisatietank;
(3) inhoud van de neutarlisatietank van Vm = Q/3;
de kosten voor de snelle menger zijn afhankelijk van de inhoud van de
neutralisatietank V nl . Dit is in de volgende tabel weergegeven.
V„, [m 3 ]
prijs If]
1-10
500,-
10-25
480,-
25-50
450,-
>50
400,-
- pH-meting + regeling
- niveaubeveiliging
f 10.200,f 300,-
Doseerinstallatie natronloog 33%
Systeemvariabelen:
- pH
Indien de pH van het afvalwater buiten de grenzen van het werkingsgebied van
de coagulant ligt, is een neutralisatiestap noodzakelijk.
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- voorraad
- NaOH-dosering
Q
V
DN^OH
[m3/uur]
[dagen]
[g/m3]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- voorraadtank (inclusief calamiteitenbak)
Uitgaande van:
(1) een dosering voor pH-correctie DNNa0H van 100 g/m 3 ;
(2) een soortelijk gewicht voor NaOH 33% van 1,36 kg/I;
(3) een voorraad V van 7 dagen;
(4) kosten voor een opslagtank (dubbelwandig) van GlasvezelVersterktKunstof
(GVK) van f 4000,--tot f 2000,-per m3, afhankelijk van de tankinhoud;
bedraagt de inhoud van de opslagtank:
Vot = (0,1/1,36/1000) x Q x 24 x 7 x (met minimum van 1 m3)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de opslagtank Vot. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
V0, [m 3 ]
prijs If]
1-10
4000,-
10-25
3600.-
25-50
3000,-
>50
2000.-
membraandoseerpomp 0-20 l/uur in tweevoud
kogelkranen
2xf 2750,3 x r 75,- 16-
1 x f 65,1 x f 250,-
- terugslagklep
- laagniveaumeting 2 0 %
Doseerinstallatie HCL 3 0 %
Systeemvariabelen:
- Ph
Indien de pH van het afvalwater buiten de grenzen van het werkingsgebied van
de coagulant ligt, is een neutralisatiestap noodzakelijk.
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m3/uur]
- voorraad
V
[dagen]
- HCL-dosering
[g/m 3 ]
DN HCL
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- voorraadtank (inclusief calamiteitenbak)
Uitgaande van:
(1) een dosering voor pH-correctie DN HCL van 100 g/m 3 ;
(2) een soortelijk gewicht voor HCL 3 0 % van 1,16 kg/I;
(3) een voorraad V van 7 dagen;
(4) kosten voor een opslagtank (dubbelwandig) van GlasvezelVersterktKunstof
(GVK) van f 4 0 0 0 , - t o t f 2 0 0 0 , - per m 3 , afhankelijk van de tankinhoud;
bedraagt de inhoud van de opslagtank:
V 0I = ( 0 , 1 / 1 , 1 6 / 1 0 0 0 ) x Q x 24 x 7 x (met minimum van 1 m3)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de opslagtank V ot . Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
-
V „ [m 3 ]
prijs If]
1-10
4000,--
10-25
3600,-
25-50
3000,--
>50
2000,-
membraandoseerpomp 0-20 l/uur in tweevoud
kogelkranen
terugslagklep
laagniveaumeting 2 0 %
2xf
2750,3 x f 75,1 x f 65,1 x f 250,-
Opvoerinstallatie
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Kostenfunctie en
- opvoerpomp in
De kosten van
volgende tabel
Q
[m 3 /uur]
procesonderdelen:
tweevoud
de opvoerpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
weergegeven.
- 17-
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
10-30
0,5
2 x 4.100,-
30-60
0,8
2 x 4.600,-
60-100
1.0
2 x 5.100,--
prijs If]
- kogelkranen
- terugslagklep
- niveaumeting
4 x f 400,2 x f 350,Axf 300,-
Mengbuis
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- reactiebuis
Uitgaande van:
(1) een verblijftijd van 20 seconden;
(2) kosten voor een PE mengbuis van f 20.500,-per m 3 ;
bedragende kosten voor de mengbuis:
(Q/180)x f 20.000,-.
- statische menger
- niveaumeting
1 x f 3.100,2xf
300,-
Doseerinstallatie coagulant FeCI3
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- voorraad
- FeCI 3 -dosering
Q
V
DFC^,3
[m 3 /uur]
[dagen]
[ 9/m 3 ]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- voorraadtank (inclusief calamiteitenbak en vorstbeveiliging)
Uitgaande van:
(1) een maximale dosering DFCFeC|3 van 200 g/m 3 Fe 3+ ;
(2) een 41 % oplossing;
(3) een soortelijk gewicht voor FeCI3 41 % van 1,4 kg/I;
(4) een Fe fractie van 56/161;
(5) voorraad V van 7 dagen;
(6) kosten voor een dubbelwandige opslagtank (staal) van / 2 0 0 0 , - tot f
1000,-per m 3 , afhankelijk van de tankinhoud;
bedraagt de inhoud van de opslagtank:
Vot = (((200/1000) x Q)/(0,41 x (56/161) x 1,4))/1000) x 24 x 7 (met
minimum van 1 m3)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de opslagtank Vot. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
- 18-
Vc, [m 3 ]
prijs If]
1-10
2000,--
10-25
1800.--
25-50
1500,-
>50
1000,-
doseerpomp
Uitgaande van:
(1) een maximale dosering DFCFeCi3 v a n 200 mg/l Fe 3+ ;
(2) een 41 % oplossing;
(3) een soortelijk gewicht voor FeCI3 41 % van 1,4 kg/I;
(4) een Fe fractie van 56/161;
bedraagt de capaciteit van de doseerpomp Cdp:
C^ = (((200/1000) xQ)/(0,41 x(56/161)x 1,4)) liter per uur.
Kosten voor de doseerpomp (in tweevoud) zijn afhankelijk van Cdp. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
[ Cfc [l/uurl
prijs If]
0-100
2 x 2.750,-
0-200
2 x 4.600,--
- kogelkranen
- terugslagklep
- laagniveaumeting 20%
3 x / 75,1 x f 65,1 x f 250,-
Doseerinstallatie natronloog 33%
Systeem variabelen
- Indien een neutralisatieunit aanwezig is wordt de voorraadtank met laagniveaumeting niet opgenomen in de doseerinstallatie natronloog voor de coagulatie/flocculatie.
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- voorraad
- NaOH-dosering
Q
V
OCF^QH
[m 3 /uur]
[dagen]
[g/m 3 ]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- voorraadtank (inclusief calamiteitenbak)
Uitgaande van:
(1) een loogdosering DCFNa0H van 50 g/m 3 ;
(2) een soortelijk gewicht voor NaOH 33% van 1,36 kg/I;
(3) een voorraad V van 7 dagen;
(4) kosten voor een opslagtank (dubbelwandig) van GlasvezelVersterktKunstof
(GVK) van f 4 0 0 0 , - tot f 2 0 0 0 , - per m3, afhankelijk van de tankinhoud;
bedraagt de inhoud van de opslagtank:
- 19-
V„ = (0,05/1,36/1000) x Q x 24 x 7 x (met minimum van 1 m3)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de opslagtank Vot. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
-
V0, [m 3 ]
prijs [r*l
1-10
4000,-
10-25
3600,--
25-50
3000,--
>50
2000,--
membraandoseerpomp 0-20 l/uur in tweevoud
kogelkranen
terugslagklep
laagniveaumeting 20%
2 x f 2750,3 x f 75,1 x f 65,-
1 x f 250,-
Doseerinstallatie polymeer
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- polymeerdosering
Q
DCF,poly
[m3/uur]
[g/m3]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- aanmaakeenheid
Uitgaande van:
(1) maximale dosering D C F ^ van 4 mg/l (4 g/m3);
(2) dosering met 1 promille polyelectroliet (1 g/l);
bedraagt de aanmaakcapaciteit:
CpE = 4 x 1 x Q liter polyelectroliet per uur.
Kosten voor de polyelectrolietaanmaakeenheid, inclusief voorraad van 1 m 3 met
calamiteitenbak, zijn afhankelijk van C^. Dit is in de volgende tabel weergegeven.
Cn [l/uur]
prijs [f]
40-100
17.000,--
100-200
22.000,--
200-400
27.000,--
- doseerpomp
Uitgaande van:
(1) en maximale dosering D C F ^ van 4 mg/l;
(2) dosering met 1 promille polyelectroliet;
bedraagt de capaciteit van de doseerpomp:
Cdp = 4 x 1 x Q liter per uur.
Kosten voor de doseerpomp (in tweevoud) zijn afhankelijk van C^. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
-20-
C * [l/uur]
prijs if]
0-100
2 x 2.750,-
0-200
2 x 4.600,-
0-400
2 x 6.600,-
- kogelkranen
- terugslagklep
- laagniveaumeting 20%
3 x f 75,1 x f 65,1 x f 250,-
Flocculatietank
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- flocculatietank
Uitgaande van:
(1) een verblijftijd van 12 minuten;
(2) kosten voor een GVK tank van f 2.000,- per m 3 ;
bedragende kosten voor de neutralisatietank:
(Q/5) x f 2.000,-.
- menger
Uitgaande van:
(1) een volume van de neutralisatietank van 1 / 5 x Q ;
(2) kosten langzame menger (500 rpm) van f 3 5 0 , - per m 3 tankinhoud;
bedragen de kosten voor de menger:
(Q/5) x f 3 5 0 , - .
- niveaumeting
2x f 3 0 0 , Effluentbuffer
Dimensioneringsgrondslagen:
- spoelwaterzandfilter
- spoelwater ultra/micro filtratie
V2l [m3] (indien niet aanwezig 0)
N/umi [m3] (indien niet aanwezig 0)
Kostenfuncties en procesonderdelen:
- effluentbuffer
Uitgaande van:
(1) spoelwatervolume van het zandfilter (V„) van 1/2 x Q;
(2) spoelwatervolume van het ultra/microfiltratie (V^,) van 1 x Q;
(3) kosten voor een buffer van geemailleerd staal van f 1000 tot f 5 0 0 , - per
m3, afhankelijk van de bufferinhoud;
bedraagt de inhoud van de effluentbuffer:
V.,, = ((1/5 + (1/2 of 0) + (1 of 0) x Q)
De kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de inffluentbuffer Ve(. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
- 21 -
V.. [m3l
prijs If]
1-10
1000,-
10-25
900,--
25-50
750,--
>50
500,-
- niveaumeting ten behoeve van spoelpomp
Axf
300,-
Monstername
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- flowmeter
- bemonsteringsapparatuur
• kogelkranen
1 x f 4.600,1 x f 5.100,4 x / 400,-
Elektrotechnisch
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- PLC
- software
- schakelkast
- bekabeling
- recorder
1 x f 4.100,1 x f 2.050,1 x f 15.300,1 x f 3.050,1 x f 6.150,-
Bouwkundig
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
[m3/uur]
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een basis oppervlak van 50 m2 voor bediening en opslag;
(2) een benodigd oppervlak van 1 m2 per m3 debiet voor de apparatuur;
(3) basiskosten per m 2 van f 5 0 0 , - ;
(4) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van f 0 , - ;
* slechte ondergrond van f 2 5 0 , - ;
* zeer slechte ondergrond van f 500,--;
bedragen de kosten voor de fundering:
(50 + Q) x (f 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een basis oppervlak van 50 m2 voor bediening en opslag;
(2) een benodigd oppervlak van 1 m2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(3) kosten per m 2 van f 1.500,-;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
(50 + Q)x f 1.500,-.
-22-
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
[m 3 /uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
de coagulatie en flocculatie. Dit is in onderstaande tabel aangegeven.
Q (m 3 /uur|
kosten [% investering apparatuur]
10-25
10
25-50
9
50-100
8
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5% van de investeringskosten
voor de apparatuur van coagulatie en flocculatie.
4.1.2
Lamellenafscheider
Lamellenafscheider
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DCF^a,
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
Kostenfunktie en procesonderdelen:
- plaatbezinker
De kosten van de lamellenafscheider zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
prijs If]
10-15
46.000,--
15-25
61.500,-
25-50
87.000,-
50-100
123.000,-
- dunslibpomp
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DCFF(^I3 van 2 0 0 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume bij 2 0 0 mg/l Fe-dosering van 0,1 m 3 /m 3 (1 % d.s.);
bedraagt de capaciteit van de dunslibpomp:
C ^ = (200/1000) x Q x 2 x 0,1 m 3 /uur.
-23-
De kosten van de dunslibpomp (in tweevoud) zijn afhankelijk van C ^ . Dit is in
de volgende tabel weergegeven.
C ^ [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs I f ]
0-2
0,6
2 x 3.100,-
2-4
0,8
2 x 3.600,-
4-6
1.2
2 x 4.100,--
- vacuumbeveiliging
- kogelkranen
- terugslagklep
2xf
150,4 x f 300,2xf
300,-
Dunslibtank
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
[m 3 /uur]
DCF W 1 3 [g/m 3 ]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- dunslibtank
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering D C F ^ o van 2 0 0 mg/l
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume bij 2 0 0 mg/l Fe-dosering van 0,1 m 3 /m 3 ;
(4) een buffercapaciteit van 2 uur;
(5) kosten voor een slibbuffer van GlasvezelVersterktKunstof (GVK) van f
2 0 0 0 , - t o t f 1 0 0 0 , - per m 3 , afhankelijk van de inhoud;
bedraagt de inhoud van de slibbuffer:
V * = ( 2 0 0 / 1 0 0 0 ) x Q x 2 x 0,1 x 2 (met minimum van 1 m 3 )
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de slibbuffer V ^ . Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
-
V r t [m 3 ]
prijs If]
1-10
2000,--
10-25
1800,-
25-50
1500,--
>50
1000,--
4 x f 300,-
niveaumeting
Filterpers
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DCF^3
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
-24-
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- slibpomp
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume bij 2 0 0 mg/l Fe-dosering van 0,1 m 3 /m 3 ;
bedraagt de capaciteit van de slibpomp:
Csp = (200/1000) x Q x 2 x 0,1 m 3 /uur.
De kosten van de slibpomp (in tweevoud) zijn afhankelijk van Csp. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
-
vermogen [kW]
prijs If]
0-2
2,2
2 x 9.200,-
2-4
3,2
2x11.200,--
4-6
4,2
2 x 13.250,-
drukvat
1 x f 4.000,vacuiimbeveiliging
1 x f 150,drukbeveiliging
1 x f 150,kogelkranen
2 x f 300,terugslagklep
1 x f 300,filterpers
Uitgaande v a n :
(1) een Fe-dosering van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) een drogestofgehalte van de filterkoek van 3 0 % ;
(4) een soortelijk gewicht van slib 3 0 % drogestof van 1,3 kg/I;
(5) een standtijd van de filterpers van tenminste 8 uur;
bedraagt de benodigde slibinhoud van de filterpers:
Vpe* = ( ( ( 3 0 0 / 1 0 0 0 ) x Q x 2 ) / 0 , 3 / 1 , 3 ) x 8 .
De kosten van de filterpers zijn afhankelijk van de V ^ . Dit is in de volgende
tabel weergegeven.
V
w
prijs If]
[liter]
tot 300
62.000,-
300-600
83.000,-
600-1200
105.000,--
1200-1500
117.000,-
Bouwkundig
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
Q
[m 3 /uur]
-25-
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,3 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) basiskosten per m 2 van / 5 0 0 , - ;
(3) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van / 0,~;
* slechte ondergrond van f 250,--;
* zeer slechte ondergrond van / 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor de fundering:
0,3 x Q x (f 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,3 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) kosten per m 2 van f 1 . 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
0 , 3 x Q x f 1.500,-.
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
[m 3 /uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
de lamellenafscheider. De kosten van leidingwerk zijn afhankelijk van het debiet.
Dit is in de volgende tabel weergegeven.
[~Q [m 3 /uur]
kosten [% investering apparatuur]
I 10-25
10
25-50
9
50-100
8
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5 % van de investeringskosten
voor de apparatuur van de lamellenafscheider.
4.1.3
Dissolved Air Flotation
Flotatie-unit
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DCFFeCI3
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
- 26-
Kostenfuntie en procesonderdelen:
- flotatietank
De kosten van de flotatietank inclusief "air dissolving tubes" en hogedrukpomp
zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
prijs [r"l
10-25
143.000,--
25-50
163.500,--
50-75
199.000,--
75-100
250.000,--
luchtvoorziening compressor 16 l/s 7,5 kW
I x f 15.000,-dunslibpomp
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DCF Fea3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH)3 slib;
(3) een slibvolume van 0 , 0 3 3 m 3 /m 3 ( 3 % d.s.);
bedraagt de capaciteit van de dunslibpomp:
C ^ = (200/1000) x Q x 2 x 0 , 0 3 3 m 3 /uur.
De kosten van de dunslibpomp zijn afhankelijk van C,^. Dit is in de volgende
tabel weergegeven.
CaK [m 3 /uur]
0-2
vermogen [kW]
prijs [ / ]
0,6
2 x 3.000,-
2x f 150,4 x f 300,2x f 300,-
vacuumbeveiliging
kogelkranen
terugslagklep
Dunslibtank
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DFC F
B CI3
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- dunslibtank
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume 0 , 0 3 3 m 3 /m 3 ;
(4) een buffercapaciteit van 2 uur;
(5) kosten voor een slibbuffer van GlasvezelVersterktKunstof (GVK) van f
2000 3 r -airtafiktel]fJ0yerpde inhoud;
bedraagt de inhoud van de slibbuffer:
V r t = (200/1000) x Q x 2 x 0 , 0 3 3 x 2 (met minimum van 1 m3)
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de slibbuffer V, b . Dit is in de
- 27-
volgende tabel weergegeven.
| V r t [m 3 ]
prijs If]
1 1-10
2000,--
10-25
1800,--
25-50
1500,-
I >50
1000,--
Ax f 3 0 0 , -
- niveaumeting
Filterpers
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI3-dosering
Q
DFCFeCI3
[m3/uur]
[g/m3]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- slibpomp
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(0H)3 slib;
(3) slibvolume bij 200 mg/l Fe-dosering van 0,1 m 3 /m 3 ;
bedraagt de capaciteit van de slibpomp:
C,,, = (200/1000) x Q x 2 x 0,1 m3/uur.
De kosten van de slibpomp in tweevoud zijn afhankelijk van C w . Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs Ir*]
0-2
2,2
2 x 9.200,-
2-4
3,2
2x11.200,--
4-6
4,2
2 x 13.250,--
drukvat
1 x f 4.000,vacuumbeveiliging
1 x f 150,drukbeveiliging
1 x f 150,kogelkranen
2xf 300,terugslagklep
1 x f 300,filterpers
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH)3 slib;
(3) een drogestofgehalte van de filterkoek van 30%;
(4) een soortelijk gewicht van slib 30% drogestof van 1,3 kg/I;
(5) een standtijd van de filterpersvan tenminste 8 uur;
bedraagt de benodigde slibinhoud van de filterpers:
Vp,™ = (((300/1000)xQx 21/0,3/1,31x8.
-28-
De kosten van de filterpers zijn afhankelijk van de V ^ . Dit is in de volgende
tabel weergegeven.
V
w
[liter]
prijs [f]
tot 300
62.000,--
300-600
83.000,--
600-1200
105.000,--
1200-1500
117.000,-
Elektrotechnisch
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- PLC
- software
- schakelkast
- bekabeling
1 x f 500,1 x f 400,1x/1.000,1 x f 200,-
Bouwkundig
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
Q
[m 3 /uur]
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,6 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) basiskosten per m 2 van f 5 0 0 , - ;
(3) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van / 0,~;
* slechte ondergrond van f 2 5 0 , - ;
* zeer slechte ondergrond van f 500,--;
bedragen de kosten voor de fundering:
0,6 x Q x (f 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,6 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) kosten per m 2 van f 1 . 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
0 , 6 x Q x f 1.500,-.
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
[m 3 /uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
- 29-
de dissolved air flotation. De kosten van leidingwerk zijn afhankelijk van het debiet.
Dit is in de volgende tabel weergegeven.
0. [m 3 /uur]
kosten [% investering apparatuur]
10-25
10
25-50
9
50-100
8
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5 % van de investeringskosten
voor de apparatuur van dissolved air flotation.
4.1.4
Zandfiltratie
Opvoerinstallatie
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m 3 /uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- opvoerpomp in tweevoud
De kosten van de opvoerpompen (in tweevoud) zijn afhankelijk van het debiet.
Dit is in de volgende tabel weergegeven.
-
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
10-30
0,5
2 x 4.100,--
30-60
0,8
2 x 4.600,--
60-100
1,0
2 x 5.100,-
prijs If]
kogelkranen
terugslagklep
niveaumeting
4 x f 400,2xf
350,4 x f 300,-
Zandfilter
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m 3 /uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- tweetraps zandfilters
De kosten voor het tweetraps zandfilter zijn afhankelijk van het debiet
weergegeven in de volgende tabel.
-30-
Q [m 3 /uur]
prijs If]
10-25
2 x 17.400,-
25-50
2 x 22.500,--
50-75
2 x 35.700,--
75-100
2 x 52.000,-
reduceerafsluiter
2 x f 350,drukverschilmeting
2x f 6.000,-afsluiters
10 x / 5 0 0 , - spoelpomp 2 0 m w k
De kosten van de spoelpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
0. [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs If]
10-25
0,75
5.100, -
25-50
1,20
5.600,--
50-75
1,50
6.100,--
75-100
1,90
6.600,--
- kogelkranen
- terugslagklep
Ax f 4 0 0 , 2 x f 350,-
Luchtvoorziening
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- compressor
16 1/s 7,5 kW
1 x f 15.000,-
Elektrotechnisch
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- PLC
- software
- schakelkast
- bekabeling
- koppeling drukverschilmeting/zandfilter
1 x
1 x
1 x
1 x
2xf
f
f
f
f
500,100,200,100,300,-
Bouwkundig zandfilter
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
Q
[m 3 /uur]
-31 -
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,2 m2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) basiskosten per m2 van f 5 0 0 , - ;
(3) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van f 0 , - ;
* slechte ondergrond van f 2 5 0 , - ;
* zeer slechte ondergrond van f 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor de fundering:
0 , 6 x Q x ( r 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,2 m2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) kosten per m 2 van f 1.500,-;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
0 , 6 x Q x f 1.500,-.
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- Debiet
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
het zandfilter.
De kosten voor leidingwerk zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de volgende
tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
kosten [% investering apparatuur]
10-25
10
25-50
9
50-100
8
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5% van de investeringskosten
voor de apparatuur het zandfilter.
-32-
4.1.5
Ultra/microfiltratie
Ultra/microfiltratie unit
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m 3 /uur]
Kostenfuntie en procesonderdelen:
- membraan-unit
Uitgaande van:
(1) een membraan-unit per 10 m 3 ;
(2) kosten per membraan-unit van / 105.000,--;
bedragen de kosten voor de membraan-unit:
(Q/10)x f 105.000,-.
- drukverschilmeting
Uitgaande van:
(1) een membraanunit per 10 m 3 ;
(2) een drukverschilmeting per membraan-unit;
(3) kosten per drukverschilmeting van f 6 . 0 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor drukverschilmeting:
(Q/10)x f 6.000,-.
- dichtheidcontrole
Uitgaande van:
(1) een membraanunit per 10 m 3 ;
(2) een dichtheidsmeting per membraan-unit;
(3) kosten per drukverschilmeting van f 4 . 1 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor drukverschilmeting:
(Q/10) x f 4 . 1 0 0 , - .
- reinigingssysteem
De kosten van een reinigingssysteem zijn afhankelijk van het aantal membraanunits. Dit is in de volgende tabel weergegeven.
-
aantal membraan-units
prijs If]
0-2
18.400,--
2-4
23.500,"
4-6
27.500,--
6-8
30.600.--
8-10
32.600,-
hogedrukpomp
De kosten van de hogedrukpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
-33-
Q Im 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs If]
10-25
1,00
2 x 7.100,-
25-50
1,20
2 x 8.700,--
50-75
2,50
2 x 10.200,--
75-100
3,50
2 x 11.700,-
4x
2x
2xf
1 x f
- kogelkranen
- terugslagklep
- flowmeting
-
flowregeling
f 400,f 350,5.100,6.500,-
Dunslibtank
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DFC^
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- dunslibtank
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 2 0 0 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume 0 , 0 3 3 m 3 /m 3 ;
(4) een buffercapaciteit van 2 uur;
(5) kosten voor een slibbuffer van GlasvezelVersterktKunstof (GVK) van f
2 0 0 0 , - t o t f 1 0 0 0 , - p e r m 3 , afhankelijk van de inhoud;
bedraagt de inhoud van de slibbuffer:
V * = ( 2 0 0 / 1 0 0 0 ) x Q x 2 x 0,1 x 2 (met minimum van 1 m 3 )
en de kosten zijn afhankelijk van de inhoud van de slibbuffer V r t . Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
I V t t [m3]
prijs If]
| 1-10
2000,--
-
10-25
1800,-
25-50
1500,-
>50
1000,-
Axf
niveaumeting
300,-
Filterpers
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
- FeCI 3 -dosering
Q
DFCF#CI3
[m 3 /uur]
[g/m 3 ]
-34-
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- slibpomp
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering DFCFeCI3 van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH) 3 slib;
(3) slibvolume bij 2 0 0 mg/l Fe-dosering van 0,1 m 3 /m 3 ;
bedraagt de capaciteit van de slibpomp:
C,p = (200/1000) x Q x 2 x 0,1 m 3 /uur.
De kosten van de slibpomp in tweevoud zijn afhankelijk van C,p. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
-
vermogen [kW]
prijs If]
0-2
2,2
2 x 9.200,-
2-4
3,2
2x11.200,-
4-6
4,2
2 x 13.250,-
drukvat
vacuumbeveiliging
drukbeveiliging
kogelkranen
terugslagklep
filterpers
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering van 200 mg/l;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(0H) 3 slib;
(3) een drogestofgehalte van de filterkoek van 3 0 % ;
(4) een soortelijk gewicht van slib 3 0 % drogestof van 1,3 kg/I;
(5) een standtijd van de filterpers van tenminste 8 uur;
bedraagt de benodigde slibinhoud van de filterpers:
Vpe. = ( ( ( 3 0 0 / 1 0 0 0 ) x Q x 2 ) / 0 , 3 / 1 , 3 ) x 8 .
De kosten van de filterpers zijn afhankelijk van de V ^ . Dit is in
tabel weergegeven.
| V„„
[liter]
I tot 300
|
x f
I x
1 x
2xf
1 x
4.000,M 50,f 150,300,-f 300,-
de volgende
prijs [ / ]
62.000,--
300-600
83.000,--
600-1200
105.000,--
1200-1500
117.000,--
Elektrotechnisch
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- PLC
- software
- schakelkast
- bekabeling
2.000,1.000,f 500,f 500,-35-
koppeling drukverschilmeting/membraan-unit
Uitgaande van:
(1) een membraanunit per 10 m 3 ;
(2) een drukverschilmeting per membraan-unit;
(3) kosten per koppeling drukverschilmeting van f 300,--;
bedragen de kosten voor drukverschilmeting:
(Q/10)x f 3 0 0 , - .
Bouwkundig
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,2 m2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) basiskosten per m 2 van f 500,--;
(3) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van f 0,--;
• slechte ondergrond van f 250,--;
* zeer slechte ondergrond van f 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor de fundering:
0,2 x Q x (f 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,2 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) kosten per m 2 van f 1.500,-;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
0,2 x Q x f 1.500,-.
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- Debiet
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
de micro/ultrafiltratie. De kosten voor leidingwerk zijn afhankelijk van het debiet.
Dit is in de volgende tabel weergegeven.
Q lm 3 /uur]
kosten [% investering apparatuur]
10-25
10
25-50
9
50-100
8
-36-
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5% van de investeringskosten
voor de apparatuur van de micro/ultrafiltratie.
4.1.6
Actieve koolfiltratie
Opvoerinstallatie
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
[m3/uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- opvoerpomp in tweevoud
De kosten van de opvoerpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit is in de
volgende tabel weergegeven.
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs If]
10-30
0,5
2x4.100,-
30-60
0,8
2 x 4.600,--
60-100
1,0
2 x 5.100,--
- kogelkranen
- terugslagklep
- niveaumeting
Axf 400,Ixf
350,4 x / 300,-
Koolfilter
Dimensioneringsvariabelen:
- debiet
Q
[m3/uur]
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- koolfilters
De kosten voor de koolfilters zijn afhankelijk van het debiet. Dit is weergegeven
in de volgende tabel.
Q [m'/uur]
prijs If]
10-50
0 . x ( 6 . 5 0 0 , - - ((Q- 10) x 50,--))
50-100
Q x 4.500,-
reduceerafsluiter
2x
drukverschilmeting
2xf
afsluiters
10 x
spoelpomp 20 mwk
De kosten van de spoelpompen zijn afhankelijk van het debiet. Dit
volgende tabel weergegeven.
f 350,6.000,-f 500,is in de
-37-
Q [m 3 /uur]
vermogen [kW]
prijs [f]
10-25
0,75
5.100,-
25-50
1,20
5.600,-
50-75
1,50
6.100,-
75-100
1.9
6.600,-
-
kogelkranen
-
terugslagklep
4 x f 400,2x f 350,-
Luchtvoorziening
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- compressor
1 x f 15.000,--
16 1/s 7,5 kW
Elektrotechnisch
1 x f 2000,1 x f 1000,1 x f 400,1 x f 300,2x f 300,-
Kostenfunctie en procesonderdelen:
- PLC
- software
- schakelkast
- bekabeling
- koppeling drukverschilmeting/koolfilter
Bouwkundig
Dimensioneringsvariabelen
- debiet
- kwaliteit ondergrond
Q
[m 3 /uur]
Kostenfunctie en onderdelen:
- fundering
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,3 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) basiskosten per m 2 van f 5 0 0 , - ;
(3) toeslagkosten per m 2 voor onderheien bij:
* normale ondergrond van f 0 , - ;
* slechte ondergrond van f 2 5 0 , - ;
* zeer slechte ondergrond van f 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor de fundering:
0,32 x Q x (f 5 0 0 , - + toeslagkosten).
- gebouw
Uitgaande van:
(1) een benodigd oppervlak van 0,3 m 2 per m 3 debiet voor de apparatuur;
(2) kosten per m 2 van f 1 . 5 0 0 , - ;
bedragen de kosten (inclusief standaard utilities) voor het gebouw:
0,3xQxf1.500,-.
-38-
Leidingwerk
Dimensioneringsvariabelen:
- Debiet
[m3/uur]
Kostenfunctie:
De kosten voor leidingwerk, inclusief niet genoemde armaturen, worden berekend
op basis van een percentage van de investeringskosten voor de apparatuur voor
het koolfilter. De kosten voor het leidingwerk zijn afhankelijk van het debiet. Dit is
in de volgende tabel weergegeven.
Q lm 3 /uur]
kosten [% investering apparatuur]
10-25
10
25-50
9
50-100
8
Montage
Kostenfunctie:
De montagekosten worden berekend op basis van 5% van de investeringskosten
voor de apparatuur van het actief koolfilter.
4.2
Jaarlijkse kosten
4.2.1
Kapitaalslasten
Bij de berekening van de kapitaalslasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- afschrijving membranen 5 jaar;
- afschrijving elektro-mechanisch 10 jaar;
- afschrijving bouwkundig 25 jaar;
- rentevoet 5%.
AnnuTteit
De jaarlijkse kapitaalslasten bij afschrijving op annuTteitenbasis zijn:
investering x (rentevoet/(1-(1 +rentevoet)A'(-afschrijvingstermijn)))
Lineair
De jaarlijkse kapitaalslasten op basis van lineaire afschrijving in het n * jaar zijn:
(investering - ((n-1) x (investering/afschrijvingstermijn))) x rentevoet + (investering/afschrijvingstermijn)
-39-
4.2.2
Exploitatiekosten
Onderhoud
Voor het onderhoud per jaar zijn de volgende percentages van de afzonderlijke
investeringen aangehouden.
- civiel 0,5%;
- elektrotechnisch 3%.
Chemicalien
Voor de prijs van de chemicalien is de bulkprijs aangehouden indien het verschil
in de kapitaalslasten tussen voorraadtanks voor bulkhoeveelheden en die voor
kleinverbruik kleiner is dan het prijsverschil van de chemicalien voor bulk en
kleinverbruik op jaarbasis.
Voor pH-correctie:
- NaOH 33%
Uitgaande van:
(1) een gemiddelde dosering van 0,1 kg/m 3 voor pH-correctie;
(2) 24 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(3) chemicalienprijs NaOH 33%:
* kleinverbuik in emballage van 1000 I: f 0,38/kg;
* bulkverbuik in vrachten van van 24 m 3 : f 0,22/kg;
bedragen de kosten voor NaOH per jaar:
0,1 x Q x 24 x 365 x chemicalienprijs.
- HCI 30%
Uitgaande van:
(1) een gemiddelde dosering van 0,1 kg/m 3 voor pH-correctie;
(2) 24 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(3) chemicalienprijs HCL 30%:
* kleinverbuik in emballage van 1000 I: f 0,27/kg;
" bulkverbuik in vrachten van van 24 m3: f 0,18/kg;
bedragen de kosten voor HCL per jaar:
0,1 x Q x 24 x 365 x chemicalienprijs.
Voor coagulatie/flocculatie
- FeCI 3 41%
Uitgaande van:
(1) een dosering van nominaal 200 ppm Fe 3+ ;
(2) dosering met 41 massa% FeCI3;
(3) een Fe fractie van 56/161;
(4) 24 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(5) chemicalienprijs FeCI3 41 %:
* kleinverbuik in emballage van 1000 I: / 0,40/kg;
* bulkverbuik in vrachten van van 24 m3: f 0,23/kg;
bedragen de kosten voor FeCI3 per jaar:
(((200/1000) x Q x 24 x 365)/(0,41 x (56/161))) x chemicalienprijs.
- NaOH 33%
Uitgaande van:
(1) een gemiddelde dosering van 0,1 kg/m 3 ;
(2) 24 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(3) chemicalienprijs NaOH 33%:
-40-
* kleinverbuik in emballage van 1000 I: f 0 , 3 8 / k g ;
* bulkverbuik in vrachten van van 24 m 3 : f 0 , 2 2 / k g ;
bedragen de kosten voor NaOH per jaar:
0,05 x Q x 24 x 365 x chemicalienprijs.
- Polyelectroliet
Uitgaande van:
(1) een dosering van 4 ppm 1 0 0 % polyelectroliet
(2) dosering met 1 promille polyelectroliet (1 g/l)
(3) 2 4 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(4) kosten polyelectroliet in emballage van 100 kg van f 1 0 , - / k g ;
bedragen de kosten voor polyelectroliet:
4 x 1 / 1 0 0 0 x Q x 8 7 6 0 x f 10,-.
Voor micro/ultrafiltratie
- reinigingsmiddelen
Uitgaande van:
(1) een membraanunit per 10 m 3 ;
(2) kosten per membraanunit per jaar van f 1 . 0 0 0 , - ;
bedragen de kosten voor reinigingsmiddelen:
(Q/10)x f 1.000,-.
Voor actieve koolfiltratie
- actief kool
Uitgaande van:
(1) een belading van actieve kool van 2 5 % ( w / w ) ;
(2) regeneratie/vervanging f 6,-- per kg;
(3) 2 4 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
bedragen de kosten voor kool:
CZV^ x Q X 24 x 365 x 4 x f 6 , - .
Personeelskosten
Uitgaande van:
(1) een geautomatiseerd systeem
(2) een noodzakelijk toezicht per etmaal van:
6 uur voor coagulatie/flocculatie;
2 uur voor lamellenafscheiding met slibverwerking;
3 uur voor dissolved air flotation met slibverwerking;
3 uur voor micro/ultrafiltratie met slibverwerking;
0,25 uur voor zandfiltratie;
0,25 uur voor actieve koolfiltratie;
(3) kosten voor een mensjaar (220 werkbare dagen en 8 werkuren per dag) van
f 70.000,-;
(4) 365 bedrijfsetmalen per jaar;
bedragen de personeelskosten per jaar:
(aantal toezichturen/8) x (365/220) x f 7 0 . 0 0 0 , - .
-41 -
Afvoer afval
Uitgaande van:
(1) een Fe-dosering van nominaal 2 0 0 ppm;
(2) 1 kg Fe vormt circa 2 kg drogestof Fe(OH)3 slib;
(3) een drogestof gehalte van 3 0 % ;
(4) 2 4 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(5) kosten voor afvoer van het slib als chemisch afval van f 6 0 0 , - per t o n ;
bedragen de jaarlijkse kosten voor afval:
( ( ( 2 0 0 / 1 0 0 0 ) x Q x 2 4 x 3 6 5 x 2)/0,3/1000/1000)x f 6 0 0 , - .
Energie
Uitgaande van:
(1) 1 0 0 % inzet van het in de hoofdlijn opgesteld aantal kW (kW^,,,,,);
(2) 2 5 % inzet van het overig aantal opgesteld aantal (kW0V(ffjg);
(3) 2 4 bedrijfsuren per etmaal en 365 bedrijfsdagen per jaar;
(4) elektriciteitskosten van f 0 , 1 7 / k W ;
bedragen de elektriciteitskosten per jaar:
(1,00 x ( k W ^ , , ) + 0,25 x (kW0VKiB)) x 2 4 x 365 x f 0 , 1 7 .
Lozingsheffing
Lozing op zoet rijkswater:
- CZV en N-Kj
Uitgaande van:
(1) restconcentratie van Ce„ [mg CZV/I]
(2) restconcentratie van Ne„ [mg N-Kj/I]
(3) f 4 1 . - per i.e.;
bedragen de heffingskosten voor CZV en N-Kj:
«Q x 24)/136) x ((4,56 x N,(() + C,„) x f 4 1 , - Zware metalen
Uitgaande van:
(1) vervuilingswaarde op basis van CZV en N-Kj (IEczv/N_Kj) > 1 0 0 0 ;
(2) vervuilingswaarde op basis van zware metalen > 1 0 ;
(3) restconcentratie aan zware metalen (geen As, Hg en Cd) van M e „ [mg Me/I]
(4) restconcentratie aan As, Hg en Cd van totaal MZ e)( [mg Me/I]
(5) f 4 1 . - per i.e.;
bedragen de heffingskosten voor zware metalen:
(Q x M e „ ) / 1 0 0 0 - (0,04 x IEczv/N.Kj) + (Q x 10 x MZ,„))/1000 - (0,016 x IECZV/N.
*,)) x f 41 ,-Lozing op riolering:
- CZV en N-Kj
Uitgaande van:
(1) restconcentratie van CeH [mg
(2) restconcentratie van Ne(f [mg
(3) f 8 5 , - p e r i.e.;
bedragen de heffingskosten voor
((Q x 241/136) x ((4,56 x N^,) +
CZV/I]
N-Kj/I]
CZV en N-Kj:
C„ f ) x f 8 5 , -
-42-
- Zware metalen
Uitgaande van:
(3) restconcentratie aan zware metalen (geen Hg en Cd) van Me(( [mg Me/I]
(4) restconcentratie aan Hg en Cd van totaal MZe„ [mg Me/I]
(5) f 8 5 , - per i.e.;
bedragen de heffingskosten voor zware metalen:
(Q x MeM)/1000 + (Q x 10 x MZcff))/1000 x f 8 5 , -
-43-
4.3
Kostenberekening
Voor de (voorbeeld)berekeningen van saneringskosten met behulp van het model
is de volgende methode aangehouden. De kosten zijn debietafhankelijk berekend.
Voor het debiet is een ondergrens van 10 m3/uur en een bovengrens van 100
m3/uur aangehouden.
Een kostenbereking is voor de volgende zuiveringsvariant uitgevoerd:
- coagulatie/flocculatie;
- dissolved air flotation;
- zandfiltratie;
Voor deze zuiveringsvariant zijn een tweetal kostenberekeningen uitgevoerd, te
weten:
* jaarlijkse kosten, de resultaten zijn weergegeven in bijlage 1;
* opbouw jaarlijkse kosten, de resultaten zijn weergegeven in bijlage 2.
Tevens is een gevoeligheids-analyse voor de jaarlijkse van de zuiveringsvariant
uitgevoerd op:
* kapitaalslasten bij afschrijvingstermijnen van 10jaarelectro-mechanisch/25voor
jaar bouwkundig en bij 5 jaar electro-mechanisch/10 voor jaar bouwkundig, de
resultaten zijn weergegeven in bijlage 3;
* afvalkosten bij afvalkosten van respectievelijk 100% en 300%, de resultaten zijn
weergegeven in bijlage 4;
* chemicalienkosten bij chemicalienkosten van respectievelijk 100% en 300%, de
resultaten zijn weergegeven in bijlage 5.
Daarnaast zijn voor alle technieken afzonderlijk afhankelijk van het debiet de kosten
per m 3 berekend. De resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in bijlage
6.
-44-
5.
VALIDATIE
Met behulp van het Model Kosten Saneringstechnieken is een validatie uitgevoerd
voor een zuiveringsinstallatie opgebouwd uit:
- coagulatie/flocculatie;
- dissolved air flotation;
- zandfiltratie;
De capaciteit van de beschouwde zuiveringsinstallatie is 100 m 3 per uur.
De validatie is uitgevoerd voor de inversteringskosten en jaarlijkse lasten.
Bij de investeringen zijn bij de electromechanische kosten geen verschillen
geconstateerd in de kosten per onderdeel (kosten per m3). Daarintegen zijn er
verschillen geconstateerd in de dimensioneringsgrondslagen voor de chemicaliendoseringen en het voorraadbeheer. Het Model Kosten Saneringstechnieken is
uitgegaan van een relatief kort voorraadbeheer (default 7 dagen).
Bij de investeringen zijn voor de bouwkundige kosten zijn verschillen geconstateerd
voor de kostenberekening voor de funderingen. Naar aanleiding hiervan is een
verdere differentiatie aangebracht in de kostenberekening voor de fundering.
Voor de jaarlijkse lasten zijn naast de kapitaalslasten en chemicalienkosten geen
verschillen geconstateerd. De geconstateerde verschillen zijn het gevolg van de
vastgestelde verschillen bij de investeringen. De afwijkende investeringen
resulteren in afwijkende kapitaalslasten en afwijkende chemicaliendoseringen
resulteren in afwijkende kosten voor chemicalien.
-45-
6.
CONCLUSIES
1.
Het is mogelijk gebleken om op gestandariseerde wijze kostenfuncties op te
stellen van saneringstechnieken en te verwerken in een model.
2.
De opbouw van de kosten vanuit kleine eenheden geeft een goed inzicht in
de gevoeligheid van de losse onderdelen op de kosten van de gehele techniek.
Hierdoor wordt tevens voorkomen dat bepaalde kostenposten worden
vergeten.
3.
Het Model Kosten Saneringstechnieken is modulair opgezet. Dit maakt het
mogelijk om een koppeling tussen diverse technieken aan te brengen. Tevens
wordt de invloed van de verschillende onderdelen op het totale bedrag
duidelijker.
4.
Het Model Kosten Saneringstechnieken geeft kostenramingen met een
nauwkeurigheid overeenkomstig een pricipeplan (30%). In de kostenramingen
zijn een aantal kosten die plaatsafhankelijk zijn, zoals grondkosten of
leidingwerk buiten de installatie, niet meegenomen. De omvang van de
plaatsafhankelijke kosten kan, in vergelijking met de kosten van begrote
installatie-onderdelen, aanzienlijk zijn.
5.
Met het Model Kosten Saneringstechnieken is het mogelijk om de gevoeligheid
van de eindberekening voor individuele kostenposten als onderhoud,
chemicalien, personeelskosten, afvoerkosten vast afval, energie en lozingsheffing zichtbaar te maken.
6.
Het rendement van de stoffen die worden teruggehouden is afhankelijk van
de dimensionering van de zuiveringsinstallatie. In het algemeen geeft overdimensionering in de meeste gevallen een onevenredigen rendementsverhoging.
7.
De kosten per m 3 gezuiverd afvalwater zullen bij de beschouwde technieken
coagulatie/flocculatie, DAF, lamellenafscheider, zandfilter, membraanfiltratie
en actief kool boven de 20 m 3 per uur nauwelijks afnemen.
8.
Het Model Kosten Saneringstechnieken heeft een beperkt geldigheidsgebied.
Een technische interpretatie van de invoergegevens en resultaten van het
Model Kosten Saneringstechnieken is derhalve gewenst.
9.
De prijsgegevens in het Kostenmodel Saneringstechnieken zijn gefixeerd op
het jaar 1 9 9 3 .
-46-
7.
LITERATUUR
LITERATUURLIJST
• World Health Organisation 1969
Operation and Control of Water treatment processes
Geneva;
• Ministerie van VROM 1991
Toepassing milieutechnologie technisch en maatschappelijke knelpunten
Publicatiereeks milieutechnologie nr. 1 9 9 1 / 4 ;
• L. Culp; G.M. Wesner; G.L. Culp 1978
Handbook of advanced wastewater treatment
London, Toronto, Melbourne;
• RIZA 1985
Afvalwateraspecten bij thermische verzinkerijen
Lelystad;
• J.G. Janssens 1992
Developments in Coagulation, Flocculation and Dissolved Air
Water/Engineering and Management January 1 9 9 2 , pag. 2 6 - 3 1 ;
Flotation
• M. van der Put 1992
Een wereldprimeur die is behangen met octrooien; Milieumarkt december 1 9 9 2 ,
pag. 2 6 - 2 9 ;
• RIZA 1989
Publicatiereeks grondwaterreiniging bij bodemsanering; Toepassingsmogelijkheden van membraantechnologie bij grondwaterreiniging
Lelystad;
• CUWVO, werkgroep VI 1981
Afvalwaterproblematiek metaalindustrie
Lelystad;
• RIZA/IWACO 1989
Inventariserende studie naar de afvalwatersituatie in de Nederlandse glasindustrie
Lelystad/Rotterdam;
• RIZA 1988
Publicatiereeksgrondwaterreinigingbijbodemsanering.Nieuwegrondwaterzuiveringstechnieken bij bodemsanering
Lelystad;
• Ministerie van VROM/RIZA/Witteveen + Bos 1986
Operationalisering van de begrippen best uitvoerbare en beste bestaande
technieken; Deelonderzoek farmaceutische industrie
Leidschendam/Lelystad/Deventer;
-47-
G. Oskam 1 9 6 9
Coagulatie en flocculatie, H 2 0 (2) 1969, nr. 6, pag. 1 2 0 - 1 3 0 ;
RIZA 1988
Publicatiereeks grondwaterreiniging bij bodemsanering. Optimalisatie van
fysisch/chemische zuivering van door galvanische en aanverwante industrie
verontreinigd grondwater
Lelystad;
HASKONING 1992
Techno-economic study on the reduction measures based on best available
technologies, of water discharge and waste generation from the primary and
secondary iron and steel industry Nijmegen;
RIZA/Tebodin 1987
Afvalwater in de textiel veredelingsindustrie
Lelystad/Den Haag;
Grontmij 1 9 8 8
De zuivering van grondwater afkomstig van bodemsaneringen
De Bilt;
G.J. Schers; J.C. van Dijk 1992
Flotatie, de theorie en de praktijk H 2 0 (25) 1992, nr. 1 1 ;
Ministerie van VROM 1991
Toepassing milieutechnologie technische en maatschappelijke
Publicatiereeks milieutechnologie nr. 1 9 9 1 / 4 ;
knelpunten.
CUWVO VI 1991
Programmes for the reduction of emissions from point resources to surface
waters in various sectors of industry in the Netherlands
Lelystad;
CUWVO VI 1 9 8 2
Afvalwaterproblematiek grafische industrie
Lelystad;
CUWVO VI 1 9 9 1
Waterverontreinigingsproblematiek bij het stralen en conserveren bij scheepswerven voor beroepsvaart en grote jachten
Lelystad;
HASKONING/RIZA 1 9 9 0
Emissiereductie van nutrienten vanuit de glastuinbouw
Nijmegen/Lelystad;
NIZO 1 9 8 9
Haalbaarheidsonderzoek
middelenindustrie
Ede;
nitraatverwjderingstechnieken
voor
de
voedings-
-48-
IAWPRC 1 990
Industrial wastewater treatment and disposal
London;
IAWPRC 1991
Toxic waste management in the chemical and petrochemical industries
London;
RIZA 1990
De behandeling van industrieel afvalwater in de toekomst, RIZA-werkdocument
91.142-1 t/m 91.142-1V;
DEGREMONT 1991
Water treatment handbook
Paris Cedex.
-49-
HASKONING
&
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
BIJLAGE 1
JAARLIJKSE KOSTEN
JAARLIJKSE KOSTEN COAGULATIE/FLOCCULATIE,
DISSOLVED AIR FLOTATION EN ZANDFILTRATIE
1300000
1200000
1100000
l\aar)
1000000
900000
£
800000
2
LU
700000
KOS"
1—
600000
500000400000
300000
200000
50
60
70
DEBIET (m3/uur)
100
HASKONING
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
*
BIJLAGE 2
OPBOUW JAARLIJKSE KOSTEN
OPBOUW JAARLIJKSE KOSTEN COAGULATIE/FLOCCULATIE, DISSOLVED AIR FLOTATION EN ZANDFILTRATIE
800000
700000600000-
• : » • " '
CC
. . • - • '
«L 500000Z
.•''
..*•
400000-
LU
fe 300000200000'.'_';-'.i'ii'
100000j5Wiii»«««"»«:i*—•"«•"
~20
30
•
.....„,,.... .....I:;;;«:;;!;;;™'';W!!1
40
50
60
70
DEBIET (m3/uur)
80
90~
kapitaalslasten
onderhoud
chemicalien
person eel
afval
energie
100
HASKONING
&
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
BIJLAGE 3
GEVOELIGHEIDSANALYSE KAPITAALSLASTEN
GEVOELIGHEIDS ANALYSE
KAPITAALSLASTEN
COAGULATIE/FLOCCULATIE, DISSOLVED AIR FLOTATION EN ZANDFILTRATIE
1600000
1400000-1
1200000
1000000
LU
I-
800000j
co
O
600000400000
200000
DEBIET (m3/uur)
afschrijving 10/25
afschrijving 5/10
HASKONING
^
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
BIJLAGE 4
GEVOELIGHEIDSANALYSE AFVALKOSTEN
GEVOELIGHEIDS ANALYSE AFVALKOSTEN COAGULATIE/FLOCCULATIE, DISSOLVED AIR FLOTATION EN
ZANDFILTRATIE
3000000
2500000-
Jc 2000000
to
z
1500000
UJ
I-
co
g 1000000
500000-
40
50
60
70
DEBIET (m3/uur)
afval 100%
afval 300 %
90
100
HASKONING
*
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
BIJLAGE 5
GEVOELIGHEIDSANALYSE CHEMICALIENKOSTEN
GEVOELIGHEIDS ANALYSE CHEMICALIENKOSTEN
COAGULATIE/FLOCCULATIE, DISSOLVED AIR FLOTATION EN ZANDFILTRATIE
1400000
12000001000000Z
800000 -\
LU
fe
§
600000H
400000200000
50
60
70
DEBIET (m3/uur)
chem. kosten 100 %
i
90
chem. kosten 300 %
100
HASKONING
&
Koninklijk Ingenieursen Architectenbureau
BIJLAGE 6
K O S T E N PER M 3 G E Z U I V E R D A F V A L W A T E R
K O S T E N PER M 3 G E Z U I V E R D A F V A L W A T E R V O O R
C O A G U L A T I E / F L O C C U L A T I E , LAMELLENAFSCHEIDING,
DISSOLVED AIR FLOTATION, ZANDFILTRATIE, M I C R O / U L T R A F I L T R A T I E EN A C T I E V E KOOLFILTRATIE
CO
E
LU
\-
co
O
100
60
DEBIET (m3/uur)
5
coagulatie/flocc
•—
lamellenafscheider
zandfilter
• ™ UF/MF
DAF
actieve kool