Wat als… we het Amazonewoud helemaal kappen?

Download Report

Transcript Wat als… we het Amazonewoud helemaal kappen?

Wat als… we het Amazonewoud helemaal
kappen?
We vinden de wereld waarin we leven volstrekt vanzelfsprekend. Maar vul één
feit anders in, en hij ziet er plots volkomen anders uit. In deze serie kleuren we
elke aflevering zo’n ‘wat als…’ scenario in.
Tekst: Marysa van den Berg
Met donderend geraas komt het gevaarte op het stoffige zandweggetje dichterbij. Bij het zien
van de bomenkapmachine begint de menigte te joelen en met spandoeken te zwaaien. Hun
doel? Het beschermen van het laatste stukje Amazonewoud dat nog over is na jaren van
grootschalige ontbossing – al is het alleen maar vanwege het principe. Het kwaad is namelijk
al geschied. Met elke hectare aan bomen die verdween, verdween ook de biodiversiteit. En
daarmee de kans op het vinden van prachtige nieuwe planten- en diersoorten, en de
geneeskrachtige stoffen die ze mogelijk op kunnen leveren. Maar dat was niet alles. De
vernietiging van zo veel bomen – door kap of verbranding – versterkte het broeikaseffect en
veranderde overal op aarde weerpatronen. De landbouwgrond die we ervoor terugkregen,
verdroogde bij gebrek aan voldoende regen. De regen die wél viel, zorgde ervoor dat lokale
dorpen door overstromingen werden getroffen, wat weer bijdroeg aan de toch al armzalige
oogsten van de laatste jaren. En alsof dat nog niet genoeg was, was de malaria-epidemie dit
jaar erger dan ooit. Kortom, het verlies van dit regenwoud betekende een verlies voor de hele
mensheid.
Het Amazonewoud is het grootste regenwoud op aarde. Het bestrijkt circa 5,5 miljoen
vierkante kilometer, verdeeld over liefst negen landen, met het leeuwendeel in Brazilië. Maar
elk jaar kappen of verbranden we er een aanzienlijk deel van. Daar zijn verschillende redenen
voor: het verkrijgen van hout voor gebruik als brandstof of bouwmateriaal, het vrijmaken van
land voor nederzettingen, landbouw, vee en plantages, en het creëren van ruimte voor
mijnbouw en oliewinning.
Het gevolg is dat het Amazonewoud tussen 1970 en 2011 met zo’n 20 procent is gekrompen –
een gebied groter dan Spanje en Portugal samen. Hoewel de jaarlijkse ontbossing inmiddels
over het algemeen flink is afgenomen, meldden twee Braziliaanse instanties begin dit jaar een
toename van 35 tot 89 procent tussen augustus 2012 en met mei 2013 ten opzichte van
dezelfde periode een jaar eerder. Mocht dit zich voortzetten, dan zou het zomaar kunnen dat
we een aanzienlijk deel van het Amazonewoud alsnog kwijtraken.
Als we van het ergste scenario uitgaan – de volledige ontbossing van het Amazonegebied –
dan zijn de gevolgen niet te overzien. Alles en iedereen zal daarmee te maken krijgen. Maar
wat moeten we ons precies voorstellen bij een wereld zonder Amazonewoud?
Massa-uitsterving
Ten eerste zou de biodiversiteit van het Amazonegebied een enorme klap krijgen. Met al zijn
tropische bomen, struiken en zijn geheel eigen klimaat is het regenwoud een ongelooflijk rijk
ecosysteem. Geschat wordt dat ruim de helft van alle planten- en diersoorten op aarde in
tropische bossen leeft. Alleen al in het Amazonewoud komen tienduizenden plantensoorten,
ongeveer 2,5 miljoen insectensoorten, duizenden vissen-, vogel- en zoogdiersoorten, en
honderden soorten amfibieën en reptielen voor.
Wanneer we het tropische bos volledig kappen, kunnen de gevolgen voor plant en dier
verstrekkend zijn, denkt klimaatonderzoeker en Amazonedeskundige Bart Kruijt van
Wageningen UR. “Als al het bos verdwijnt, verdwijnen er veel soorten die we nu nog niet
kennen. Grote dieren, zoals de harpij (een roofvogel, red.), de tapir en de jaguar, zullen het
heel moeilijk krijgen”, zegt hij.
Volledige ontbossing zou zelfs tot een massa-uitsterving kunnen leiden, stelt meteoroloog
Pauli Paasonen van de Universiteit van Helsinki. “De meeste planten- en diersoorten daar
hebben zich volledig aangepast aan een bestaan in het regenwoud. Vele ervan zullen
uitsterven wanneer dat leefgebied verdwijnt.”
Maar het kwijtraken van deze soorten zou niet alleen doodzonde zijn. We lopen dan ook de
kans mis om in het Amazonegebied op planten en dieren te stuiten die ons mogelijk aan
nieuwe geneeskrachten kunnen helpen. Dat is geen kleinigheid. We hebben op dit moment al
heel wat medicijnen te danken aan de regenwouden. Spierverslappers (tubocurarine)
bijvoorbeeld, of middelen tegen malaria (kinine), kanker (vinblastine) en de ziekte van
Parkinson (levodopa). En wie weet wat er nog allemaal voor moois op ontdekking wacht in
het Amazonewoud.
Droger en warmer
Als het hele Amazonegebied van zijn bomen wordt ontdaan, wat gebeurt er dan met het
landschap? Volgens verschillende onderzoeken lijkt het erop dat er ter plekke minder regen
gaat vallen. Kruijt: “De regen in het Amazonegebied komt voor ongeveer 30 procent uit
gerecycled water – dat wil zeggen: van water dat eerder in dezelfde bossen is verdampt. Dus
als het bos verdwijnt, is de kans groot dat het zeker in het centrale deel veel droger wordt
doordat er minder vocht wordt aangevoerd. Aan de kust en dicht bij het Andesgebergte is dat
minder het geval, doordat respectievelijk vocht van zee wordt aangevoerd en doordat er door
het opstijgen van lucht tegen de bergen regen ontstaat.”
De regen die wél valt, zou paradoxaal genoeg kunnen zorgen voor flash floods, oftewel even
plotselinge als hevige overstromingen. Wortels van bomen zorgen nu nog voor een
bodemstructuur die vocht vasthoudt, als een spons. Verdwijnen de bomen, dan spoelt het
water over de oppervlakte weg. In de heuvelachtige delen van het Amazonegebied kan dit een
grote bedreiging voor nederzettingen worden.
Verder zal het Amazonegebied niet alleen droger worden, maar ook warmer, zo verwacht
Guido van der Werf, expert op het gebied van ontbossing aan de Vrije Universiteit. “Er zullen
minder wolken zijn die het zonlicht tegenhouden en er is minder energie nodig voor
verdamping, waardoor er meer overblijft om het land op te warmen.” Klimaatmodellen geven
aan dat het gebied gemiddeld zo’n 2 graden warmer kan worden als een aanzienlijk deel van
het regenwoud verdwijnt.
Aan de andere kant moeten we realistisch blijven, zegt Kruijt, die graag de advocaat van de
duivel mag spelen: “Het meest waarschijnlijke landschap zal een soort mozaïek zijn van arme
landbouwgrond, veeweide, en gedegradeerd bos, struikgewas en savanne. Net als het
landschap in Europa trouwens, na eeuwen van ontbossing. Dat kan ook leefbaar zijn en een
zekere charme hebben.”
Wereldwijde gevolgen
Het noordelijke gedeelte van Zuid-Amerika wordt bij volledige ontbossing dus een stuk
droger en warmer. Maar daar blijft het niet bij. Ook wereldwijd zouden we de gevolgen
weleens kunnen voelen. Bij het verbranden van bomen (zoals dat vaak gebeurt bij ontbossing)
komt namelijk een enorme hoeveelheid koolstof vrij in de vorm van koolstofdioxide, het
beruchte broeikasgas dat mede voor de opwarming van de aarde zorgt. “Het Amazonewoud
bevat grofweg een tiende van de totale hoeveelheid koolstof die nu al in de atmosfeer zit”,
zegt Kruijt. “Volledige ontbossing zou de concentratie atmosferische koolstofdioxide met 10
procent kunnen verhogen.” Dat komt neer op evenveel koolstofdioxide als we nu in ongeveer
acht jaar uitstoten. “Maar zo simpel is het rekensommetje niet, want hergroei en
landbouwgrond kunnen ook weer wat koolstofdioxide opnemen en vasthouden.”
Het volledig ontbossen van het Amazonegebied kan in theorie dus flink bijdragen aan het
wereldwijde broeikaseffect. Maar er zijn nog meer gevolgen voor het klimaat. Er is namelijk
sprake van zogenoemde teleconnecties. Door de belangrijke rol van het Amazonewoud in het
klimaatsysteem kunnen veranderingen daar ook heel ver weg invloed hebben. Een voorbeeld
hiervan is de invloed op de Hadley-circulatie: het opstijgen van warme lucht bij de evenaar,
waarna die lucht op grote hoogte naar het noorden en zuiden waait, en in de subtropen weer
daalt, waardoor daar woestijnen ontstaan. “Door grootschalige ontbossing kan die Hadleycirculatie minder sterk worden”, vertelt Van der Werf. “Daarbij wordt verwacht dat de VS en
het zuiden van Zuid-Amerika meer met droogtes te maken krijgen.” Een voorproefje daarvan
vormde de intense droogte van 2005.
Oprukkende muggen
Veruit het grootste deel van het regenwoud wordt gekapt of verbrand om grond voor
landbouw en veeteelt te krijgen. Maar nu we weten dat het kappen tot droogte en meer
warmte leidt, kun je je afvragen: zal het land bij een volledige ontbossing wel vruchtbaar
genoeg zijn voor een goede voedselopbrengst? Van der Werf: “Gewassen als sojabonen zijn
erg gevoelig voor temperatuur. Normaal gesproken doen ze het goed tot ongeveer 30 graden,
maar daarboven wordt het snel minder. Totale ontbossing zal dus hoogstwaarschijnlijk voor
een vermindering van de landbouwopbrengst zorgen.”
Een studie van eerder dit jaar (zie KIJK 8/2013, pagina 6) lijkt inderdaad in die richting te
wijzen. Braziliaanse onderzoekers brachten daarin de precieze gevolgen van (vooral) de
ontbossing in het Amazonegebied in kaart. Hun conclusie: als we in het huidige tempo
doorgaan met kappen en verbranden, zal tegen het jaar 2050 de productiviteit van de veeteelt
per hectare met 30 tot 34 procent zijn afgenomen. De oogst van sojabonen zal 24 tot 28
procent minder zijn. Dit betekent in de praktijk dat des te meer grond voor landbouw en
veeteelt wordt vrijgemaakt, des te minder sojabonen en vlees je per hectare krijgt. Bij het
volledig verdwijnen van het Amazonewoud zullen de gevolgen helemaal niet te overzien zijn.
De jaarlijkse oogsten worden dan mogelijk steeds kleiner, er treden voedseltekorten op, en
veel boeren kunnen failliet gaan.
Maar de ontbossing heeft nóg meer gevolgen voor de mens. Zo werkt het verdwijnen van
oerbossen in het voordeel van het muggensoort Anopheles darlingi, een van de dragers van de
gevreesde malariaparasiet. Deze mug houdt zich bij voorkeur op in een open landschap en in
door de zon beschenen waterpoeltjes. Hij zal de bosminnende muggensoorten, die minder
vatbaar zijn voor de malariaparasiet, verdringen. Een verlies van 4 procent aan bos geeft al 48
procent meer malariagevallen, zo blijkt uit onderzoek. Bij volledige ontbossing zouden
malaria-epidemieën weleens om de haverklap kunnen voorkomen. En al helemaal bij
overstromingen, die niet bevorderlijk zijn voor de hygiëne.
Lose-lose-situatie
Alles bij elkaar genomen, zal de lokale bevolking dus bepaald niet profiteren van de
ontbossing van het Amazonegebied. Bij een studie uit 2008 die naar het wereldwijde bbp
(bruto nationaal product) werd ook gekeken naar de gevolgen die schade aan en verlies van
natuur zouden hebben. Daaruit bleek dat de levensstandaard van de armen in de wereld tegen
het jaar 2050 met de helft zal dalen. Dit cijfer is grotendeels gebaseerd op het verlies van
bossen (waaronder het Amazonewoud), wat gepaard gaat met alle problemen die we
hierboven hebben beschreven. Kruijt zeg hierover: “Als de leefgebieden van de inheemse
bevolking verdwijnen, zul je nog meer dan nu een populatie van arme mensen krijgen, die een
uitzichtloos bestaan in reservaten leiden – zoals nu ook in de VS gebeurt. Maar veel zal
afhankelijk zijn van het overheidsbeleid en de wereldeconomie in de toekomst, waar we nu
weinig zicht op hebben.”
Aan de grootschalige kap van het Amazonewoud kleven dus alleen maar nadelen. We
verliezen er een prachtig stuk natuur mee, met al zijn exotische planten en dieren, en er staat
bitter weinig tot niets tegenover. Sterker nog: de bevolking van het gebied zelf zal het alleen
maar slechter krijgen. Er is dan ook sprake van een onvervalste ‘lose-lose-situatie’. Maar
zoals gezegd: we gingen uit van het allerergste scenario. En met een beetje geluk en
inspanning moet dat toch af te wenden zijn?
Alles onder controle?
Het oerwoud van het Amazonegebied wordt gemiddeld elk jaar een half procent
kleiner. Oorzaak nummer één: de honger naar grond voor landbouw en veeteelt. Wat
betekent dit voor de toekomst van het grootste regenwoud ter wereld?
Amazonedeskundige Bart Kruijt van Wageningen UR: “Hoewel de ontbossing
alarmerend lijkt – en dat is hij ook – komen de meest pessimistische voorspellingen
toch niet veel verder dan ongeveer 50 procent ontbossing over een jaar of honderd.
De Braziliaanse overheid voert op dit moment een sterk en vrij succesvol beleid om
de kap terug te dringen. Dit in tegenstelling tot de al te gemakkelijke en populaire
indruk dat het daar een zootje is.”
Tegelijkertijd moeten we in gedachten houden dat de Braziliaanse export voor de
helft uit sojabonen, vlees en suiker bestaat (in de jaren negentig was dat nog 40
procent). En de wereldwijde vraag naar die producten blijft groeien. Wat zullen de
Brazilianen op den duur belangrijker vinden? Geld of bomen?
Marysa van den Berg sprak voor dit artikel sprak met de klimaatwetenschappers dr. Guido van der Werf
(VU Amsterdam) en dr. Bart Kruijt (Wageningen UR) en meteoroloog dr. Pauli Paasonen (Universiteit van
Helsinki). Verder raadpleegde ze onder andere de volgende literatuur:
- Leydimere Oliveira e.a.: Large-scale expansion of agriculture in Amazonia may be a no-win scenario |
Environmental Research Letters (9 mei 2013)
- Oliver Phillips e.a.: Drought sensitivity of the Amazon rainforest | Science Reports (6 maart 2009)
- Roddy Scheer en Doug Moss: Deforestation and its extreme effect on global warming | Scientific American
(13 november 2012)
- Heleen van Soest en Jan Paul van Soest: Russisch roulette met het regenwoud | Wetenschap24 (19
september 2013)
- Guido van der Werf e.a.: CO2 emissions from forest loss | Nature (December 2009)
Ga voor links met meer informatie naar
www.kijkmagazine.nl/artikel/amazonewoud