Manschap grondoptreden

Download Report

Transcript Manschap grondoptreden

Manschap Grondoptreden
Beroepscompetentieprofiel
Inhoudsopgave
Wat is een beroepscompetentieprofiel? ............................................................................................ 3
Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel? .................................................................. 3
Waarom een format beroepscompetentieprofiel? ........................................................................... 3
Colofon .................................................................................................................................................. 4
Brondocumenten .................................................................................................................................. 5
1
Algemene informatie over het beroep ......................................................................................... 6
1.1 Mogelijke functiebenamingen .................................................................................................... 6
1.2 Beschrijving van het beroep ...................................................................................................... 6
1.3 Loopbaanperspectief ................................................................................................................. 9
1.4 Trends en innovaties ............................................................................................................... 10
2
Overzicht kerntaken en werkprocessen in het beroep ............................................................ 12
3
Beschrijving van de kerntaken .................................................................................................. 14
3.1 Kerntaak 1 Voert militaire opdrachten uit................................................................................ 14
3.2 Kerntaak 2 n.v.t. ...................................................................................................................... 18
3.3 Kerntaak 3 n.v.t. ...................................................................................................................... 18
3.4 Kerntaak 4 Voert gevechtstaken uit ........................................................................................ 18
Nawoord .............................................................................................................................................. 27
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als
mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met
'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De
personen die in dit document de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze
optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
2
Wat is een beroepscompetentieprofiel?
Een beroepscompetentieprofiel (BCP) beschrijft de werkzaamheden en competenties die
nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen. Hierbij wordt uitgegaan van een
vakvolwassen werknemer die al drie tot vijf jaar in het beroep werkzaam is.
Drie begrippen staan centraal in het beroepscompetentieprofiel: kerntaken, opgesplitst in
een aantal werkprocessen en de competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de
werkzaamheden. De inhoud van een beroepscompetentieprofiel moet herkenbaar zijn voor
het bedrijfsleven. Daarom worden deze profielen opgesteld in opdracht van of in
samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven. Om het document een formele status
te geven, is vaststelling door het georganiseerde bedrijfsleven noodzakelijk.
Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel?
Een beroepscompetentieprofiel kan verschillende functies vervullen. Binnen een branche
kan het een hulpmiddel zijn bij functiewaardering, het kan ook gebruikt worden voor verdere
professionalisering van werknemers, voor de ontwikkeling van competentie-instrumenten
en als voorlichtingsmateriaal. Daarnaast kan een beroepscompetentieprofiel dienen als
input voor opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Het bedrijfsleven is immers
‘afnemer’ van mbo-gediplomeerden en is daarom in hoge mate richtinggevend voor de
eisen die gesteld moeten worden aan deze gediplomeerden. De eisen hebben zowel
betrekking op de aard en inhoud van de werkzaamheden als op de mate van bekwaamheid
waarmee iemand handelt: zijn competenties. In het schema is deze laatste functie van het
beroepscompetentieprofiel weergegeven:
Bedrijfsleven
Beroepscompetentieprofielen
Kenniscentra in samenwerking met
onderwijs en bedrijfsleven
>
Opleidingseisen in
kwalificatiedossier
Onderwijs
>
Concrete
opleidingen en
examens
Conform deze ketengedachte is het bedrijfsleven verantwoordelijk voor het ontwikkelen en
onderhouden van beroepscompetentieprofielen. Kenniscentra ontwikkelen en onderhouden
op basis van deze beroepscompetentieprofielen de opleidingseisen in de vorm van
kwalificatiedossiers. Dit gebeurt in samenwerking met vertegenwoordigers van sociale
partners en onderwijs. Het onderwijs ontwikkelt op basis van de kwalificatiedossiers
concrete opleidingen en examens.
Waarom een format beroepscompetentieprofiel?
Uitgaande van het feit dat dit beroepscompetentieprofiel de basis vormt voor het eventueel
ontwikkelen of aanpassen van een kwalificatiedossier, is het van belang dat het
beroepscompetentieprofiel voldoet aan een aantal minimumeisen. Bij de ontwikkeling van
kwalificatiedossiers is het verder van belang dat beroepen onderling vergeleken kunnen
worden. Een bepaalde mate van uniformiteit is hierbij gewenst. Daarom is een format
beroepscompetentieprofiel ontwikkeld.
De informatie over het beroep is verdeeld over drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk
bevat algemene informatie over het beroep, loopbaanontwikkelingen en trends en
innovaties. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van de hoofdtaken en
werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar (kerntaken en werkprocessen). Een uitwerking
van deze werkzaamheden en de daarbij behorende competenties komt in hoofdstuk 3 aan
bod. Het is daarbij belangrijk om per competentie normen aan te geven waaruit blijkt dat de
beroepsbeoefenaar de taak goed heeft uitgevoerd.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
3
Colofon
Ontwikkeld door
Expertgroep MBV in opdracht van Projectleider
Loopbaanlint (mei 2008)
Update van BCP (oktober 2013 – maart 2014) door:
CZSK Kltz P.M. Stähli
CLAS Lkol T.A.T.J. de Bruijn bc
CLSK Lt-kol drs. M. van der Krogt
Kol drs. G.J.A. van Tintelen Ministerie van Defensie
Mevrouw L. Vleeming
ECABO
In opdracht van
Sectorraad Defensie
Verantwoording
Vastgesteld door
Regiegroep O&T Defensie
Op 13 maart 2014 te Den Haag
Sectorraad Defensie ECABO
Op 25 september 2014 te Amersfoort
Sectorraad Defensie
Het ECABO bestuur wordt ondersteund door een sectorraad Defensie. Deze commissie
met afgevaardigden uit het bedrijfsleven en het onderwijs, behartigt de opleidingsbelangen
voor de beroepsgroep. De beroepseisen zijn vastgesteld door:
Namens de werkgevers / beroepsorganisaties
Naam
Werkzaam bij
Namens
Kolonel C.A. de Rijke
Defensie\DPOD
Defensie
Kolonel G.J.A. van Tintelen
Defensie\DPOD\BLIM
Defensie
De heer F.J.G. Kuijpers
Defensie\DPOD\DCC
Defensie
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Schilperoort
Bond AMFP/FNV
AMFP/FNV
Naam
Werkzaam bij
Namens
De heer R. Texier
MBO Amersfoort
MBO Raad
De heer J.H.M. Rondeel
ROC van Amsterdam
MBO Raad
De heer M. van der Pijl
ROC Midden Nederland
MBO Raad
Namens de werknemers
Namens het onderwijs
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
4
Brondocumenten
CDS aanwijzing 700 A&B (CDS S.2006038819)
Land Doctrine Publicatie. Militaire Doctrine voor het Landoptreden (CDS 05-10-2009)
Defensiebeleid Wereldwijd dienstbaar (18-09-2007)
Gedragscode Defensie (CDS, 2007)
Regelgeving Fysieke Inzetbaarheids Tests (LO/S & TGTF, 2009)
Handboek mentale vorming (2-9201)
Instructiekaart Mentale Vorming (IK 2-16)
Instructiekaart Omgaan met de Media
Handboek Militair (2-1352, december 2010)
Handboek Onderofficier
Defensie competentiewoordenboek (02-01-2009).
Nota MBV (CZSK, 01-10-2007)
Leerplan Voortgezette Vakopleiding Mariniers (PS 012969)
Handboek Marinier
Domein van de Koninklijke Landmacht (oktober 2012)
Nota Militaire basisvaardigheden binnen CLAS (25-05-2007)
KP Basissoldaat KL (20-12-2012)
Handboek expeditionaire bewaking en beveiliging CLSK (mei, 2013)
Kijk op leidinggeven, beleidsvisie leidinggeven CLSK (2008)
BCP Onderofficier Grondoptreden (mei, 2008)
BCP Manschap Grondoptreden (mei, 2008)
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
5
1
Algemene informatie over het beroep
1.1 Mogelijke functiebenamingen
De militair (manschap grondoptreden) wordt bij de krijgsmachtsdelen als volgt genoemd:
 Commando Zeestrijdkrachten (CZSK): Marinier
 Commando Landstrijdkrachten (CLAS): Soldaat
 Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK): Soldaat
1.2 Beschrijving van het beroep
Werkomgeving
De manschap leert, werkt en leeft in een militaire omgeving
en voert bijvoorbeeld taken uit op kazernes, aan boord van
schepen op een vliegbasis, base en/of compound en in het
(militaire) veld overal op de wereld. Hij doet dit zowel
nationaal als internationaal bij operationele uitzendingen.
Typerende beroepshouding
Hij is als manschap een rolmodel voor de leden van zijn
groep en moet hij zich er van bewust zijn dat hij door zijn
gedrag en handelen het team tot voorbeeld is. Hij is een
aanjager die vastberaden het initiatief neemt en ervoor zorgt
dat de opdrachten uitgevoerd worden. Voor de uitvoering van
de werkzaamheden is het belangrijk dat hij goed kan
samenwerken en dat hij bereid is te leren en de bereidheid
toont tot het aannemen van instructies, verbetervoorstellen
e.d. Omdat de manschap een directe afspiegeling vormt van
de kwaliteit en de professionaliteit van de organisatie bij haar
core business, bepaalt hij mede het imago van Defensie.
In belangrijke mate dienen de volgende
persoonseigenschappen ontwikkeld te zijn of dienen
gedurende zijn loopbaan verder ontwikkeld te worden om
goed te kunnen functioneren:
•
ethisch bewust zijn
•
kameraadschappelijk zijn
•
zelfstandig zijn
•
trots zijn
•
stressbestendig zijn
•
incasseringsvermogen bezitten
•
doorzettingsvermogen bezitten
•
gedisciplineerd zijn
•
prestatiegericht zijn
•
actief zijn
•
moedig zijn
•
verantwoordelijkheidsbewust zijn
•
flexibel zijn
•
initiatief tonen
•
reflecterend vermogen
Een goede fysieke en mentale conditie en vaktechnische
competenties zijn vereist om de functie goed te kunnen
vervullen.
Aard van de werkzaamheden
De taken van de manschap bevinden zich vooral op het
gebied van de uitvoering. Hij legt verantwoording af aan en
ontvangt opdrachten van de groepscommandant. Zijn doel is
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
6
het verder ontwikkelen van de professionaliteit van zowel
1
zichzelf, zijn buddy of medeteamlid als dat van het team.
Hierdoor brengt en behoudt hij ook de inzetbaarheid van
zichzelf, zijn buddy en team en van uitrusting en materieel op
het vereiste niveau.
Afhankelijk van de capaciteiten en ervaring is hij in staat zijn
groepscommandant tijdelijk te vervangen als deze afwezig is
of tijdens het gevecht uitgeschakeld of gesneuveld is. Hij is
op de hoogte van de algemene opzet van de opdracht zoals
die bekend is twee niveaus boven zijn groep (peloton), en
kent de opdracht van zijn directe, naast hogere niveau
(groep/vtg/stuk).
Essentiële beroepshouding
De manschap moet binnen de groep verschillende rollen
kunnen aannemen: als vakman en als groepslid.
Verder moet de manschap ethisch bewust zijn. Dat betekent
dat hij in zijn gedrag en houding onder andere de voor de
krijgsmacht geldende regels, waarden en normen naleeft.
Rol en
verantwoordelijkheden
In de eerste plaats is de manschap militair. Uitvoerende
taken zijn het belangrijkst binnen zijn werkterrein. Hij vormt
een directe afspiegeling van de kwaliteit en professionaliteit
van de organisatie bij de uitvoering van haar 'core business'.
De door de manschap gemaakte keuzes (opdrachten) zullen
door hem uitgevoerd moeten worden.
De manschap is direct verantwoordelijk voor de uitvoering
van de door de functionele commandant/chef opgedragen
taken. Bij het ontbreken van hogere leiding, blijft hij handelen
in de geest van zijn commandant. Daarnaast is hij namens
die commandant mede verantwoordelijk voor:
 een veilige werkomgeving
 een motiverend werkklimaat
 de goede zorg voor het personeel
 de naleving van de wet- en regelgeving, de gedragscode
en de voorschriften
Binnen de operationele omgeving is de manschap o.a.
verantwoordelijk voor het:
 uitvoeren van offensieve activiteiten (geldt niet voor
CLSK)
 uitvoeren van defensieve activiteiten
 uitvoeren van ondersteunende activiteiten, zoals het
overschrijden, doorbreken van hindernissen, het
uitvoeren van een tactische verplaatsing, het verzamelen
van inlichtingen (geldt niet voor CLSK) en de
bescherming tegen (de gevolgen van) het gebruik van
massavernietigingswapens
 uitvoeren van stabiliseren activiteiten, zoals het inrichten
van checkpoints en roadblocks en het opleiden van
locale militairen (security sector reform)
 verlenen van humanitaire hulp
 herstellen van essentiële infrastructuur
1
De basis van het militair opleiden, trainen en opereren is het zogenaamde "buddy"systeem. Dit houdt niet alleen
in dat de militair nooit wat alleen doet, maar dat hij blindelings leert vertrouwen op zijn buddy (een militair die deel
uitmaakt van dezelfde groep) die hem zowel onder vredes- als crisisomstandigheden assisteert, controleert,
aanmoedigt en ondersteunt.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
7







invulling geven aan het “four block warfare concept”,
waarbij de rol van de militair binnen korte tijd kan
wisselen tussen die van hulpverlener, van instructies
geven in de security sector reform, van vredesoplegger
tot die van deelnemer aan gevechtsoperaties in het
hoogste geweldsspectrum
handhaven van slaapmanagement tijdens klokrond
optreden
uitvoeren van Force Protection, bijvoorbeeld door het
toepassen van diverse activiteiten, zoals het afschrikken
van vijandelijke aanvallen op de base door de inzet van
een reactiecomponent (QRF); het beschermen van
elementaire (vlieg)componenten door camouflage en
concealment; het herstellen na een aanval op de base
door bijvoorbeeld een Post-Attack Reconnaissance en
brandbestrijding en het uitvoeren van bewaking- en
beveiligingstaken, zoals posten (interne) patrouille en
interventieteam
onderhouden en in bedrijf houden van bewapening,
uitrusting en materieel (incl. voertuigen)
waar nodig het toepassen van elementaire
survivalvaardigheden of overleven indien afgesneden
van eigen eenheid
onderhouden van goede contacten met de locale
bevolking bijvoorbeeld door het uitvoeren van patrouilles
beschermen van locale bevolking, konvooien, cultureel
erfgoed, etc.
Bij het uitvoeren van deze opdrachten en deeltaken maakt de
hij onderdeel uit van de groep. Hij verkeert vrijwel continu in
dezelfde omgeving en situaties als de andere leden van zijn
team/groep. In die hoedanigheid is hij zich bewust van het
feit dat hij door zijn gedrag en handelen de anderen tot
voorbeeld is. Hij toont durf en heeft de ‘wil om te winnen’ in
zich.
Naast zijn functionele werkzaamheden wordt hij als
onderdeel van een niet organieke groep ook belast met
algemene opdrachten en deeltaken die losstaan van zijn
organieke functie. Deze taken komen voort uit de
vredesbedrijfsvoering en de verschillende fases van een
willekeurige actie in een operationele omgeving, die de
eenheid waartoe hij met zijn groep behoort daar moet
uitvoeren.
Binnen de kazerne- of vliegbasisomgeving is de
manschap o.a. verantwoordelijk voor:
 zijn mentale en fysieke fitheid, beroepskennis,
professionele basisvaardigheden en persoonlijke
eigenschappen
 het onderhouden en in bedrijf houden van zijn
persoonlijke bewapening, uitrusting en materieel
 het in stand houden van de leefbaarheid van de woonen werkomgeving
 het uitvoeren van diverse vormen van militair
ceremonieel
 het uitvoeren van opgedragen in- en externe
steunverleningen etc.
 het uitvoeren van nationale operaties
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
8
Complexiteit
Complexe vaardigheid als militair
Als militair is de manschap in staat om zich als individu
staande te houden binnen de organisatiestructuur en de
cultuur van de organisatie. Tevens is hij als lid van een
organieke of samengestelde groep in staat professioneel en
succesvol invulling te geven aan de hem en zijn team of
groep opgedragen taken, werkzaamheden en bevelen. Dit
binnen de kaders van de kazerne-/vliegbasisomgeving en die
van een operationele inzet en onder zware fysieke en
mentale omstandigheden.
Het doel hiervan is een doeltreffende en doelmatige
taakvervulling van zijn team/groep tot stand te brengen en in
stand te houden. Tevens is het doel de professionaliteit van
zowel het individu als die van zijn team/groep verder te
ontwikkelen. Daarmee brengt hij hun inzetbaarheid evenals
die van hun uitrusting en materieel op het vereiste niveau en
bestendigt deze.
Het werken in een operationele werkomgeving brengt een
geheel eigen dynamiek met zich mee. De manschap dient in
het hoogste geweldspectrum als lid van een samengestelde
groep taken en opdrachten uit te kunnen voeren. Hij moet dit
alles kunnen en willen doen. Hij moet de innerlijke drang
hebben om de taken tot een goed einde te brengen die hij en
zijn groep/eenheid opgedragen hebben gekregen.
Wettelijke beroepsvereisten
Branche vereisten
N.v.t.
Om als militair te werken bij Defensie moet hij voldoen aan
de door Defensie gestelde aanstellingseisen. Voor meer
informatie, zie:
www.werkenbijdefensie.nl/defensie-alswerkgever/toelatingseisen-en-keuring/
Nederlands en (moderne)
vreemde talen
Nederlands
Past Nederlands toe in de militaire context (niveau ERK:
luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken B1,
schrijven B1).
Engels
Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK:
luisteren A2+, lezen A2, gesprekken voeren A2+, spreken
A2+, schrijven A1; STANAG 6001-niveau: listening 1,
speaking 1, reading 1, writing 1). De nadruk ligt op luisteren
en gesprekken voeren, zodat met internationale collega’s kan
worden samengewerkt.
1.3 Loopbaanperspectief
De militair start op het niveau van soldaat of marinier. Na indiensttreding bestaat zijn
opleiding uit een algemeen (militair) deel en een vaktechnisch deel (bij een specialistisch
opleidingscentrum) dat per militair kan verschillen. Binnen Defensie wordt een leerweg
gedurende de carrière van de militair gevolgd. De leerweg is sterk afhankelijk van de
functies die de militair vervult. Hij keert voor het vervullen van een geheel nieuwe functie
terug naar een opleidingscentrum voor het volgen van (aanvullende) vakopleidingen. Hij
heeft ruime mogelijkheden om zich verder te scholen.
De militair wordt opgeleid voor taken op het uitvoerende niveau en kan hierin verschillende
functies vervullen. Hij heeft ook de mogelijkheid om door te groeien.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
9
Defensie kent een doorlopende leerweg die gedurende de carrière van de manschap wordt
gevolgd en ook na de leeftijd van 35 jaar kan worden voortgezet als de militair zich hiervoor
kwalificeert. Defensie stelt veel in het werk om haar personeel te behouden en streeft er
dan ook naar om manschappen in de gelegenheid te stellen zichzelf te bekwamen in het
benodigde niveau om in aanmerking te komen voor een functie als onderofficier of officier.
1.4 Trends en innovaties
Hieronder worden relevante ontwikkelingen voor het beroep beschreven. Trends en
innovaties geven aan in hoeverre het beroep nog kan veranderen onder invloed van
vernieuwingen. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in wetgeving en
overheidsregulering en in de beroepsuitoefening zelf (bijvoorbeeld technologische
veranderingen of marktontwikkelingen in de sector).
Arbeidsmarkt
De opleiding Veiligheid en Vakmanschap Grondoptreden
(WEB niveau 2 en 3) geeft een goede kans op een baan bij
Defensie. Dit blijkt onder andere uit de (jaarlijkse)
arbeidsmarktmonitor (Monitor arbeidsmarkt en
beroepsonderwijs) van ECABO. Zie voor actuele informatie:
http://www.ecabo.nl. Leerlingen met een diploma Veiligheid
en Vakmanschap en die zijn goedgekeurd bij Defensie en het
veiligheidsonderzoek met positief resultaat hebben doorlopen,
krijgen een aanstelling aangeboden als militair. Voor
startende beroepsbeoefenaars op niveau 2 en 3 heeft
Defensie voldoende banen. Het flexibele personeelssysteem
van Defensie voorziet in een continue instroom en uitstroom
van jonge militairen, waardoor er jaarlijks een substantiële
behoefte bestaat aan nieuw personeel.
Ondanks de bezuinigingen bij Defensie is de behoefte aan
instroom van nieuw personeel (manschappen en
onderofficieren) uit de VeVa opleiding groot. Defensie heeft
een jaarlijkse behoefte van instroom van ongeveer 3.000
militairen. Om dit te realiseren is er ook jaarlijks een behoefte
van ongeveer 3.000 leerlingen aankomend medewerker
(niveau 2) of aankomend onderofficier (niveau 3 of 4).
Wetgeving en regelgeving
De krijgsmacht heeft als instrument van de overheid een
specifieke positie in de rechtstaat. De doelstellingen en
hoofdtaken van de krijgsmacht zijn vastgelegd in de
grondwet. De krijgsmacht is een verlengstuk van de politiek.
Van de manschap wordt verwacht dat hij handelt naar de weten regelgeving die geldt voor Defensie en tevens invulling
geeft aan het handhaven van de discipline. Belangrijke
wetten, richtlijnen en bronnen die hij hierbij hanteert en
waarna hij handelt zijn:
 het militair straf- en tuchtrecht
 het internationaal (humanitair) oorlogsrecht
 (internationale) mandaten
 ‘Rules of Engagement’ die gelden in het inzet – of
uitzendgebied
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
10
Ontwikkelingen in de
beroepsuitoefening
Nationale en internationale ontwikkelingen:
Er is sprake van (toenemende) gevoelens van onveiligheid,
zowel nationaal als internationaal, wat kan leiden tot een
toename van de inzet van militairen. Als de politiek hiertoe
besluit voert Defensie de betreffende activiteiten uit.
Tevens is er sprake van een (toenemend) gevaar voor
terrorisme, wat samenwerking vereist met andere landen in
de VN, de NAVO, de OVSE en de EU. Deze ontwikkeling
heeft tot gevolg dat internationale vredes- en
crisisbeheersingsoperaties een steeds belangrijker rol krijgen
binnen de krijgsmacht. Nederlandse militairen zijn daardoor
veelvuldig buiten Nederland werkzaam. Van de militair wordt
verwacht dat hij flexibel om kan gaan met uitzendingen en dat
hij tijdens de uitvoering van zijn werk steeds vaker in militair
Engels met zijn (buitenlandse) collega's moet communiceren.
Het onderscheid tussen internationale en binnenlandse
veiligheid vervaagt steeds meer. De krijgsmacht is een
structurele partner in de nationale veiligheidsketen, naast bijv.
politie en brandweer. De militair zal tijdens zijn
werkzaamheden steeds vaker met collega's van buiten
Defensie samenwerken.
Technologische ontwikkelingen:
De militair krijgt tijdens zijn werkzaamheden te maken met
een toenemend aantal technologische ontwikkelingen. Deze
ontwikkelingen vragen aanvullende competenties van de
militair. De belangrijkste technologische ontwikkelingen zijn:





toename automatisering, bijvoorbeeld wat betreft
beveiligingssystemen
toename van het gebruik van informatietechnologie
nieuwe communicatiesystemen en navigatiesystemen
voortschrijdende technologische ontwikkelingen op het
gebied van militaire hulpmiddelen en materieel
toename van dreiging van cybercrime
Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen
Defensie is de afgelopen tien jaar geherstructureerd en
verkleind. Dit betekent dat met minder mensen, meer taken
verricht moeten worden. Een militair moet daardoor over meer
en verschillende competenties beschikken. Verder betekent
het dat eenheden (militairen) flexibeler en sneller ingezet
worden.
Defensie heeft een flexibel personeelssysteem. Gedurende
de aanstelling heeft de militair gelegenheid om richting te
geven aan de eigen loopbaan. Er vindt daarom actieve
loopbaanbegeleiding plaats. Uiterlijk rond het 35e levensjaar
wordt bepaald of hij zijn loopbaan bij Defensie kan
voortzetten. Dat is uiteraard afhankelijk van de behoefte en
kwaliteiten van de persoon en de behoefte van de organisatie.
Als de militair niet kan blijven dan zorgt Defensie voor
begeleiding van werk naar werk, eventueel ondersteund door
aanvullende opleidingen. De militair zelf heeft hierin ook een
eigen verantwoordelijkheid.
Om de employability van de militair te vergroten streeft
Defensie er naar dat iedere militair ten minste beschikt over
een MBO-2 startkwalificatie.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
11
2
Overzicht kerntaken en werkprocessen in het beroep
Een kerntaak is een kenmerkende taak binnen de beroepsuitoefening. Het betreft een
substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang, tijdsbeslag, frequentie en/of
belang.
Een werkproces is een afgebakend onderdeel van een kerntaak. Het werkproces kent een
begin en een eind, heeft een resultaat en wordt kenmerkend herkend in de beroepspraktijk.
De werkprocessen worden in handelingen beschreven opdat duidelijk is wat de
beroepsbeoefening inhoudt.
Manschap Grondoptreden
Kerntaak
Werkproces
1 Voert militaire opdrachten uit
1.1 Ontvangt een opdracht en verzamelt informatie over de inzet
1.2 Maakt zich inzetgereed en verplaatst naar het inzetgebied
1.3 Verplaatst door het inzetgebied en richt een verblijfslocatie in
1.4 Voert surveillances en controles uit
1.5 Verkent en beveiligt het inzetgebied
1.6 Herstelt contact met de eigen eenheid
1.7 Treft beschermende maatregelen
1.8 Treedt op bij incidenten en calamiteiten
1.9 Evalueert zijn optreden
2 Geeft instructie en training
n.v.t.
3 Geeft leiding en voert het bevel
n.v.t.
4 Voert gevechtstaken uit (in de rol van):
Algemeen (op elke rol 4.1 Draagt mede zorg voor personeel en materieel
van toepassing) 4.2 Verplaatst zich in het operatie gebied
4.3 Zorgdragen voor het gebruikers onderhoud van zijn materiaal, incl.
voer- en vaartuigen en communicatie apparatuur
4.4 Onderhoudt op verantwoorde wijze het contact met het thuisfront
4.5 Herkent eigen en vijandelijke voertuigen, vliegtuien en helikopters
4.6 Verzamelt inlichtingen t.b.v. de actie, missie
4.7 Hanteert het Ethisch Bewustwordingsmodel
4.8 Is in staat om “van het land” te leven en te overleven
4.9 Gaat op de juiste wijze met de media om
4.10 Is fysiek in staat om met zware belasting om te gaan
Warfighter 4.11 Draagt zorg voor de inzetbaarheid van de persoonlijke wapens
(gevechtssoldaat) 4.12 Draagt zorg voor de inzetbaarheid van de groepswapens, voer- en
vaartuigen en overig materiaal
4.13 Voert offensieve acties uit
4.14 Voert defensieve acties uit
4.15 Bewaakt mede het slaapmanagement binnen zijn eenheid
4.16 Draagt zorg voor het in bedrijf houden van wapens, voertuigen en
materiaal, voor en tijdens acties
4.17 Controleert, gebruikt en onderhoudt de communicatiemiddelen
4.18 Draagt zorg voor de uitvoering van de voortdurende beveiliging van
de eenheid
4.19 Voert de registratie en afvoer van gewonden/gesneuvelden uit
4.20 Voert de bevoorrading/aanvulling van personeel en middelen uit
4.21 Treedt op als C bij afwezigheid van (opvolgend) groepscommandant
Peacekeeper 4.22 Assisteert bij uitvoering van stabiliserende acties
(vredeshandhaver) 4.23 Assisteert bij de opleiding en training van lokale militaire eenheden
4.24 Onderhoudt contacten met lokale bevolking
4.25 Beschermt cultureel erfgoed
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
12
Humanitarian Relief
worker
(Hulpverlener)
4.26 Zet letale en niet-letale wapens in conform de “rules of engagement”
4.27 Voert search en patrol search activiteiten uit
4.28 Zorgt voor de beveiliging van de eigen eenheid en de beveiliging
van andere “”entitled” personen (persoonsbeveiliging)
4.29 Draagt bij aan de beveiliging van de eigen locaties en andere
infrastructuur
4.30 Verleent humanitaire hulp
4.31 Draagt bij aan het herstellen van essentiële infrastructuur
4.32 Beveiligt vluchtelingen
4.33 Beveiligt humanitaire transporten
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
13
3
Beschrijving van de kerntaken
In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel
beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd en
resultaten die een werkproces moet opleveren.
3.1 Kerntaak 1 Voert militaire opdrachten uit
Kerntaak 1 Voert militaire opdrachten uit
Beschrijving werkproces:
De manschap ontvangt van zijn leidinggevende een
mondelinge en/of schriftelijke opdracht. Hij ontvangt een
afgebakende opdracht en bereidt deze samen met de andere
groepsleden voor. Hij verzamelt informatie en maakt eventueel
een eenvoudig plan van aanpak.
Werkprocessen bij kerntaak 1
1.1 Ontvangt een opdracht en
verzamelt informatie over de
inzet
Competenties 1.1:
besluitvaardigheid, samenwerken,
communicatie, organisatiebewustzijn,
resultaatgerichtheid
Resultaat:
De opdracht is begrepen en de voorbereiding is conform de eisen uitgevoerd.
Alle voor de opdracht relevante hulpmiddelen, materialen en informatie zijn verzameld.
Het gestelde doel is binnen de gestelde tijd bereikt.
Er is ingespeeld op veranderende eisen en omstandigheden.
Beschrijving werkproces:
1.2 Maakt zich inzetgereed en
De manschap maakt zich gereed voor een inzet binnen de
verplaatst naar het inzetgebied
operationele omgeving. Hij garandeert zijn persoonlijke
inzetbaarheid en die van de groep door aandacht te besteden
Competenties 1.2:
aan persoonlijke hygiëne, zijn persoonlijke mentale en fysieke
samenwerken, resultaatgerichtheid,
fitheid, het voorkomen en bestrijden van stress en het hanteren plannen, nauwkeurigheid, initiatief,
van een gezonde leefstijl. Hij treft daarvoor de voorgeschreven verantwoordelijkheidsbesef
preventieve maatregelen (HPG). Hij maakt zijn eigen
basisgevechtsuitrusting en overige gevechtsuitrusting
(organieke en niet-organieke uitrustingsstukken, materialen en
hulpmiddelen) passend, stelt deze op uniforme wijze samen en
maakt deze gebruiksgereed. Hij zorgt ervoor dat ook zijn mede
groepsleden deze handelingen uitvoeren. Hij signaleert tevens
gebreken aan materialen en hulpmiddelen en meldt dit aan zijn
leidinggevende. Ook onderhoudt hij zijn materialen en
hulpmiddelen. Hij inspecteert zijn uiterlijk voorkomen en de
samenstelling van tenue, uitrusting en bepakking. Hij zorgt
ervoor en ziet erop toe dat ook zijn mede groepsleden deze
handelingen uitvoeren. Hij verplaatst naar het inzetgebied.
Resultaat:
Zijn eigen tenue en uitrusting zijn compleet, passend en op tijd gebruiksgereed.
Materialen en middelen zijn onderhouden en gebreken zijn gesignaleerd en gemeld aan de
leidinggevende.
De functionele werkzaamheden zijn effectief en efficiënt uitgevoerd en de gebruikte middelen zijn
gereed voor inzet.
De militair blijft inzetbaar en heeft preventieve maatregelen getroffen conform de voorschriften van
Defensie.
De militair beschikt over een goede fysieke gesteldheid, zodat hij zijn werkzaamheden uit kan voeren.
De eenheid verplaatst zich snel en effectief.
Beschrijving werkproces (geldt beperkt voor CLSK):
1.3 Verplaatst door het
De manschap bepaalt aan de hand van gedegen kaartstudie
inzetgebied en richt een
een gedekte verplaatsingsroute en legt deze vast in een
verblijfslocatie in
betrouwbaar navigatiesysteem. Hij verplaatst zich individueel
of in groepsverband d.m.v. een tactische verplaatsing naar het
Competenties 1.3:
opgedragen afwachtingsgebied. Hij zorgt tijdens verplaatsing
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
voor zijn persoonlijke veiligheid. Hij zorgt ook voor de veiligheid
verantwoordelijkheidsbesef, plannen,
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
14
(zichtafstand) van zijn groep en hij corrigeert mede
communicatie, stressbestendigheid,
groepsleden zo nodig. Hij reageert individueel of in
samenwerken, organisatiebewustzijn,
eenheidsverband op de aanwijzingen en commando’s van de
besluitvaardigheid, durf, initiatief
commandant (geleide verplaatsing). Hij oriënteert zich en
behoudt richting. Hij combineert en varieert in
verplaatsingstechnieken en formaties. Hij neemt het gebied
waar, verzamelt tijdens de verplaatsing betrouwbare
inlichtingen (over de tegenstander, het terrein, gevaarlijke
plaatsen, het weer, materieel, etc.) en geeft deze door met
gebruik van de aanwezige communicatiemiddelen en
methoden. Hij neemt maatregelen ter beveiliging bij het
oversteken of passeren van kritieke terreindelen en hij
benadert en passeert deze terreindelen volgens een vaste
geformaliseerde procedure. Hij verkent vervolgens een
zorgvuldig gekozen locatie waar hij gedurende langere tijd (zo
nodig onopvallend) kan verblijven. Hij richt deze locatie in voor
verblijf en treft de noodzakelijke beveiliging- en
beschermingsmaatregelen.
Resultaat:
De eenheid verplaatst zich snel en effectief.
De eenheid heeft weinig of geen verliezen.
De eenheid is snel inzetbaar voor een volgende taak.
Beschrijving werkproces:
1.4 Voert surveillances en
De manschap loopt rondes en voert controles uit op de
controles uit
verblijfslocatie. Hij opent- en sluit panden, loopt openings-,
brand-, en sluitrondes en voert afgesproken controlerende
Competenties 1.4:
werkzaamheden uit, bijvoorbeeld het controleren van
nauwkeurigheid, besluitvaardigheid,
brandblusapparatuur. Verder ziet hij toe op de naleving van
resultaatgerichtheid, samenwerken,
huisregels en relevante wetgeving. Hiertoe spreekt hij mensen
verantwoordelijkheidsbesef,
zo nodig aan. Als hij gevoelige gegevens aantreft (bijvoorbeeld
documenten) zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde handen
communicatie, initiatief
vallen. Hij onderhoudt contact en werkt samen met mensen
van andere afdelingen/bedrijven. Hij rapporteert mondeling
en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over.
Hij maakt tijdens het werk gebruik van
communicatieapparatuur.
Resultaat:
Het inzet-, woon-/werkgebied, verblijfslocatie, werkruimtes, technische centrale en infrastructuur zijn zo
goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s, conform instructies en procedures.
De eigen veiligheid, die van collega’s en van anderen is geborgd.
Bedrijfsprocessen zijn zo min mogelijk verstoord.
Er zijn rapportages opgesteld ten dienste van de leidinggevende.
Beschrijving werkproces:
1.5 Verkent en beveiligt het
De manschap voert vanuit of op de verblijfslocatie
inzetgebied
ondersteunende en stabiliserende activiteiten uit, zoals het
uitvoeren van verkenningspatrouilles en het inrichten van
Competenties 1.5:
waarnemings- en luisterposten. Hij is in staat om in een
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
stabiliserende omgeving een roadblock, een checkpoint of een communicatie, stressbestendigheid,
sociale patrouille volgens een vastgelegde procedure uit te
samenwerken, besluitvaardigheid,
voeren. Hij voert daarnaast toe- en uitgangscontroles uit op
durf, initiatief
personen en voertuigen. Hij doet dit in opdracht van de
leidinggevende. Hij controleert legitimatiebewijzen, voert in
opdracht van de leidinggevende visitaties uit en neemt
goederen zo nodig in bewaring. Opvallende zaken rapporteert
hij mondeling en/of schriftelijk aan zijn leidinggevende. Bij
twijfel overlegt hij indien dit mogelijk is met de leidinggevende.
Zo nodig weigert hij de toegang aan personen of voertuigen,
zodat zijn eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar
komt. Daarnaast verwijst hij zo nodig bezoekers door en
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
15
spreekt hen aan als zij de veiligheid in gevaar brengen. Nadat
hij zijn opdrachten heeft uitgevoerd, verplaatst hij zich
wederom middels een tactische verplaatsing terug naar de
verblijfslocatie.
Resultaat:
De eenheid verplaatst zich snel en effectief.
De eenheid heeft weinig of geen personeel- en/of materieelverliezen.
De eenheid is snel inzetbaar voor een volgende taak.
Verhoging van de eigen veiligheid.
Beschrijving werkproces:
1.6 Herstelt contact met de eigen
Indien hij is afgesneden van zijn eigen troepen dient hij het
eenheid
contact met zijn eigen eenheid te herstellen. Hij doet dit d.m.v.
een tactische verplaatsing, zowel individueel als samen met
Competenties 1.6:
anderen, door een in meer of mindere mate geconditioneerd
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
terrein. Hij zorgt ervoor dat de tegenstander hem niet opmerkt
verantwoordelijkheidsbesef, plannen,
en voorkomt vijandcontact. Hij maakt indien noodzakelijk,
communicatie, stressbestendigheid,
gebruik van geïmproviseerde middelen. Hij betrekt, alleen,
samenwerken, organisatiebewustzijn,
samen met zijn buddy of in groepsverband al dan niet onder
besluitvaardigheid, durf, initiatief
leiding van een commandant, tijdelijk een schuilbivak om te
rusten, recupereren en te reorganiseren. Hij voorziet hierbij
tijdelijk in de eigen basisbehoeften. Hij keert gecontroleerd
terug naar zijn eigen troepen.
Resultaat:
De eenheid verplaatst zich snel en effectief.
Vijand contact is voorkomen.
De eenheid heeft weinig of geen personeel- en/of materieelverliezen.
De eenheid is snel inzetbaar voor een volgende taak.
Bereikt op de meest effectieve manier zijn doel.
Kan zichzelf en zijn groep tijdelijk voeden.
Beschrijving werkproces:
1.7 Treft beschermende
maatregelen
De manschap neemt beschermingsmaatregelen tegen de
inzet van Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire
middelen (CBRN). Hij doet dit volgens vaste procedures. Hij
Competenties 1.7:
reageert bijvoorbeeld in een gesimuleerde situatie op het
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid,
exploderen (lichtflits) van een kernwapen, de inzet van een
verantwoordelijkheidsbesef, plannen,
chemisch strijdmiddel en de inzet van biologische
flexibiliteit, initiatief
strijdmiddelen. Hij voert een persoonlijke reactiedril uit en zorgt
voor persoonlijke ontsmetting. Hij is zich bewust van de
aanwezige dreiging van IEDs, achtergebleven munitie en
aanwezige mijnen en is in staat hierop volgens de
voorgeschreven procedures te reageren. Daarnaast dient hij
op de juiste wijze te reageren op en zich voortdurend bewust
te zijn van de aanwezigheid van giftig industrieel afval.
Resultaat:
Door preventieve en beschermende maatregelen zijn de gevolgen tot een minimum beperkt doordat er
volgens procedures gehandeld is en de juiste maatregelen zijn getroffen.
Door het juiste, kalme, snelle en alerte optreden zijn verdere (ernstige) consequenties van het incident
of de calamiteit voorkomen of beperkt.
Er is snel, tijdig, juist en nauwkeurig gerapporteerd aan de leidinggevende.
Het incident of de calamiteit is volgens de procedures afgehandeld, de juiste maatregelen zijn getroffen
en er is zo veel mogelijk rust ontstaan.
Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade ontstaan.
De juiste hulp is ingeroepen: er is voldoende contact geweest en goed samengewerkt met collega’s /
leidinggevende / hulpdiensten, zo nodig met behulp van communicatiemiddelen.
Het gebied of terrein is veilig doordat de handelingen alert, juist en kalm volgens de regels zijn
uitgevoerd, waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan.
De juiste stabiliserende activiteiten zijn uitgevoerd met behulp van de effectieve inzet van benodigde
materialen en middelen.
Controles zijn alert, juist, kalm, volgens regels en op basis van instructies van de leidinggevende
uitgevoerd, waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
16
Beschrijving werkproces:
1.8 Treedt op bij incidenten en
De manschap treft in geval van een ongeval (incident of
calamiteiten
calamiteit) alle noodzakelijke maatregelen die zijn eigen
veiligheid, dat van de/het slachtoffer(s) en die van anderen
Competenties 1.8:
waarborgen. Hij instrueert slachtoffers en andere betrokkenen. resultaatgerichtheid, samenwerken,
Hij maakt een snelle overname van de zorg voor het
durf,organisatiebewustzijn, flexibiliteit,
slachtoffer(s) mogelijk. Hij zet het gebied af en onderhoudt met stressbestendigheid, communicatie,
behulp van communicatiemiddelen contact met zijn
besluitvaardigheid, initiatief, integriteit
leidinggevende en met (externe) hulpdiensten. Hij neemt
tevens tijdens verplaatsingen en het verblijf op een locatie
maatregelen die een eventuele brand tegen gaan. Indien er
zich een brand voordoet dient hij deze te kunnen blussen met
de aanwezige of geïmproviseerde middelen. Hij beoordeelt als
hulpverlener de toestand van het slachtoffer, verricht
levensreddende handelingen, behandelt letsels en hij
voorkomt dan wel beperkt verslechtering in zowel de
lichamelijke als de geestelijke toestand van het slachtoffer.
Resultaat:
Het incident of de calamiteit is volgens de procedures afgehandeld, de juiste maatregelen zijn getroffen
en er is zo veel mogelijk rust ontstaan.
Beschrijving werkproces:
1.9 Evalueert zijn optreden
De manschap participeert actief in de evaluatie van het
optreden met de groep. Hij levert een actieve bijdrage in de
Competenties 1.9:
bespreking van het proces en het resultaat, vraagt op eigen
leervermogen, samenwerken,
initiatief feedback aan buddy, groepsleden en leidinggevende,
plannen, communicatie, integriteit,
verwoordt wat goed en fout is gegaan en stelt samen met de
resultaatgerichtheid, initiatief
leidinggevende zowel verbeterpunten op als een plan om dit
toe te passen.
Resultaat:
Er is een substantiële bijdrage geleverd aan de evaluatie van de opdracht.
Hij heeft een actieve en constructieve feedback geleverd en stond open voor feedback van anderen.
Hij kent zijn eigen verbeterpunten en de verbeterpunten van de groep.
Keuzes en dilemma: Toelichting
HPG = Hygiëne en Preventieve Geneeskunde
CBRN = Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire middelen
ZHKH = zelfhulp kameradenhulp
IED’s = Improvised Explosive Devices
WP 1.2 = vanaf kazerne in Nederland naar inzetgebied (in opleiding is dit oefengebied)
Inzetgebied = gebied van operationele inzet (in opleiding beperkt tot oefening in Nederland)
Met verplaatsen in groter verband wordt bedoeld = bijv. samen met andere eenheden,
defensieonderdelen, vaak per voertuig.
De manschap kan zowel een tactische verplaatsing met voertuigen uitvoeren, als met een
individueel voertuig of in een formatie.
Afhankelijk van de beroepscontext voert de manschap zijn taken uit op land dan wel op of
in de nabijheid van water.
Het verkennen en beveiligen van het inzetgebied kan zowel plaatsvinden bij dag als bij
duisternis, onder alle weersomstandigheden en in alle mogelijke terreinconfiguraties.
Uitrusting en het type uit te voeren taken en opdrachten zijn hierop afgestemd en kunnen
hierdoor per keer verschillen.
De manschap moet afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke
activiteit onderbreken voor een andere activiteit die ook belangrijk is. Hij overlegt hierbij zo
mogelijk met zijn leidinggevende.
In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de verplaatsing of
beveiliging een improviserend vermogen.
Visitaties mogen alleen worden uitgevoerd in opdracht van de leidinggevende en in
oefensituaties.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
17
3.2 Kerntaak 2 n.v.t.
3.3 Kerntaak 3 n.v.t.
3.4 Kerntaak 4 Voert gevechtstaken uit
Kerntaak 4 Voert gevechtstaken uit
Werkprocessen bij kerntaak 4
Beschrijving werkproces:
4.1 Draagt (mede) zorg voor
De manschap draagt mede zorg voor een goed werk- en
personeel en materieel
leefklimaat in de groep waarvan hij deel uitmaakt en heeft
vooral aandacht voor zijn buddy. Hij kan op deze wijze snel
Competenties 4.1:
constateren wanneer er zich op personeels- en
samenwerken, resultaatgericht
materieelgebied knelpunten/problemen voordoen. Hij lost,
indien mogelijk, deze problemen zelf op of meldt deze
problemen bij zijn groepscommandant.
Resultaat:
Het team voert zonder morren taken uit.
Het team denkt actief mee om taken goed te laten slagen.
Het team zoekt binnen de groep hulp bij evt. problemen.
Het ziekteverzuim is laag.
Er bestaat een hoge actiebereidheid.
Logistieke problemen zijn tot een minimum beperkt bij goed inzetbaar materieel.
Er zijn weinig extra kosten.
De groep is sterker door goed inzetbaar materieel.
De betrouwbaarheid en zelfstandigheid van de groep is vergroot.
Beschrijving werkproces (geldt beperkt voor CLSK):
4.2 Verplaatst zich in het operatieDe manschap verplaatst zich te voet, per voer- of vaartuig of
gebied
per helikopter met zijn groep in het operatiegebied. Hij
draagt hierbij zorg dat hij voor aanvang van de verplaatsing
Competenties 4.2:
de juiste functiecontroles heeft uitgevoerd en controleert de
nauwkeurigheid, plannen en
uitvoering van deze functiecontroles. Hierdoor waarborgt hij
organiseren
een goede, veilige uitgangssituatie. De manschap geeft
uitvoering aan de wijze van verplaatsen en de graad van
gevechtsgereedheid en schietbereidheid.
De manschap is bekend met het bestaan van niet
begaanbare gebieden (bijv. Unexploded Ordnance (UXO))
in zijn opgedragen werkgebied. Hij weet hoe zich te
bewegen in dergelijke gebieden en draagt er zorg voor dat
dit ook zijn groep is geinformeerd.
Resultaat:
De eenheid verplaatst zich snel en effectief.
De eenheid heeft weinig of geen verliezen.
De eenheid is snel inzetbaar voor een volgende taak.
Beschrijving werkproces:
4.3 Zorgdragen voor gebruikersDe manschap voert het gebruikersonderhoud uit van al het
onderhoud van zijn materiaal,
materiaal, vaar- en voertuigen die hem bij zijn eenheid zijn
incl. voer- en vaartuigen en
aangewezen. Hij is de vakman die voldoende kennis heeft
communicatieapparatuur
om bij inspecties vast te kunnen stellen of deze middelen
inzetbaar zijn. Het gebruikersonderhoud wordt uitgevoerd
Competenties 4.3:
volgens de vigerende onderhoudskaarten en
verantwoordelijkheidsbesef,
gebruikersaanwijzingen. Defecten worden door de
manschap aan zijn commandant/leidinggevende gemeld.
nauwkeurigheid
Resultaat:
Efficiënt omgaan met onderhoud leidt tot snellere inzetbaarheid van de groep.
Betrouwbaarheid van communicatiemiddelen draagt bij tot betere inzetbaarheid.
Betrouwbaarheid van materieel draagt bij tot sterkere groep.
Goede controle op onderhoud draagt bij tot efficiënter onderhoud door personeel.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
18
Beschrijving werkproces:
De manschap draagt er zorg voor bij het onderhouden van
contacten met het thuisfront dat hij geen “operationele”
informatie prijsgeeft. Bij onduidelijkheid vraagt hij zijn
commandant/leidinggevende om opheldering.
4.4 Onderhoudt op verantwoorde
wijze het contact met het
thuisfront
Competenties 4.4:
integriteit, communicatie,
verantwoordelijkheidsbesef
Resultaat:
Veiligheid van de missie komt niet in gedrang.
Op een juiste manier het thuisfront te voorzien van betrouwbare berichtgeving (dit is beeldbepalend).
Beschrijving werkproces:
4.5 Herkent eigen en vijandelijke
De manschap is in staat om eigen materieel, voertuigen,
voertuigen, vliegtuigen en
vliegtuigen en helikopters te onderscheiden van die van de
helikopters
Opposing Military Forces (OMF). Dit is soms een moeilijke
opgave omdat bepaalde voertuigen bij beide partijen in
Competenties 4.5:
gebruik zijn. Hij kan hierbij indien aanwezig gebruikmaken
leervermogen, nauwkeurigheid,
van het Battleflield Management System (BMS) om vast te
analyseren
stellen waar zijn eigen voertuigen zich bevinden en kan
hiermee “Blue on Blue” (schieten op eigen troepen)
voorkomen.
Resultaat:
Goede herkenning leidt tot effectievere bevelvoering (weten met wie/wat je te maken hebt).
Tijdwinst voor Operationeel Besluitvormingsproces (OBP) hogere niveaus.
Voorkomt eigen verliezen.
Beschrijving werkproces:
4.6 Verzamelt inlichtingen t.b.v. de
De manschap kan in het kader van zijn opdracht gegevens
actie, missie
over het land, de bevolking, infrastructuur, samenstelling
OMF verzamelen, etc. van het gebied waarin hij zijn taken
Competenties 4.6:
moet uitvoeren. De manschap meldt informatie die hij op
klantgerichtheid, communicatie
wat voor wijze dan ook opmerkt en die belangrijk is voor de
veiligheid van de missie. Van deze informatie kan gebruik
worden gemaakt om bij een volgende opdracht beter te zijn
voorbereid. Hij meldt deze informatie tijdens de debriefings
aan zijn directe commandant. De informatie kan ook gaan
over behoefte aan voedsel voor de bevolking of herstel van
de infrastructuur.
Resultaat:
Tijdwinst voor Operationeel Besluitvormingsproces (OBP) hogere niveaus.
Verhoging van de eigen veiligheid.
Effectiever optreden.
Beschrijving werkproces:
4.7 Hanteert het Ethisch
De manschap kan in de situatie komen waarin hij zeer snel
Bewustwording Model
een beslissing van wat voor aard dan ook moet maken, met
verstrekkende gevolgen voor zichzelf, zijn buddy en/of zijn
Competenties 4.7:
groep. In veel situaties heeft de manschap niet de tijd om
oordeelsvorming, integriteit,
alle voor- en nadelen uitgebreid af te wegen. In
besluitvaardigheid, analyseren
levensbedreigende situaties moet hij in zeer korte tijd een
beslissing nemen of een opdracht aan zijn buddy
verstrekken. Hiervoor heeft hij het EBM aangeleerd
gekregen dat hem in staat stelt om in bijna alle situaties een
beslissing te nemen die hij later voor zichzelf en andere
personen en instanties kan verantwoorden.
Resultaat:
Breder maatschappelijk draagvlak door serieuze benadering van ethische vraagstukken.
Grotere geloofwaardigheid van de missie.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
19
Beschrijving werkproces (geldt beperkt voor CLSK):
De manschap heeft basiskennis van flora en fauna van het
operatiegebied waar hij zijn opdracht uitvoert. Hiermee kan
hij zichzelf in leven houden indien hij van de eenheid en/of
de bevoorrading is afgesneden. Hij weet hoe hij met
geïmproviseerde middelen dieren kan vangen. Hij weet
enkele veel voorkomende producten die hij in de natuur kan
vinden te bereiden. Tevens is hij in staat om met beperkte
middelen onderkomens te bouwen, vuur te maken en water
voor consumptie geschikt te maken. Hij kan op deze manier
ook onder extreme weersgesteldheden overleven.
Resultaat:
Groter zelfvertrouwen van het individuele groepslid.
Grotere overlevingskans.
Kan zichzelf en zijn groep tijdelijk voeden.
4.8 Is in staat om “van het land” te
leven en te overleven
Competenties 4.8:
creativiteit, leervermogen, flexibiliteit,
doorzettingsvermogen
Beschrijving werkproces:
4.9 Gaat op de juiste wijze met de
De manschap is in staat om de media op de juiste wijze te
media om
woord te staan. Hij geeft hierbij nooit informatie over zijn
eenheid, opdracht en personen prijs. Hij handelt hierbij
Competenties 4.9:
volgens de aanwijzingen die vermeld staan op de
communicatie
instructiekaart: “Omgaan met de media”.
Resultaat:
Betere en effectievere berichtgeving van krijgsmacht via media naar publiek.
Afstand media-krijgsmacht wordt kleiner door bekend zijn met elkaars optreden.
Geloofwaardigheid stijgt door professionele wijze van omgaan met berichtgeving.
Beschrijving werkproces:
4.10 Is fysiek in staat om met zware
De manschap wordt tijdens het uitvoeren van zijn taken
belasting om te gaan
fysiek vaak zwaar belast. Bij optreden te voet draagt hij
vaak zijn volledige uitrusting (wapen, munitie,
Competenties 4.10:
communicatiemiddelen, voeding, drinken, slaapuitrusting,
Resultaatgerichtheid,
etc.) op zijn lichaam met zich mee (duurbelasting).
doorzettingsvermogen
Afhankelijk van de duur en het soort opdracht kan dit
oplopen tot een belasting van 20 - 50 kg. Ook bij het
werken met voertuigen moeten regelmatig zware gewichten
worden getild (piekbelasting) zoals pantserplaten,
sluitstukken, granaten, etc.
Resultaat:
In staat zijn de Defensie conditieproeven met voldoende resultaat te behalen.
Voldoet aan de eisen van zwemdiploma A, B en C.
In staat zijn de Fysieke Inzetbaarheids Test met succes te volbrengen (geldt niet voor CLSK).
Beschrijving werkproces:
De manschap geeft uitvoering aan het tot inzetgereed
maken van de persoonlijke wapens. Hij controleert
eventueel in opdracht van zijn commandant de door de
groepsleden uitgevoerde functiecontroles. Eventuele
storingen herstelt hij voor aanvang van de gevechtsactie.
Hij controleert tevens of de opgedragen hoeveelheid
munitie per wapen aanwezig is en meldt dit aan zijn
commandant. Tijdens het gevecht draagt de manschap
zorg voor de juiste inzet van de door hem bediende
persoonlijke- en groepswapens, waaronder de niet-letale
wapens. Hij voert uit de schuttersvaardigheden als
richtregels (het juist toepassen van schiethouding, richten,
afstandschatten, ademhaling en afdrukken) en doet dat
onder alle denkbare fysieke omstandigheden: lawaaiige
omgeving, alle soorten weersomstandigheden en bij
verminderd zicht. Hij houdt rekening met zaken als ROE’s
en collateral damage bij de keuze van zijn wapeninzet.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
4.11 Draagt zorg voor de
inzetbaarheid van de
persoonlijke wapens
Competenties 4.11:
verantwoordelijkheidsbesef,
nauwkeurigheid
20
Resultaat:
Grotere weerbaarheid van de groep leidt tot hogere overlevingskans.
Grotere inzetbaarheid leidt tot geloofwaardige afschrikking: minder gewapende confrontaties.
Langere levensduur van de wapens leidt tot lagere kosten.
Hoge inzetbaarheid leidt tot grotere zelfverzekerdheid van de individuele militair.
Beschrijving werkproces:
De manschap maakt in opdracht de groepswapens en de
voertuigen inzetgereed die bij de actie benodigd zijn.
Tevens assisteert hij tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden zoveel mogelijk zijn medegroepsleden.
Eventuele storingen en tekortkomingen herstelt hij voor
aanvang van de gevechtsactie. Hij controleert of de hem
toevertrouwde voertuigen volledig zijn beladen en uitgerust
voor de actie. Hij controleert tevens of de opgedragen
hoeveelheid munitie per wapen/voertuig aanwezig is en
meldt de resultaten aan zijn commandant.
4.12 Draagt zorg voor de inzetbaarheid van de groepswapens, voer- en vaartuigen
en overig materiaal
Competenties 4.12:
verantwoordelijkheidsbesef,
nauwkeurigheid, delegeren
Resultaat:
Grotere weerbaarheid van de groep leidt tot hogere overlevingskans.
Grotere inzetbaarheid leidt tot geloofwaardige afschrikking en minder gewapende confrontaties.
Langere levensduur van de wapens leidt tot lagere kosten.
Hoge inzetbaarheid leidt tot grotere zelfverzekerdheid van de individuele militair.
Beschrijving werkproces:
4.13 Voert offensieve acties uit
De manschap voert zijn taken als lid van een
gevechtsgroep uit bij diverse offensieve acties zoals:
Competenties 4.13:
aanval, tegenaanval, overval, hinderlaag, offensieve
samenwerken, stressbestendigheid,
verkenning, optreden in verstedelijkt gebied, infiltratie en
gevechtspatrouille. De manschap heeft gedegen kennis van resultaatgerichtheid, durf
de uitvoering van de Basis Gevecht Technieken (BGT’s) en
kent en beheerst de drills die behoren bij het uitvoeren van
de offensieve acties. Hij kan hierdoor op een effectieve
manier functioneren in de groep waardoor er een hoge
overlevingskans bestaat voor de groep en zichzelf
(voorgaande geldt niet voor CLSK).
De manschap wordt middels een waarschuwingsbevel en
definitief bevel op de hoogte gesteld van de opdracht voor
de uitvoering van de actie. Na het beëindigen van een actie
maakt hij actief deel uit van de evaluatie van de opdracht
(proces en resultaat) door feedback en verbeterpunten aan
te dragen.
Resultaat:
Zijn daadkrachtig optreden en zichtbare wil tot winnen leidt tot afschrikking en tot minder gewapende
confrontaties.
Beschrijving werkproces (geldt niet voor CLSK):
4.14 Voert defensieve acties uit
De manschap voert zijn taken als lid van een
gevechtsgroep uit bij defensieve acties zoals; de
Competenties 4.14:
verdediging, het vertragend gevecht,
samenwerken, stressbestendigheid,
gebiedsbeveiliging/bewaking, veiligheidsbezetting. De
resultaatgerichtheid, durf
manschap heeft gedegen kennis van de uitvoering van de
Basis Gevecht Technieken (BGT’s) en kent de drills die
behoren bij het uitvoeren van de defensieve acties. Hij kan
hierdoor op een effectieve manier functioneren in de groep
waardoor er een hoge overlevingskans bestaat voor die
groep en zichzelf. De manschap wordt door middel van een
waarschuwingsbevel en definitief bevel op de hoogte
gesteld van de opdracht voor de uitvoering van de actie. Na
het beëindigen van een actie maakt hij actief deel uit van de
evaluatie van de opdracht (proces en resultaat) door
feedback en verbeterpunten aan te dragen.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
21
Resultaat:
Zijn daadkrachtig optreden en zichtbare wil tot winnen leidt tot afschrikking en tot minder gewapende
confrontaties.
Beschrijving werkproces:
4.15 Bewaakt mede het slaapDe manschap is er zich van bewust en draagt er zorg voor
management binnen zijn
dat bij klokrond (24/7) optreden hij het minimale aantal uren
eenheid
rust/slaap krijgt om zijn inzetbaarheid gedurende een
langere periode te garanderen. Hij maakt hiervoor gebruik
Competenties 4.15:
van de één derde regeling die hem door zijn
plannen en organiseren,
commandant/leidinggevende wordt opgedragen: 1/3 deel
resultaatgerichtheid
slaapt, 1/3 deel staat stand-by en 1/3 deel werkt. Tijdens
incidenten laat hij deze regeling echter los en zal hij zo
nodig voltijds deelnemen aan bijv. de beveiliging van de
eenheid. Dit verstoort het slaap/rust ritme. De manschap
weet hiermee om te gaan.
Resultaat:
Eenheid is te allen tijde maximaal en langer inzetbaar.
Minder personeelsuitval door alert personeel (gevechtsverliezen).
Beschrijving werkproces:
4.16 Draagt zorg voor het in bedrijf
De manschap is de materiedeskundige van de hem
houden van wapens,
toevertrouwde uitrustingsstukken. Hij is dan ook de
voertuigen en materiaal, voor
vraagbaak op het gebied van onderhoud en inzetbaar
en tijdens acties
houden van deze middelen. Voor aanvang van een actie
zorgt hij dat al zijn materiaal inzetbaar is en tijdens de
Competenties 4.16:
gevechtspauzes zorgt hij er voor dat eventueel onklaar
verantwoordelijkheidsbesef,
geraakte uitrustingsstukken weer inzetbaar worden
gemaakt. Indien herstel niet met eigen middelen mogelijk is, nauwkeurigheid
meldt hij dit aan zijn groepscommandant. Deze zorgt er
voor dat de hersteleenheid de juiste melding ontvangt. Na
afloop van de actie keert hij met de groep terug naar een
afwachtingsgebied waar hij uitgebreid onderhoud aan het
hem toevertrouwde materiaal uitvoert.
Resultaat:
Efficiëntere inzet van de middelen van de groep met als gevolg een hogere overlevingskans.
Langere levensduur van de wapens leidt tot lagere kosten.
Hoge inzetbaarheid leidt tot grotere zelfverzekerdheid van de individuele militair.
Beschrijving werkproces:
4.17 Controleert, gebruikt en
De manschap onderhoudt zijn contacten met de groep
onderhoudt de
veelvuldig d.m.v. verbindingsapparatuur, waarbij de
communicatiemiddelen
Personal Role Radio (PRR) de meest gebruikte is. De juiste
werking en afstemming van de apparatuur is essentieel
Competenties 4.17:
voor de goede uitvoering van de acties. Het in de juiste
verantwoordelijkheidsbesef,
volgorde in gebruik nemen van de beschikbare
nauwkeurigheid
verbindingsmiddelen is bepalend of systemen wel of niet
functioneren. Radio, computer, GPS en BMS zijn systemen
die elkaar beïnvloeden. De manschap test, indien de
verbindingsveiligheid dit toelaat, voor aanvang van de actie
zijn onderlinge verbinding met de groepsleden.
Onoplosbare problemen meldt hij bij zijn
groepscommandant.
Resultaat:
Leidt tot grotere inzetbaarheid van communicatiemiddelen.
Leidt tot minder kosten voor vervanging van defect materieel.
Leidt tot hogere betrouwbaarheid van informatie berichtgeving.
Leidt tot betere coördinatie tijdens (gevechts)acties en minder personeelsuitval.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
22
Beschrijving werkproces:
4.18 Draagt zorg voor de uitvoering
De manschap maakt deel uit van de beveiliging van zijn
van de voortdurende
groep/eenheid tegen vijandelijke actie door het uitvoeren
beveiliging van de eenheid
van de opgelegde “een derde” regeling. Dit derde deel van
de eenheid richt waarneming- en/of luisterposten in, bij
Competenties 4.18:
voorkeur ruim voor de voorste rand van zijn eenheid om op
verantwoordelijkheidsbesef
deze wijze enige reactietijd te verkrijgen. Hij draagt er zorg
voor de gegevens betreffende de vijand, eigen troepen,
opdracht, locatie in het grotere geheel binnen de beveiliging
en de sector waarvoor zij verantwoordelijk zijn op de juiste
wijze worden doorgegeven bij postbezettingswisseling.
Resultaat:
Leidt tot hogere alertheid van de groep en effectievere verdediging bij aanvallen.
Leidt tot minder personeelsuitval.
Beschrijving werkproces:
4.19 Voert de registratie en afvoer
De manschap meldt gewonden en/of gesneuvelden aan zijn
van gewonden/
groepscommandant. Hij weet waar de locatie (s) van het
gesneuvelden uit
gewondennest en/of de verzamelplaats van de
gesneuvelden zich bevinden. Hij stabiliseert de gewonden.
Competenties 4.19:
Hij kan een Methane-melding opmaken en daarmee
analyseren, stressbestendigheid,
essentiële informatie over de gewonden doorgeven.
nauwkeurigheid
Resultaat:
Leidt tot hogere overlevingskans van gewonden.
Leidt tot hogere acceptatie bij het thuisfront.
Leidt tot een beter moreel.
Verhoogt moreel en inzetbaarheid van de groep.
Leidt tot betere nazorg, omdat zorgvuldige registratie van deze ingrijpende gebeurtenissen een
belangrijke rol speelt in het nazorgtraject van betrokken militair en zijn verwanten of nabestaanden.
Beschrijving werkproces:
4.20 Voert de
De manschap is medeverantwoordelijk voor de
bevoorrading/aanvulling van
bevoorrading van zijn groep. Dit betreft zowel voeding,
personeel en middelen uit
munitie, brandstof als uitrustingsstukken die voor een actie
benodigd zijn. Voor, tijdens en na een actie geeft hij de
Competenties 4.20:
exacte stand aan de onderofficier door m.b.t. water en
verantwoordelijkheidsbesef,
voedsel, persoonlijke en algemene uitrustingsstukken,
nauwkeurigheid, delegeren
brandstoffen en munitie (In militair jargon wordt dit ook wel
Klasse I t/m V genoemd). Voor aanvang van de actie
controleert hij of hij en zijn buddy volledig “opgetopt” zijn.
Resultaat:
Leidt tot snelle (her)bevoorrading van de eenheid.
Leidt tot hogere inzetbaarheid van de eenheid.
Beschrijving werkproces:
4.21 Treedt op als commandant bij
afwezigheid van de
Afhankelijk van de capaciteiten en ervaring is de manschap
(opvolgend) groepsin staat zijn groepscommandant tijdelijk te vervangen als
commandant
deze afwezig is of tijdens het gevecht uitgeschakeld of
gesneuveld is. Hij is op de hoogte van de algemene opzet
van de opdracht zoals die bekend is twee niveaus boven
Competenties 4.21:
zijn groep (peloton) en kent de opdracht van zijn directe,
oordeelsvorming, overtuigingskracht,
naasthogere niveau (groep/vtg/stuk).
delegeren
Resultaat:
Leidt tot continuïteit in de uitvoering van de opdracht.
Beschrijving werkproces:
4.22 Assisteert bij de uitvoering van
De manschap voert stabiliserende acties uit. Dit kunnen de
stabiliserende acties
navolgende acties zijn; inrichten observatiepost, inrichten
van roadblocks, inrichten van checkpoints, uitvoeren van
sociale patrouilles en inrichten base wacht. Hij kan ook deel
Competenties 4.22:
uitmaken van de Quick Reaction Force.
samenwerken, stressbestendigheid,
Richtinggevend voor zijn optreden bij deze acties zijn de
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
23
Rules Of Engagement (ROE). Hij past de geweldsinstructie resultaatgerichtheid, durf
op de juiste wijze toe en bij dilemma’s handelt hij volgens
het Ethisch Bewustwording Model. De manschap gaat
respectvol om met cultuur, geloof en overige gebruiken van
de bevolkingsgroepen in het missiegebeid. Hij bezit daartoe
de op de situatie toegespitste kennis waaronder
basiskennis van de wereldgodsdiensten, het kolonialisme,
tribale samenlevingen en de positie van ouderen en
vrouwen/meisjes in niet-westerse culturen.
Resultaat:
Zijn daadkrachtig optreden en zichtbare wil tot winnen leidt tot afschrikking en tot minder gewapende
confrontaties.
Beschrijving werkproces:
4.23 Assisteert bij de opleiding en
De manschap kan assisteren bij het opleiden van aspirant
training van lokale militaire
militairen voor lokale militaire eenheden. Hij zal hierbij
eenheden
voornamelijk als hulpinstructeur optreden en in voorkomend
geval beperkt instructie in het Engels geven. Bij de
Competenties 4.23:
uitvoering van een dergelijke opleiding/training houdt hij
rekening met cultuurverschillen en speelt hier flexibel op in. creativiteit, flexibiliteit, ontwikkelen
medewerkers, communiceren
Hij assisteert bij de training van aspirant militairen in
wapengebruik, tactisch optreden en ethisch handelen.
Resultaat:
Leidt tot betrouwbare alliantie-eenheden.
Leidt tot positieve beeldvorming van gastland.
Leidt tot informatiewisseling tussen beide partijen.
Levert een bijdrage aan de opbouw van het gastland.
Leidt tot een verhoging van de stabiliteit in het gastland.
Beschrijving werkproces:
4.24 Onderhoudt contacten met
Tijdens het uitvoeren van sociale patrouilles kan hij in
de lokale bevolking
contact komen met de plaatselijke bevolking, over het
algemeen blijft dit echter beperkt tot het observeren van de
Competenties 4.24:
plaatselijke bevolking tijdens de communicatie met de
communicatie, inter-persoonlijke
onderofficier. Door de rustige en vastberaden houding
draagt hij bij tot een beeld van een stabiele en betrouwbare sensitiviteit, omgevingsbewustzijn
krijgsmacht. Op deze wijze bouwt hij, als de bevolking hier
voor open staat, voorzichtig een relatie op.
Resultaat:
Draagt bij aan een uitstekende band met de lokale bevolking.
Verkrijgt respect van de lokale bevolking door zijn wijze van optreden.
Verkrijgt de meest betrouwbare informatie.
Beschrijving werkproces:
De manschap beijvert zich ervoor dat het culturele erfgoed
van het land waarin hij opereert tijdens het uitvoeren van
acties niet wordt beschadigd. Als er beschermde
monumenten liggen in het actiegebied dient hij hier bij het
afgeven van vuur rekening mee te houden. Voor aanvang
van een actie worden hem de locaties van deze
monumenten en de beschermde status van deze objecten
doorgegeven.
4.25 Beschermt cultureel erfgoed
Competenties 4.25:
integriteit, verantwoordelijkheidsbesef,
omgevingsbewustzijn
Resultaat:
Brengt geen/zo weinig mogelijk operationele schade aan cultuurgoederen.
Leidt tot makkelijker acceptatie door lokale bevolking.
Leidt tot vertrouwen van de bevolking in de goede bedoelingen van de stabilisatie macht.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
24
Beschrijving werkproces:
4.26 Zet letale en niet-letale wapens
De manschap is een bedienaar van wapens en/of
in conform de “rules of
wapensystemen die hij bij het uitvoeren van zijn opdracht
engagement”
moet inzetten. De keuze van de inzet (van niet letale
wapens tot letale wapens en systemen) wordt mede
Competenties 4.26:
bepaald door wat in de ROE’s is vastgelegd. Belangrijk
hierbij is dat hij nooit meer geweld toepast dan noodzakelijk verantwoordelijkheidsbesef,
nauwkeurigheid, resultaatgerichtheid
is om zijn doel te bereiken (effectiviteit en proportionaliteit).
Resultaat:
Brengt geen/zo min mogelijk operationele schade aan bevolking en cultuurgroederen aan, met een
minimum aan inzet (qua zwaarte en kwantiteit) en een maximum resultaat (einddoel van de
opdracht).
Beschrijving werkproces:
4.27 Voert search en patrol search
De manschap draagt bij aan het creëren van een veilige
activiteiten uit
omgeving door het in opdracht uitvoeren van basic search.
Basic search bestaat uit 2 niveau’s: search aware en patrol
Competenties 4.27:
search. De manschap beheerst de search aware of de
resultaatgerichtheid, nauwkeurigheid,
vaardigheden om als individu de volgende handelingen te
omgevingsbewustzijn
kunnen uitvoeren: Improvised Explosive Device (IED)
awareness, verplaatsingen, 5 / 20 m check, Person check
of Vehicle check.
Resultaat:
Leidt tot minder verliezen aan eigen kant en onder de locale bevolking.
Leidt tot vertrouwen van de bevolking in de goede bedoelingen van de krijgsmacht.
Brengt geen/zo min mogelijk operationele schade aan bevolking en kunstwerken aan met een
minimum aan inzet (qua zwaarte en kwantiteit) en een maximum resultaat (einddoel van de
opdracht).
Beschrijving werkproces:
De manschap is medeverantwoordelijk voor de uitvoering
van de veiligheid van zijn eigen eenheid. Daarnaast is hij
medeverantwoordelijk voor de beveiliging van personen
met een bijzondere status die zich in het gebied van
verantwoordelijkheid van zijn eenheid bevinden.
4.28 Zorgt voor de beveiliging van
de eigen eenheid en de
beveiliging van andere
“entitled” personen
(persoonsbeveiliging)
Competenties 4.28:
verantwoordelijkheidsbesef,
nauwkeurigheid
Resultaat:
Een hogere alertheid van de groep en effectievere verdediging bij aanvallen.
Effectiever optreden van entitled persons, minder personeelsuitval en gewenste beeldvorming van de
stabilisatie macht bij alle partijen.
Entitled pesonen zijn beschermd.
Beschrijving werkproces:
4.29 Draagt bij aan de beveiliging
De manschap draagt mede zorg voor de beveiliging van het
van de eigen locaties en
hem toegewezen gebied. Dit geldt ook voor de aanwezige
andere infrastructuur
infrastructuur of door de commandant aangewezen
bijzondere objecten zoals bruggen, elektriciteitscentrales,
Competenties 4.29:
vluchtelingenkampen en kerken/moskeeën.
verantwoordelijkheidsbesef,
omgevingsbewustzijn
Resultaat:
Acceptatie locale bevolking.
Effectiever wijze van werken van eenheden binnen het beveiligde gebied.
Minder tijdverlies door goede infrastructuur als wegen e.d.
Veiliger werkomgeving.
Een “intacte” omgeving voor de lokale bevolking, waardoor deze bevolking niet alleen vertrouwen
heeft in de toekomst maar ook weer aan de “slag” kan.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
25
Beschrijving werkproces:
De manschap geeft uitvoering aan de humanitaire
hulpverlening. Dit zal veelal bestaan uit medische hulp
en/of het verstrekken van voedselhulp. De manschap zal in
deze situaties hoofdzakelijk worden belast met het
uitvoeren van de beveiliging in deze veelal hectische
situaties. Binnen zijn groep maakt hij hierbij gebruik van de
drills die hij en de groep beheersen.
4.30 Verleent humanitaire hulp
Competenties 4.30:
inter-persoonlijke sensitiviteit,
klantgerichtheid, samenwerken
Resultaat:
Leidt tot vertrouwen van de bevolking in de goede bedoelingen van de vredesmacht.
Leidt tot makkelijker acceptatie door lokale bevolking.
Leidt tot positieve beeldvorming van gastland.
Beschrijving werkproces:
4.31 Draagt bij aan het herstellen
De manschap kan, indien dit technisch binnen zijn
van essentiële infrastructuur
mogelijkheden ligt en hij hiervoor het geschikte materiaal
heeft, in groepsverband kleinschalige projecten uitvoeren,
Competenties 4.31:
zoals: herstel van een waterleiding, elektriciteitskabel, etc.
creativiteit, samenwerken,
resultaatgericht
Resultaat:
Acceptatie locale bevolking.
Effectiever wijze van werken van eenheden binnen het beveiligde gebied.
Minder tijdverlies door goede infrastructuur zoals wegen en dergelijke.
Veiliger werkomgeving.
Beschrijving werkproces:
Indien vluchtelingen zich in het gebied van zijn eenheid
bevinden, draagt de manschap bij aan het creëren van een
veilige omgeving voor deze vluchtelingen. Na hiervoor
opdracht te hebben ontvangen geeft hij uitvoering aan het
tenten bouwen om deze vluchtelingen onder te brengen of
hij brengt de vluchtelingen onder in bijv. leegstaande
gebouwen. Hij ondersteunt in de distributie van voedsel,
drinken en medische ondersteuning voor deze
vluchtelingen, totdat deze zijn overgedragen aan de
UNHCR of een andere IO/NGO.
Resultaat:
Meer gevoel van vertrouwen bij de lokale bevolking.
Positieve beeldvorming bij andere partijen.
Veilige omgeving voor vluchtelingen.
4.32 Beveiligt vluchtelingen
Competenties 4.32:
verantwoordelijkheidsbesef,
omgevingsbewustzijn
Beschrijving werkproces (geldt niet voor CLSK):
4.33 Beveiligt humanitaire
De manschap beschermt humanitaire transporten door het
transporten
uitvoeren van gemotoriseerde beveiliging tijdens
verplaatsingen. Hij weet in welke richting de bemanning van
Competenties 4.33:
dit voertuig moet waarnemen en beveiligen en voert dat zo
verantwoordelijkheidsbesef,
uit. Tijdens stops voert hij de rondom beveiliging van het
omgevingsbewustzijn
transport uit.
Resultaat:
Goederen voor basis levens onderhoud komen aan op geplande locatie.
Hulpverleners kunnen hierdoor hun werk (beter) uitvoeren.
Hierdoor kunnen er levens gered worden.
Geeft gevoel van vertrouwen bij lokale bevolking.
Keuzes en dilemma:
Met beschikbare middelen (personeel/ materieel) zo effectief en efficiënt mogelijk het doel te
bereiken, waarbij verliezen aan eigen zijde tot het minimum worden beperkt.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
26
Nawoord
Voor de manschappen van Defensie die functioneren in een startfunctie aan de basis van
het laagste functioneringsniveau is het van zeer groot belang dat zij competenties
ontwikkelen die hen in staat stellen succesvol te presteren binnen de complexiteit en de
dynamiek van de huidige beroepspraktijk.
Voor hen is het essentieel dat zij op algemeen en op vakspecifiek gebied integraal en
flexibel ingezet kunnen worden. Het samenstel van de volgende complexe vaardigheden is
benodigd om als militair te kunnen optreden:
 functioneren binnen een groep
 zorgvuldig en overdacht handelen
 zorg voor personeel en materieel
Deze vaardigheden zijn benodigd in steeds weer wisselende situaties en in alle geledingen
van het geweldsspectrum.
Om hierin succesvol te kunnen zijn en ook onder de moeilijkste omstandigheden een
opdracht naar beste kunnen uit te voeren zal de manschap moeten beschikken over een
aantal vaardigheden. In eerste instantie en boven alles is het van belang dat hij de
essentiële basisvaardigheden beheerst, voldoet aan de fysieke en mentale basiseisen en
hij de juiste mentaliteit en het juiste karakter bezit.
Hij voert algemene opdrachten en (deel)taken uit op basis van een mondeling of schriftelijk
ontvangen bevel op groepsniveau. Hij moet zijn handelen zo inrichten dat aan de
doelstelling van de opdracht wordt voldaan. Vervolgens vindt een nabeschouwing plaats
waarin de succesfactoren en tekortkomingen worden vastgesteld.
BCP Manschap Grondoptreden 22 mei 2014
27