(619 KB) Programmabegroting 2015-2018

Download Report

Transcript (619 KB) Programmabegroting 2015-2018

1
Programmabegroting
2015 - 2018
Gemeentehuis
Singelpark 1
3984 NC Odijk
Postbus 5
3980 CA Bunnik
Telefoon (030) 659 48 48
Fax
(030) 657 03 85
Website http://www.bunnik.nl/
E-mail [email protected]
1
2
2
3
Inhoudsopgave
Aanbieding
5
Inleiding
7
Begrotingspositie 2015 - 2018
9
Dienstverlening en Organisatie
12
Programma: 1. Bestuur en Organisatie
Programma: 2. Dienstverlening
Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen
Fysiek domein
Programma: 4. Veiligheid
Programma: 5. Openbare ruimte
Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen
Sociaal domein
Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen
Programma: 8. Algemene ondersteuning
Programma: 9. Maatwerk ondersteuning
13
17
20
23
24
26
29
33
34
37
39
Recapitulatie
43
Vaststellingsbesluit
45
Paragrafen
1. Bedrijfsvoering
2. Weerstandsvermogen
3. Lokale lasten en heffingen
4. Verbonden partijen
5. Kapitaalgoederen
6. Financiering
7. Grondbeleid
46
47
50
53
57
68
70
72
Bijlagen
Bijlage I: Reserves en voorzieningen
Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota
Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
Bijlage IV: Inventarisatie risico’s
Bijlage V: Kaders en regelingen
76
77
81
84
86
89
3
4
4
5
Aanbieding
Voor u ligt de Programmabegroting 2015 – 2018. Belangrijke input voor de Programmabegroting vormt de
Kadernota die eerder dit jaar door de gemeenteraad werd behandeld.
Deze begroting mag niet los gezien worden van de uitkomsten van het bezuinigingsproject ‘Bunnikse
Kwaliteit’. De uitkomsten van beide processen maken het voor ons mogelijk om een positief financieel
beeld te laten zien voor de jaren 2016-2018. En daar zijn we trots op! We hebben daarvoor uiteraard
keuzes moeten maken. We hebben gewerkt aan een begroting die ambitie uitstraalt en tegelijkertijd
prioriteiten stelt. Dit alles vanuit het credo ‘Zorgzekerheid en Realisme’! De begroting 2015-2018 is een
begroting die gedomineerd wordt door beelden van transformatie. Transformatie op het gebied van
gemeentelijke zorgtaken, een transformatie van bestuur en organisatie en een transformatie van de
gemeentelijke begroting. Zoals een rups zich terugtrekt in een cocon om na enige tijd als vlinder de wereld
in te vliegen, zo staat de gemeente op het punt om haar eigen transformatie door te maken. Een
transformatie waarvan net als in het geval van de rups op dit moment nog niet precies te zien is hoe lang
het transformatieproces duurt en hoe het exacte resultaat eruit ziet. Het enige verschil met de
'vlinderwording' is dat onze transformatie in elke fase zichtbaar is. En dat willen we ook heel graag. Om zo
samen vanuit onze rol in de samenleving met onze inwoners, onze ondernemers en onze ketenpartners te
werken aan een nieuw Bunniks gezicht in 2018. We hebben in 2014 een eerste verkenning gedaan op dit
vlak door samen met expertgroepen uit de samenleving de bezuinigingsopgave bij de kop te pakken en
daar zijn we positief over. Hoe het gezicht wat we met elkaar gaan vormgeven er precies uit komt te zien,
weten we nog niet. Er is zoveel beweging om ons heen, dat we niet op voorhand met alles rekening
kunnen houden. Dat vraagt soms om het maken van keuzes, waarvan het lijkt alsof we ze ad hoc moeten
maken. Op die momenten zullen de scenario's vanuit de Strategische Agenda voor ons de toetssteen zijn,
om te kunnen bepalen welke keuze we moeten maken.
De Programmabegroting 2015-2018 is de eerste begroting van ons college in de nieuwe samenstelling na
de gemeenteraadsverkiezingen. Wij hebben in deze begroting de koers zoals verwoord in onze
collegeagenda ‘Binden en Bewegen’ voortgezet. Dat betekent dat u ook in deze begroting ziet, dat we
meer ruimte willen geven aan onze inwoners en ondernemers om van de gemeente Bunnik nog meer ‘hun
gemeente’ te maken. Dat vraagt om een verschuiving naar een meer gelijkwaardige positie tussen onze
inwoners, onze medewerkers en onszelf als bestuur. Als college hebben wij uitgesproken deze
bestuursperiode in te zetten op meer verbondenheid met de Bunnikse samenleving. We willen dit
bereiken door zelf, maar ook onze medewerkers te stimuleren en faciliteren meer de dialoog met elkaar
aan te gaan en een grotere betrokkenheid te laten zien bij alle initiatieven die in Werkhoven, Odijk en
Bunnik plaatsvinden. De afgelopen jaren heeft de organisatie hierin al stappen gezet. We willen hier nog
verder in gaan, nog meer de ruimte zoeken. Daarbij erkennen we dat het niet zomaar en snel tot in de
perfectie geregeld zal worden, maar elke zichtbare stap is er één. Ieders inzet en inbreng blijft daarvoor
meer dan ooit nodig en daar rekenen we ook op. Bunnik is de groene voortuin van onze stedelijke regio,
een fijne plek om te wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science
Park. In 2015 willen we vanuit verschillende invalshoeken initiatieven nemen om deze positie verder te
profileren. Hierbij vormen de begrippen ‘duurzaamheid’ en ‘innovatie’ de leidraad.
We staan we aan de vooravond van grote veranderingen binnen het sociaal domein. Het rijk hevelt per 1
januari 2015 via een enorme decentralisatieopdracht taken naar ons over. Voor het eerst krijgt één partij,
de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. De wettelijke decentralisaties op het
gebied van werk, Wmo/Awbz en jeugd zijn zeer indringende operaties die zowel qua beperkte spankracht
als financiële mogelijkheden alleen in samenwerking met andere partners gerealiseerd kunnen worden.
Hoewel de decentralisatie van deze taken financiële risico’s met zich meebrengt, bieden ze tegelijkertijd
kansen om de kracht van onze kleine gemeente zichtbaar te maken. Als leidraad in deze veranderingen
gebruiken we de Visie Sociaal Domein Bunnik. In deze visie zijn de drie voor ons leidende speerpunten
verwoord, namelijk ‘maatschappelijke participatie’, ‘integrale benadering’ en ‘Bunnikse maat en schaal’.
We staan voor stevige uitdagingen, maar dankzij de enorme inzet van alle betrokkenen in de afgelopen
anderhalf jaar liggen we op koers. Daarbij realiseren we ons dat het veld nog volop in beweging is,
waardoor er sprake is van een continu veranderingsproces. Dat betekent dat we ongetwijfeld nog voor
keuzes komen te staan die om een snelle beslissing vragen en daardoor mogelijk als ‘ad hoc’ beslissing
overkomen. We hanteren daarbij altijd de scenario’s uit de Strategische agenda als toetssteen. Daarbij
staan zorgzekerheid en realisme voor ons voorop.
5
6
Deze Programmabegroting sluit met een negatief resultaat voor 2015. De jaren 2016 en verder geven ook
een negatief resultaat. Deze prognose ligt in lijn met de prognose zoals gemeld in de
Programmabegroting 2014-2017. Voor het geprognosticeerde begrotingstekort is eind 2013 een nieuwe
bezuinigingsronde ‘Bunnikse Kwaliteit’ gestart en de resultaten zijn positief. De voorgestelde
bezuinigingen zijn in een apart raadsvoorstel aangeboden. In 2015 worden de eerste effecten van de
bezuinigingsmaatregelen uit de bezuinigingsronde ‘Bunnikse Kwaliteit’ zichtbaar. We doen ook vanuit dat
opzicht nadrukkelijk een beroep op de samenleving. Uit de verschillende participatietrajecten, die achter
ons liggen, blijkt namelijk de kracht van de Bunnikse samenleving. Daarom zien wij de implementatie van
de bezuinigingsmaatregelen met vertrouwen tegemoet.
De uitkomsten van dit project maken het mogelijk om de komende jaren toe te werken naar een
begrotingsoverschot en het versterken van de reserve positie.
Het jaar 2015 vraagt om maximale inzet van alle betrokkenen in onze samenleving en in ons
gemeentehuis om de uitdagingen en opgaven in het komende jaar te verwezenlijken. Wij hebben er
vertrouwen in, wij hebben er zin in!
Bunnik, 7 oktober 2014.
Burgemeester en wethouders van Bunnik.
6
7
Inleiding
Wijze van totstandkoming en opzet
De gemeenteraad heeft op 3 juli 2014 de Kadernota 2015 - 2018 vastgesteld. Deze Kadernota gaf een
vooruitblik op de te verwachten ontwikkeling van de begrotingspositie voor 2015 en volgende jaren en
bevat de financiële kaderstelling door de gemeenteraad voor wat betreft het nieuwe beleid. Op basis van
het nieuwe beleid vanuit de Kadernota en het bestaande beleid vanuit de Programmabegroting 2014 is
deze Programmabegroting 2015 - 2018 opgesteld.
Grondslag
De uitgangspunten zoals die zijn vastgesteld voor de opstelling van de Kadernota 2015 - 2018 zijn
eveneens gehanteerd voor het opstellen van de Programmabegroting 2015. Daarnaast is rekening
gehouden met de mutaties die voortvloeien uit de Nota van Actualisatie 2014 en de structurele financiële
effecten voortvloeiend uit de besluitvorming van de gemeenteraad tot en met de vergadering van 30 juni
2014.
Gehanteerde technische uitgangspunten:
Woningprognose (1-1)
Inwonerprognose (1-1)
Prijsstijging
Loonstijging
Rekenrente
Belastingtarieven:
OZB
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Marktgelden,
grafbegraafrechten
Leges (excl. bouwleges)
Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten1
Rioolrecht2
2015
2016
2017
2018
6.268
14.765
2,25%
0,0%
2,5%
6.306
14.841
0%
0%
2,5%
6.457
15.143
0%
0%
2,5%
6.568
15.365
0%
0%
2,5%
Zie prijsstijging
idem
idem
-
-
-
idem
idem
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostenDekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
100% kostendekking
en
Specifieke onderwerpen
Organisatieplanning 2014
De activiteiten zoals die zijn opgenomen in deze begroting worden uitgevoerd binnen de kaders die op dit
moment bekend zijn. Indien aanpassing van deze kaders leidt tot knelpunten en noodzakelijke keuzes
wordt de gemeenteraad hierover apart geïnformeerd.
Kostenverdeling
Vanaf 2014 is er gekozen voor een nieuwe kostenverdeling. Vanaf 2014 worden geen uren meer
toegerekend aan de producten met uitzondering van de producten waar een inkomst tegenover staat. Alle
resterende bedrijfsvoeringskosten staan op programma 1. Er is één uurtarief voor alle afdelingen met
uitzondering van de werf.
NB. In de cijfers van de jaarrekening 2013 zijn nog wel de uren op de diverse producten verantwoord. Dit
geeft extra verschillen in de vergelijking tussen de cijfers jaarrekening 2013 en begroting 2014 en 2015.
1 Verrekend worden 100% van de netto lasten vermeerderd met de compensabele BTW
2 Verrekend worden 100% van de kosten van de riolering c.a., de compensabele BTW, 50% van de kosten
straatreiniging. Deze uitkomst wordt verminderd met de verfijningsuitkering riolering in de algemene uitkering uit
het gemeentefonds. Basis is het dekkingsplan bij het Gemeentelijk Rioleringsplan.
7
8
Leeswijzer
De begroting 2015 heeft een nieuwe opzet gekregen. In verband met de huidige ontwikkelingen binnen
het sociaal domein, wordt de programmabegroting in 3 thema’s opgebouwd te weten: Dienstverlening en
Organisatie, Fysiek domein en Sociaal domein. De nieuwe opzet is besproken met de klankbordgroep
vanuit de raad. Elk thema heeft zijn eigen kleur in de begroting. Deze opzet zal de komende jaren nog
verder doorontwikkeld worden. In de huidige opzet is reeds gebleken dat de indeling van het thema
Sociaal domein nog om heroverweging vraagt.
De programma’s worden als volgt opgebouwd. Allereerst worden de doelstellingen die in de
collegeagenda zijn opgenomen vermeld. Het betreft dus de doelstellingen voor de komende 4 jaar.
Daarna worden de actiepunten die voor het jaar 2015 op het programma staan, vermeld en de uitvoering
ervan beschreven. Het bestaand beleid en ontwikkelingen op het bestaande beleid komen aan bod en tot
slot het financiële kader.
Deze Programmabegroting is als volgt opgebouwd. Per programma wordt ingegaan op:
- De doelstellingen
- De actiepunten
- Uitvoering van collegeagenda en actiepunten
- Het bestaand beleid
- Het financiële kader met toelichting
De toelichting mutaties tussen de begroting 2014 en de begroting 2015 vindt plaats vanaf een verschil van
€ 50.000 op programmaniveau.
.
8
9
Begrotingspositie 2015 - 2018
Situatie Kadernota 2015 - 2018
De jaarschijf 2015 van de Kadernota 2015 – 2018 sluit met een nadelig saldo van € 539.300. Voor de
jaren 2016 tot en met 2018 werd tevens een nadelig saldo geraamd.
Saldi Kadernota
De Kadernota 2015 sloot met de volgende saldi:
Saldi x € 1.000
2015
Saldo Kadernota
-539,3
2016
2017
-539,6
2018
-798,0
-836,0
Saldi Informatienota
Bij de vaststelling van de Kadernota 2015-2018 is een informatienota aangeboden. Hierin stond het effect
van de meicirculaire op de begroting vermeld. Het meerjarenperspectief na de informatienota was als
volgt:
Saldi x € 1.000
2015
Saldo Informatienota
-529,1
2016
2017
-285,8
2018
-372,2
-512,8
Financiële ontwikkelingen na de Informatienota
Na de Informatienota hebben zich de volgende financieel belangrijkste ontwikkelingen voorgedaan, welke
zijn verwerkt in de begroting.
Omgevingsvergunningen
Kapitaallasten
Financiering
Toerekening rente reserve dekking kap.lasten aan exploitatie
OZB
Algemene uitkering septembercirculaire
Uren
Bijdrage stichting sporthuis
Vervallen stelpost risico woningbouw
CAO
Het nieuwe werken
Overig
Totaal ontwikkelingen
2015
2016
15.600
-71.200
-75.000
42.000
-31.600
-126.000
33.000
105.000
-110.500
26.700
6.200
-185.800
17.200
-71.200
-75.000
53.600
-32.300
-126.000
33.000
33.000
-127.000
26.700
19.000
-249.000
2017
115.000
23.100
-71.200
-75.000
75.700
31.300
-126.000
25.000
33.000
-127.000
26.700
300
-69.100
2018
115.000
26.200
-71.200
-75.000
126.400
91.400
-126.000
25.000
33.000
-127.000
26.700
51.800
96.300
Omgevingsvergunningen
In de programmabegroting 2014 was de egalisatiereserve leges omgevingsvergunningen niet meer
toereikend waardoor in 2017 een nadelig bedrag van € 115.000 ten laste van de programmabegroting
kwam. In deze programmabegroting wordt, uitgegaan van de huidige bestemmingplannen, voor 2017
rekening gehouden met de legesopbrengst van het project Beverweert, waar in de woningbouwprognose
geen rekening mee gehouden is. Dit betekent, dat de reserve wel toereikend is. Dit is voordelig voor de
programmabegroting voor de jaarschijven 2017 en 2018.
Kapitaallasten
Doordat er minder nieuwe investeringen zijn, nemen de kapitaallasten af.
Financiering
Er is sprake van lagere baten met betrekking tot de financiering. Dit is het gevolg van het
financieringstekort (er wordt meer geld geleend) waardoor er geen rentebaten maar rentelasten in de
begroting opgenomen zijn.
9
10
Toerekening rente van de reserve kapitaallasten
De rente van de reserve dekking kapitaallasten wordt jaarlijks aan de exploitatie toegevoegd. Aangezien
de reserve afneemt neemt ook de bespaarde rente hierover af. Dit is nadelig voor de begroting.
OZB
Ten opzichte van de Programmabegroting 2014-2017 is het volume van de niet-woningen toegenomen,
wat een voordelig effect heeft op de Programmabegroting 2015-2018.
Algemene uitkering septembercirculaire
Naar aanleiding van de septembercirculaire is de algemene uitkering geactualiseerd. Het systeem van de
algemene uitkering is het trap op trap af systeem. Dat betekent dat lagere uitgaven voor het rijk leiden tot
een lagere algemene uitkering in het gemeentefonds. In de septembercirculaire is in 2015 een nadelig
effect te zien door lagere loon en prijscompensatie van het rijk aan de departementen. Vanaf 2016 is er
een positief effect op de algemene uitkering doordat er hogere uitgaven van het rijk aan asielzoekers en
leningen m.b.t. studiefinanciering zijn. Het positieve effect wordt deels tenietgedaan door een korting op
de Wmo vanaf 2016 voor een bedrag van € 100.000.
Uren
Er worden minder uren aan kostendekkende producten en projecten toegerekend. Dit komt onder andere
doordat er minder uren aan projecten, zoals Odijk-West en de multifunctionele accommodaties worden
besteed ten opzichte van de begroting 2014. Hierdoor komen deze uren nu als nadeel op de begroting en
worden daarmee ten laste gebracht van het begrotingsresultaat.
Bijdrage Stichting Sporthuis Bunnik
De onderhandelingen met Stichting Sporthuis Bunnik zijn afgerond en leveren voor de
programmabegroting een structureel voordeel op van € 33.000. In voorliggende begroting is nog geen
rekening gehouden met het structurele voordeel als gevolg van de aanleg van een kunstgrasveld voor
Bunnik ’73, omdat daarover nog definitieve besluitvorming moet plaatsvinden.
Vervallen stelpost risico woningbouw
In de Programmabegroting 2014-2017 was nog een restant van de stelpost risico woningbouw
opgenomen. Deze bedragen kunnen nu komen te vervallen, omdat de meerjarenprognose voor de
ontwikkeling van de woningbouw opgesteld is op basis van een realistisch scenario. Er staan nu geen
stelposten financiële tegenvallers meer opgenomen in de begroting 2015.
CAO
In de Troonrede werd aangekondigd dat er op het gebied van loonontwikkeling na vijf jaar een eind komt
aan de gehanteerde nullijn voor ambtenaren. De precieze loonsverhoging voor ambtenaren,
politieagenten, onderwijzers, militairen en ander overheidspersoneel hangt af van de caoonderhandelingen. In de nieuwe cao is er voor gemeenteambtenaren per 1 oktober 2014 sprake van een
loonsverhoging van 1%. Dit heeft structureel een nadelig effect voor de Bunnikse begroting van € 110.500
in 2015. Het rijk heeft aangekondigd dat deze loonontwikkeling gecompenseerd wordt via de algemene
uitkering en meegenomen wordt in de meicirculaire 2015. Omdat dit dan echter een onderdeel is van het
totale accres (en daarmee ook onderdeel is van het eerder genoemde trap op trap af systeem), kan op dit
moment niet op voorhand uitgegaan worden van een stijging van de algemene uitkering. De meicirculaire
2015 gaat hierover meer duidelijkheid geven. De uitkomsten hiervan worden betrokken bij de Kadernota
2016-2019.
Het nieuwe werken (Bunnikse Manier van Werken)
In het laatste kwartaal van 2014 is de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om dit gedachtegoed van
het plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het gemeentehuis gedaan en
zijn de ICT-voorzieningen aangepast. De raad heeft hiervoor in juli 2014 een krediet beschikbaar gesteld.
Op basis van de huidige plannen en invoering kan ten opzichte van de bedragen die in de
Programmabegroting 2014-2017 waren opgenomen, een extra structureel voordeel van € 43.300 worden
ingeboekt. Hiervan is in het bezuinigingsproject Bunnikse Kwaliteit al € 16.600 opgenomen, zodat er voor
de begroting 2015 per saldo nog een voordeel van € 26.700 structureel bij te ramen is.
10
11
Situatie volgens de Programmabegroting 2015
Volgens de nu voorliggende begroting 2015 bedraagt voor 2015 het saldo -/- € 714.900. De jaren erna
sluiten af met een nadelig saldo van € 534.800, € 441.300 respectievelijk € 416.500 in 2018.
Saldi x € 1.000
2015
Saldo Programmabegroting
2015-2018
Taakstelling Bunnikse
Kwaliteit
2016
2017
2018
-714,9
-534,8
-441,3
-416,5
700,0
700,0
1000,0
1000,0
Ontwikkeling algemene reserve
Op begrotingsbasis (peildatum 1 juli 2014) bedraagt de algemene reserve € 6,4 miljoen (zie stand
boekwaarde 1 januari 2015 in de staat van reserves en voorzieningen). In dit saldo is nog geen rekening
gehouden met de vorming van een bufferreserve sociaal domein van € 3,0 miljoen. Daarnaast is de
besluitvorming over de toetreding tot de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap
Utrecht (BghU) (€ 70.000) en de voorgenomen besluitvorming over de gemeentelijke bijdrage voor het
kunstgrasveld Bunnik ’73(€ 110.000) nog niet verwerkt in dit saldo. Na verwerking van deze posten
bedraagt de stand van de reserve per 1 januari 2015 € 3,2 miljoen.
11
12
Dienstverlening en Organisatie
12
13
Programma: 1. Bestuur en Organisatie
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. Ontwikkelen van uitgangspunten van passende participatie.
2. Uitbreiden van de inzet van sociale media en webcare.
3. Profileren van Bunnik als het dorpse karakter van de stadsregio en de groene voortuin van de stad.
4. Ontwikkelen van een nieuwe, toekomstgerichte organisatievisie.
5. Ontwikkelen van de rol van de gemeente als partner in een netwerk.
6. Inzetten op de doorontwikkeling van maatschappelijke en politieke sensitiviteit van de organisatie.
7. Werken aan een faciliterende organisatie met faciliterende medewerkers.
8. Doorvoeren van de Bunnikse Manier van Werken in de organisatie.
9. Verbeteren van de informatievoorziening.
10. Streven naar een verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering.
Actiepunten 2015
1.1 In kaart brengen welke vorm van participatie bij welke situatie of welk vraagstuk past en die vorm
vervolgens toepassen;
1.2 De gemeente faciliteert passende participatie van en initiatieven vanuit de samenleving, tenzij dat om
aanwijsbare redenen niet mogelijk is.
2.1 De inzet van sociale media en webcare maakt kennisdeling makkelijker en zorgt dat de gemeente
participeert in netwerken, signalen uit de samenleving kan opvangen en snel kan reageren op bepaalde
vragen.
4.1 Inzetten op een verandering in houding: stimuleren van het denken in oplossingen en maximaal
gebruiken van de regelruimte (“ja, mits”).
5.1 Dwarsverbanden binnen de ambtelijke organisatie zoeken, om écht integraal te kunnen werken, maar
ook buiten de organisatie met stakeholders als regiogemeenten, maatschappelijke organisaties en
bedrijven.
6.1 Faciliteren wat kan; regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft; reguleren wat moet.
7.1 Waar nodig kijken naar de mogelijkheid om maatwerk voor verschillende “klantgroepen” te
ontwikkelen: een plusaanbod dat tegen een vergoeding beschikbaar is bovenop het basisaanbod.
8.1 Streven naar plaats- en tijdonafhankelijk werken met aandacht voor faciliteiten en gedrag.
8.2 Versterken van de interne communicatie.
Uitvoering van collegeagenda
Organisatiekoers (1.1 / 1.2 / 4.1 / 5.1 / 6.1 / 7.1 / 8.2)
In 2014 is gewerkt aan een nieuwe koers op de opbouw en inrichting van de organisatie. Een organisatie
die aansluit bij de politiek-bestuurlijke richting (onder meer verwoord in de collegeagenda 2014-2018
‘Binden en Bewegen’), een organisatie die invulling kan geven aan de externe uitdagingen en interne
opgaven en die past bij de omvang van de gemeente. Uitgangspunt is de uitspraak van de gemeenteraad
dat de zelfstandigheid van Bunnik de komende tien jaar niet ter discussie staat. De ontwikkelingen hebben
gevolgen voor de rol van de gemeente. Zoals verwoord in de actiepunten komt deze rol neer op:
faciliteren wat kan, regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft en reguleren wat moet.
Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de organisatie. Uitgangspunt is om zoveel mogelijk beleid en
uitvoering op de verschillende domeinen bij elkaar te brengen om hiermee een impuls te geven aan
integraal werken.
Bij de organisatiekoers is ook aangegeven welke toekomstige cultuur nodig is en welke
gedragskenmerken van medewerkers daarbij horen. De organisatie zal de blik meer naar buiten richten
en netwerken om verbindingen in en met de samenleving tot stand brengen. Dit stelt hoge eisen aan
communicatieve vaardigheden, (politieke) sensitiviteit, inlevingsvermogen en oplossingsgerichtheid. De
mogelijkheden om buiten bestaande kaders te denken zullen komende jaren onontbeerlijk zijn. Hiervoor is
13
14
het enerzijds nodig dat kaders worden aangepast. Anderzijds komt het in het daadwerkelijk handelen
meer en meer aan op de menselijke interactie en bewustwording van elkaars gaven en opgaven om tot
een gezamenlijk resultaat te komen. De afgelopen jaren zijn al stappen gezet in het realiseren van de
gewenste koers. Deze ingeslagen weg wordt de komende jaren vervolgd. Dit is een organisch
veranderingsproces, waarin continu gewerkt wordt aan verbeteringen in de lijn met de nieuwe
collegeagenda en de organisatiekoers. Aandachtspunt hierbij is het effect van de trend om steeds meer
taken uit te besteden aan derden of in samenwerking met partners uit te voeren. Er wordt stevig ingezet
op het maken van afspraken met hen om de werkwijze die in Bunnik wordt voorgestaan terug te laten
komen in hun wijze van dienstverlening aan en communicatie met de Bunnikse samenleving.
Gerelateerd aan de genoemde doelstellingen uit de collegeagenda worden medewerkers toegerust om
participatie in te zetten, een partner in het netwerk te zijn, de maatschappelijke en politieke sensitiviteit
door te ontwikkelen en een faciliterende rol naar de samenleving in te vullen. Medewerkers zullen ruimte
krijgen om meer eigenaarschap en betrokkenheid te tonen en integraal te denken. Om deze beweging
centraal verder in gang te zetten is in 2014 gestart met het houden van intensieve gesprekken tussen het
College en het management van de organisatie. Deze dialoog zal ook nadrukkelijk en in verschillende
vormen in 2015 op de agenda staan, om op die manier de krachten te bundelen en in gezamenlijkheid de
schouders onder de uitdagingen te zetten.
Social media en webcare (2.1)
Social media bieden inwoners een nieuwe communicatiemogelijkheid om met of over de overheid te
praten op media zoals Facebook en Twitter. Social media geven de gemeente een extra mogelijkheid te
luisteren naar de inwoner en ondernemer en vragen om te buigen naar antwoorden die ook voor anderen
van belang kunnen zijn. Op basis van de uitkomsten van een in 2014 gestartte pilot zetten we vanaf 2015
webcare in als extra instrument om in gesprek te zijn met en diensten te verlenen aan de samenleving. De
kaders voor de inzet van social media en webcare komen voort uit het in 2014 vastgestelde social media
beleid.
Bunnikse Manier van Werken (8.1)
In het laatste kwartaal van 2014 is de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om dit gedachtegoed van
het plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het gemeentehuis gedaan en
zijn de ICT-voorzieningen aangepast. Daarnaast worden bestuur, management en medewerkers
toegerust door middel van werkateliers om de nieuwe manier van werken vorm te geven. Deze omslag
van werken zal in 2015 verder doorgevoerd worden. Per 1 januari 2015 is één van de vrijgekomen
verdiepingsvleugels verhuurd aan de Stichting ‘Meedoen mogelijk maken’. Voor de andere
verdiepingsvleugel worden gesprekken gevoerd met belangstellenden. In de loop van 2015 gaan we ook
bezien of de vergaderlocaties voor verhuur beschikbaar worden gesteld om de bezettingsgraad hiervan te
verhogen en meer inkomsten te genereren.
Bestaand beleid
Product
Gemeenteraad
College van B&W
Samenwerking
Gegevensbeheer
Bedrijfsvoering
Activiteiten
Raad
Griffie
Burgemeester en Wethouders
Communicatie
Commissie bezwaarschriften
Kabinetszaken
Bestuurlijke samenwerking
Basisregistratie personen
Basisregistratie objecten
O Organisatiekosten
Relevante beleidsontwikkelingen
Implementatie stelsel van basisregistraties
De implementatie van een stelsel van basisregistraties (een verplichting vanuit het i-NUP - de
overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-Overheid) is meer dan alleen een
14
15
technische operatie en heeft daarom ook veel impact op de organisatie. De inrichting van en de
koppelingen tussen de registraties en het inregelen van de bijbehorende beheerprocessen, zijn complexe
en kennisintensieve activiteiten. Daarbij brengt dit gezien de omvang van de werkzaamheden een nieuwe
capaciteitsvraag met zich mee, waarbij het deels ook zo is dat er een beroep gedaan zal worden op
andere competenties.
Voor het in kaart brengen van het geheel van deze impact (die mogelijk deels in samenwerking met
bijvoorbeeld andere gemeenten zal moeten worden opgevangen) is medio 2014 een businesscase
opgesteld. Op basis hiervan wordt in de eerste helft van 2015 een intern proces opgestart om te komen
tot een integrale ontwikkeling van de basisregistraties die nog ‘op de rol staan’ (al dan niet in
samenwerking met omliggende gemeenten), maar vooral ook om bij te dragen aan de uiteindelijke
doelstelling om te komen tot een efficiëntere overheid en verlaging van de administratieve lasten voor
inwoners en bedrijven. Kernpunt is daarbij dat de overheid niet (meer) bij de inwoners, bedrijven en
instellingen mag vragen naar gegevens die binnen de overheid reeds beschikbaar is (‘niet meer naar de
bekende weg vragen’). Eventuele structurele effecten van deze slag, voorzover die al tijdig in beeld zijn,
zullen een plek krijgen in de Kadernota 2016-2019.
Strategische agenda
De gemeente Bunnik heeft naar aanleiding van het bestuurskrachtonderzoek in 2013 een start gemaakt
met de zogenoemde Strategische agenda, om de gewenste externe ontwikkelingkoers in de nabije
toekomst te bepalen. Ten behoeve van die Strategische agenda is in 2014 een scenariostudie
opgeleverd. De scenario’s die hieruit naar voren zijn gekomen, zullen een toetssteen zijn in de keuzes
waarvoor de gemeente komt te staan.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Gemeenteraad
College van B&W
Samenwerking
Gegevensbeheer
Bedrijfsvoering
3.377,0
427,9
1.429,3
98,2
727,8
693,8
7.345,9
235,4
429,4
66,2
443,5
6.171,3
7.456,4
226,8
395,7
68,5
405,8
6.359,6
7.464,8
226,8
395,7
68,5
414,2
6.359,6
7.463,7
226,8
395,7
68,5
413,1
6.359,6
7.473,2
234,8
395,7
68,5
414,6
6.359,6
Baten
Gemeenteraad
College van B&W
Samenwerking
Gegevensbeheer
Bedrijfsvoering
62,2
43,9
18,3
-
30,5
10,0
20,5
-
35,4
14,9
20,5
-
35,4
14,9
20,5
-
35,4
14,9
20,5
-
35,4
14,9
20,5
-
Saldo lasten en baten
3.314,8-
7.315,4-
7.421,0-
7.429,4-
7.428,3-
7.437,8-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
3.314,8-
7.315,4-
7.421,0-
7.429,4-
7.428,3-
7.437,8-
7.409,211,8-
7.413,515,9-
7.409,818,5-
7.418,319,5-
15
16
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht.
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
2015
Opleidingen gemeenteraad
2016
2017
2018
8.000
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een nadelig verschil van € 105.600 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
•
Bij het product college van B&W is een voordeel van € 33.700 ontstaan, omdat het college van B&W
is teruggebracht van 3 naar 2 wethouders. Deels was hiermee al rekening gehouden in Bunnik in
Balans.
•
Vanaf 2014 is er een nieuwe verdeelsystematiek voor de uren. Dit betekent, dat de uren uitsluitend
worden geraamd op de producten waar een inkomst tegenover staat. De uren voor de overige
producten worden onder dit programma opgenomen. Ten opzichte van 2014 zijn er minder uren op
de producten geraamd waar een inkomst tegenover staat. Dit levert op het product Bedrijfsvoering
een nadeel op van € 188.300.
Bij het product Gegevensbeheer is een voordeel van € 37.700. Dit komt enerzijds, omdat er in 2014
nog een incidentele raming is opgenomen voor de BGT-transities van € 11.000. Deze raming komt
voor 2015 te vervallen. Daarnaast worden er minder uren geraamd voor de activiteit Basisregistratie
personen. Dit levert een voordeel op van € 26.700.
Overige mutaties: € 11.300 voordelig.
•
•
16
17
Programma: 2. Dienstverlening
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. Inzetten op verdere digitalisering van onze dienstverlening.
2. Zoeken naar andere, nieuwe manieren van fysieke dienstverlening.
3. Streven naar deregulering en versimpeling van regels waar nodig.
Actiepunten 2015
1.1 Zowel binnen de organisatie als naar de samenleving zoveel mogelijk werken vanuit de houding
digitaal, tenzij.
2.1 De mogelijkheden onderzoeken om producten (paspoorten e.d.) thuis te bezorgen.
Uitvoering van collegeagenda
Kostendifferentiatie digitale producten (1.1)
In 2015 wordt de ontwikkeling van digitale formulieren die via de website in te vullen zijn, voortgezet.
Hierdoor kunnen meer producten volledig digitaal worden afgehandeld. Voordeel hiervan is dat het proces
efficiënter kan worden ingericht en de aanvrager van een product meer inzicht heeft in de voortgang van
het proces. Verder wordt op basis van een in 2014 uitgevoerde analyse bij wijze van proef
kostendifferentiatie toegepast tussen het digitaal of fysiek aanvragen van een drietal producten:
- Gehandicaptenparkeerkaart;
- Afschrift burgerlijke stand;
- Blauwe zone/Mereveldseweg.
Op deze manier wordt inwoners de mogelijkheid geboden om tegen een lager tarief gemeentelijke
producten af te nemen en wordt bekeken of het kostenaspect een prikkel kan zijn voor een toename in het
gebruik van het digitale kanaal.
Aansluiting op de Berichtenbox (1.1)
In het kader van de i-Nup – de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en
e-Overheid – zijn alle gemeenten verplicht aan te sluiten op de Berichtenbox van MijnOverheid. De
Berichtenbox biedt de inwoner een persoonlijke, beveiligde elektronische postbus voor digitale
correspondentie van de overheid. Het kabinet heeft als doelstelling dat in 2017 alle zaken met de overheid
online geregeld kunnen worden.
De gemeente Bunnik kan – door aan te sluiten op de Berichtenbox van MijnOverheid – grote
berichtenstromen digitaal versturen. Hierbij kan gedacht worden aan een herinnering voor het verlengen
van reisdocumenten. Het voorbereidende traject vindt in 2015 plaats, zodat aansluiting op de
Berichtenbox begin januari 2016 een feit kan zijn.
Nieuwe vormen van fysieke dienstverlening (2.1)
Het ‘dichter bij de inwoner brengen van producten’ kan niet alleen langs de genoemde digitale weg
gestalte krijgen. Daarom wordt ook in de fysieke dienstverlening in 2015 onderzoek gedaan naar
vernieuwende mogelijkheden. Denkbare voorbeelden hiervan zijn het thuisbezorgen van producten, of het
op locatie in de kernen aanwezig zijn voor vraagbeantwoording of productaanvraag of -afgifte.
17
18
Bestaand beleid
Product
Activiteiten
Klantencontact
Website
Klachtenbehandeling
Burgerlijke stand
Rijbewijzen en reisdocumenten
Verkiezingen
Naturalisatie
APV en bijzondere wetten
Uitwegvergunning en invalidenparkeerkaarten
Markt en standplaatsen
Omgevingsvergunningen
Begraafplaats
Burgerzaken
Vergunningverlening
Begraafplaats
Relevante beleidsontwikkelingen
n.v.t.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Klantcontact
Burgerzaken
Vergunningverlening
Begraafplaats
1.695,2
121,7
327,3
1.156,9
89,4
1.383,8
52,0
344,3
910,1
77,3
1.386,0
44,5
342,2
934,6
64,7
1.353,1
44,5
309,3
934,6
64,7
1.375,5
44,5
330,9
934,6
65,5
1.375,5
44,5
330,9
934,6
65,5
Baten
Klantcontact
Burgerzaken
Vergunningverlening
Begraafplaats
814,8
240,6
558,5
15,6
663,6
229,9
408,2
25,5
866,7
258,4
582,9
25,5
941,3
258,4
657,5
25,5
753,1
258,4
469,3
25,5
967,3
258,4
683,4
25,5
Saldo lasten en baten
880,4-
720,2-
519,3-
411,8-
622,3-
408,2-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
880,4-
720,2-
519,3-
411,8-
622,3-
408,2-
574,355,0
492,881,0
729,3107,0
523,2115,0
18
19
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht.
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
Aankoop materiaal verkiezingen
2015
26.300
2016
2017
15.000
2018
15.000
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een voordelig verschil van € 200.900 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
•
•
•
•
Bij het product Vergunningverlening is er een nadeel van € 25.000 als gevolg van het feit, dat er per
saldo meer uren naar de activiteit Uitwegvergunningen en invalidenparkeerkaarten gaat.
Daarnaast is de raming voor leges omgevingsvergunning verhoogd als gevolg van de
geactualiseerde woningbouwprognose. Dit betekent een voordeel van € 174.700.
Op het product Burgerzaken ontstaat aan de batenkant een voordeel van € 28.500 ten opzichte van
2014. Dit is het gevolg van de aanpassing van de tarieven door het rijk; het tarief van met name het
paspoort is ten opzichte van 2014 verhoogd.
Overige mutaties: € 22.700 voordelig.
19
20
Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. Een gezonde financiële positie behouden: het gemeentelijk huishoudboekje moet op orde zijn.
Actiepunten 2015
1.1 Uitvoering geven aan het project Bunnikse Kwaliteit;
1.2 Doorgaan met de verbetering van risicomanagement;
1.3 Verbeteren van de sturing op gemeenschappelijke regelingen, in samenspel met de gemeenteraad;
Uitvoering van collegeagenda
Implementatie bezuinigingmaatregelen Bunnikse Kwaliteit (1.1)
Eind 2013 is het bezuinigingsproject Bunnikse Kwaliteit gestart. Via de inzet van expertgroepen vanuit de
Bunnikse samenleving is een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld. Op basis van de
besluitvorming door de gemeenteraad eind 2014, worden de gekozen maatregelen vanaf 2015
geïmplementeerd. Daarbij wordt een groot beroep gedaan op inwoners, het maatschappelijk middenveld,
bestuur en organisatie, om met elkaar Bunnik financieel gezond te houden.
Inbedding risicomanagement (1.2)
De laatste jaren is risicomanagement steeds meer onder de aandacht gekomen, veelal als reactie op een
negatieve ervaring. Denk hierbij aan milieurampen, grote branden, kartelvorming in de bouw en niet te
vergeten de effecten van de wereldwijde economische crisis. Dit soort negatieve ervaringen leiden vaak
tot aanscherping van maatregelen op het gebied van toezicht, controle en andere vormen van beheersing.
Risicomanagement kan echter zoveel meer zijn dan een reactie op een negatieve ervaring. De Bunnikse
organisatie werkt vanuit een missie, visie en strategie met bijbehorende doelen. Dat betekent dat alles wat
het ‘bereiken van die doelen’ in de weg kan staan, een risico genoemd kan worden. In een tijd waarin
(financiële) middelen steeds schaarser worden en informatie zich steeds sneller verspreid, is het van groot
belang snel en effectief in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Risicomanagement is daarmee niet alleen
gericht op het voorkomen van schade, maar ook op het voorkomen dat kansen niet gezien en benut
worden. Deze benadering vraagt om een integrale aanpak. Deze twee uitgangspunten, namelijk 1.
risicomanagement is verbonden met de strategie van de organisatie en 2. risicomanagement moet
integraal worden opgepakt, vormen de basis voor de structurele inbedding van risicomanagement binnen
de organisatie. Hieraan wordt in 2015 verder vormgegeven.
Sturing en beheersing binnen samenwerkingen (1.3)
Bunnik maakt deel uit van een aantal gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsvormen.
Redenen van deelname aan samenwerkingen zijn divers en vaak gelegen in wettelijke verplichtingen,
vermindering van kwetsbaarheid, goedkopere dienstverlening en/of verhogen van de kwaliteit van de
dienstverlening. Met het ‘op afstand zetten van taken’ neemt ook de mogelijkheid tot directe (aan)sturing
af. Terwijl de eindverantwoordelijkheid voor de taak in alle opzichten bij het gemeentebestuur aanwezig
blijft. Aandachtspunt hierbij is de trend dat steeds meer taken uitbesteed worden aan derden danwel in
samenwerking met partners worden uitgevoerd. Daarom wordt het opnieuw vormgeven van het proces
van sturing en beheersing, zoals dat in 2014 gestart is, in 2015 uitgewerkt. De focus zal daarbij niet liggen
op het ontwikkelen van uitgebreide verantwoordingssystemen, maar op het vroegtijdig en continu in
gesprek zijn met deze partners, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Dit vraagt om een
wederzijdse open houding, waarin het belang van de inwoners centraal staat.
20
21
Bestaand beleid
Product
Activiteiten
Geldbeheer
Financiering
Deelnemingen
OZB
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Algemene uitkering
Stelposten
Mutaties in reserves
Belastingen
Algemene Uitkering
Algemene baten en lasten
Relevante beleidsontwikkelingen
De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Inzicht in
de algemene dekkingsmiddelen is echter essentieel en zullen hieronder beschreven worden.
Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is
Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is.
Voorbeelden hiervan zijn de OZB, hondenbelastingen en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik
wordt de opbrengst onroerende zaakbelasting verhoogd met inflatie. Voor 2015 is de inflatie bepaald op
2,25%. Daarnaast wordt rekening gehouden met een waardedaling van 2%. Voor de overige lokale
heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen.
Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is, zijn het rioolrecht en de
afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord.
Algemene Uitkering
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire 2014.
In het volgende overzicht is de omvang van de algemene uitkering weergegeven zoals die in de
Programmabegroting 2015 is verwerkt. In die ramingen is, naast het effect van de uitkeringsfactor,
rekening gehouden met de raming van het aantal inwoners en woningen. Deze bedragen zijn inclusief de
decentralisatie uitkeringen.
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Raming algemene uitkering
13.242.664
13.320.196
13.127.945
13.000.110
Dividend
De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). Naar
verwachting zal in totaal een dividenduitkering van € 40.250 worden ontvangen.
Onvoorzien
Het bedrag onvoorzien dient te worden geraamd voor de begroting in zijn geheel of per programma. In de
gemeente Bunnik wordt een post onvoorzien in de begroting opgenomen. In de begroting 2015 is voor
onvoorziene onvermijdbare en onuitstelbare lasten een bedrag beschikbaar van € 44.295.
21
22
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
2016
Meerjarenbegroting
2017
2018
Lasten
Geldbeheer
Belastingen
Algemene uitkering
Algemene baten en lasten
8.791,7
184,8
311,4
5,5
8.290,1
1.070,6
19,4
69,9
3,6
977,7
1.052,1
19,2
60,1
3,8
969,0
1.078,7
19,2
60,1
3,8
995,6
1.054,3
19,2
60,1
3,8
971,2
1.089,4
19,2
60,1
3,8
1.006,2
Baten
Geldbeheer
Belastingen
Algemene uitkering
Algemene baten en lasten
25.181,4
2.813,4
4.558,0
10.194,6
7.615,5
17.406,0
473,7
4.626,7
10.135,2
2.170,4
20.161,4
402,6
4.809,8
13.217,6
1.731,5
20.223,1
402,6
4.827,1
13.287,8
1.705,6
20.396,8
402,6
4.896,1
13.168,3
1.929,8
20.212,0
402,6
4.946,8
13.087,2
1.775,4
Saldo lasten en baten
16.389,7
16.335,4
19.109,3
19.144,4
19.342,5
19.122,6
8.156,0
7.645,6
918,7
1.019,2
747,3
679,3
850,4
588,9
868,1
745,4
891,2
546,0
261,4-
122,7-
345,2-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo mutatie reserves
Resultaat
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
510,415.879,4
100,5
16.435,9
68,019.041,3
18.882,9
19.219,7
18.777,4
19.113,2
3,9-
19.152,1
7,7-
19.350,0
7,6-
19.150,1
27,4-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een voordelig verschil van € 2.774.000 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
• Lagere lasten met betrekking tot de algemene baten en lasten € 9.000. Dit komt voornamelijk door
lagere bespaarde rente over de reserves van € 119.000 aangezien de stand van de reserves lager
is. Daarnaast is per 1 oktober 2014 de nieuwe CAO ingegaan. Dit is een nadeel van € 110.000.
• Lagere baten met betrekking tot de financiering: € 71.100 nadelig.
• Op het product Belastingen ontstaat per saldo een voordeel van € 192.800. Dit komt door de
correctie voor de inflatie en door areaaluitbreiding voor de OZB.
• Naar aanleiding van de septembercirculaire is op het product Algemene uitkering de bedragen uit de
integratieuitkering sociaal domein (Zorg, Jeugd, Werk en Inkomen) verantwoord. Dit levert op dit
product een voordeel op van € 4.069.600. De lasten worden budgettair neutraal verantwoord op de
programma’s 8 en 9 verantwoord. Daarnaast is de algemene uitkering herberekend naar aanleiding
van de herverdeling gemeentefonds, nieuwe maatstaven, nieuw accres en de uitname
gemeentefonds naar aanleiding van korting op onderwijshuisvesting, overheveling buitenonderhoud
schoolgebouwen en korting integratieuitkering Wmo. Dit levert totaal een nadeel van € 987.200 ten
opzichte van 2014.
• Tot slot is er een nadeel van € 438.900 aan de batenkant van de algemene baten en lasten. Dit is
voor € 200.200 vanwege een lagere onttrekking uit de reserve leges omgevingsvergunningen.
Daarnaast is er een lager baat van € 240.000 vanwege lagere bespaarde rente op reserves
(inclusief de reserve dekking kapitaallasten). En tenslotte is in juli 2014 is een alternatief plan
voorgelegd voor de Bunnikse manier van werken. Hieruit komt een extra structureel voordeel voor
de begroting van € 26.700. (Dit is het saldo van een totaal extra voordeel van € 41.700 minus de €
15.000 die in de Bunnikse Kwaliteit opgenomen is.)
22
23
Fysiek domein
23
24
Programma: 4. Veiligheid
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. De organisatie van de crisisbeheersing verder vorm geven.
2 De (gemoderniseerde) brandweergarages overdragen aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU).
3.De samenleving participatief betrekken bij veiligheid, waarbij de eigen verantwoordelijkheid
gestimuleerd wordt.
Actiepunten 2015
1.1 Actief samenwerken met de politie;
1.2 Bibob-beleid opzetten, om de integriteit van vergunning- en subsidieaanvragers beter te kunnen
beoordelen.
2.1 Intensiveren van de samenwerking met de VRU en de gemeente Zeist om de crisisbeheersing verder
te optimaliseren.
3.1 Promoten van de aansluiting van de inwoners van Bunnik op Burgernet;
3.2 Meer aandacht besteden aan preventie, vooral op het gebied van (auto)inbraken in Bunnik.
Uitvoering van collegeagenda
Integriteitbeoordeling (1.2)
De openbare orde en veiligheid in Bunnik wordt door de inwoners positief geduid. Er is geen sprake van
grote problemen. Dit positieve beeld moet behouden en waar mogelijk versterkt worden. Gelet op
ervaringen en signalen vanuit de regio, wordt in 2015 het Bibob-instrument ontwikkeld, hoewel daar begin
oktober 2014 sec vanuit Bunnik gezien nog geen directe aanleiding voor lijkt te zijn. Met dit instrument
wordt het mogelijk om, wanneer daartoe concrete signalen ontvangen worden, een integriteitcontrole te
kunnen laten uitvoeren, bijvoorbeeld in het kader van vergunning- en subsidieverlening.
Samenwerking binnen de veiligheidsketen (1.1 / 2.1)
Een goede samenwerking met de veiligheidsdiensten, politie, VRU en de GHOR is belangrijk. De huidige
ervaring is dat de samenwerking goed is en men kan elkaar makkelijk weet te vinden. Gelet op de recente
wijzigingen in de crisisorganisatie, neemt het belang van deze samenwerking alleen maar toe. Op basis
van de positieve ervaringen wordt de samenwerking de komende jaren verder verstevigd.
Veiligheid in de buurt (3.1 / 3.2)
Het inschakelen van de inwoners bij de veiligheid heeft zich inmiddels al een aantal keren bewezen. Er
zijn al veel Bunnikse inwoners aangesloten op Burgernet, waardoor een aantal positieve resultaten is
behaald. Om de kracht van de inwoners in nog grotere getale te kunnen benutten, wordt ook in 2015 met
regelmaat aandacht gevraagd voor aansluiting bij Burgernet. Daarnaast worden inwoners en
ondernemers blijvend gewezen op preventiemaatregelen om de eigen veiligheid te blijven waarborgen.
Bestaand beleid
Product
Beschermende maatregelen
Brandweerzorg
Activiteiten
Criminaliteitspreventie
Overige beschermende maatregelen
Crisisbeheersing
Brandweer
Brandweerkazerne Bunnik
Brandweerkazerne Werkhoven
24
25
Relevante beleidsontwikkelingen
Bijdrage Vru
Het bestuur van de VRU heeft voorgesteld een nieuwe financieringssystematiek in te voeren waarbij de
gemeentelijke bijdrage geënt is op de bijdrage uit het gemeentefonds.
De gemeente Bunnik is een voordeelgemeente, dat wil zeggen de bijdrage op basis van ijkpuntscores valt
lager uit dan in de huidige bijdrageregeling. Voor Bunnik betekent dit dat op basis van de nieuwe
financieringsstructuur er sprake is van een structureel voordeel. Dit voordeel is berekend op totaal
€ 123.000 op jaarbasis in 2020. De VRU adviseert om het voordeel, op basis van de nieuwe
financieringssystematiek, in 2015 als eenmalig aan te merken in afwachting op de effecten van de
herijking, de inbreng van de huisvestingslaten na 2015 en de herverdeling van het gemeentefonds (2016).
Het standpunt van de gemeente Bunnik is om het toch al structureel in te boeken. Er is veel vertrouwen in
de organisatie van de VRU om de nieuwe systematiek op een goede manier vorm te geven zodanig dat
het voordeel een structureel karakter heeft.
Overdracht brandweerkazernes
Op 1 januari 2016 worden de brandweer kazernes overgedragen aan het VRU. Voor die tijd moeten de
kazernes op onderhoudsniveau 3 worden gebracht. Hiervoor zal de kazerne in Werkhoven worden
verbouwd en worden opgeleverd uiterlijk 1 december 2014. De kazerne in Bunnik zal worden vervangen
door een nieuwe kazerne en uiterlijk 1 augustus 2015 worden opgeleverd.
Evenementenbeleid
In de collegeagenda is aangegeven dat deregulering de komende jaren hoog op de agenda staat.
Fasegewijs worden kaders tegen het licht gehouden om deze aan te passen aan de nieuwe balans tussen
‘ruimte geven’ en ‘houvast bieden’, ter ondersteuning van de kracht van de samenleving. Het
evenementenbeleid is bij uitstek een geschikt terrein om in 2015 als eerste aan te pakken. Aan de hand
van een aantal praktijkvoorbeelden die in 2014 hebben gespeeld, zal bekeken worden welke effecten dit
heeft op het evenementenbeleid. Bij het ‘ruimte geven’ zal uiteraard het uitgangspunt zijn de veiligheid
van deelnemers en publiek.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Beschermende maatregelen
Brandweerzorg
1.369,3
428,4
940,9
1.014,3
57,0
957,4
990,2
57,2
933,1
963,4
57,2
906,2
937,4
57,2
880,2
929,4
57,2
872,2
Baten
Beschermende maatregelen
Brandweerzorg
4,5
4,5
4,5
4,5
4,6
4,6
4,6
4,6
4,6
4,6
4,6
4,6
Saldo lasten en baten
1.364,8-
1.009,8-
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
1.364,8-
1.009,8-
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
25
26
Programma: 5. Openbare ruimte
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1.Samenwerken met buurgemeenten, provincie, BRU, partners uit de omgeving, inwoners en
bedrijven aan een gezamenlijke visie op de inrichting van het buitengebied waarin invulling wordt
gegeven aan termen als autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaarheid (voor ondernemers en bewoners).
2. Duurzaam inzetten op verkeersveiligheid.
3. Verbeteren van de aansluiting van routes in het Openbaar Vervoer.
4. Verder werken aan verduurzaming van verkeer en vervoer.
5. De openbare ruimte minimaal op het huidige niveau houden.
Actiepunten 2015
1.1 Bijdragen aan de optimalisering van de ontwikkeling van de infrastructuur rond Vechten. Streven naar
een verkeersveilige situatie door herinrichting van het kruispunt bij Vroeg, waarbij de recreatieve
ontwikkeling van het gebied voorop staat. Vermindering van de verkeersdruk voor doorgaand verkeer en
het terugbrengen van de maximum snelheid vormen een doelstelling.
1.2 Bijdragen aan een spoedige aanleg van de oostelijke ontsluiting van Houten over de parallelweg van
de A12 en onderzoeken welke kansen dit biedt voor een betere verkeersafwikkeling rond de N229, in
relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingen aan de westkant van Odijk.
1.3 In navolging op de gezamenlijke visie voor het buitengebied samenstellen van een maatregelenpakket
om een autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaar buitengebied te realiseren (bijvoorbeeld: verbetering van
fietspaden, de aanleg van een carpoolplaats en de introductie van een spitsknip).
1.4 Verbeteren van de verbinding tussen Bunnik en het Utrechtse Science Park.
2.1 Verkeersonveilige kruispunten aanpakken, met het kruispunt op de N229 bij Odijk als prioriteit;
2.2 Wegen binnen de bebouwde komen zo veilig mogelijk inrichten; de Provincialeweg wordt na
omlegging van de Baan van Fectio autoluw, met een maximumsnelheid van 30 km/u.
4.1 Zoeken naar creatieve manieren en pilots om oplaadpunten voor elektrisch autorijden te faciliteren.
5.1 Verkennen van nieuwe vormen van (passende) participatie in het onderhoud van de openbare ruimte,
ook op bedrijventerreinen;
5.2 Het hondenpoepbeleid wordt geherintroduceerd.
Uitvoering van collegeagenda
Verkeersbeleid (1.1 / 1.3 / 2.2 / 4.1)
Bunnik wordt gekenmerkt door veel verkeer- en vervoersstromen. Het zoeken naar een goed evenwicht
met de leefbaarheid van het gebied is dan ook essentieel. De verkeer- en vervoerstromen beperken zich
niet tot de gemeente Bunnik, maar raken ook alle buurgemeenten. In samenspraak moet gekomen
worden tot een gezamenlijke visie en een gezamenlijke aanpak op mobiliteit met name in het
buitengebied. Het in 2014 opgestelde verkeersbeleidsplan geeft hiervoor de koers aan. Besluitvorming
over deze koers vindt plaats in 2015. Op basis daarvan worden concrete acties en projecten benoemd.
Omdat het de leefbaarheid direct raakt, worden inwoners, bedrijven en instellingen nadrukkelijk hierbij
betrokken. Vanuit duurzaamheidoogpunt worden initiatieven ten aanzien van oplaadpunten voor elektrisch
rijden en andere alternatieve brandstoffen gefaciliteerd.
Regionaal verkeer en vervoer (1.2 / 1.4 / 2.1)
In 2015 wordt samen met de Provincie Utrecht en de gemeente Houten verder ingezet op de realisatie
van de oostelijke ontsluiting over de Parallelweg. Onderdeel hiervan is de realisatie van een veilige
aansluiting op de N229 (kruispunt Odijk). In samenspraak met inwoners, gebruikers en de Universiteit
Utrecht worden de mogelijkheden verkend om de verbindingen tussen het Science Parc en bijvoorbeeld
het NS-station en Houten beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook het recreatief medegebruik van straten,
lanen en paden wordt hierbij betrokken.
26
27
Openbare ruimte (5.1 / 5.2)
De fysieke leefomgeving, de openbare ruimte, raakt iedereen die binnen de gemeente woont, werkt en/of
recreëert. Om de kwaliteit van de openbare ruimte op het huidige niveau te kunnen behouden, is het
nodig dat iedereen daar naar vermogen een steentje aan kan bijdragen. Enerzijds is dit nodig omdat de
financiële middelen daartoe uitdagen. Anderzijds is de ervaring dat onder inwoners en ondernemers veel
initiatieven leven en er bereidheid en creativiteit aanwezig is om een actieve rol te pakken. Daarom zal in
2015 binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die
initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Specifiek aandachtspunt binnen de openbare ruimte
in 2015 zal de actualisatie van het hondenpoepbeleid zijn.
Bestaand beleid
Product
Wegen
Verkeer
Recreatie en Landschap
Riolering
Openbaar groen
Activiteiten
Straatreiniging
Openbare verlichting
Bruggen
Verkeersmaatregelen
Gemeentelijk verkeer en vervoer
Verkeersinstallaties
Openbaar Vervoer
Recreatie
Landschap
Kunstwerken
Gemeentelijk rioleringsplan
Riolen
Hoofdgemalen en pompen
Kwijtschelding rioolrecht
Rioolrecht
Groenonderhoud
Relevante beleidsontwikkelingen
Wegenplan 2015-2020
In 2014 is het wegenplan geëvalueerd en geactualiseerd. Het wegenplan geeft zowel de kwalitatieve als
financiële kaders voor het wegenonderhoud de komende periode. De komende periode zal dit de basis
vormen voor het jaarlijkse onderhoud aan de wegen in onze gemeente. Ook de ondergrondse
infrastructuur heeft aandacht nodig. Onderzocht wordt welke voordelen het biedt om op dit gebied actief te
participeren in regionale samenwerking (Winnet). Indien dit positief uitpakt wordt daar verder uitwerking
aan gegeven.
Beleidsplan Openbare verlichting
In 2014 is het beleidsplan Openbare Verlichting vastgesteld en daarmee de voor vervanging benodigde
financiële middelen. Met de vervanging van verouderde masten en armaturen zal in 2015 gestart worden.
De komende jaren zal de achterstand in vervanging worden ingelopen.
Groenplan 2014-2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen
Het Groenplan 2014-2018 is een plan voor noodzakelijke vervangingsinvesteringen in het openbaar
groen. Het Groenplan is in twee delen opgedeeld: één gedeelte voor de bomen en één gedeelte voor het
overige groen. Het Groenplan beschrijft het groenbeheer voor de periode 2014-2018. In het plan wordt de
gemeentelijke visie op het groenbeheer beschreven: welk onderhoud is nodig voor de aanwezige functies
met een financiële verantwoording. Het Groenplan is de uitwerking/beschrijving van het bestaande
gemeentelijk beleid en vormt de basis voor de beheercyclus. Door de bezuinigingsmaatregelen van juli
2013 (Kwaliteitsbeheerplan Openbare Ruimte 2009) is voor het onderhoudsniveau van de plantsoenen
gekozen voor beheerniveau B (CROW normen; een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van
infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer). Deze maatregelen zijn inmiddels ook gerealiseerd.
Naast het onderhoud moet rekening worden gehouden met vervanging van de beplantingen aan het einde
van de levensduur. Vervanging vindt op dit moment slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er zijn sterk
verouderde beplantingsvakken, maar die zijn feitelijk uitgeput en vormen geen gesloten vak meer. Om
27
28
deze noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen doen is gedurende deze periode een bedrag
nodig van € 42.500.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Wegen
Verkeer
Riolering
Recreatie en landschap
Openbaar groen
4.294,3
1.755,0
699,3
940,1
193,7
706,2
2.991,1
1.328,2
148,1
1.042,0
77,8
395,0
2.986,7
1.340,8
149,0
1.050,5
77,9
368,5
2.988,4
1.338,5
149,0
1.050,5
77,9
372,4
3.034,5
1.380,8
149,0
1.050,5
77,9
376,3
3.036,2
1.378,5
149,0
1.050,5
77,9
380,2
Baten
Wegen
Verkeer
Riolering
Recreatie en landschap
Openbaar groen
1.372,3
12,2
4,41.353,1
10,2
1,1
1.250,7
8,4
1.229,2
13,1
0,0
1.245,1
8,4
1.223,3
13,4
0,0
1.245,1
8,4
1.223,3
13,4
0,0
1.245,1
8,4
1.223,3
13,4
0,0
1.245,1
8,4
1.223,3
13,4
0,0
Saldo lasten en baten
2.922,0-
1.740,4-
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
2.922,0-
1.740,4-
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht.
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
Actualisatie wegenbeheersplan
2015
2016
22.238
2017
2018
22.238
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
28
29
Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1.Inzetten op een spoedige realisatie van ’t Burgje, tegen maximale opbrengst en inspelend op de
regionale woningbouwvraag.
2. Creëren van mogelijkheden tot woningbouw in de kernen door middel van inbreiding, na realisatie
van het bedrijventerrein A12.
3. Het huidige Structuurplan, dat tot 2015 loopt, wordt vernieuwd.
4. Actualiseren van de Woonvisie.
5. Bevorderen van duurzaamheid door initiatieven vanuit de samenleving te faciliteren.
6. Zo snel mogelijk realiseren van het nieuwe bedrijventerrein langs de A12.
7. Participeren in en anticiperen op ontwikkelingen rondom het Utrecht Science Park.
8. Faciliteren van initiatieven van (lokale) ondernemers om het voorzieningenniveau van de Bunnikers
op peil te houden.
9.Verruimen van de mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik van het buitengebied om een vitaal
platteland te creëren.
10. Versterken van de positionering van de streek.
Actiepunten 2015
1.1 Werken aan een snelle uitvraag van en grondbod op ’t Burgje;
1.2 Streven naar energieneutraal bouwen (in overleg met experts zoals NMU), waarbij ook andere
alternatieven onderzocht worden;
1.3 Onderzoeken van de mogelijkheid om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen;
1.4 De overige (onbestemde) gronden ten westen van Odijk worden verkocht.
2.1 Meedenken met initiatieven in particuliere woningbouw en deze faciliteren waar dat mogelijk is.
2.2 Herzien (versimpelen/flexibiliseren) van bestemmingsplannen waar dat nodig blijkt;
2.3 Opnieuw bezien van het integraal handhavingsbeleid.
3.1 Het huidige Structuurplan vernieuwen, in samenwerking met andere beleidsvelden en in
samenwerking met onder meer Houten en Wijk bij Duurstede, om ruimte in de zogenaamde “driehoek”
tussen deze kernen te creëren.
4.1 Bij de actualisering van de Woonvisie aandacht besteden aan het bieden van ruimte voor diverse
groepen inwoners en woningtypen in zowel koop als huur;
4.2 Versterken van de relatie tussen het woonbeleid en de ontwikkelingen op het Utrechts Science Park,
waar werkgevers van veel van de inwoners van de gemeente Bunnik zijn gevestigd;
4.3 In overleg gaan met partners (corporaties e.d.) over de wijze waarop de combinatie tussen Wonen,
Welzijn en Zorg (WWZ) verder wordt vormgegeven.
5.1 Faciliteren van duurzaamheidsmaatregelen van ondernemers, corporaties en bewoners bij hun
bestaande bedrijven en woningen;
5.2 Stimuleren van verhuizing van milieuonvriendelijke bedrijven uit de kernen;
5.3 Bevorderen van de afkoppeling van regenwater.
6.1 Naast aandacht voor werk voor hoogopgeleide inwoners aandacht behouden voor laaggeschoolde
arbeid, zodat zoveel mogelijk Bunnikers een baan kunnen vinden in de omgeving.
7.1 Aansluiting zoeken bij en samenwerking met de stuurgroep Utrecht Science Park;
7.2 Voorwaarden scheppen zodat tot een locatie voor ZZPérs en kleine ondernemingen en start-ups
gekomen kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsverzamelgebouw;
7.3 Een actieve rol spelen in de verbinding van wonen, ondernemen en recreatie.
8.1 Het college investeert in de relatie met Bunnikse ondernemers (onder meer de BHIK);
8.2 Mee denken met ondernemingen en een verbindende houding aannemen, onder meer op het gebied
van regelgeving, om economische ontwikkeling mogelijk te maken.
9.1 In regionaal verband stimuleren van recreatieve fiets-, wandel- en vaarroutes met aandacht voor
toeristische overstappunten (TOP’s).
9.2 Faciliteren van innovatieve recreatiemogelijkheden en daarop inspelen;
10.1 Inzetten op verbetering van de communicatie in de vorm van streekpromotie.
29
30
Uitvoering van collegeagenda
Ontwikkeling ’t Burgje (1.1 / 1.2 / 1.3 / 1.4)
In de collegeagenda is aangegeven dat gestreefd wordt om op locatie 't Burgje energieneutraal te
bouwen. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om op de gronden ten westen van Odijk
zonnepanelen te plaatsen. De overige onbestemde gronden ten westen van Odijk worden verkocht.
Aan de hand van gesprekken met de raad, medewerkers, de klankbordgroep en marktpartijen,zijn
spelregels uitgewerkt. De spelregels vormen de basis van een aanbestedingsleidraad voor het kiezen
van een marktpartij die locatie 't Burgje gaat ontwikkelen. Duurzaamheid, kwaliteit en prijs zijn hierbij
belangrijke opgaven. Er wordt naar gestreefd om dit eind 2014 te laten plaatsvinden. Gunning, en
daarmee duidelijkheid over de globale invulling van locatie 't Burgje, zal dan kunnen plaatsvinden in 2015.
Hierop volgend zal de bestemmingsplanprocedure worden gestart.
Structuurplan (3.1)
In 2015 wordt gewerkt aan een nieuw structuurplan, ook wel een nieuwe omgevingsvisie genoemd voor
de gemeente. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Strategische agenda, waarin de gewenste externe
ontwikkelingskoers van de gemeente in de nabije toekomst wordt bepaald. De omgevingsvisie wordt in
dialoog met de omgeving, waaronder buurgemeenten, opgesteld. Hierbij ligt een directe relatie met de
(regionale) visie over mobiliteit. Het is van belang voor inwoners en ondernemers om samenhang en
zoveel mogelijk eenduidigheid tussen het beleid van de gemeenten te zien. Daarop zal dan ook de focus
liggen bij de totstandkoming van de visie, die in 2015 gereed komt.
Woonvisie (4.1 / 4.2 / 4.3)
De woningmarkt bevindt zich al een aantal jaren in een turbulente tijd. Ontwikkelingen zijn divers en gaan
snel, zowel op landelijk als op regionaal niveau. Dit maakt dat in gezamenlijkheid en afstemming met
andere partijen de Woonvisie geactualiseerd moeten worden. Hiervoor worden in 2015 de
voorbereidingen gestart, afronding vindt plaats in 2016. Vanwege de ontwikkelingen in het sociaal domein
wordt in de Woonvisie specifiek ingegaan op de aansluiting tussen Wonen, Welzijn en Zorg. Dat zal in
dialoog met alle betrokken partners in het netwerk gebeuren.
Planontwikkeling en handhaving (2.1 / 2.2 / 2.3)
Parallel aan de ontwikkeling van bovengenoemde visies, worden in 2015 concrete stappen gezet om ook
op het gebied van wonen en ondernemen meer ruimte te bieden aan inwoners en ondernemers. Daarbij
moet gedacht worden aan het versimpelen en flexibiliseren van bestemmingsplannen. Inbreidingslocaties
voor woningbouw zullen worden verkend. Er worden maatregelen getroffen om snel in te kunnen spelen
op concrete verzoeken. Ook zal gewerkt worden aan het verruimen van de mogelijkheden van
medegebruik van het platteland (recreatief, wonen en/of zorg). Hierbij wordt een open grondhouding
aangenomen, die uitgaat van de mogelijkheden die er zijn. Vanwege veranderende inzichten en het geven
van meer ruimte en verantwoordelijkheid aan de samenleving zelf, wordt in het kader van deregulering
ook het integrale handhavingsbeleid onder de loep genomen.
Duurzaamheid (5.1 / 5.2 / 5.3)
Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt. Ook in 2015 en volgende jaren vormt dit een belangrijk
uitgangspunt in het handelen. Dat wordt niet alleen zichtbaar in onze woningbouwplannen
(energieneutraliteit), maar ook op andere terreinen van beleid. In 2014 is de duurzaamheidsnota
opgesteld. Deze nota biedt de kaders voor concrete uitwerking de komende jaren. Ook hier is de dialoog
en samenwerking met inwoners en ondernemers essentieel. De ervaring is dat onder inwoners en
ondernemers bereidheid en creativiteit aanwezig is om initiatieven in gang te zetten. Daarom zal in 2015
binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die
initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Concreet wordt actie ondernomen ten aanzien van
het faciliteren in oplaadpunten voor elektrisch autorijden en andere alternatieve brandstoffen, duurzaam
bouwen en het handelen van onze eigen organisatie.
Ondernemen (6.1 / 7.1 / 7.2 / 7.3 / 8.1 / 8.2 / 10.1)
Zoals eerder is aangegeven, is Bunnik de groene voortuin van onze stedelijke regio, een mooie plek om te
wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science Park. In 2015 zal vanuit
economisch oogpunt de focus liggen op het inspelen op en participeren in ontwikkelingen die een directe
relatie hebben met het Science Park. Dit biedt ook kansen voor de Kromme Rijnstreek in den breedte
(inwoners en bedrijvigheid) en kan leiden tot een versterking van de positionering van onze gemeente en
30
31
de streek. Met het doel de bedrijvigheid en het (winkel)voorzieningenniveau binnen de gemeente op peil
te houden, wordt ingezet op het verder in dialoog gaan met (potentieel nieuwe) betrokken ondernemers.
Om zo met hen te zoeken naar mogelijkheden voor ontwikkeling en deze te faciliteren, in combinatie met
het beroep dat op hen wordt gedaan in het kader van maatschappelijk ondernemen. De Economic Board
Utrecht (EBU) en de Q4 zijn op regionaal niveau belangrijke partners. Met de komst van de Tour de
France in 2015 naar Utrecht zijn er ook voor het Bunnikse bedrijfsleven mogelijkheden zich te profileren.
Dit wordt gestimuleerd en waar mogelijk gefaciliteerd.
Recreëren (9.1 / 9.2)
Gemeente Bunnik participeert in de ontwikkeling van poorten en toeristische overstappunten (TOP’s) in
o.a. het Kromme Rijngebied. Een belangrijk toeristisch overstappunt voor de gemeente Bunnik ligt bij Fort
Vechten. Het streven is om in 2015 ook op andere locaties in het Kromme Rijngebied TOP’s te realiseren,
mogelijk op Bunniks grondgebied. De ontwikkeling hiervan is een initiatief van de Provincie Utrecht en
wordt ondersteund door Gebiedscoöperatie O-gen. In de Gebiedscoöperatie O-gen werken overheden,
maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei,
Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Hier worden ook mogelijkheden verkend om innovatieve
recreatiemogelijkheden te verkennen en faciliteren.
Bestaand beleid
Product
Economie
Wonen
Milieu
Ruimtelijke ordening
Handhaving
Grondexploitatie
Activiteiten
Economische aangelegenheden
Monumenten
Volkshuisvestingsbeleid
Woningtoewijzing
Eigendommen
Openbare speelvoorzieningen
Huisnummering
GFT en restafval
Specifieke afvalstromen
Kwijtschelding reinigingsheffing
Reinigingsheffing
Milieu
Bestemmingsplannen
Planontwikkeling
Verspreide gronden
Handhaving omgevingsvergunningen
Grondexploitatie churchillhal
Grondexploitatie Rijneiland
Grondexploitatie choleneiland Odijk
Grondexploitatie Burgweg
Grondexploitatie Odijk West
Grondexploitatie Werkhofterrein
Grondexploitatie Delteijkterrein
Grondexploitatie Bedrijventerrein
Grondexploitatie Anne Frank terrein
Grondexploitatie Scholeneiland Bunnk
Relevante beleidsontwikkelingen
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied
Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap, bij gebrek aan draagvlak voor de
regeling, besloten tot opheffing. Volgens de afspraken in de gemeenschappelijke regeling wordt een
liquidatieplan opgesteld. Dit liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd liquidatieproces waarin de komende
jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger
worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018 opgeheven worden.
Eind 2017 zal de finale afrekening van de resterende verplichtingen geschieden. Door niet per 1 januari
2015 maar per 1 januari 2018 op te heffen is er ruimte om in onderhandelingen met beoogde
rechtsopvolgers een goed onderhandelingsresultaat te bereiken waardoor de restantafkoopsom daalt.
31
32
De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de huidige afspraken bij elkaar
als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Dat betekent
dat er, bij tussentijdse overdracht van verplichtingen, ruimte ontstaat om ‘te sparen’ als voorschot op de
resterende afkoopsom aan het einde van de 4 jaar. Besloten is om de restverplichting over de deelnemers
te verdelen met een verdeelsleutel gelijk aan die voor de deelnemersbijdrage.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Economie
Wonen
Milieu
Ruimtelijke ordening
Grondexploitatie
13.526,0
25,8
336,4
1.588,8
839,4
10.735,5
3.404,7
6,6
100,3
1.414,8
220,2
1.662,7
4.777,2
6,6
100,8
1.497,6
211,2
2.960,9
1.798,1
6,6
100,8
1.479,5
211,2
-
1.781,1
6,6
100,8
1.462,5
211,2
-
1.781,1
6,6
100,8
1.462,5
211,2
-
Baten
Economie
Wonen
Milieu
Ruimtelijke ordening
Grondexploitatie
9.956,1
106,0
1.370,4
196,0
8.283,7
2.950,0
10,0
1.198,4
79,0
1.662,7
4.278,1
10,2
1.225,2
81,7
2.960,9
1.326,8
10,2
1.234,8
81,7
-
1.326,8
10,2
1.234,8
81,7
-
1.326,8
10,2
1.234,8
81,7
-
Saldo lasten en baten
3.569,8-
454,7-
499,1-
471,3-
454,3-
454,3-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
3.569,8-
454,7-
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
499,1-
471,3-
454,3-
454,3-
582,583,4
554,983,6
536,682,3
535,781,4
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht.
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
Verbetermaatregelen Odru
2015
44.775
2016
2017
2018
16.994
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
32
33
Sociaal domein
33
34
Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. Verbinden van sport met andere onderdelen van het sociaal domein.
2. Herijken subsidiebeleid op basis van door de raad vastgestelde maatschappelijke doelen.
3. Samen met sportverenigingen op zoek naar mogelijkheden om kunstgrasvelden aan te leggen.
Actiepunten 2015
1.1 Inzetten op buurtsportcoaches als makelaars met een signaalfunctie binnen het sociale domein.
2.1 Periodiek herzien van de maatschappelijke vraagstukken en doelstellingen van het subsidiebeleid.
3.1 Samen met sportverenigingen zoeken naar mogelijkheden om deze verenigingen (deels) te
verzelfstandigen en de positie van het Sporthuis in die discussie betrekken.
Uitvoering van collegeagenda
Sport (1.1 / 3.1)
Hoewel binnen het sociaal domein op dit moment de aandacht grotendeels gericht is op de komst van de
extra zorgtaken naar de gemeente per 1 januari 2015, zijn er op lokaal gebied ook ontwikkelingen gaande.
De afgelopen jaren is veel over sport gesproken. Inmiddels is ‘sport op orde’. De financiën zijn onder
controle en er is sprake van een constructieve samenwerking met het Sporthuis en de sportverenigingen.
Het is nu van belang naar de toekomst te kijken en te de mogelijkheden te onderzoeken om met alle
partijen te komen tot meer verzelfstandiging. Inmiddels zijn op dit vlak al enkele stappen gezet, recentelijk
met Bunnik ’73. Daarnaast kan de sport meer betekenen binnen het sociaal domein. Met
buurtsportcoaches kan de sport een stimulans zijn voor inwoners om meer te gaan sporten en te
bewegen. Niet alleen om te sporten op zich, maar om mensen vitaler en gezond te houden, eenzaamheid
te voorkomen en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen. In 2014 is er een initiatief gestart
vanuit de samenleving (sportverenigingen, Sporthuis, jongerenwerk en welzijn ouderen).
Herijking subsidiebeleid (2.1)
Het sociaal domein wordt momenteel beheerst door de implementatie van de drie transities, Jeugdzorg,
AWBZ/Wmo en de Participatiewet. Deze transities moeten in een breder perspectief worden ingebed,
zodat alle taken binnen het sociaal domein elkaar aanvullen en versterken ter ondersteuning van de
inwoners, bedrijven en instellingen in de gemeente. Onderdeel hiervan is het opnieuw kijken naar de wijze
van de subsidiëring. De subsidiëring moet aansluiten bij en een duidelijke meerwaarde hebben voor de
samenleving. Hiertoe wordt in 2015 het subsidiebeleid herijkt.
Bestaand beleid
Product
Onderwijs
Sport
Welzijn
Activiteiten
Openbaar onderwijs
Bijzonder basisonderwijs
Onderwijsvoorzieningen
Leerplicht
Sportbeleid
Sportaccommodaties
Sporthuis
Bibliotheek
Culturele subsidies
Cultuur
Wmo beraad
Wmo benchmark
Peuterspeelzaalwerk
34
35
Welzijnsaccommodaties
4 lokalen Camminghaschool
Muziektent
Jeugdaccommodatie Odijk
Jeugdaccommodatie Werkhoven
Accommodatie scouting Odijk
Accommodatie algemeen
Accommodatie Yumbo
1 lokaal Aquamarijn
Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje
Huurvergoeding Stichting Sporthuis
Peuterspeelzaal ‘t Grutje
Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje
Relevante beleidsontwikkelingen
Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting
Per 1 januari 2015 wordt de Wet Decentralisatie buitenonderhoud van kracht. Tot nu toe kunnen
schoolbesturen bij hun gemeente budget aanvragen voor het buitenonderhoud. Het gaat om
gevelonderhoud, vervangen van het dak etc. Tegelijk met het overdragen van budget worden ook
verantwoordelijkheden overgedragen van gemeente naar de schoolbesturen. Per saldo gaat het echter
niet om een neutrale situatie in financiële zin voor gemeenten. Het Rijk koppelt aan de overdracht ook nog
een korting op inkomsten uit het gemeentefonds. Om de effecten voor de gemeente zo beperkt mogelijk
te houden zal er nader overleg met de schoolbesturen moeten volgen over het buitenonderhoud. Gelet op
het feit dat de gemeente eigenaar is van drie Multifunctionele Accommodaties zal de insteek voor het
overleg zijn om het buitenonderhoud aan de gemeente over te laten onder doorbetaling van de bijdragen
die de scholen van het Rijk krijgen.
Passend onderwijs
Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht. Schoolbesturen zijn dan verplicht om aan
leerlingen passend onderwijs aan te bieden. Het doel van de wet is dat er minder leerlingen naar het
speciaal onderwijs gaan en dat het regulier onderwijs meer leerlingen met een specifieke leer- of
onderwijsbehoefte gaat opvangen. Schoolbesturen krijgen de mogelijkheid zich te specialiseren in een
bepaalde type leerproblematiek. Dit is een aangelegenheid voor de schoolbesturen, de gemeenten
kunnen echter met afgeleide gevolgen te maken krijgen op het gebied van huisvesting of
vervoersstromen. Voor deze onderwerpen is de gemeente wel verantwoordelijk. Op lokaal niveau zullen
gemeente en schoolbesturen nadere afspraken maken over samenwerking en afstemming met jeugdhulp
vanuit de gemeente.
Subsidieplafonds
Volgens de in 2008 vastgestelde Algemene Subsidieverordening stelt de gemeenteraad bij het vaststellen
van de begroting ook de hoogte van het subsidieplafond vast.
De subsidieplafonds in 2015 bedragen:
Totaal H1: sportbeleid
€
13.360
Totaal H2: dorp- en buurtbeleid
€
442.143
Totaal H3: beleid voor kwetsbare burgers
€
264.532
Totaal H4: jeugdbeleid
€
370.796
Totaal H5: incidentele subsidies
€
7.349
Totaal
€
1.098.180
Het totaal van het subsidieplafond bedraagt € 1.098.180.
35
36
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Onderwijs
Sport
Welzijn
Welzijnsaccommodaties
2.852,8
1.026,9
1.116,3
534,5
175,1
2.500,0
865,6
974,7
463,8
195,9
2.373,1
750,4
964,3
472,5
185,8
2.369,6
746,9
964,3
472,5
185,8
2.377,2
746,9
965,8
472,5
192,0
2.372,2
746,9
966,9
472,5
185,8
Baten
Onderwijs
Sport
Welzijn
Welzijnsaccommodaties
515,2
393,3
121,9
609,4
38,6
333,0
237,9
591,8
38,6
390,3
163,0
591,8
38,6
390,3
163,0
584,3
38,6
382,8
163,0
584,3
38,6
382,8
163,0
Saldo lasten en baten
2.337,6-
1.890,6-
1.781,3-
1.777,8-
1.792,9-
1.787,9-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
2.337,6-
1.890,6-
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
1.781,3-
1.777,8-
1.792,9-
1.787,9-
1.760,321,0-
1.756,821,0-
1.771,921,0-
1.766,921,0-
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
Opstellen Mbp Barbaraschool
2015
2016
2017
2018
3.500
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een voordelig verschil van € 109.300 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
• Op het product Onderwijs ontstaat een voordeel van € 100.000 in verband met de verwachte lagere
lasten met het van kracht worden van de Wet Decentralisatie buitenonderhoud schoolgebouwen per
1 januari 2015.
• Het voordeel op sport is voornamelijk doordat de onderhandelingen met Stichting Sporthuis Bunnik
zijn afgerond en per saldo een structureel voordeel op van € 33.000.
• Overige mutaties: € 23.700 nadelig.
36
37
Programma: 8. Algemene ondersteuning
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1.Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van
inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties.
2.Stimuleren van de participatiesamenleving door ondersteuning en stimulering van de eigen kracht en
verantwoordelijkheid van inwoners.
Actiepunten 2015
2.1 Zoeken naar creatieve manieren om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen;
2.2 Samen met de samenleving op zoek naar innovatieve ideeën die bijdragen aan zorg op maat, waarbij
er goedkoper gewerkt wordt zonder dat het ten koste gaat van kwaliteit;
2.3 Actief samenwerken met Stichting Krachtig Kromme Rijn in zijn rol van sociaal makelaar.
Uitvoering van collegeagenda
Stimuleren en ondersteunen van lokale initiatieven (2.1 / 2.2 / 2.3)
In 2015 zullen de transities verder worden vormgegeven, van transitie naar transformatie. Om de taken
adequaat te kunnen uitvoeren en daarmee ook binnen de financiële kaders te blijven zal de zorg op
andere wijze moeten worden vormgegeven. Daarvoor is de eigen kracht van inwoners (informele zorg,
mantelzorg en vrijwilligerswerk) van groot belang. Maar daar waar specialistische zorg en ondersteuning
nodig is, zullen ook de zorgaanbieders hun organisaties en dienstverlening moeten aanpassen. Het
inzetten van de eigen kracht verdient ondersteuning van de gemeente. Op een creatieve wijze zal
gekeken worden naar mogelijkheden om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Dit kan met een
hart onder de riem, maar ook door gezamenlijke gesprekken met professionals. De Stichting Kracht
Kromme Rijn speelt hierin een belangrijk rol. In samenwerking met de stichting zal de participatie verder
vormgegeven worden.
Bestaand beleid
Product
Informele hulp
Algemene voorziening
Activiteiten
Maatschappelijke subsidies
Vrijwilligersondersteuning
Preventie jeugd (jeugdwerk)
Preventie jeugd (CJG)
Maatschappelijk werk
Maatschappelijke ondersteuning
Gezondheidszorg
Relevante beleidsontwikkelingen
n.v.t.
37
38
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Lasten
Informele hulp
Algemene voorziening
1.318,2
278,8
1.039,4
Baten
Informele hulp
Algemene voorziening
0,3
0,3
Saldo lasten en baten
1.317,9-
Begroting
2014
1.008,5
143,6
864,8
Begroting
2015
2.984,4
146,6
2.837,8
-
-
1.008,5-
2.984,4-
Meerjarenbegroting
2017
2016
2.943,0
146,6
2.796,3
-
2.943,0-
2.882,1
146,6
2.735,4
2018
2.881,9
146,6
2.735,2
-
2.882,1-
-
2.881,9-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
1.317,9-
1.008,5-
2.984,4-
2.943,0-
2.882,1-
2.881,9-
2.939,644,8-
2.926,017,0-
2.882,1-
2.881,9-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een nadelig verschil van € 1.975.900 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
• Voor de decentralisatie Jeugdzorg wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag
ontvangen van € 2.103.300. De baten staan in programma 3, de lasten worden op dit programma
verantwoord.
• In 2014 is een incidentele raming opgenomen voor de invoeringskosten voor het sociaal domein ter
hoogte van € 110.000. Deze raming vervalt voor 2015 en volgende jaren. Dit levert een voordeel op
van € 110.000.
• Overige mutaties: € 17.400 voordelig.
38
39
Programma: 9. Maatwerk ondersteuning
Doelstellingen
Collegeagenda 2015 t/m 2018
1. Versterken van de samenwerking tussen de verschillende disciplines in het sociaal domein en
werken aan één toegangspoort voor het sociaal domein om maatwerk te leveren.
2. Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van
inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties.
3. Uitvoering en beleid dichterbij elkaar brengen, om de regisserende rol beter te kunnen invullen.
4. Vorm geven aan Social Return On Investment (SROI), de maatschappelijke tegenprestatie.
5. Werkgevers zo goed mogelijk positioneren in hun rol met het oog op de Participatiewet
6. De toegankelijkheid van de voorzieningen behouden en vergroten door ondersteunende
maatregelen voor lagere inkomens.
Actiepunten 2015
1.1 Kijken naar de mogelijkheid van “keukentafelgesprekken”, om aan de voorkant te zien hoe kracht van
inwoners en hun omgeving maximaal benut kan worden en de gemeente maatwerk kan leveren;
2.1 Inzetten op een goed functionerende Sociaal domein-raad, samen wordt vorm gegeven aan het
sociaal domein;
2.2 De financiële en beleidsmatige schotten in het sociaal domein zoveel mogelijk weghalen.
3.1 De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RDWIgemeenten, voortzetten.
4.1 In eerste instantie richten op de groep die de meeste kans heeft om binnen afzienbare tijd terug te
keren op de arbeidsmarkt;
5.1 De positie van organisaties als Biga en zorgaanbieders tegen het licht houden, met het oog op de
kaders van de participatiewet.
6.1 Zoeken naar de beste – en juridisch haalbare – manier om mensen met een laag inkomen (tot 125%
van het minimuminkomen) te ondersteunen bij hun deelname aan sport en cultuur, indien eventuele
bezuinigingen op die sectoren leiden tot contributiestijgingen. Daarbij kan gedacht worden aan een
declaratiefonds participatie, wat actief onder de aandacht van de inwoners van de gemeente gebracht
wordt.
Uitvoering van collegeagenda
Sturing en verbinding binnen het Sociaal domein (1.1 / 2.1 / 2.2 / 3.1 )
Aan de hand van deze Routekaart Sociaal domein is in 2013 en 2014 projectmatig gewerkt aan de
transformatie die het gevolg is van de overkomst van de verantwoordelijkheden op het gebied van de
AWBZ, Jeugdhulp, Participatiewet en Passend onderwijs. Om vanuit de projectsituatie naar de structurele
situatie te komen, zijn in het laatste kwartaal van 2014 een aantal ‘kwartiermakers’ begonnen aan de
inrichting van een ‘afdeling Sociaal domein’. De inzet van kwartiermakers gebeurt op drie vlakken: de
afdeling als geheel, het Sociaal Team (voortbordurend op de pilot) en het Centrum voor Elkaar (de
‘voorkant’ van het reguliere gemeentelijke proces). De afdeling gaat over het gehele brede veld van het
Sociaal domein, en dus ook over veel meer dan ‘alleen’ de transities AWBZ, Jeugdhulp en Participatiewet.
Dit betekent dat ook aanpalende sociale taakvelden als sport hierin worden ondergebracht. De integraliteit
van de afdeling wordt zichtbaar in zowel het samenbrengen van de genoemde taakvelden als door het
samenbrengen van beleid en uitvoering.
Omdat er sprake is van een continu veranderingsproces, waarin niet alle verandering op voorhand is te
voorzien, zal dat af en toe om ad hoc keuzes vragen en daarvoor moet binnen de begroting ruimte worden
gecreëerd. Hiervoor is wendbaarheid vanuit financieel oogpunt nodig. In de collegeagenda is aangegeven
een bufferreserve in te willen stellen om de zorgzekerheid te kunnen waarborgen. Zorgzekerheid betekent
in de huidige tijd niet meer 'ik vraag, de gemeente levert altijd', maar wel dat het proces van 'zorgen dat' in
principe altijd gerealiseerd kan worden. Dat proces kan zich waar nodig nog steeds vertalen in concrete
levering van hulpmiddelen of zorg, maar zal vooral bestaan uit met de inwoner in gesprek gaan op grond
39
40
van eigen kracht. Om op die manier te kijken waar de mogelijkheden van hem/haar en de omgeving
liggen, of waar aanvullend door de gemeente of haar netwerkpartners nog expertise, zorg, etcetera
geleverd moet worden. De inzet door gemeentelijke krachten is hiermee integraal onderdeel geworden
van het 'zorgen dat', en daarmee ook van de genoemde zorgzekerheid. Anders gezegd: zorgzekerheid
omvat dan ook het feit dat de gemeente aan expertise en inspanningen kan leveren wat zij moet leveren.
Dat kan variëren van specifieke procesbegeleiding tot het feit dat bij wijze van spreken het loket op 1
januari 2015 bemand is. Dit maakt het dan ook logisch dat voor de eventuele meerkosten die hiervoor in
het jaar 2015 gemaakt moeten worden, uit de bufferreserve geput wordt. In de Kadernota 2016-2019
worden deze kosten integraal opgenomen in het geheel van de organisatiekosten. Concreet wordt
voorgesteld om voor de duur van vier jaar een bufferreserve van € 3 miljoen in te stellen, om de
zorgzekerheid op korte termijn veilig te kunnen stellen. Het is de bedoeling om de beschikking over deze
buffer zo beperkt mogelijk te houden.
Maatwerk (1.1 / 4.1)
In 2013 is de kanteling in de Wmo doorgevoerd, door het aangaan van “keukentafelgesprekken” met
zorgbehoevenden. Hierdoor is het mogelijk gebleken om op individuele basis goede ondersteuning te
geven, waarbij de tevredenheid op een hoog niveau blijft. De ondersteuning wordt breed bekeken,
inclusief de participatieve elementen zoals mantelzorg en vrijwilligersondersteuning. Dit zal nu breder,
voor het hele sociaal domein, worden ingezet. Uit de financiële resultaten van de afgelopen jaren blijkt dat
hiermee ook een kostenreductie plaatsvindt, ten opzichte van de oude indicering. Hierdoor snijdt het mes
aan twee kanten. Binnen de nieuwe Participatiewet zijn de acties met name gericht op de doelgroepen die
het meeste kans hebben op werk. Ook daarvoor wordt gerichte individuele ondersteuning gegeven door
de Regionale Dienst Werk en Inkomen.
Sociaal domein-raad (2.1)
Bij de implementatie van de transities moet er ruimte zijn voor de inbreng van diegenen die afhankelijk zijn
van de zorg. Voor de Wmo is dit al georganiseerd. De Wmo-raad heeft een vaste rol voor het gevraagd en
ongevraagd geven van een advies over alles wat de Wmo aangaat. De Wmo-raad heeft inmiddels laten
zien ook een adviesrol te kunnen vervullen bij de Jeugdhulp. In 2015 zal de Wmo-raad worden
omgevormd tot een Sociaal domein-raad.
Participatiewet (5.1 / 6.1)
Ter ondersteuning van de zwakkeren in de Bunnikse samenleving wordt gezocht naar mogelijkheden om
de toegankelijkheid van voorzieningen te kunnen behouden en waar mogelijk te vergroten. Onderdeel
hiervan is ook het positioneren en stimuleren van de werkgevers binnen de gemeente in hun rol zoals de
Participatiewet deze aangeeft. De kaders die hiervoor nodig zijn, worden vastgelegd via het
declaratiefonds Participatie. Bij de verdere uitwerking zal gekeken worden naar de mogelijkheden om het
gebruik te verruimen van 110% naar 125%. Daarnaast wordt gedacht om het drempelbedrag te verhogen
met € 25,- tot maximaal € 125,-, mede gelet op de verhoging van contributies van verenigingen.
In het kader van de werkgelegenheid zal, ter ondersteuning van de mensen met beperkingen in hun
werkmogelijkheden, de Biga een belangrijke rol moeten gaan vervullen. Door de afbouw van de WSWregeling moet de Biga een verandering doorvoeren. Binnen het samenwerkingsverband zullen voorstellen
worden voorbereid voor deze omvorming. Belangrijk aspect hierbij is om in dit verband daar waar mogelijk
het werk dicht bij de inwoners te brengen.
Bestaand beleid
Product
Maatwerkvoorziening
Werk
Activiteiten
Leerlingenvervoer
Indicatiestelling
Hulp bij het huishouden
Hulpmiddelen
AWBZ transitie
Preventie jeugd
Begeleiding
Volwasseneducatie
Arbeidstoeleiding
Sociale werkvoorzieing
Kinderopvang
40
41
Inkomen
Bijstandsverlening en inkomensvoorziening
Minimabeleid
Schuldhulpverlening
Relevante beleidsontwikkelingen
Aanbesteding leerlingenvervoer
De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug,
Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De nieuwe contracten zijn
ingegaan per 1-8-2012, schooljaar 2012/2013. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot
gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe
perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. De nieuwe overeenkomsten voor het leerlingenvervoer
lopen tot en met 31 juli 2015, met als optie de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal twee jaar tot
uiterlijk 31 juli 2019.
Wmo hulpmiddelen
Vanaf 1 januari 2012 is er een nieuw contract afgesloten met een hulpmiddelenleverancier. Deze
aanbesteding heeft geleid tot een aanbestedingsvoordeel van zeker 10 %. Dit voordeel is reeds verwerkt
vanuit Bunnik in Balans in de begroting 2014.
Daarnaast is eind 2012 gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmo-kanteling. In de loop
van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en
het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er aanzienlijk minder voorzieningen zijn
aangevraagd (circa 35%).
De combinatie van het aanbestedingsvoordeel en de gedaalde vraag leidt tot een financieel voordeel.
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
Lasten
Maatwerkvoorziening
Werk
Inkomen
4.456,0
2.047,3
710,8
1.697,9
4.043,1
1.771,1
605,4
1.666,5
5.800,7
2.977,2
605,6
2.218,0
5.852,7
3.061,0
605,6
2.186,2
5.790,5
3.029,0
605,6
2.155,9
5.762,1
3.024,9
605,6
2.131,6
Baten
Maatwerkvoorziening
Werk
Inkomen
2.227,5
348,2
627,7
1.251,6
1.902,0
302,9
569,0
1.030,1
1.908,8
309,7
569,0
1.030,1
1.908,8
309,7
569,0
1.030,1
1.908,8
309,7
569,0
1.030,1
1.908,8
309,7
569,0
1.030,1
Saldo lasten en baten
2.228,6-
2.141,1-
3.891,9-
3.943,9-
3.881,7-
3.853,3-
Mutatie reserves
Toevoegingen
Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
2.228,6-
2.141,1-
3.891,9-
3.943,9-
3.881,7-
3.853,3-
3.867,924,0-
3.917,826,0-
3.863,817,9-
3.831,521,7-
41
42
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015
Er is een nadelig verschil van € 1.750.800 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen
liggen hieraan ten grondslag:
• Voor de decentralisatie Wmo 2015 wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag
ontvangen van € 1.434.800. De baten staan in programma 3,de lasten worden op dit programma
verantwoord.
• Voor de decentralisatie Participatiewet wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag
ontvangen van € 531.500. De baten staan in programma 3, de lasten worden op dit programma
verantwoord.
• Vorig jaar is de huishoudelijke hulp opnieuw gecontracteerd. Dit blijkt een structurele besparing op te
leveren van € 50.000. Daarnaast is afgelopen jaar geconstateerd dat de andere wijze van werken bij
de Wmo, de keukentafelgesprekken, heeft geleid tot lagere kosten. In de Kadernota is hier al een
bedrag van € 75.000 aan besparing opgenomen. Verder moet wettelijk de herindicering van cliënten
in de Wmo ook leiden tot een vermindering van uitgaven. Een grote groep moet nog geherindiceerd
worden. Naar verwachting levert dit ook nog een structurele besparing op van € 100.000. Hiermee
kan in totaal een besparing worden bereikt van € 225.000.
• Tot slot is bij de kadernota een aanbestedingsvoordeel op leerlingenvervoer gemeld van € 50.000.
• Overige mutaties: € 60.000 nadelig
42
43
Recapitulatie
43
44
Recapitulatie / Budgetautorisatie
Op bijgaand overzicht staan de budgetten per begrotingsprogramma. Elk programma is onderverdeeld
naar lasten en baten. Binnen de budgetten zoals gespecificeerd onder de programma’s is het college
geautoriseerd de begroting uit te voeren.
Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar zullen aan de gemeenteraad
worden voorgelegd met inachtneming van de bepalingen, zoals die door de gemeenteraad zijn
vastgesteld in de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, de zgn. Financiële verordening.
Lasten en baten (x € 1.000)
Realisatie
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
2016
Meerjarenbegroting
2017
2018
Lasten
01 - Bestuur en Organisatie
02 - Dienstverlening
03 - Algemene Dekkingsmiddelen
04 - Veiligheid
05 - Openbare ruimte
06 - Bouwen, Wonen en Ondernemen
07 - Maatschappelijke ontwikkeling
08 - Algemene Ondersteuning
09 - Maatwerk Ondersteuning
3.377,0
1.695,2
635,7
1.369,3
4.294,3
13.526,0
2.852,8
1.318,2
4.456,0
7.345,9
1.383,8
151,9
1.014,3
2.991,1
3.404,7
2.500,0
1.008,5
4.043,1
7.456,4
1.386,0
304,8
990,2
2.986,7
4.777,2
2.373,1
2.984,4
5.800,7
7.464,8
1.353,1
228,4
963,4
2.988,4
1.798,1
2.369,6
2.943,0
5.852,7
7.463,7
1.375,5
186,2
937,4
3.034,5
1.781,1
2.377,2
2.882,1
5.790,5
7.473,2
1.375,5
198,2
929,4
3.036,2
1.781,1
2.372,2
2.881,9
5.762,1
Voor bestemming
Toevoegingen reserves
Na bestemming
33.524,4
8.156,0
41.680,4
23.843,3
918,7
24.762,0
29.059,6
747,3
29.806,9
25.961,4
850,4
26.811,7
25.828,1
868,1
26.696,2
25.809,7
891,2
26.700,8
Baten
01 - Bestuur en Organisatie
02 - Dienstverlening
03 - Algemene Dekkingsmiddelen
04 - Veiligheid
05 - Openbare ruimte
06 - Bouwen, Wonen en Ondernemen
07 - Maatschappelijke ontwikkeling
08 - Algemene Ondersteuning
09 - Maatwerk Ondersteuning
62,2
814,8
17.535,9
4,5
1.372,3
9.956,1
515,2
0,3
2.227,5
30,5
663,6
16.386,8
4,5
1.250,7
2.950,0
609,4
1.902,0
35,4
866,7
19.482,2
4,6
1.245,1
4.278,1
591,8
1.908,8
35,4
941,3
19.634,2
4,6
1.245,1
1.326,8
591,8
1.908,8
35,4
753,1
19.651,4
4,6
1.245,1
1.326,8
584,3
1.908,8
35,4
967,3
19.666,0
4,6
1.245,1
1.326,8
584,3
1.908,8
Voor bestemming
Onttrekkingen reserves
Na bestemming
32.488,7
7.645,6
40.134,3
23.797,6
1.019,2
24.816,8
28.412,7
679,3
29.091,9
25.688,0
588,9
26.277,0
25.509,5
745,4
26.254,9
25.738,3
546,0
26.284,3
Saldo lasten en baten:
Resultaat voor bestemming
Toevoegingen/onttrekkingen reserves
Resultaat na bestemming
1.035,7510,41.546,1-
45,7100,5
54,8
646,968,0714,9-
273,4261,4534,8-
318,6122,7441,3-
71,3345,2416,5-
44
45
Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bunnik in zijn openbare vergadering van 6 november
2014.
De griffier,
De burgemeester,
45
46
Paragrafen
46
47
1. Bedrijfsvoering
Bestaand beleid
Product
Kostenplaats Bedrijfsvoering
Kostenplaats Het palet
Kostenplaats MFA Het Kwartier
Kostenplaats MFA Bunnik
Kostenplaats Gemeentewerf
Kostenplaats Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
Activiteiten
Personeel
Overige personeelskosten
Gemeentehuis
Werkplekken en facilitaire voorzieningen
ICT
Overige bedrijfsvoeringskosten
Het Palet
MFA Het Kwartier
MFA Bunnik
Gemeentewerf
Overige kosten werf
Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
Relevante beleidsontwikkelingen
Personeelsbeleid
Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het
Sociaal Jaarverslag wordt het gevoerde beleid jaarlijks geëvalueerd. De aandacht zal zich in 2015 richten
op het doorontwikkelen van de organisatie en haar medewerkers, teneinde vorm en inhoud te geven aan
de zich vernieuwende rol van de overheid. De Bunnikse Manier van Werken zal geïmplementeerd
worden, waarbij een integrale aanpak van brick, bytes en behaviour leidend is om volgens de Bunnikse
principes plaats- en tijdonafhankelijk te werken. Tot slot zal in 2015 het vijfjaarlijkse
medewerkertevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd
Wet revitalisering generiek toezicht
Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht in werking getreden. Deze wet moet zorgen
voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde
‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht
verschuift van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording. Dit betekent dat niet langer de
provincies en het Rijk, maar de gemeenteraden primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de
uitvoering van de gemeentelijke medebewindtaken (de taken die de gemeente uitvoert namens het Rijk of
de provincie). Het College van B&W is verantwoordelijk voor het ontsluiten van deze ‘toezichtinformatie’
voor de horizontale en de verticale toezichthouders. KING (Kwaliteitinstituut Nederlandse Gemeenten) is
daartoe in opdracht van de VNG gestart met het portaal ‘Toezichtinformatie’ op de website
www.waarstaatjegemeente.nl. Via dit portaal kan informatie aangeleverd worden over de uitvoering van
hun medebewindtaken.
Vervangen automatiseringsapparatuur 2015-2018
Niet alle apparatuur wordt vervangen binnen het basispakket van de RID, zoals presentatiemiddelen,
iPads, fotocamera’s, draadloos netwerk, specifieke printers, scanners en telefoons. In verband met het
verlopen van de economische en de technologische levensduur is vervanging van deze hardware
voorzien en dient hier een separaat budget voor te zijn. Dit betekent niet dat automatisch wordt
vervangen, vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe
ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Uitstellen van vervangen is risicovol omdat de
organisatie afhankelijk is van de beschikbaarheid van hard- en software om daarmee continuïteit van
dienstverlening te waarborgen. En daarnaast worden door deze investeringen structurele besparingen
door meer digitalisering mogelijk gemaakt.
47
48
Migratie Oracle databases
Iedere 3 jaar dient de Oracle databasesoftware opgewaardeerd te worden naar een hogere versie. Hierbij
moet dan door de leveranciers ook een migratie van databases van de gemeentelijke kernapplicaties
worden uitgevoerd. Voor 2016 is een migratie naar Oracle Database 12 voorzien
Informatiebeveiliging
Gemeenten zijn als professionele overheid verantwoordelijk voor het op orde hebben van hun
informatieveiligheid. Dit zullen en mogen inwoners, bedrijven en ketenpartners van gemeenten
verwachten. Deze verantwoordelijkheid strekt verder dan de eigen organisatie. Gemeenten hebben er als
collectief belang bij dat alle gemeenten en alle (keten) partners hun informatieveiligheid op orde hebben.
In dat kader hebben de gemeenten de resolutie ‘Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de
professionele gemeenten’ aangenomen. In grote lijnen betekent dit dat iedere gemeente
informatieveiligheidsbeleid vaststelt aan de hand van het basisnormenkader Baseline
Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Het aannemen van deze resolutie was ter voorkoming dat het rijk
een wettelijke verplichting zou opleggen op dit gebied.
Om dit te kunnen borgen is het noodzakelijk een informatiebeveiligingsfunctionaris te benoemen of een
dergelijke rol toe te wijzen. Voor deze rol en het uitvoeren van het informatiebeveiligingsbeleid is vanaf
2015 structureel € 15.000 benodigd. In 2015 zal de organisatie van informatiebeveiliging in Bunnik
worden ingericht en eerste maatregelen worden genomen om het gewenste niveau van beveiliging te
realiseren. Hiervoor is incidenteel € 10.000 benodigd.
Rentelasten Geldlening
Op 7 maart 2014 is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken van 2 miljoen euro. Deze geldlening
heeft een structurele rentelast van € 30.000.
Overige vervangingsinvesteringen
Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf. Om
niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de investeringen opgenomen. Deze zullen worden
betrokken bij de afwegingen.
- Vervanging Citroën Berlingo
- Vervanging Porter transporter
- Vervanging containers werf
- Vervanging aanhangwagen
- Vervanging Mitsubishi
- Vervanging Frontbezem
Vervangingen gemeentewerf < 5.000
Divers klein materiaal buitendienst < 5.000. Deze worden conform de nota van financieel beleid niet
afgeschreven.
48
49
Wat mag het kosten?
(Bedragen x € 1.000)
Lasten en baten
Realisatie
2013
Lasten
- Personeel
- Overige kosten werf
- Materieel werf
- Overige personeelskosten
- Gemeentehuis
- Werkplekken + facilitaire voorzieningen
- ICT
- Overige bedrijfsvoeringskosten
- Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
Baten
- Directe baten
Saldo lasten en baten
8.059,1
6.015,9
29,4
48,9
603,8
569,5
311,7
378,0
118,9
17,1-
Begroting
2014
8.554,7
6.238,9
30,9
77,9
508,8
572,1
262,8
745,9
136,3
18,7-
79,4
79,4
7.979,7-
62,4
62,4
8.492,4-
Waarvan bestaand beleid
Waarvan nieuw beleid
Begroting
2015
8.574,0
6.253,5
33,2
83,4
480,2
577,0
240,1
794,8
130,7
18,885,8
85,8
2016
Meerjarenbegroting
2017
8.574,0
6.253,5
33,2
83,4
480,2
577,0
240,1
794,8
130,7
18,885,8
85,8
8.574,0
6.253,5
33,2
83,4
480,2
577,0
240,1
794,8
130,7
18,8-
2018
8.574,0
6.253,5
33,2
83,4
480,2
577,0
240,1
794,8
130,7
18,8-
85,8
85,8
85,8
85,8
8.488,2-
8.488,2-
8.488,2-
8.488,2-
8.393,295,0-
8.472,515,7-
8.494,15,9
8.420,268,0-
Incidentele baten en lasten
Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten
behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van
overstaand overzicht
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
2015
Migratie oracle databases (elke 3 jaar)
2016
2017
2018
12.000
Toelichting mutaties begroting 2014 – 2015
Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
49
50
2. Weerstandsvermogen
BEGRIPPEN
Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele
financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”.
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen
waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s
waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is
van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het
begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief.
Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden
van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het
weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het
weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Economisch
Vrij besteedbaar deel algemene reserve
Politiek
Onbenutte belastingcapaciteit
Juridisch
Milieu
+
Stille reserves
Post onvoorzien
Financieel
=
Weerstandsvermogen
Verzekeringen
Voorzieningen
Beheersmaatregelen
De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere
risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit
van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden
afgesloten of voorzieningen worden gevormd.
50
51
Risicoprofiel
Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden.
Omschreven als
Uitgesloten
Zeer onwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijk
Uitzonderlijk
Mogelijk
Aannemelijk
Waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal
doen
0%
5%
10%
20%
30%
50%
70%
90%
Alle gemeentelijke bedrijfsactiviteiten zijn beoordeeld op mogelijke risico’s. Op basis van deze beoordeling
is de tabel in de bijlage samengesteld. Van de geïnventariseerde risico’s is per risico de kans dat het
risico zich voordoet en de financiële impact van het risico geschat. Tenslotte is aangegeven of het een
structureel (S) of incidenteel (I) risico betreft
Voor het gecalculeerd risicobedrag en de bijbehorende kans, welke resulteert in de financiële impact
wordt verwezen naar de bijlage. Deze resulteert in onderstaande tabel.
Uitgesloten
Zeer onwaarschijnlijk
Onwaarschijnlijk
Uitzonderlijk
Mogelijk
* Mogelijk aannemelijk
Aannemelijk
* Aannemelijk waarschijnlijk
Waarschijnlijk
Zeer waarschijnlijk
Voordoend
Totaal
Gecalculeerd Risicobedrag
0
8.110.000
455.000
2.916.000
2.000.000
255.000
2.070.000
580.000
55.000
200.000
0
16.641.000
Kans
0%
5%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
90%
100%
Financiële Impact
0
405.500
45.500
583.200
600.000
102.000
1.035.000
348.000
38.500
180.000
0
3.337.700
1.601.500
Voor het opvangen van de geschatte risico’s is gekozen voor een risicoprofiel van 50% en hoger. Hiertoe
wordt de bufferreserve ingezet. Bij een verschuiving van het risicoprofiel zal dat gevolgen hebben voor de
grootte van de bufferreserve en de algemene reserve.
De grootte van de bufferreserve moet dus € 1.601.500 bedragen. De bufferreserve bedraagt € 2.181.600.
In principe kan € 580.100 uit de bufferreserve vrijvallen. Deze vrijval van de bufferreserve wordt verwerkt
bij de Jaarrekening 2014.
RATIO WEERSTANDSVERMOGEN
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de
financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare
weerstandscapaciteit (is een optelling van de vrij besteedbare reservemiddelen, de vrije begrotingsruimte,
stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit). De benodigde weerstandscapaciteit kan worden
afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst (ratio) van die berekening vormt het
weerstandsvermogen. Hieronder is deze ratio per 1 januari 2015 weergegeven.
51
52
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit
7.096.600
3.337.700
=
Kijkend naar de feitelijke stand van de algemene reserve per 1 september 2014 bedraagt deze ratio 1,2.
De oorzaak daarvan is dat in 2014 vanuit de algemene reserve een bufferreserve zorg van € 3 miljoen is
gevormd.
Hoewel er geen algemene norm is voor de ratio van het weerstandsvermogen, wordt in veel gemeenten
als referentiekader gebruik gemaakt van een waarderingstabel die luidt:
Weerstandsnorm
Waardering
A
B
C
D
E
F
Ratio
> 2.0
1.4 – 2.0
1.0 – 1.4
0.8 – 1.0
0.6 – 0.8
< 0.6
Betekenis
Uitstekend
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Onvoldoende
Ruim onvoldoende
Het weerstandsvermogen komt begrotingstechnisch uit op 2,1, maar bedraagt feitelijk 1,2. Het
weerstandsvermogen voldoet hiermee aan de eis dat deze groter of gelijk moet zijn aan 1.
52
2,1
53
3. Lokale lasten en heffingen
Beleid
In 2014 worden de gemeentelijke belastingen en retributies, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de
Nota financieel beleid, verhoogd met de prijsstijging (2,25% ten opzichte van 2014).
De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten
worden gebaseerd op volledige kostendekking. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele
BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen
via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het
gemeentefonds. Daarnaast wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de
rioolheffing.
Kwijtscheldingsbeleid
Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Van de andere belastingen is geen
kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen
ligt onder de bijstandsnorm die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is.
De volgende kwijtscheldingen zijn begroot:
Belastingsoort
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Totaal
Bedrag van de kwijtschelding
(afgerond)
19.000
18.700
37.700
Tarieven
In de volgende tabel worden de tarieven weergegeven zoals die voor 2015 gaan gelden. De tarieven voor
afvalstoffenheffing en reinigingsrechten stijgen licht. Het tarief van de afvalstoffenheffing is hiermee
kostendekkend; op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend
geheven worden.
De tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting stijgen met de geraamde prijsontwikkeling. Dit geldt
ook voor de marktgelden.
In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als
volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2014 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met
de inflatie en gecorrigeerd door het percentage waardedaling (of waardestijging) op grond van de
jaarlijkse herwaardering van de onroerende zaken. Voor 2015 is de inflatie bepaald op 2,25%. Dit
betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2015, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en
verbouw, 2,25% hoger is dan de geraamde opbrengst 2014.
Daarnaast is een globale schatting gedaan over de waardedaling van de onroerende zaken. Deze
waardedaling leidt tot een hogere tariefstijging van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat
met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst moet worden behaald. Dit betekent
dat de ozb tarieven in de gemeente Bunnik als volgt stijgen: 2% voor woningen en 2% voor nietwoningen.
Het vGrp (verbreed Gemeentelijk rioleringsplan) is vastgesteld. Het tarief voor 2015 is vastgesteld op
€ 175,80.
53
54
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2014 - 2015
Toename
in %
2014
2015
0,2144%
0,2235%
4,24%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1753%
0,1827%
4,22%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2680%
0,2794%
4,25%
Onroerende zaakbelastingen
Tarieven % van de WOZ waarde
Gebruikersbelasting voor onroerende zaken:
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting
Voor de 1e hond
€
85,75 €
87,60
2,2%
Voor de 2e hond
€
115,87 €
118,45
2,2%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
117,60 €
120,25
2,3%
Voor honden gehouden in kennels
€
319,43 €
326,60
2,2%
- Eenpersoonshuishouden
€
150,00 €
152,00
1,3%
- Meerpersoonshuishouden
€
203,00 €
206,00
1,5%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
212,78 €
216,19
1,6%
€
175,80 €
175,80
0,0%
- op campings
€
0,62 €
0,63
1,6%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,91 €
1,95
2,1%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
2,95 €
3,01
2,03%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
26,45 €
27,04
2,23%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
50,17 €
51,30
2,25%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
95,46 €
97,61
2,25%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing
Per heffingseenheid
Toeristenbelasting
Per overnachting:
Marktgelden
54
55
Overzicht geraamde opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen
2015
2016
2017
2018
Onroerende zaakbelastingen
Tarieven % van de WOZ waarde
Gebruikersbelasting voor onroerende zaken:
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
635.654 €
635.654 €
635.654 €
635.654
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
- die in hoofdzaak tot woning dienen
€ 3.060.218 € 3.077.574 € 3.146.543 € 3.197.243
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
928.569 €
928.569 €
928.569 €
928.569
Voor de 1e hond
€
62.634 €
62.634 €
62.634 €
62.634
Voor de 2e hond
€
8.173 €
8.173 €
8.173 €
8.173
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
1.082 €
1.082 €
1.082 €
1.082
Voor honden gehouden in kennels
€
653 €
653 €
653 €
653
- Eenpersoonshuishouden
€
244.264 €
244.264 €
244.264 €
244.264
- Meerpersoonshuishouden
€
904.340 €
904.340 €
904.340 €
904.340
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
14.294 €
23.919 €
23.919 €
23.919
Hondenbelasting
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing
Per heffingseenheid
€ 1.056.558 € 1.056.558 € 1.056.558 € 1.056.558
Toeristenbelasting
Per overnachting:
- op campings
€
25.500 €
25.500 €
25.500 €
25.500
- in overige verblijfsaccommodaties
€
87.305 €
87.305 €
87.305 €
87.305
Standplaatsen
€
9.313 €
9.313 €
9.313 €
9.313
Marktgelden
€
5.820 €
5.820 €
5.820 €
5.820
Marktgelden
55
56
Ontwikkeling lokale lastendruk
In de tabel wordt een inzicht gegeven in de stijging van de belastingdruk voor een gemiddeld gezin in
Bunnik. In deze berekening zijn alleen de belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van
toepassing zijn en zijn die heffingen die een specifieke belastingplicht hebben uitgesloten.
2014
Onroerende zaakbelasting
(gemiddelde woning € 268.000)
- Eigenaren
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouding)
Rioolheffing
Totaal:
- gebruiker
- eigenaar
- eigenaar en gebruiker
Procentuele stijging / daling:
- gebruiker
- eigenaar
- eigenaar en gebruiker
2015
€
€
€
469,80 €
203,00 €
175,80 €
489,64
206,00
175,80
€
€
€
378,80 €
469,80 €
848,60 €
381,80
489,64
871,44
0,79%
4,22%
2,69%
56
57
4. Verbonden partijen
Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat
de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een
kaderstellende -, controlerende - en financiële taak over (het vergt budgettair beslag en de gemeente
loopt daardoor risico’s). In verband met de gemeentelijke belangen is het gewenst dat in de begroting en
jaarrekening aandacht wordt besteed aan de verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde
rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijke en financiële belang heeft.
Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het
hebben van stemrecht.
Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die
achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de
verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf
kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de
beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden
partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente
via de verbonden partijen gerealiseerd worden.
Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de
verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.
In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat meer
inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden.
Overzicht verbonden partijen
Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling
Gemeenschappelijke regeling bestuur Regio Utrecht (BRU)
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) regio
Utrecht
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme
Rijngebied (UHVKR)
Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID)
Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht
Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
(RDWI)
Wereldkidz
Gebiedscoöperatie O-gen
Begroot
2015
45.145
203.176
409.590
28.102
443.166
265.000
19.202
29.781
808.120
50.282
1.690.360
5.000
Deelnemingen
BNG
Waterleidingbedrijf Vitens
57
58
Bestuur Regio Utrecht (BRU)
Vestigingsplaats
Utrecht.
Doel
Het gezamenlijk aanpakken van grootstedelijke, bovenlokale vraagstukken.
Programma
Bestuur en Organisatie
Deelprogramma
Samenwerking.
Deelnemende
Utrecht, Zeist, De Bilt, Houten, Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Stichtse Vecht,
partijen
Bunnik.
Bestuurder(s)
Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp
Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp, F.A. Schenk
Openbaar belang Op verschillende terreinen worden de regionale belangen behartigd met name
dat
wordt op het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling.
behartigd
Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het BRU vertegenwoordigd door de burgemeester in het
DB en AB en een raadslid in het AB.
De gemeentelijke Er is een bedrag van € 45.000 opgenomen in de begroting.
financiële
bijdrage
Ontwikkelingen
Kabinet Rutte II heeft het voornemen om de WGR+ (en dus het BRU) af te
schaffen. Ten tijde van het schrijven van deze begroting is er nog geen
duidelijkheid over de toekomst van het wetsvoorstel ter afschaffing daarvan.
Onder kabinet Rutte I speelde dit ook en zijn in 2012 door de BRU-gemeenten
en de Provincie Utrecht (principe-)afspraken gemaakt. Taken en middelen
zouden worden overgedragen aan de Provincie Utrecht. De inwonersbijdrage
van Bunnik vervalt in principe na de liquidatie van BRU. Voor 2015 is deze
bijdrage nog wel begroot, daar er ook een goedgekeurde BRU-begroting voor
2015 bestaat waarin dit is opgenomen. De mogelijke financiële gevolgen van de
opheffing en takenoverdracht zijn nog niet bekend en moeten als pro memorie
worden beschouwd.
Overige relevante
gegevens
Relatie
beoogd
maatschappelijk
effect
Daarnaast wordt in U10-verband (de deelnemers van BRU plus de gemeente
Woerden) bekeken of samenwerking na de opheffing van het BRU op welke
gebieden wenselijk is en hoe dit het beste kan worden vormgegeven.
Een aantal taken van het BRU, niet voortvloeiend uit de WGR+ is al
overgedragen aan de U10.
N.v.t.
Het BRU is van, voor en door gemeenten. In gezamenlijkheid wordt gewerkt aan
grootstedelijke en bovenlokale oplossingen op het gebied van Verkeer en
Vervoer en Ruimtelijke ontwikkeling (inclusief economie, wonen en groen).
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst regio Utrecht(GGDrU)
Vestigingsplaats
Zeist.
Doel
De GGD regio Utrecht (GGDrU) is als gemeenschappelijke regeling verbonden
aan gemeenten. De GGGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een
deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten
bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt inwoners in staat hun
gezondheid te optimaliseren.
Programma
Algemene ondersteuning.
Deelprogramma
Algemene voorziening
Deelnemende
De GGD regio Utrecht bestaat uit alle Utrechtse gemeenten met uitzondering van
partijen
de gemeente Utrecht (28 gemeenten).
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen
Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen
Openbaar belang Preventieve Publieke Gezondheidsbevordering.
dat
wordt
behartigd
Bestuurlijk belang Alle 26 gemeenten nemen deel aan het algemeen bestuurlijk overleg. Het
collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur en vervult de functie
58
59
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst regio Utrecht(GGDrU)
van penningmeester in het dagelijks bestuur. De rol van de portefeuillehouder is
het verstrekken informatie en het afleggen van verantwoording aan de
gemeenteraad.
De gemeentelijke Voor het jaar 2015 is een totaalbedrag van € 203.176,- gereserveerd in de
financiële
begroting,
bijdrage
Ontwikkelingen
Om aan de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) te voldoen werken de 26 gemeenten in de
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) vanaf 1 januari 2014 met één GGD die geleid
wordt door een directeur Publieke Gezondheid. Deze GGD heeft de juridische
vorm van een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. En heeft de
naam GGD regio Utrecht (GGDrU).
De taken van de GGD zijn ondergebracht in het zogenaamde ‘Huis van de
Volksgezondheid’. Hierbij hebben de gemeenten meer keuzevrijheid bij de taken
die zij afnemen van de GGD. De GGDrU werkt met vijf adviescommissies, waarbij
de AB leden ieder hun regio vertegenwoordigen via het DB richting het AB. De
regio’s zijn: Eemland, Lekstroom, Utrecht West, Vallei, Zuid Oost Utrecht
(waaronder Bunnik valt).
Overige relevante De kosten voor het in stand houden van de GGDrU worden verrekend op basis
gegevens
van het inwoneraantal van de deelnemende gemeenten.
Relatie
beoogd De GGDrU helpt gemeenten bij hun taak door middel van onderzoek en advies
maatschappelijk
door:
effect
• het voorkomen van ziekten;
• het bevorderen van gezond gedrag;
• het scheppen van een gezonde leefomgeving.
De GGD richt zich vooral op preventie. De GGD heeft een relatie met de
eerstelijnsgezondheidszorg door het verstrekken van informatie.
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Vestigingsplaats
Zeist.
Doel
Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van
milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren
over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de
handhavingstaken op milieugebied.
Programma
Bouwen, wonen en ondernemen
Deelprogramma
Milieu
Deelnemende
Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Oudewater, Montfoort, Woerden, Utrechtse
partijen
Heuvelrug, De Bilt, Bunnik, Vianen, Wijk bij Duurstede, Zeist, Veenendaal,
Rhenen en Renswoude
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: R.A. Zakee
Openbaar belang In stand houden en beschermen van de bestaande milieukwaliteiten van zowel
dat wordt behartigd de bebouwde als groene leefomgeving. Leveren van een bijdrage aan een
duurzame ontwikkeling van een aantrekkelijke leefomgeving. In stand houden
van de archeologische waarden binnen de gemeente.
Bestuurlijk belang
Alle deelnemende gemeenten participeren in het bestuurlijk overleg van de
Milieudienst. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur.
De rol van het collegelid is, naast de deelname in het bestuurlijk overleg, het
geven van inlichtingen over het bestuur en het afleggen van verantwoording aan
de gemeenteraad.
De gemeentelijke De werkzaamheden die de Omgevingsdienst voor Bunnik levert zijn vastgelegd
financiële bijdrage
in een milieubijstandscontract. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma
opgesteld waarin de daadwerkelijke inzet van de Milieudienst wordt vastgelegd.
Ontwikkelingen
Het Algemeen Bestuur heeft besloten om de Omgevingsdienst eerst op orde te
brengen alvorens verder te gaan met het proces om te komen tot een
gemeenschappelijke provinciedekkende Regionale Uitvoeringsdienst. Gekozen
is om eerst de eigen organisatie en de bijbehorende financiën op orde te
brengen. Dat proces is nu gaande en wordt naar verwachting in 2014 afgerond.
In dit jaar is daarom nog sprake van twee organisaties in de Provincie.
Het doel is om zodra het proces rondom “ ODRU op orde” is afgerond, verder te
59
60
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
gaan met het komen tot een gemeenschappelijk Regionale Uitvoerings Dienst.
Daar zal tezijnertijd nog nadere besluitvorming over dienen plaats te vinden.
Overige relevante Geen.
gegevens
Relatie
beoogd De Omgevingsdienst ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van de taak op
maatschappelijk
het gebied van milieu en archeologie op o.a. de onderdelen:
effect
het opstellen van voorschriften bij omgevingsvergunning voor
milieuaspecten;
- het handhaven van milieu-inrichtingen
c.q. milieuwerken;
- Het beoordelen van bodemonderzoeken
en het bijhouden van deze uitkomsten;
Het beoordelen van archeologische werkzaamheden, zoals een plan van aanpak
en de uitkomsten van de (tussen)onderzoeken.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVKR)
Vestigingsplaats
Utrecht
Doel
Behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke
openluchtrecreatie in het landelijke gebied. Het recreatieschap ontwikkelt,
exploiteert en onderhoudt diverse recreatiegebieden en recreatieve verbindingen
Programma
Openbare ruimte.
Deelprogramma
Recreatie en landschap
Deelnemende
Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrechtse
partijen
Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woudenberg, Zeist, provincie
Utrecht
Bestuurder(s)
Dagelijks bestuur: R.A. Zakee
Algemeen bestuur: R.A. Zakee, B.G. Schipper
Openbaar belang Behoefte aan recreatieterreinen en recreatieve verbindingen.
dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
‘Ontzorgen’ van de deelnemende gemeenten op het gebied van beheer en
exploitatie van recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. Een collegelid is
lid van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur en een raadslid is lid van het
algemeen bestuur.
De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 26.757 opgenomen als nominale
financiële bijdrage
bijdrage en € 1.345 als bijdrage uitvoering.
Ontwikkelingen
Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap, bij gebrek
aan draagvlak voor de regeling, besloten tot opheffing. Volgens de afspraken in
de gemeenschappelijke regeling wordt een liquidatieplan opgesteld. Dit
liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd liquidatieproces waarin de komende
jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel
bij een rechtsopvolger worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke
regeling per 1 januari 2018 opgeheven worden. Eind 2017 zal de finale
afrekening van de resterende verplichtingen geschieden. Door niet per 1-1-2015
maar per 1-1-2018 op te heffen is er ruimte om in onderhandelingen met
beoogde rechtsopvolgers een goed onderhandelingsresultaat te bereiken
waardoor de restantafkoopsom daalt.
De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de
huidige afspraken bij elkaar als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft
vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Besloten is om de restverplichting over de
deelnemers te verdelen met een verdeelsleutel gelijk aan die voor de
deelnemersbijdrage
Overige relevante N.v.t.
gegevens
Relatie
beoogd Het recreatieschap zorgt voor de toegankelijkheid en ontsluiting van natuur en
maatschappelijk
landschap. Dit draagt bij aan een aantrekkelijke leefomgeving voor de burgers
effect
van de gemeente Bunnik.
60
61
Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID)
Vestigingsplaats
Doorn
Doel
Het openbaar lichaam is ingesteld met als doel het uitvoeren van taken die zien
op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op
het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en
hardware voor de deelnemers aan de RID.
Programma
Bedrijfsvoering
Deelprogramma
.
Deelnemende
De gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij
partijen
Duurstede en de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en
Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug gevestigd te Zeist
Bestuurder(s)
Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp
Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp
Openbaar belang Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening
dat wordt behartigd adequaat kan plaatsvinden.
Bestuurlijk belang
Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur
en Dagelijks bestuur. De directeur vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het
Opdrachtgeversoverleg.
De gemeentelijke De deelnemende organisaties dragen bij aan de jaarlijkse begroting van de RID
financiële bijdrage
naar rato van het aantal applicaties en het aantal accounts. Tot 2016 is de
bijdrage vast op basis van de aantallen uit 2012.
Ontwikkelingen
In 2014 is gemeente gemigreerd naar de nieuwe ICT-infrastructuur van de RID.
Begin 2015 wordt de vervanging van de ICT-omgevingen door de laatste
gemeenten afgerond. 2015 zal het eerste jaar zijn van de gezamenlijk ICTinfrastructuur. Er zal bij de RID meer (specialistische) kennis over de ICTinfrastructuur beschikbaar komen en medewerkers worden opgeleid om
meerdere taken te kunnen uitvoeren, waardoor een flexibele organisatie
ontstaat. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen minder
kwetsbaarheid en hogere kwaliteit.
Overige relevante N.v.t.
gegevens
Relatie
beoogd Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening
maatschappelijk
adequaat kan plaatsvinden.
effect
Afval Verwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats
Soest.
Doel
De AVU is een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijk geregelde
bestuurlijke basis. De gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van
de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op
grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het
algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de zorg voor een
goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeente(n)
ingezamelde afvalstromen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic)
en de inzameling en verwerking van glas en papier / karton. Hiervoor heeft de
AVU contracten afgesloten.
Programma
Bouwen, wonen en ondernemen
Deelprogramma
GFT- en restafval.
Deelnemende
Provincie Utrecht en 26 Utrechtse gemeenten.
partijen
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: R.A. Zakee
Openbaar belang De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de
dat wordt behartigd provincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel
(plaatselijke) kennis beschikbaar is. Op dat gebied is de AVU van de gemeenten
en de provincie en werkt zij ten dienste van de gemeenten en de provincie.
Bestuurlijk belang
De provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten zijn vertegenwoordigd in
het algemeen bestuur. Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in
het algemeen bestuur van de AVU.
61
62
Afval Verwijdering Utrecht (AVU)
De gemeentelijke In financiële zin worden alle gemaakte kosten door de AVU doorberekend naar
financiële bijdrage
de deelnemende gemeenten.
Ontwikkelingen
Gemeenten worden zelf verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van het
verpakkingsplastic.
Momenteel
loopt
er
in
AVU
verband
een
aanbestedingsprocedure. In 2015 wordt dit geformaliseerd.
Overige relevante AVU heeft geen eigen vermogen. De financiële resultaten worden verrekend met
gegevens
de deelnemers.
Relatie
beoogd Duurzame ontwikkeling gaat ook over milieu en dus over afvalverwijdering. Door
maatschappelijk
te zorgen voor een milieuverantwoorde verwerking van afval wordt zo min
effect
mogelijk schade aangericht aan de natuur.
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
Vestigingsplaats
Odijk.
Doel
Stuurgroep
Kromme
Rijnlandschap
is
een
gebiedsgericht
samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en
landschap in het Kromme Rijngebied. De stuurgroep is gericht op het
bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en
karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. De
belangrijkste taken zijn:
• kosteloos individuele advisering aan en ondersteuning van particuliere
grondeigenaren
betreffende
(kleinschalige)
natuuren
landschapsontwikkeling en bijbehorende subsidieregelingen,
• beperkte aanvullende subsidieverlening,
• voorlichting door middel van nieuwsbrief, foldermateriaal en
persberichten,
• afstemming, zowel horizontaal (tussen de participanten) als verticaal
(tussen bewoners en overheden) en formuleren van beleid voor natuur
en landschap in het Kromme Rijngebied.
• Bevorderen
ruimtelijke
kwaliteit
bij
functieverandering
en
schaalvergroting door o.a. landschappelijke inpassing
Om dit te realiseren zet de stuurgroep onder meer een landschapscoördinator in.
Programma
Openbare ruimte
Deelprogramma
Recreatie en Landschap.
Deelnemende
Bunnik, provincie Utrecht, Utrecht, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij
partijen
Duurstede.
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: R. Zakee
Openbaar belang Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en
dat wordt behartigd karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bevorderen
ruimtelijke kwaliteit middels advisering en ondersteuning van particuliere
eigenaren in het buitengebied. Instandhouding cultuurlandschap en
natuurwaarden
Bestuurlijk belang
Het collegelid is voorzitter van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerde
en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk
niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de
landschapscoördinator.
De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 19.202 opgenomen voor de
financiële bijdrage
Stuurgroep Kromme Rijnlandschap. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag in de
begroting 2014, er heeft derhalve dus geen indexering plaatsgevonden
Ontwikkelingen
Bewustwording kinderen en landschap door mee te doen aan
landschapsuitvoering met scholen (bv. boomfeestdag). Intermediair/schakel
tussen eigenaar en vrijwilligersorganisaties t.b.v. landschapsaanleg en beheer.
Overige relevante N.v.t.
gegevens
Relatie
beoogd De Stuurgroep Kromme Rijnlandschap levert een belangrijke bijdrage aan de
maatschappelijk
realisatie en instandhouding van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap
effect
binnen o.a. de gemeente Bunnik.
62
63
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN)
Vestigingsplaats
Bunnik.
Doel
Deze commissie adviseert over redelijke eisen van welstand en voert zowel
wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken uit. De wettelijke taken
vanuit de welstandscommissie worden onder andere uitgevoerd op grond van de
Algemene Plaatselijke Verordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht en het Besluit Omgevingsrecht. De commissie is beleidsmatig
gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid, zoals dit onder andere is
vastgelegd in de Welstandsnota en (Beeld)kwaliteitsplannen.
Programma
Dienstverlening
Deelprogramma
Vergunningverlening.
Deelnemende
De meeste gemeenten binnen de provincie Utrecht zijn aangesloten bij WMMN.
partijen
Eind 2013 zijn totaal 24 gemeenten aangesloten. Grotere gemeenten hebben
vaak een eigen welstandcommissie.
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: R.A. Zakee
Openbaar belang Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit
dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur
De gemeentelijke Per jaar worden de tarieven voor de producten vastgesteld. Deze kosten worden
financiële bijdrage
via de legesverordening doorberekend aan de aanvrager. In de begroting is bij
het product Omgevingsvergunning en monumenten een post opgenomen. Voor
monumenten is er een post van ruim € 5.000,- opgenomen. Deze worden NIET
doorberekend aan de aanvrager.
Ontwikkelingen
Op 19 december 2013 heeft de raad besloten om deze gemeenschappelijke
regeling op te heffen. Tot 1 januari 2017 blijft de gemeenschappelijke regeling in
stand. Voor 2017 wordt er een transitie voorbereid om met een andere private
organisatie vorm de verschillende gemeenten breder en gerichter te kunnen
bedienen.
Momenteel
worden
de
eerste
aanzetten
voor
een
Dienstverleningsovereenkomst ontwikkeld. Gemeenten hebben hiermee vrijheid
om wel of geen producten af te nemen. Met deze exercitie wordt ook een
toekomstbestendig organisatie beoogd.
Overige relevante N.v.t.
gegevens
Relatie
beoogd Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit. Hiermee wordt een
maatschappelijk
bijdrage geleverd aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van Bunnik. Ook kan
effect
hiermee verloedering van woon/werkgebieden ongedaan worden gemaakt.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingsplaats
Utrecht.
Doel
Op 1 januari 2006 is de regeling “Veiligheidsregio Utrecht” in werking getreden.
Met de Wet veiligheidregio’s van 1 oktober 2010 is deze vorm van
samenwerking wettelijke geborgd.
De veiligheidsregio moet voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing over
een goed geoefende professionele organisatie beschikken door het bundelen
van krachten kunnen de hulpverleningsdiensten, zich goed voorbereiden op
bijvoorbeeld incidenten zoals grote branden, grote evenementen of een
pandemie.
Programma
Veiligheid
Deelprogramma
Brandweerzorg
Deelnemende
De 26 gemeenten gelegen binnen de provincie Utrecht zijn deelnemer aan de
partijen
gemeenschappelijke regeling en daardoor medeverantwoordelijk voor de
bestuurlijke en organisatorische aansturing van de veiligheidsregio.
Bestuurder(s)
Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp
Openbaar belang De organisatie kan door het bundelen van krachten, grote branden, rampen en
dat wordt behartigd crisis beter aan.
Bestuurlijk belang
Het bestuur bestaat uit de 26 burgemeesters in de regio Utrecht. De taken van
het bestuur worden weergegeven in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio. Het
bestuur is o.a. verantwoordelijk voor; het beleid ten aanzien van de taken van de
veiligheidsregio, de beoogde operationele prestaties, het oefenbeleid en de
63
64
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
brandweer opkomsttijden.
De gemeentelijke Naast de vaste bijdrage voor de veiligheidsregio maakt de gemeente geld over
financiële bijdrage
voor de taken zoals afgesproken in de gemeenschappelijke regeling. De bijdrage
voor de gemeente Bunnik voor 2014 bedraagt € 865.809 en de bijdrage aan de
meldkamer ambulancevervoer (MKA) € 3.235.
Ontwikkelingen
Er is een regionaal dekkingsplan ontwikkeld, met 1 vergelijkbaar
veiligheidsniveau voor de gehele regio. Voorgesteld is om alle brandweerposten
over te laten gaan van de gemeenten naar de VRU. Ook de organisatiestructuur
wordt aangepast. Enerzijds om beter aan te sluiten bij het proces van
regionalisering. Anderzijds om de centrale rol van de brandweerposten in de
repressie beter te borgen en het contact met de gemeenten zo goed mogelijk in
te richten.
Op 4 juli 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten in te stemmen met deze
voorstellen, de zogenaamde majeure projecten.
Overige relevante
gegevens
Relatie
beoogd
maatschappelijk
effect
In 2013 en 2014 is uitgebreid gesproken over de bijdragen van de gemeenten
aan de VRU. De verdeling op basis van historische kosten is niet meer de meest
correcte verdeling. Een verdeling op basis van de verdeling van de landelijke
middelen (verdeling gelden gemeentefonds) lijkt correcter. Hierdoor wordt de
bijdrage van de gemeente Bunnik lager. Voor 2015 bedraagt de bijdrage aan de
VRU € 808.000
De overdracht van de brandweerkazernes van de gemeente naar de VRU moet
nog plaatsvinden.
Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen
de verschillende hulpverleningsinstanties inclusief de gemeenten bij de
crisisbeheersing verbeterd.
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht
Vestigingsplaats
Wijk bij Duurstede.
Doel
Het doel van het RHC Zuidoost Utrecht is:
Het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995,
alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum
op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en
beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en
deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
Programma
Deelprogramma
Deelnemende
partijen
Bestuurder(s)
Openbaar belang
dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
De gemeentelijke
financiële bijdrage
Ontwikkelingen
De taken van het RHC zijn:
- de zorg voor en het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende
archiefbescheiden van de deelnemers, zoals nader omschreven in de
Archiefwet 1995;
- het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor
zover deze niet zijn overgebracht;
- het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe
aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie
bronnen op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.
Bedrijfsvoering
Documentmanagement
Bunnik,Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede
Algemeen Bestuur: J.J. Eijbersen
Uitvoering geven aan de Archiefwet 1995
Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur.
De bijdrage van de gemeente Bunnik bedraagt voor het jaar 2015 € 50.282.
Als speerpunten voor het begrotingsjaar 2015 kunnen worden genoemd:
- het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties
64
65
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht
en het wegwerken van de achterstanden;
- het uitbreiden van de informatie op de eigen website van het RHC;
- de verdere planmatige verwerving van lokale kerkarchieven en de organisatie
van een themabijeenkomst voor de eigenaren van particuliere archieven op
het gebied van sport, cultuur, toerisme en evenementen in de regio;
- het bieden van duidelijkheid aan het bestuur over het resterende
restauratiebudget voor het herstel van de waterschade, gekoppeld aan een
voorstel voor een schade-inventarisatie en het herstel van de andere
archieven;
- het verschaffen van duidelijkheid over de inrichting van een gezamenlijk
e-depot voor de RHC’s in de provincie, de omvang van de digitale bestanden
die in het e-depot worden opgeslagen alsook de jaarlijkse aanwas en de
bijdragen in de kosten van een e-depot;
- het organiseren van enkele kaartententoonstellingen samen met de musea en
oudheidkamers in het werkgebied, waaraan het RHC ook een financiële
bijdrage levert uit de 2% winstopslagreserve.
Overige relevante N.v.t.
gegevens
Relatie
beoogd Het RHC levert een belangrijke bijdrage aan het culturele erfgoed binnen de
maatschappelijk
gemeente en draagt dus bij aan verbetering van het klimaat op het gebied van
effect
kunst en cultuur.
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI)
Vestigingsplaats
Zeist.
Doel
De RDWI heeft als doel kwalitatief hoogstaande diensten en producten aan te
bieden op de terreinen van werk, inkomen, sociale werkvoorziening, reintregratie, schuldhulpverlening, inburgering en overige daarmee verband
houdende onderwerpen.
Programma
Maatwerkondersteuning
Deelprogramma
Inkomen, werk
Deelnemende
Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Zeist.
partijen
Bestuurder(s)
Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen. Algemeen bestuur J.J. Eijbersen, R.A. Zakee
Openbaar belang Waarborging en vergroting van kwaliteit, continuïteit, doelmatigheid en
dat wordt behartigd doeltreffendheid van de werkzaamheden op het terrein van sociale zaken.
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad van Bunnik heeft twee collegeleden in het algemeen bestuur
aangewezen. De bestuurlijke kaders voor de RDWI zijn door de deelnemende
gemeenten neergelegd in een Meerjarenbeleidsplan sociale en economische
participatie.
De gemeentelijke Alle kosten van de RDWI worden doorberekend aan de deelnemende
financiële bijdrage
gemeenten. Dit gebeurt op basis van een begroting, jaarrekening en tussentijdse
rapportages. De p & c cyclus van de RDWI is afgestemd op die van de
gemeente.
Ontwikkelingen
Het is de bedoeling dat per 1-1-2015 de Participatiewet in werking treedt. Deze
wet heeft ingrijpende gevolgen. Bijvoorbeeld voor de omvang van de doelgroep
waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn (ook jonggehandicapten met
verdiencapaciteit); de sociale werkvoorziening (instroom wordt stopgezet); en de
financiën (daarop wordt flink bezuinigd). Daarnaast is de samenwerking met de
BIGA een thema geweest.
Overige relevante De directeur van de werkorganisatie van de RDWI is ambtelijk secretaris van het
gegevens
Bestuur van de GR.
In het kader van het minimabeleid voert de gemeente Bunnik zelf het
Participatiefonds Declaratie uit.
Relatie
beoogd Bestrijding armoedeproblematiek en bevordering van sociale en economische
maatschappelijk
participatie.
effect
65
66
Wereldkidz
Vestigingsplaats
Doel
Programma
Deelprogramma
Deelnemende
partijen
Bestuurder(s)
Openbaar belang
dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
De gemeentelijke
financiële bijdrage
Ontwikkelingen
Overige relevante
gegevens
Relatie
beoogd
maatschappelijk
effect
Zeist.
Openbaar Onderwijs
Educatie.
Bunnik, Zeist, De Bilt, Veenendaal, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug.
Geen bestuurlijke afvaardiging in stichtingsbestuur; begroting en jaarrekening
WereldKidz behoeven instemming van het college.
N.v.t.
Er is in Bunnik voor gekozen om het gemeentebestuur niet zelf de bestuurder
van het openbare basisscholen te laten zijn. Het bestuur van het openbaar
onderwijs is op afstand van het gemeentebestuur geplaatst. De gemeente heeft
geen financieel belang in de stichting. Mocht de stichting op enig moment
financieel in gebreke blijven, dan kan dit alsnog ten laste komen van de
gemeente. In laatste instantie blijft de gemeente namelijk verantwoordelijk voor
het openbaar onderwijs.
In het kader van het Nationaal Onderwijs Akkoord en het Herfstakkoord 2013
heeft het rijk aanvullende middelen ter beschikking gesteld voor de
onderwijsinstellingen. WereldKidz heeft in dat kader een extra bijdrage van ca. €
1 miljoen ontvangen. Het leerlingenaantal in de regio daalt. WereldKidz heeft
een formatieplan opgesteld om de personele formatie meer in balans te
brengen. Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt aan de openbare
basisscholen in Bunnik en Odijk is ook in het schooljaar 2014/2015 wederom iets
toegenomen.
N.v.t.
N.v.t.
Gebiedscoöperatie O-gen
Vestigingsplaats
Scherpenzeel.
Doel
De gebiedscoöperatie werkt samen met haar leden aan de verbetering van de
vitaliteit en de kwaliteit voor het landelijk gebied van Gelderse Vallei, Heuvelrug
en de Kromme Rijnstreek. O-gen is er voor en door leden: partijen zoals
overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers,
betrokken inwoners en particulieren werken in het landelijk gebied onderling of
met andere partners samen aan de gebiedsontwikkeling.
Programma
Deelprogramma
Deelnemende
partijen
Openbare ruimte
Recreatie en landschap
In de Gebiedscooperatie O-gen werken overheden, maatschappelijke
organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche
Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen.
Sinds 1 januari 2014 is het Programmabureau Kromme Rijnstreek onderdeel van
Gebiedscooperatie O-gen en gevestigd in Scherpenzeel. Het bureau coördineert
de projecten in de Kromme Rijnstreek van het gebiedsprogramma Agenda Vitaal
Platteland (AVP) en het Europese LEADER Programma.
Ook de Gebiedscommissie Kromme Rijnstreek maakt sinds 1 januari 2014 deel
uit van de Gebiedscooperatie O-gen. De Gebiedscommissie is een
adviescommissie aan Gedeputeerde Staten voor de provinciale onderwerpen in
het landelijk gebied. Daarnaast is de Gebiedscommissie betrokken bij het
opstellen van het uitvoeringsprogramma van de regio. De volgende partijen zijn
66
67
Gebiedscoöperatie O-gen
hierin vertegenwoordigd: gemeente Bunnik, gemeente Wijk bij Duurstede,
gemeente Houten, gemeente Utrechtse Heuvelrug, Hoogheemraadschap de
Stichtse Rijnlanden, Plaatselijke Groep LEADER Kromme Rijn, Agrarische
Natuurvereniging Kromme Rijnstreek, Stichting Terecht Anders, Utrechts
Particulier Grondbezit, LTO-Noord, Natuur- en Milieufederatie Utrecht, Utrechts
Landschap, mede namens Landschap Erfgoed Utrecht en Staatsbosbeheer. De
Plaatselijke Groep LEADER krijgt ook een plek in de organisatie van O-gen.
Bestuurder(s)
Openbaar belang
dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
De gemeentelijke
financiële bijdrage
Ontwikkelingen
Overige relevante
gegevens
Relatie
beoogd
maatschappelijk
effect
Dagelijks bestuur: geen vertegenwoordiger
Algemeen bestuur: geen vertegenwoordiger
Realiseren van een vitaal platteland en een aantrekkelijk landschap binnen de
Kromme Rijnstreek, stimuleren van plattelandsondernemerschap.
collegelid R. Zakee is lid van de gebiedscommissie Kromme Rijnstreek,
onderdeel van AVP-gebied Oost
Gemeente Bunnik betaalt € 5.000,- voor lidmaatschap van gebiedscoöperatie
O-gen. Voor het streekfonds Leader is in de begroting van de gemeente Bunnik
€ 3.000,- opgenomen.
In 2014 heeft de gemeente Bunnik besloten om voor de periode van een jaar lid
te worden van de nieuwe gebiedscooperatie O-gen. Aan het eind van 2014
bepaalt de gemeente Bunnik of de samenwerking in de gebiedscoöperatie Ogen voor de gemeente Bunnik zinvol is en of zij het lidmaatschap voor meerdere
jaren voortzet.
N.v.t.
Gebiedscooperatie O-gen is een belangrijk samenwerkingsverband voor
plattelandondernemerschap binnen het Kromme Rijngebied en speelt daarmee
een essentiële rol bij het realiseren en in stand houden van een vitaal platteland.
Deelnemingen
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
De gemeente is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten. De BNG
is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk
belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag
mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoner.
Waterleidingbedrijf Vitens
De gemeente is aandeelhouder in deze vennootschap. De vennootschap heeft
ten doel de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen
de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het
verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of
daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
67
68
5. Kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut.
Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zgn.
materiële activa), maar ook aan bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zgn. immateriële activa). Al deze
kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het
onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten.
In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld:
• Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader
van grondexploitatie worden getroffen, activeren;
• Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering
van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven;
• Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven;
• Onderhoud dat niet levensduurverlengend is wordt niet geactiveerd;
• Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een
duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd;
• Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500
worden niet geactiveerd.
Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is
onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud
aangegeven.
Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v.
Onderhoudsplan
Wegen
Wegenplan 2009
Voldoende
Riolering
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Gebouwen – scholen
Onderhoudsplan d.d. 1 juli
2005
Scholen Het Kwartier
Werkhoven en De Kersentuin
Bunnik bij Beheerstichting
Barbaraschool
onderhoudsplan d.d. april
2014
Voldoende
Gebouwen –
gemeentehuis
Onderhoudsplan d.d.
april 2014
Redelijk/goed
Gebouwen –overige
Onderhoudsplan d.d.
april 2014
Redelijk/goed
Openbaar groen
Bomenbeheerplan 2011
Redelijk
In het onderhoudbeheerplan voor wegen, wat in 2014 is geactualiseerd, is geen rekening gehouden met
totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is,
wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming
68
69
plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in
overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid.
De totale vervanging van riolering is in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vGRP) 2012-2016
begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP
opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening.
Het onderhoudsplan van de Barbaraschool is in 2012 geactualiseerd.
Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen
met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid).
De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier en de scholen in Bunnik zitten in De Kersentuin. Het
beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek
onderhoud.
Het bomenbeheerplan is op 1 november 2011 vastgesteld.
In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen
aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2015
Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zullen in 2015 naar
verw achting de volgende uitgaven w orden gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen.
Overige gebouw en
7603008
* - gebouw muziekschool
10.184
7603009
- ambtsw oning burgemeester
22.937
7603010
* - brandw eergarage Bunnik
7603011
* - brandw eergarage Werkhoven
7603012
- jeugaccomodatie Odijk
7603015
- w oning Langstraat 11
7603016
- poortgebouw begraafplaats
11.016
7603017
* - gebouw en gemeentew erf
82.054
7603018
- gemeentehuis
48.328
7603022
- muziektent Werkhoven
6.847
7603023
- Barbaraschool
2.234
569
9.294
12.996
7.057
213.516
Overig onderhoud
7603019
- w egen
393.000
393.000
Totaal onderhoudsuitgaven
606.516
69
70
6. Financiering
Algemene ontwikkelingen
In 2011 is het treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de
ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van
geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een voorzichtig
risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij
volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële verordening).
Kasbeheer
De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de NV Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de
Rabobank en de ING bank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is
een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of
beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat,
indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van
de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%.
Renterisicobeheer
Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële
resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beoogt grote fluctuaties
in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum
gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de
rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering
decentrale overheden (Wet fido) staat de bepaling van de renterisiconorm. Deze wordt getoetst aan het
totaal van de begroting.
De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage (ingaande 2003 8,5%) van het totaal van de
exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2015 ligt de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 29,7 mln = € 2,5
miljoen. In 2014 zijn kasgeldleningen aangetrokken (kasgeldlimiet is in 2014 2,1 miljoen). In 2014
bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,4% en voor in deposito gezette gelden circa 0,02%. Hoe
de ontwikkeling voor 2015 uit zal komen is niet aan te geven.
Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de
looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Zoals hiervoor aangegeven bedraagt
deze norm een percentage (20 %) van het begrotingstotaal. Voor 2015 ligt deze norm op bijna € 6,0
miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen
vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar
contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen.
Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2015 zal in
totaal € 1,6 miljoen worden afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de
norm gebleven.
Gemeentefinanciering
De financieringspositie voor 2015 en volgende jaren is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte
die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de
verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Mede gezien de financieringsbehoefte bij de
grondexploitatie en de verwachte grondopbrengsten kan niet worden uitgesloten dat middelen zullen
moeten worden aangetrokken.
Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze
zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido
vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal ca
10 jaar nodig zijn.
Op dit moment ligt de rente van vaste financieringsmiddelen, afhankelijk van de looptijd, op 2,43%.
Volgens de nota financieel beleid 2013 wordt de rente naar boven afgerond op 2,5%.
70
71
Stand van de vaste leningen op 1 januari 2015
€ 11.656.722
Nieuwe leningen
Reguliere aflossingen
€
€
-1.656.722
Stand van de vaste leningen per 31 december 2015
€
10.000.000
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 3,9%.
Schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord is afgesproken dat lagere overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren.
Dat betekent dat lagere overheden (tijdelijke) liquide overschotten bij Nederlandse staat dienen onder te
brengen (beleggingen) en de Nederlandse staat een marktconforme rente vergoedt die gelijk is aan de
rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die het rijk op de markt aangaat.. Overigens doet de
gemeente Bunnik niet aan beleggingen, omdat er geen liquide overschotten zijn. De gemeente Bunnik
heeft een bankrekening geopend die vanaf 2014 hiervoor gebruikt wordt.
.
71
72
7. Grondbeleid
Grondbeleid algemeen
Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en
wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven.
Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s
Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving, Economische ontwikkelingen,Verkeer en Vervoer, Sport,
Recreatie en Landschap. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële
baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie.
Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de Nota grondbeleid 2008. Deze nota is in
2014 geactualiseerd.
Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding
voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en
faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft,
bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de
ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier.
Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil
zeggen de gemeente stelt voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier.
In het totaal van alle nieuwbouwplannen in de komende jaren samen wordt de door de gemeenteraad
gestelde randvoorwaarde 30% sociale huurwoningen en 70% koopwoningen uitgevoerd. Dit is onder
andere vastgelegd in de woonvisie.
Nota grondbeleid
Medio 2008 is de Nota grondbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt onder andere
aandacht besteed aan de wijze van grondverwerving, de aan- en verkoopvoorwaarden te hanteren bij
grondtransacties, de te hanteren systematiek van kostprijs- en uitgifteprijsberekening bij grondexploitaties.
In 2008 is ook de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. In deze wet zijn ook bepalingen
opgenomen voor en over grondexploitaties (voorheen grondexploitatiewet). De Nota grondbeleid is in
2014 geactualiseerd.
72
73
De gehanteerde woningbouwprognose in de begroting ziet er als volgt uit:
MPW 2014 - 2019 (1 feb 2014)
Locatie
Project
bouw plan
Geplande oplevering
2013
2014
2015
Totaal
2016
2017
2018
2019
2020
op te
leveren
Bunnik
De Gaarde
25
25
Bunnik
Scholeneiland
40
40
Bunnik
Anne Frankschool
31
Bunnik
Schoudermantel 32
Odijk
Scholeneiland
Odijk
Kodakterrein fase 2a
Odijk
Kodakterrein fase 2b
9
4
Odijk
Rijneiland fase 5
2
2
Odijk
Rijneiland fase 6
Odijk
Zeisterw eg 44 dorpshuis
Odijk
Singel/Zeisterw eg
Odijk
Zeisterw eg 103-105
Odijk
Odijk-Vinkeburg, fase 1
Werkhoven
Delteyk, fase 1
Werkhoven
Delteyk, fase 2
8
8
Werkhoven
Delteyk, fase 3
12
12
Werkhoven
Werkhof, projectbouw
6
Werkhoven
Werkhof, vrije kavels
5
Werkhoven
Weerdenburg
Werkhoven
Landje van Kemp
Werkhoven
Prins Mauritslaan
Werkhoven
Achterdijk 80a
1
Werkhoven
Achterdijk 82b
1
Werkhoven
Ambachtstraat 24
Totaal per jaar
31
20
20
57
4
61
6
6
13
4
13
13
5
5
1
1
3
1
4
4
40
40
125
45
6
6
12
6
2
15
4
4
5
5
30
33
63
2
2
18
8
1
1
1
1
14
82
38
151
111
48
45
0
489
Plan Rijneiland
De woningbouw in het plan Rijneiland bevindt zich in de afrondende fase. Er resteren in juni 2014 nog
4 vrije sector kavels (fase 5). Ondanks een herijking van de prijsstelling zijn deze kavels nog niet verkocht.
In 2014 is de afweging gemaakt of moet worden ingezet op de oorspronkelijke planopzet in combinatie
met een verdere prijsverlaging of een fundamentele herziening van de verkavelingsopzet met andere
woningtypen. Afhankelijk van keuze wordt ingezet op een spoedige afronding van het project.
Vooruitlopend op de verkoop van deze laatste kavels is de inrichting van de openbare ruimte wel
afgerond.
MOB-complex te Odijk
De laatste kavel is op 1 juli 2013 verkocht. Als uitvloeisel van het bestemmingsplan en de daarin
vastgelegde bebouwingsmogelijkheden moet voorzien worden in voldoende waterberging. Hiervoor moet
het bestemmingsplan worden herzien. De voorbereidingen hiervoor zijn in gang gezet. De aanleg wordt in
2015 in uitvoering genomen
Project Breed Werkhoven
Delteijkterrein
De gemeente heeft een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar over de realisatie van 24
woningen. Het gaat hierbij om 12 sociale huurappartementen en 12 eengezins koopwoningen. In 2013 is
e
de bouw gestart met de 1 fase van de koopwoningen. Tevens zijn afspraken gemaakt met Lekstede over
de realisatie van de huurwoningen. In het voorjaar van 2014 is gestart met de bouw hiervan. Na de zomer
van 2014 is gestart met de bouw van de 2e fase van de koopwoningen.
73
74
De Werkhof
De gemeente heeft voor de realisatie van 12 eengezins koopwoningen een overeenkomst afgesloten met
een ontwikkelaar. In 2013 is gestart met de bouw en alle woningen zijn verkocht. Daarnaast zijn van de 15
vrije kavels inmiddels 8 uitgegeven.
Project Dorpshart Bunnik
MFA
In oktober 2013 is MFA Kersentuin opgeleverd. Op de locatie van de oude Camminghaschool zijn nog
zorgwoningen gepland. Partijen zijn in overleg over de mogelijkheden van realisatie hiervan.
Anne Frankterrein
De locatie van de Anne Frankschool is in 2013 verkocht aan een ontwikkelaar. Start bouw van 29
woningen is in 2014 gepland.
Churchillterrein
In 2013 is besloten om af te zien van het oorspronkelijke programma van woningbouw. Er is een
overeenkomst afgesloten ten behoeve van realisatie van uitbreiding van een supermarkt en een
parkeerterrein. In 2014 is hiervoor een bestemmingsplanprocedure gestart.
Odijk-west
Het beslisdocument voor de ontwikkeling van Odijk-west is op 28 november 2013 behandeld in de raad.
De raad heeft besloten om de ontwikkeling van het oorspronkelijke project Odijk-west te beëindigen, met
inbegrip van de hierin vastgelegde randvoorwaarden en ambities, en de haalbaarheid van woningbouw op
locatie 't Burgje te onderzoeken aan de hand van op te stellen spelregels. Hierbij wordt het uitgangspunt
gehanteerd dat er vanuit de gemeente zo min mogelijk (spel)regels worden opgelegd om maximale
creativiteit uit de markt te halen en daarmee ook een hoge opbrengst te behalen. Vervolgens beslist de
raad aan de hand van de uitkomsten of gestart wordt met de woningbouw. In dezelfde raadsvergadering
heeft de raad ook besloten om de overige in eigendom zijnde gronden af te waarderen en vooralsnog niet
te verkopen.
In de collegeagenda is het raadsbesluit enigszins aangepast, in die zin dat op locatie 't Burgje gestreefd
wordt naar energieneutraal bouwen en dat tevens de mogelijkheid onderzocht wordt om op de gronden
ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen. De overige onbestemde gronden ten westen van Odijk
worden verkocht.
Aan de hand van gesprekken met de raad, medewerkers, de klankbordgroep en marktpartijen, zijn
spelregels uitgewerkt. De spelregels vormen de basis van een aanbestedingsleidraad voor het kiezen
van een marktpartij die locatie 't Burgje gaat ontwikkelen.
Er wordt naar gestreefd om dit in het najaar 2014 laten plaatsvinden. Gunning, en daarmee duidelijkheid
over de globale invulling van locatie 't Burgje, zal dan kunnen plaatsvinden in 2015. Hierop volgend zal de
bestemmingsplanprocedure worden gestart.
Particuliere ontwikkelingen
Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaarden scheppend betrokken
bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de
gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten.
Verwachte resultaten
Op dit moment is het resultaat van de grondexploitaties tot op zekere hoogte onzeker. Bij afsluiting van
een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel
voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve.
74
75
Risico’s grondexploitaties
In de actualisatie grondexploitaties en risico’s per 1 januari 2014 staat dat het risicobedrag op de
gemeentelijke grondexploitaties ten opzichte van 1 januari 2013 is gedaald. Het totale risicobedrag per 1
januari 2014 bedraagt € 1,1 miljoen. In onderstaande tabel is dit risicobedrag weergegeven voor de
onderdelen: in exploitatie genomen gronden en niet in exploitatie genomen gronden en gelijktijdig de
vergelijking getrokken met 2013.
2013 (€)
In exploitatie genomen gronden
Niet in exploitatie genomen gronden
Totaal risicobedragen
2014 (€)
Verschil (€)
1.480.187
582.200
897.987 (V)
995.225
566.600
428.625 (V)
2.475.412
1.148.800
1.326.612 (V)
V = Voordeel 2014 ten opzichte van 2013
De vorig jaar genomen stimuleringsmaatregelen woningbouw hebben geresulteerd in de afname van de
risico’s met betrekking tot de in exploitatie genomen gronden. Daardoor zijn gronden namelijk
daadwerkelijk verkocht, waardoor het risico bij de projectontwikkelaar is komen te liggen. De afname van
de risico’s van niet in exploitatie genomen gronden wordt veroorzaakt door de afwaardering van deze
gronden.
Overhoeken
Jaarlijks worden de prijzen vastgesteld die moeten worden gehanteerd indien overhoeken van
plantsoenen bijvoorbeeld verkocht worden aan aanwonende woningeigenaren. Hier kan niet de residuele
grondwaardemethodiek worden toegepast, daar geen sprake is van nieuwbouw.
Daarnaast dient een grondprijs te worden vastgesteld voor gronden die worden verkocht met een
bestemming sociaal-culturele doelstellingen.
Bij overhoeken moeten drie situaties worden onderscheiden:
a. overhoeken die zullen worden gebruikt als uitbreiding van de tuin, terwijl op die grond geen
beperkingen aanwezig zijn als gevolg van de aanwezigheid van kabels en leidingen. Voor 2015 wordt
hiervoor € 213,- per m² in rekening gebracht.
b. idem, maar nu wel met beperkingen. Voor 2015 wordt hiervoor 50% van € 213= € 106 per m² in
rekening gebracht voor het deel van de oppervlakte waar een kabel of leiding gelegen is.
c. Idem, maar nu bedoeld om een woninguitbreiding mogelijk te maken. Voor 2015 wordt hiervoor 150
% van € 213 = € 319 per m² in rekening gebracht voor het deel waarop eventueel gebouwd kan
worden.
75
76
Bijlagen
Bijlage I
Staat reserves en voorzieningen
Bijlage II
Opgenomen nieuw beleid vanuit Kadernota
Bijlage III
Eenmalige posten
Bijlage IV
Inventarisatie risico’s
Bijlage V
Kaders en Regelingen
76
77
Bijlage I: Reserves en voorzieningen
77
78
Vermeerderingen
Omschrijving van de reserve
1
Boekwaarde
begin
dienstjaar
2015
14
Toevoegingen
tlv de exploitatie ivm
inflatie
ontwikkeling
2,25%
15
Toevoegingen
tlv de exploitatie
Verminderingen
Ontvangen
subsidies
en
bijdragen
Overige
vermeerderingen
Ten gunste
van de
exploitatie
Ten gunste
van andere
reserves en
voorzieningen
Overige
verminderingen
Boekwaarde
einde
dienstjaar
2015
Bespaarde
rente
t.g.v de
exploitatie
Bespaarde
rente
t.g.v. de
algemene
reserve
2,5%
2,5%
16
17
18
19
20
21
22
23a
23b
A. Algemene reserves
7500000
Bufferreserve
2.181.560
7500001
Algemene reserve
6.427.443
Totaal onderdeel A
8.609.003
609.906
-
609.906
-
500.000
107.347
500.000
107.347
-
-
2.181.560
-
54.539
7.430.002
-
160.686
9.611.562
-
215.225
B Vrije bestemmingsreserves
B-1 Bestemmingsreserves
7501002
Reserve uitv.deelnota beeldende kunst
7501006
Reserve bedrijfsvoering
7501013
Reserve management traject
62.043
1.079
63.122
200.000
1.551
200.000
-
5.000
58.045
14.383
72.428
-
1.451
4.495
18.891
-
360
20.209
-
505
-
7.407
7501014
Reserve waardevolle bomen
14.396
7501015
Reserve personeelsfeest
20.209
7501017
Reserve onderwijshuisvesting
296.263
39.777
336.040
7501018
Reserve onderhoud A.Frankschool
208.560
29.530
238.090
-
5.214
7501021
Reserve onderhoud Camminghaschool
62.959
6.504
69.463
-
1.574
7501022
Reserve onderhoud De Lage Engh
100.944
6.708
-
107.652
-
2.524
7501027
Reserve onderh.acc.peuterz. Kruimeltje
106.103
9.900
-
116.003
-
2.653
7501031
Reserve volkshuisvesting
158.949
158.949
-
3.974
7501032
Reserve Dorpshart Bunnik
2.700.000
2.700.000
-
67.500
7501033
Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit
1.215.000
1.215.000
-
30.375
7501034
Reserve collegeprogramma
25.000
25.000
-
625
7501035
Reserve persoonsgebonden budget
43.588
68.588
-
1.090
294.163
-
7.354
5.703.598
-
139.157
7501099
Reserve budgetoverheveling
Totaal vrije bestemmingsreserves
25.000
294.163
5.566.222
-
137.376
-
-
-
-
-
78
79
B-2 Egalisatiereserves
7501103
Reserve stuurgr. kromme rijnlandschap
184.106
7501104
Reserve kosten riolering
358.080
7501008
Reserve egalisatie kosten gem.reiniging
150.001
7501011
Reserve egalisatie bouwleges
585.342
Totaal vrije bestemmingsreserves
1.277.529
36.280
147.826
-
358.080
85.851
-
-
-
-
122.131
-
-
4.603
8.952
150.001
-
3.750
499.491
-
14.634
1.155.398
-
31.939
11.546.100
299.897
-
B-3 Geblokkeerde bestemmingsreserves
7501200
Reserve dekking kapitaallasten
11.995.885
449.785
Totaal geblokkeerde bestemmingsreserves
11.995.885
-
-
-
-
449.785
-
-
11.546.100
299.897
-
Totaal onderdeel B
18.839.636
-
137.376
-
-
571.916
-
-
18.405.096
299.897
171.096
Totaal reserves
27.448.639
-
747.282
-
500.000
679.263
-
-
28.016.658
299.897
386.321
79
80
Vermeerderingen
Omschrijving van de voorziening
1
Boekwaarde
begin
dienstjaar
2015
11
Toevoegingen
tlv de exploitatie ivm
inflatie
ontwikkeling
2,25%
12
Toevoegingen
tlv de exploitatie of
andere
reserves
Verminderingen
Ontvangen
subsidies
Overige ontvangsten van
derden
Aanwending
Boekwaarde
einde
dienstjaar
Bespaarde
rente
t.g.v de
exploitatie
Bespaarde
rente
t.g.v. de
algemene
reserve
2,50%
2,50%
13
14
15
16
17
18a
18b
1. Verplichtingen en verliezen
7600001
Voorziening FPU/voormalig personeel
7600002
Voorziening verplichtingen ontslaguitkeringen voormalige wethouders
7600003
7600011
Voorziening pensioenverpl. wethouders
7603021
706
-
-
18
99.153
68.860
30.293
-
2.479
1.278.243
62.265
1.215.978
-
31.956
41.403
31.773
Voorziening wachtgeldverplichtingen
voormalig personeel
7600018
706
Voorziening grondexploitatie
Achterstallig onderhoud sport
7.150.450
67.689
1.523
9.630
-
1.035
7.150.450
-
178.761
69.212
-
169
1. Egalisatievoorzieningen
7600014
Voorziening egalisatie kosten riolering
Totaal 1 t/m 2
2.037.204
45.837
9.798
10.674.848
47.360
9.798
-
-
87.789
2.005.050
-
5.093
251.393
10.480.613
-
219.511
173
3. Onderhoudsvoorzieningen
Voorziening onderhoud diverse accommodaties
7603008
- gebouw muziekschool
69.413
1.562
5.120
10.184
65.911
-
7603009
- ambtswoning burgemeester
34.095
767
7.232
22.937
19.157
-
85
7603010
- brandweergarage Bunnik
79.171
1.781
6.159
569
86.542
-
198
7603011
- brandweergarage Werkhoven
83.619
1.881
10.130
9.294
86.336
-
209
7603012
- jeugdaccomodatie schoudermantel
53.567
1.205
9.503
12.996
51.279
-
134
7603015
- woning Langstraat 11
22.195
499
2.859
7.057
18.496
-
56
7603016
- poortgebouw begraafplaats
10.361
233
6.165
11.016
5.743
-
26
7603017
Onderhoud gebouwen gemeentewerf
61.364
1.381
24.984
82.054
5.675
-
153
7603018
Onderhoud gemeentehuis
480.122
10.803
86.328
48.328
528.925
-
1.200
7603019
Onderhoud wegen
728.036
16.381
277.469
393.000
628.886
-
1.820
7603022
Onderhoud muziektent, Werkhoven
7.874
177
3.225
6.847
4.429
-
20
7603023
Barbaraschool
58.898
1.325
9.406
2.234
67.395
1.688.715
37.995
448.580
-
-
606.516
1.568.774
-
4.074
12.363.563
85.355
458.378
-
-
857.909
12.049.387
-
223.585
Totaal onderhoudsvoorzieningen
Totaal voorzieningen
80
81
Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota
81
Progr. Omschrijving
Investering
2015
1
1
1
1
2
3
6
7
7
8
9
9
9
9
11
bedr
bedr
bedr
3
3
9
Wettelijke verplichtingen
Implementatie basisregistraties 2015
Implementatie basisregistraties 2016
Implementatie basisregistraties 2017
Implementatie basisregistraties 2018
Bijdrage VRU
Openbare verlichting 2018
Sport: diverse investeringen
Aanbesteding leerlingenvervoer
Wmo hulpmiddelen
Minimabeleid gericht op participatie
Areaaluitbreiding pompen en gemalen
Dekking onderhoud riolering
ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken
Verbetermaatregelen ODrU
Algemene uitkering
Migratie oracle databases (elke 3 jaar)
Informatiebeveiliging
Rentelasten geldlening
Subtotaal
Vervangingsinvesteringen
Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur
Dekking onderhoudsmaatregelen voorziening wegen
Graflift Honor Inno 2000
2016
2017
2018
52.500
19.500
13.000
6.500
52.500
6.500
19.500
13.000
Afschrijf
periode
5
5
5
5
6.500
10
Jaarlasten
2015
2016
2017
2018
11.813
11.550
4.388
11.287
4.290
2.925
55.000-
81.000-
107.000-
11.583
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
44.775
30.991-
12.680
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
30.991-
30.991-
25.000
30.000
36.829-
11.400
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
16.994
30.99112.000
15.000
30.000
84.668-
11.024
4.192
2.860
1.463
115.00020.000
13.612
50.00075.00020.000
10.000
10.00030.991
15.000
30.000
135.818-
15.000
30.000
121.849-
35.000
35.000813
35.000
35.000797
35.000
35.000781
35.000
35.000765
83
9
10
10
10
10
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
bedr
Grafbekisting 3 delig
Groenplan vervangingsinvesteringe gemeentelijk groen 2015
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017
Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018
Vervangen automatiseringsapparatuur 2015
Vervangen automatiseringsapparatuur 2016
Vervangen automatiseringsapparatuur 2017
Vervangen automatiseringsapparatuur 2018
Citroën Berlingo 48-BN-JX
Porter transporter
Aanhangwagen WR-FG-92
Containers werf
Dekking containers werf reinigingsrecht
Mitsubishi Fuso BX-JJ-20
Bema Frontbezem kommunal 600
Vervangingen gemeentewerf < 5.000
Subtotaal
Totaal (A)
Progr. Incidentele uitgaven
bedr migratie oracle databases (elke 3 jaar)
9 Verbetermaatregelen Odru
Totaal incidentele uitgaven (B)
Totaal structurele uitgaven (=A-B)
6.000
42.500
42.500
42.500
42.500
7.829
11.530
14.475
37.580
20.000
18.000
12.000
105.000
37.000
6.500
116.530
57.975
37.580
110.329
136.030
70.975
44.080
0
110.329
2016
0
136.030
2017
0
70.975
3.896
3.825
3.896
1.762
1.723
2.594
1.684
2.536
3.257
3.000
3.450
1.500
2.937
3.375
1.470
9.625
9.625-
5.450
26.067
2.874
3.300
1.440
9.450
9.4506.211
1.246
2.900
38.454
735
3.683
3.754
3.825
3.896
1.645
2.478
3.185
8.456
2.811
3.225
1.410
9.275
9.2756.079
1.219
15.250
62.416
58.601-
97.364-
59.433-
7
6
57.829
Investering
2015
10
15
15
15
15
5
5
5
5
8
6
10
15
2018
0
44.080
20.000
34.421
-
2.408-
Afschrijf Jaarlasten
periode
2015
44.775
44.775
47.183-
2016
12.000
16.994
28.994
87.595-
750
3.754
3.825
3.896
2017
2018
0
97.364-
0
59.433-
83
84
Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
84
85
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
2015
Programma 01 exploitatielasten
Opleidingen gemeenteraad
Programma 02 exploitatielasten
Aankoop materiaal verkiezingen
Programma 05 exploitatielasten
Actualisatie wegenbeheersplan
Programma 06 exploitatielasten
Verbetermaatregelen Odru
Programma 07 exploitatielasten
Opstellen Mop Barbaraschool
§ Bedrijfsvoering exploitatielasten
migratie oracle databases (elke 3 jaar)
Totaal incidentele uitgaven (B)
2016
2017
2018
-
-
-
8.000
26.300
-
15.000
15.000
22.238
-
22.238
-
44.775
16.994
3.500
-
-
-
96.813
12.000
28.994
37.238
23.000
85
86
Bijlage IV: Inventarisatie risico’s
86
87
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
3
3
Financieel
Financieel
9
6
Economisch
Economisch
6
7
Bedrijfsv
7
6
6
2
6
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Bedrijfs
9
8,9
Economisch
Politiek
Economisch
Financieel
Milieu
Milieu
Financieel
Financieel/milieu
Juridisch
Economisch
Economisch
Economisch
Juridisch/milieu
Economisch
Financieel
Bedrijfs
9
9
6
5
Bedrijfs
1
Juridisch/financieel
Financieel
Financieel
Economisch/politiek
Economisch
Economisch
Politiek
Bedrijfsv
Bedrijfs
Bedrijfsv
Financieel
Economisch
Juridisch/Financieel
Algemene uitkering gemeentefonds
Verdeelsystematiek algemene uitkering
(herijking clusters)
Regionale Dienst Werk en Inkomen
Vorming/opstartfase Regionale UitvoeringsDienst
(RUD)
Omgevingsdienst (gaat naar de RUD)
Stichting Wereldkidz/openbaar onderwijs
Samenwerking met gemeenten of instanties
Subsidies
Bodemsanering
Bodemverontreiniging
Stichting begraafplaats Odijk
Planschadevergoedingen
Aansprakelijkheid
Vervanging personeel
Garantiestellingen woningen
Overige gemeentegaranties
Rampen en calamiteiten
Regiotaxi
Decentralisatie rijkstaken sociale domein (decentralisatie jeugdzorg, AWBZ, onderkant arbeidsmarkt,
participatiewet, passend onderwijs en efficiëncykorting door het rijk bij het overhevelen van AWBZ
en jeugdzorg naar de gemeente)
Rechtmatigheid
Openeinde regeling Participatiewet
Openeinde regeling Leerlingenvervoer
Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen
Bomenbeheerplan
Kwaliteit van het personeel
Bestuurlijke aangelegenheden
(wachtgeld huidige wethouders)
Niet realiseren ombuigingen (Bunnik in Balans)
Storing hard- en software
Vandalisme/(moedwillige) vernieling gemeentelijke
bezittingen
Bestemmingsplannen
6
GECALCULEERD
RISICOBEDRAG/
FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/
BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I)
EN/OF
STRUCTUREEL (S)
pm
pm
70%
20%
pm
pm
Accepteren
Accepteren
S
I/S
pm
10%
pm
Accepteren
I
€ 15.000
pm
pm
€ 3.500.000
€0
pm
pm
€ 50.000
€0
pm
pm
€ 1.270.000
€ 1.920.000
pm
€0
20%
10%
10%
5%
0%
20%
5%
10%
30%
5%
20%
5%
5%
10%
0%
€ 3.000
pm
pm
€ 175.000
€0
pm
pm
€ 5.000
€0
pm
pm
€ 63.500
€ 96.000
pm
€0
Verminderen/beheersen
Accepteren
Accepteren
Accepteren
Vermijden
Verminderen/beheersen
Accepteren
Accepteren
Accepteren
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Accepteren
Accepteren
Accepteren
Accepteren
I
S
S
S
S
S
S
S
S
€ 2.000.000
€ 1.420.000
pm
€0
€ 32.000
€ 100.000
pm
30%
5%
20%
0%
20%
10%
20%
€ 600.000
€ 71.000
pm
€0
€ 6.400
€ 10.000
pm
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Accepteren
Verminderen/beheersen
Accepteren
Verminderen/beheersen
S
S
S
S
S
S
S
€ 150.000
€ 50.000
€ 100.000
50%
20%
10%
€ 75.000
€ 10.000
€ 10.000
Verminderen/beheersen
Accepteren
Verminderen/beheersen
I/S
S
S
pm
pm
20%
10%
pm
pm
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
S
S
S
S
S
S
S
87
88
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
5
Bedrijfsv
Economisch
Juridisch
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Financieel
Economisch
Financieel
Bedrijfsv
Bedrijfsv
Bedrijfsv
5
Economisch
Economisch
Financieel
Economisch
Storm- en bliksemschade openbaar groen
Trajecten medewerkers en WW verplichtingen
gedragen door de gemeente
Pensioenpremie
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Loonkosten (CAO hoger dan raming verwachte
loonstijging)
Demografische ontwikkelingen (invloed op Wmo)
Vergrijzing
Risico’s als gevolg van wijzigingen in de Ziektewet
Schadeclaims door schade aan:
wegen
riolering en
openbare voorzieningen
Wet sociale werkvoorziening/onderrealisatie WSW
plaatsen
Meer aanvragen schuldhulpverlening (meer uitgaven
armoedebeleid)
Kosten afval
Sport; voorzieningenniveau sportaccommodaties
Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP)
Dorpshuis
Sporthuis
Onrechtmatige vestiging voorkeursrecht op gronden
in Werkhoven-west
Wmo verstrekkingen - Hulp bij het Huishouden
Wmo verstrekkingen - Wonen, Rollen en Vervoer
Wmo verstrekkingen (Wet maatschappelijke
ondersteuning)
Grondexploitatie/malaise op de woningmarkt (lagere
opbrengsten bouwleges en OZB, vertraging of afstel
in de ontwikkeling van grondexploitaties)
9
Financieel
9
Financieel
6
7
5
7
7
6
Milieu
Politiek
Milieu
Politiek
Politiek
Juridisch
9
9
9
Economisch
Economisch
Economisch
6
Economisch
Bedrijfsv
Economisch
Leegstand lokalen MFA’s
TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
GECALCULEERD
RISICOBEDRAG/
FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/
BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I)
EN/OF
STRUCTUREEL (S)
€ 10.000
10%
€ 1.000
Accepteren
I
€ 100.000
€ 55.000
pm
50%
70%
20%
€ 50.000
€ 38.500
pm
Accepteren
Accepteren
Accepteren
S
I
S
pm
pm
pm
€ 286.000
20%
30%
10%
50%
pm
pm
pm
€ 143.000
Accepteren
Accepteren
Accepteren
Accepteren
S
S
S
S
€ 15.000
€ 15.000
€ 100.000
10%
10%
10%
€ 1.500
€ 1.500
€ 10.000
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
I/S
I/S
I/S
€ 50.000
10%
€ 5.000
Accepteren
S
€ 10.000
€ 15.000
€ 24.000
pm
pm
pm
50%
10%
50%
10%
10%
10%
€ 5.000
€ 1.500
€ 12.000
pm
pm
pm
Accepteren
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Accepteren
Accepteren
Accepteren
S
I
S
S
S
S
€ 1.500.000
€0
€0
50%
50%
0%
€ 750.000
€0
€0
Verminderen/beheersen
Accepteren
Vermijden
I
S
I
€ 75.000
60%
€ 45.000
Accepteren
S
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
Verminderen/beheersen
I
I
S
€ 3.779.000
pm
€ 16.641.000
< 50%
> 50%
60%
€ 665.800
€ 483.000
pm
€ 3.337.700
88
89
Bijlage V: Kaders en regelingen
89
90
Wettelijk kader
Jaar van
besluit
Jaartal
Herziening
Programma
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Wet Openbaarheid van Bestuur
Wet op de Lijkbezorging
Wet bijzondere opnemingen psychiatrische
ziekenhuizen
Wet tijdelijk huisverbod
Wet op de Veiligheidsregio’s
Drank- en horecawet
Wegenverkeerswet
Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht
(SMPU)
2003
1991
1998
1
1
2
2005
2009
2010
2012
1994
2
2
2
2
3
2004
2014
3
Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan (RVVP)
Wet op de telecommunicatie
2005
2000
2015
3
3
Inpassingsplan Rijsbruggerwegtracé (provincie)
Provinciale Structuurvisie
Regionaal Structuurplan (BRU)
Gemeentelijk structuurplan
Wet op het primair onderwijs
Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)
Wet Partcipatiebudget
Nota recreatie en toerisme
Landschapsontwikkelingsplan (LOP)
Beeldkwaliteitplan Buitengebied
2012
2013
2005
2007
1981
1996
2009
2013
2010
2010
Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo)
Monumentenwet
Woningwet
Wet Inburgering
Wet Publieke Gezondheid
Wet op de Jeugdzorg
Jeugdwet
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen
Leerplichtwet
RMC wet
Wet op het specifiek cultuurbeleid
2010
1998
2003
2006
2010
2010
2014
7,8
7,10,
7,10,
7
7
7
7
2010
2009
2002
1993
7,8
7
7
7
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen
Nota “Kwetsbare groepen”
Lokaal gezondheidsbeleid
Besluit en Beleidsregels voorzieningen
maatschappelijke ondersteuning
Wmo beleidsplan
Nota integraal jeugdbeleid gemeente Bunnik
2009-2012
2014
2004
2009
7
7
7
2010
2012
2009
2015
2015
3
4
4,10,
4
5
5
5
6
6
6
7
7
7
90
91
Wettelijk kader
Jaar van
besluit
Jaartal
Herziening
Programma
Wet werk en bijstand (Wwb)
Wet Sociale Werkvoorziening
2004
1998
8
8
Participatiewet
2015
8
Wet Investeren in Jongeren (WIJ)
2009
8
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
2012
8
Wet Milieubeheer
Wet verankering en bekostiging van
gemeentelijke watertaken
2002
9
2008
9
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Waterwet
Wet op de ruimtelijke ordening
2007
2009
2008
9
9
10
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS)
Provincialre Ruimtelijke Verordening (PRV)
Huisvestingswet
2013
10
1992
10
2008
2012
1998
2004
2007
10
10
10
11
11
11
bedrijfsvoering
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Bouwbesluit
Wet op de Lijkbezorging
Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ)
Grondexploitatiewet
Circulaires gemeentefonds
Gemeentewet
jaarlijks
91
92
Lokale regelgeving
Jaar van
besluit
Reglementen van orde voor de raad en van het
Open Huis
Instructie voor de griffier
Collegeagenda 2014-2018
Organisatiebesluit
Legesverordening
2013
2003
2014
2008
2014
Realisatieplan elektronische dienstverlening
Financiële verordening gemeente Bunnik (art.
212 GW)
Controleverordening gemeente Bunnik (art 213
GW)
Verordening onderzoeken doelmatigheid en
doeltreffendheid (art. 213a GW)
Verordening externe klachtenbehandeling
Verordening op de rekenkamercommissie Valei
en Veluwerand 2014
Strategisch communicatie beleidsplan
Algemeen Plaatselijke Verordening (APV)
Verordening op de heffing en invordering van
brandweerrechten
Regionaal crisisbeheersingsplan
Kadernota Integrale veiligheid Bunnik 20132016
Brandveiligheidsverordening
Evenementenbeleid
Nota handhaving APV en parkeerovertredingen
Verkeersbeleidsplan 2014-2024
Wegennota
Nota parkeernormen
Marktverordening
Regionaal convenant kantoren
Regionaal convenant bedrijventerreinen
Economisch beleidsplan
Winkeltijdenverordening
Verordening voorzieningen huisvesting
onderwijs gemeente Bunnik 2012
Verordening materiële en financiële
gelijkstelling onderwijs gemeente Bunnik 2010
Verordening Leerlingenvervoer 2012
Ambtsinstructie leerplichtambtenaar 2012
Kadernota Educatie 2008-2012
Cultuurnota 2008-2012
Accommodatiebeleid
Jaartal
Herziening
2015
2018
2015
Programma
1
1
1
1
1
2009
1
2012
1,bedrijfsvoering
2007
1,bedrijfsvoering
2012
2008
1,bedrijfsvoering
1
2014
2012
2012
1
1
2,3,4,10,
2007
2014
2
2
2013
2012
2008
2
2
2,4
2011
2014
2014
2009
2005
2014
2013
2010
2014
2024
2019
2016
2
3
3
3
4
4
4
4
4
2012
5
2010
2012
2012
2008
2008
1996
5
5
5
5
5,7
6
2015
92
93
Lokale regelgeving
Jaar van
besluit
Nota Ruimte
Bestemmingsplan Buitengebied
Nota Sport op orde
Bunnik Buiten Gewoon Mooi
Algemene Subsidieverordening
Beleidsregels subsidieverstrekking
Accommodatiebeleid
Bunnik Monumentaal
Monumentenverordening Bunnik
Verordening WMO beraad
WMO verordening
Lokaal handhavingsbeleid kwaliteit
kinderopvang gemeente Bunnik
Verordening Peuterspeelzalen Bunnik
Plan Centrum voor Jeugd en Gezin gemeente
Bunnik
2006
2011
2013
2003
2008
2008
1996
2006
2006
2007
2009
Jaartal
Herziening
2015
2015
Programma
6
6
6
6
7
7
7
7
7
7
7
2012
2011
7
7
2011
7
Maatregelenverordening Wet werk en bijstand
2007
8
Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand
2007
8
Beleidsnotitie schuldhulpverlening en
handhavingsbeleid Wet werk en bijstand (Wwb)
Protocolklachtrecht RSD
Gemeenschappelijke Regeling RDWI
Toeslagenverordening Wwb
Verordening langdurigheidstoeslag Wwb
2008
2007
2012
2012
2012
8
8
8
8
8
Aanwijsbesluit uitvoering WSW door Biga BV
2008
8
Sociaal economisch contract uitvoering WSW
2008
8
2010
8
2011
8
2011
2012
8
8
Verordeningen, toeslagen en verlagingen WIJ,
maatregelen WIJ, werkleeraanbod WIJ
Meerjarenbeleidskader Sociale- en
economische participatie 2011-2014 Regio
KRH
Beleidsregels opschorting, herziening,
intrekking en terugvordering van bijstand en
inkomensvoorziening
Besluit tijdelijke regels aanscherping Wwb
Verordeningen Participatiewet
(maatregelen; clientenparticipatie; reintegratie,
LKS; individuele inkomenstoeslag
Milieubeleidsplan 2008-2012
2015
2008
2014
8
9
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP)
Waterplan Bunnik 2008-2013
Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012
2012
2008
2004
2017
2014
2015
9
9
9
Regionale Huisvestingsverordening
2006
jaarlijks
10
Attractiebesluit
Structuurplan Bunnik
1997
2007
2015
10
10
93
94
Lokale regelgeving
Jaar van
besluit
Jaartal
Herziening
Programma
Bestemmingsplan Buitengebied Bunnik
Bestemmingsplan Vinkenburg
2011
2013
10
10
Bestemmingsplan Spoorkruisingen Bunnik
Bestemmingsplan Dorpen Bunnik, Odijk en
Werkhoven
2013
10
2013
10
2006
1996
2010
2010
1994
1994
2012
2014
2009
2011
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
11
11
bedrijfsvoering
bedrijfsvoering
Uitwerkingsplannen Groenstructuurvisie w.o.:
- Groenstructuurplan
- Kapvergunningenbeleid
- Hondenpoepbeleid
- Groenbeheerplan
- Speel- en jongerenbeleid
Beleidskader af te stoten openbaar groen
Bouwverordening
Gemeentelijke Welstandsnota
Verordening algemene begraafplaats
Verordening algemene begraafplaats
Nota handhaving
Nota grondbeleid 2014
Kwaliteitsplan beheer Openbare Ruimte
Archeologische beleidsplan
Beeldkwaliteitplannen
Woonvisie
Nota financieel beleid
Treasurystatuut
Personeelsbeleidsplan.
Organisatiebesluit.
Regeling productverantwoordelijkheid
gemeente Bunnik 2007
Controleprotocol 2007 e.v.
Strategische organisatievisie Bunnik “Kijk
verder, kijk Bunnik”
Herijking Plan van aanpak juridische
kwaliteitszorg
Nota Financieel beleid
Beleidsplan Informatie
Realisatieplan elektronische dienstverlening
2012
2013
2011
2000
2008
2018
2016
2006
2007
2005
2010
2013
2013
2009
bedrijfsvoering
bedrijfsvoering
2014
bedrijfsvoering
2018
bedrijfsvoering
bedrijfsvoering
bedrijfsvoering
bedrijfsvoering
94