Lesmap Magnus is ziek

Download Report

Transcript Lesmap Magnus is ziek

is ziek
Lesmap voor leerkrachten kleuteronderwijs
& 1ste graad lager onderwijs
Inleiding
Beste Leerkracht,
Dit najaar zweeft Magnus door M. Dit fantasierijke jongetje uit het prentenboek Magnus is ziek moet onder
‘nar-co-se’. Magnus krijgt een masker op, zijn beentjes stijgen op en al gauw vliegt hij met blote billen door
een dromerige ziekenhuiswereld. In zijn ziekenkamer in M wacht hij koortsig op jullie komst!
Je leerlingen zullen samen met Magnus onder narcose gaan, ze zweven de museumgangen door en houden
halt bij een aantal kunstwerken in de tentoonstelling over de 16de-eeuwse wetenschapper Andreas Vesalius
en in de tentoonstelling van de hedendaagse kunstenaar Markus Schinwald.
Wanneer ze alle opdrachten tot een goed einde hebben gebracht, ontvangt je klas een doktersdiploma!
In deze lesmap vind je:
1. tips voor de voorbereiding van je museumbezoek
2. tips voor de naverwerking van je museumbezoek
3. de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen die hieraan gekoppeld kunnen worden.
Veel plezier!
Tot binnenkort in M!
M - Museum Leuven / L. Vanderkelenstraat 28 / 3000 Leuven / www.mleuven.be
2
Voorbereiding in de klas
Kennismaking met M
*
Vertel je leerlingen over jullie bezoek aan M binnenkort. Weten jullie wat een museum is? Is iemand al
ooit in een museum geweest? Weet je nog welk museum dat was? Wat kan je in een museum zien? Wat
doet een museum?
info
*
*
Wat is een museum?
Een museum is een huis voor en vol kunst. Het is een groot gebouw waar
kunstwerken verzameld worden, bewaard, onderzocht en getoond. In een
museum kunnen de mensen kijken naar kunst, leren met en over kunstwerken,
tekenen, praten, muziek maken, genieten, discussiëren, leren van elkaar en van
de kunst.
Voer samen met je leerlingen een kort gesprek over één van de belangrijkste taken van een museum: het
verzamelen van kunstwerken.
Wat verzamelen je leerlingen? Hoe groot zijn de verzamelingen? Hoe bewaren ze hun verzameling? Wat
zouden ze willen verzamelen? Verzamelen hun (groot)ouders iets? Wat kunnen ze niet verzamelen?
*
Ga op zoek naar alledaagse (gebruiks)voorwerpen, oude voorwerpen, voorwerpen waarvan je niet weet
waarvoor ze dienen… Maak uit deze voorwerpen een verzameling en presenteer je verzameling in de
klas. Zo maken jullie je eigen museum!
*
Kennen jullie de naam van het museum? Wat zou die M kunnen betekenen? (M is de eerste letter van
het woord Museum. Het is een naam die je in alle talen kan uitspreken en ze is heel gemakkelijk te
onthouden.)
Is er iemand van de klas waarvan zijn naam ook begint met de letter M? Of van iemand die je kent?
*
3
Voorbereiding in de klas
Museumregels
*
*
*
*
*
*
Maak een ruimtelijke onderverdeling in de klas/ op de speelplaats zodat je een ‘MAG WEL’ en een ‘MAG
NIET’-kant hebt.
De kinderen staan in het midden van de klas.
Benoem een handeling.
De kinderen tonen of deze handeling volgens hen wel of niet mag in het museum door aan de bijhorende
MAG WEL/MAG NIET-zijde te gaan staan.
Bespreek met hen hun keuze.
Vul eventueel zelf aan of verbeter.
TIP: voor kleuters kan je eventueel pictogrammen
afdrukken van ‘dingen’ die je ‘wel’ en ‘niet’
in een museum mag doen.
Wat mag wel
Je mening zeggen
Met elkaar praten over wat je ziet
Rustig rondwandelen
Kunstwerken langs alle kanten
bekijken
Opdracht uitvoeren
Vragen stellen
Plezier hebben
Op de grond gaan zitten
Wat mag niet
Rennen
Voorwerpen aanraken
Hard roepen
Eten en drinken
Huisdieren meenemen
4
Voorbereiding in de klas
Kennismaking met Magnus
Benodigheden: Boek Magnus is ziek - Kim Crabeels en Sebastiaan Van Doninck /
Lannoo / €12,99
‘Dag Magnus’, lacht de dokter, in zijn groene jas.
‘We gaan eraan beginnen. Verpleegster, geef maar gas!’
Magnus krijgt een masker op. Daarvan wordt hij ZO moe.
De dokter ziet er wazig uit. De muren worden FLOU.
Op ‘EEN-TZWEE-DWIE’ wordt Magnus suf. Zijn beentjes stijgen op.
Op VIER draait de verpleegster de dokter op zijn kop…
*
*
Lees samen met je leerlingen het vervolg van het verhaal uit het boek Magnus is ziek.
Nadien kan je met hen een gesprekje starten. Over wie ging het verhaal? Wat gebeurde er? Welke figuren
hebben ze allemaal leren kennen? Wat hebben ze gezien? Wat vonden ze van het verhaal?
TIP: Het boek ‘Magnus is ziek’ is verkrijgbaar in de museumshop.
Bij aankoop van het boek schenk je € 1 aan het creatief atelier van ziekenhuisschool UZ Leuven.
Kennismaking met de familie van Magnus
Benodigheden: Familieportret Magnus, Sebastiaan Van Doninck.
> http://www.mleuven.be/binaries/magnus-familieportret.jpg
*
*
*
Je toont je klas het familieportret van Magnus.
Laat je leerlingen vervolgens vertellen wat ze allemaal op de prent zien.
Wie zouden deze mensen zijn? Herkennen ze Magnus op de prent? Kunnen ze raden welke kwaaltjes de
familieleden van Magnus hebben?
Dit is
Magnus met zijn familie. Allemaal hebben ze wel eens ergens last van
• Mama (strijkarm, stofzuigelleboog, chronisch zeuren over rommel)
• Papa (allergisch aan soapseries)
• Grote Zus (plaagziek en gevaarlijk allergisch aan huiswerk)
• Oma (babbelziek)
• Opa (selectief doof)
• Trixie Poes (last van vlooien, een natte neus en chronische vermoeidheid)
Maar vandaag denkt iedereen alleen maar aan Magnus. Die moet ONDER
HET MES. Wat klinkt dat eng!
5
Voorbereiding in de klas
Kennismaking met Andreas Vesalius en Markus Schinwald
*
*
Vertel je leerlingen dat Magnus een eigen ziekenkamer heeft in M. Daar wacht hij ongeduldig op hun
bezoek! Samen met Magnus zullen ze onder narcose gaan, de museumgangen doorzweven en halt houden
bij een aantal kunstwerken. Net als Vesalius leren ze in M meester-dokter worden en gaan ze Markus
Schinwald achterna.
Maar weten ze wel wie Vesalius is? En wat doet Markus Schinwald?
info
Wie is Andreas Vesalius?
Andreas Vesalius was een wetenschapper/ een dokter en leefde in de 16de
eeuw. Hij werd in 1514 geboren, dat is exact 500 jaar geleden. Hij heeft aan de
universitiet van Leuven gestudeerd.
Uiteraard is hij vandaag al lang dood, maar hij is nog steeds erg bekend
omdat hij ons veel geleerd heeft over het lichaam van de mens.
Vesalius werd wereldberoemd door zijn boek ‘Fabrica’, een anatomische
atlas over de werking van het lichaam. Lang werd gedacht dat de mens er
vanbinnen hetzelfde uitzag als dieren. Vesalius was de eerste dokter die
dissecties uitvoerde op lijken van mensen om te onderzoeken hoe het menselijke
lichaam er vanbinnen uitzag. Hij ontdekte dat dieren en mensen toch anders
waren.
Vandaag is zijn boek nog steeds een inspiratiebron voor vele dokters.
Deze tentoonstelling in M wil zijn 500ste verjaardag vieren!
Zie ook op: www.vesaliusleuven.be/nl/expo/tentoonstelling
info
Wie is Markus Schinwald?
Markus Schinwald is een jonge kunstenaar uit Oostenrijk. Hij is 41 jaar.
Markus is zowel videokunstenaar, choreograaf, beeldhouwer, schilder,
fotograaf en modeontwerper. Dat is heel wat! Het betekent dat hij veel
verschillende soorten kunstwerken maakt. De ene keer zijn het schilderijen en
sculpturen, andere keren films of live performances. In zijn kunstwerken staat
het menselijke lichaam centraal.
Zie ook op: www.mleuven.be/schinwald
6
Voorbereiding in de klas
Kennismaking met de ziekenhuisschool
Benodigheden: gekleurd papier, karton, kleurpotloden, stiften, scharen, lijm, andere knutselmaterialen, ...
*
*
Vertel je klas over de ziekenhuisschool van de UZleuven.
Vraag hen of ze weten wat een ziekenhuisschool is?
info
Wat is een ziekenhuisschool?
Wanneer kinderen lange tijd in het ziekenhuis verblijven, kunnen ze niet naar
een gewone school gaan. Kinderen van 2,5 tot 21 jaar kunnen tijdens hun
opname in het ziekenhuis in de ziekenhuisschool terecht. Want ook een ziek
kind heeft recht op onderwijs.
Elke dag volgen ongeveer 120 leerlingen onderwijs in de ziekenhuisschool van
de UZLeuven.
Zie ook op: www.kuleuven.be/uzschool
Magnus en M willen een brug slaan tussen ‘gewone’ museumbezoekers en kinderen die verblijven in
het kinderziekenhuis. In de antichambre (de inkomhal van M) brengt de digitale expo Mijn Verhaal de
persoonlijke getuigenissen van deze kinderen.
*
*
*
*
*
*
Laat je leerlingen een beterschapskaartje maken voor één of meerdere zieke kindjes uit de
ziekenhuisschool.
Je leerlingen kunnen iets voor hen schrijven, tekenen of een beterschapswens verzinnen.
Neem de kaartjes mee naar het M – Museum.
Vertel aan de gids over jullie gemaakte kaartjes. Onze M - gids zal jullie de Beterschaps-Brievenbus
laten zien.
Post jullie kaartjes in de Beterschaps-Brievenbus in de Antichambre of in de Magnuskamer (zaal 14).
M zorgt voor de rest.
TIP: Hou tijdens jullie bezoek in M even halt bij de expo van de ziekenhuisschool in de antichambre.
7
Naverwerking in de klas
Terugblik
Benodigheden: papier en potloden
*
*
*
*
Peil naar wat de leerlingen hebben onthouden over het museumbezoek. Wat is je het meest bijgebleven?
Wat hebben we gezien? Wat vond je fijn?
Je kan hen ook vragen om een tekening te maken van het kunstwerk dat ze zich nog herinneren. Dat
kan voor iedere leerling anders zijn.
Laat de leerlingen hun tekening voorstellen aan de hele klas. Herkennen de andere leerlingen over welk
kunstwerk het gaat?
De tekeningen en/of collages van de leerlingen kan je bundelen tot een eigen ‘catalogus’ van het
museumbezoek.
Kunst maken met je lichaam
*
*
*
Laat je leerlingen op de grond liggen in de klas of in de turnzaal. Zorg dat er voldoende ruimte tussen de
kinderen is, zodat ze elkaar niet raken wanneer ze armen en benen spreiden.
Geef hen vervolgens korte beweegopdrachten.
De leerlingen beelden in stilte uit wat de leerkracht hen voorzegt:
• Maak een elfje met je lichaam. Je glijdt met je benen en armen over de vloer.
• Maak een egeltje van jezelf. Je gaat je zo klein mogelijk maken.
• Beweeg met je tenen en vingers; naar boven, naar onder, spreiden, oprollen, …
• Raak met je neus je knieën.
• Raak met je beide handen je voeten.
• Zorg dat zowel je handpalmen als je voetzolen de grond raken.
• Maak je zo groot mogelijk.
• Enkel je poep mag de grond raken.
• ...
8
Naverwerking in de klas
Magnus is ziek
Benodigheden: grote kleurplaat van Magnus, pleisters, potloden, stiften, gekleurde stickertjes, ...
> http://www.mleuven.be/binaries/magnus-kleurplaat.jpg
*
*
*
*
Print voor elke leerling de kleurplaat van Magnus uit op een A3-papier.
Met behulp van kleurpotloden, echte pleisters, stiften, stickertjes, ... maken de kinderen Magnus ziek.
Hoe zie je eruit als je ziek bent? Welke kleur heb je dan? Kijk je dan blij of verdrietig?
Presenteer de werkjes voor de hele klas.
Laat de leerlingen aan elkaar vertellen welke kwaaltjes hun Magnus heeft.
X-ray
Benodigheden: zwart papier, wattenstaafjes, witte potloden, lijm of plakband. .
*
*
*
*
De kinderen tekenen met een wit potlood de omtrek van hun eigen hand op een zwart blad.
Hoe zou onze hand er nu vanbinnen uit zien? Laat de leerlingen met wattenstaafjes de vingerkootjes en
botjes van hun eigen hand maken. Zo ontstaat een echte x-ray!
Nadien kunnen ze hetzelfde doen voor hun voet.
In plaats van een hand en een voet over te tekenen, kan je je leerlingen ook een volledig skelet laten
maken. Print hiervoor enkele doodshoofden uit, die de leerlingen bovenaan op hun blad kunnen kleven.
Met behulp van volledige wattenstaafjes en doorgeknipte wattenstaafjes maken ze hun eigen skelet.
9
Beoogde eindtermen
3de kleuterklas
Muziche vormgeving
De kleuters kunnen
*
*
*
*
*
*
*
*
*
visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen.
materiaalgevoeligheid ontwikkelen door exploreren en experimenteren.
impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken en vinden.
eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens, handelingen verwoorden.
genieten van een gevarieerd aanbod van hedendaagse en klassieke kinderliteratuur, en voor hen
bestemde culturele activiteiten.
meedoen met bewegingen die tijdens het vertellen van een verhaal aan bod komen, en belangstelling
tonen om het beweging inspirerend gegeven nauwkeurig te observeren en na te bootsen.
openstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving.
respect betonen voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot de eigen en de andere culturen.
genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de zelfexpressie in ‘kunstwerken’
Nederlands
De kleuters kunnen
*
*
een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.
de bereidheid tonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap.
10
Beoogde eindtermen
1ste graad lager onderwijs
Muzische vorming
De leerlingen kunnen
* door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en
beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen.
* door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover
praten.
* beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en kritisch tegenover staan.
* plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven.
* tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
* blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken.
* zonder vooroordelen naar kunst kijken en luisteren.
Sociale vaardigheden
De leerlingen kunnen
* in omgeving met anderen respect en waardering opbrengen.
* hulp vragen en zich laten helpen.
* bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
* kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
* zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe door signalen te geven die voor anderen
begrijpelijk en aanvaardbaar zijn.
* in functionele situaties een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies naleven.
* samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
Nederlands
De leerlingen kunnen
* op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die
voorkomt in een gesprek met bekende leeftijdsgenoten.
* bij een behandeld onderwerp vragen stellen die begrepen en beantwoord kunnen worden door
leeftijdsgenoten.
Wereldoriëntatie
De leerlingen kunnen
* de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij ademhaling, spijsvertering
en bloedsomloop in het menselijk lichaam verwoorden op een eenvoudige wijze.
* de functie van de zintuigen, het skelet en de spieren op een eenvoudige wijze
verwoorden.
* gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over
het functioneren van het eigen lichaam.
* hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.
* in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen tonen, gebaseerd op kennis van het
eigen kunnen.
* aandacht voor de onuitgesproken regels tonen die de interacties binnen een groep
typeren en zijn bereid er rekening mee te houden.
* belangstelling tonen voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.
11