Kinderopvangnieuws juli 2014

Download Report

Transcript Kinderopvangnieuws juli 2014

1
Kennisgroep Kinderopvang
www.mth.nl
Inhoudsopgave kinderopvangnieuws juli 2014
1. Het nieuwe arbeidsrecht
2. Algemene nieuwsbrief MTH
3. Tevreden.nl & MTH accountants & adviseurs slaan de handen ineen voor het uitzetten van
een brancheonderzoek
4. Spelregels getuigschrift
5. Extra voorwaarden voor toepassing premiekorting jongere werknemer
6. BOinK gaat strijd aan met terugvorderen kinderopvangtoeslag
7. Terugvordering kinderopvangtoeslag bij ontbreken adres is niet aan de orde
8. Nieuw kompas voor ondernemer met financieringsvraag
9. Sectorplan Kinderopvang leidt nog niet tot nieuwe banen
10. In het nieuws: Kinderopvang zoekt naar unieke diensten
11. Internetconsultatie voor continue screening op basis van personenregister
12. Kamerbrief faillissement kinderopvangorganisatie Estro groep
13. Kamervragen over nog niet afgehandelde kinderopvangtoeslag voor 2012
14. Wetsvoorstel Wet hervorming kindregelingen
15. Brancheorganisatie krijgt afdeling in Amsterdam
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
2
1.
Het nieuwe arbeidsrecht
Het artikel over wijzigingen in het arbeidsrecht zijn aangepast (zie onze nieuwsbrief van juni):
1 juli 2014 is geworden: 1 januari 2015.
2.
-
Algemene nieuwsbrief MTH met de volgende actuele punten:
Werkkostenregeling
Subsidieregeling praktijkleren
Wettelijk Minimum Loon
Vakantiewerk
(zie bijlage)
3.
Tevreden.nl & MTH accountants & adviseurs slaan de handen ineen voor het
uitzetten van een brancheonderzoek
Tevreden.nl zal in samenwerking met MTH accountants & adviseurs in september een
brancheonderzoek uitzetten waar ook u voor wordt uitgenodigd. De bedoeling van het
onderzoek is om voor de branche inzichtelijk te maken waar kinderopvangorganisaties op basis
van economische en marktontwikkelingen tegenaan lopen. De resultaten van dit onderzoek
zullen uiteraard ook teruggekoppeld worden naar de branche.
Naar aanleiding van de resultaten zullen er in het najaar tevens ronde tafel bijeenkomsten
georganiseerd worden om hierover met elkaar van gedachten te wisselen. Daarbij zullen er voor
deze bijeenkomsten door MTH accountants & adviseurs en Tevreden.nl interessante sprekers
met kennis op gebied van de onderwerpen worden uitgenodigd om kinderopvangorganisaties te
kunnen adviseren bij eventuele vraagstukken.
4.
Spelregels getuigschrift
Spelregels bij het opstellen van een getuigschrift
In de wet is geregeld dat op verzoek van een medewerker de werkgever aan het einde van de
arbeidsovereenkomst een getuigschrift moet uitreiken. In het getuigschrift staat een opgave van de verrichte
werkzaamheden en de tijd dat de medewerker bij de werkgever werkzaam is geweest. Alleen als de
medewerker hierom vraagt moet de werkgever vermelden op welke wijze de medewerker de werkzaamheden
heeft verricht.
Onlangs nog heeft het Gerechtshof in Den Haag zich gebogen over een rechtszaak die door een werknemer
was aangespannen over de inhoud van het door werkgever verstrekte getuigschrift. De werknemer was het
niet eens met de tekst ervan en wilde bij de rechter een aangepast getuigschrift vorderen. De rechter wees de
vordering van de werknemer af.
Het Hof overwoog dat het oordeel van de werkgever over de wijze van taakvervulling door de werknemer
subjectief zal zijn. De werkgever mag geen onjuiste mededelingen opnemen in het getuigschrift. Het gaat erom
dat wordt aangegeven op welke wijze werknemer zijn verplichtingen is nagekomen. Werkgever moet weliswaar
aangeven hoe de werknemer zijn taken heeft verricht, maar is niet verplicht te vermelden dat werknemer zijn
taken naar behoren heeft vervuld. Dit was wat de werknemer wilde.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
3
Tenslotte is nog van belang om te realiseren dat, wanneer een werkgever bewust het getuigschrift te positief
of te negatief invult hierdoor een andere werkgever of de medewerker schade kan leiden. De partij die schade
lijdt, kan een vergoeding van deze schade vorderen.
5.
Extra voorwaarden voor toepassing premiekorting jongere werknemer
Vanaf 1 juli aanstaande kunt u als werkgever een premiekorting ontvangen als u in 2014 en/of 2015 een
jongere in dienst neemt vanuit een ww- of bijstandspositie. Inmiddels zijn wat meer details bekend over deze
nieuwe premiekorting jongere werknemer. Zo blijkt met name een onderbroken dienstverband een struikelblok
te zijn.
Regeling in het kort
De premiekorting is een tijdelijke regeling, specifiek om nieuwe banen te creëren in de periode 1 januari 2014
tot 1 januari 2016. U heeft hierover al eerder kunnen lezen in de eerste nieuwsbrief van dit jaar. In het kort
komt de regeling erop neer dat wanneer u dit jaar en/of volgend jaar iemand vanuit een ww- of
bijstandspositie in dienst neemt in de leeftijd tussen 18 en 27 jaar, u voor de duur van de dienstbetrekking –
maar maximaal twee jaar – recht heeft op een premiekorting van € 3.500 per jaar. Het moet gaan om een
dienstbetrekking voor ten minste 32 uur per week en op basis van minimaal een halfjaarcontract.
Let op!
De premiekorting geldt voor jongeren die vanaf 1 januari 2014 bij u in dienst treden, maar u kunt de
premiekorting pas vanaf 1 juli 2014 in uw loonaangifte toepassen.
Zonder doelgroepverklaring geen premiekorting
Voor toepassing van de premiekorting moet u kunnen aantonen dat de jongere voorafgaand aan de
dienstbetrekking recht had op een ww- of bijstandsuitkering. Daarvoor moet u bij de loonadministratie een
doelgroepverklaring van het UWV of de gemeente bewaren. Zonder verklaring waaruit blijkt dat de werknemer
direct voorafgaand aan de dienstbetrekking een ww- of bijstandsuitkering had, komt u niet in aanmerking voor
de premiekorting!
Tip:
De jongere met een ww-uitkering kan deze doelgroepverklaring vanaf 1 mei 2014 aanvragen bij het UWV. De
jongere met een bijstandsuitkering kan de doelgroepverklaring aanvragen bij zijn gemeente.
Onderbroken dienstverband
Om misbruik met de premiekorting te voorkomen, zijn er nadere regels gesteld. Het is namelijk niet de
bedoeling dat een bestaande dienstbetrekking wordt beëindigd, om na een korte uitkeringsperiode weer een
dienstverband aan te gaan met als doel opnieuw te voldoen aan de voorwaarden voor de premiekorting. In de
volgende situatie komt u, bij een tijdelijk onderbroken dienstverband, daarom niet in aanmerking voor de
premiekorting:
de jongere is vóór 1 januari 2014 al eerder bij u in dienst geweest, maar dit dienstverband is of wordt
beëindigd vóór, op of na 1 januari 2014,aan de jongere is vervolgens een ww- of bijstandsuitkering
toegekend,de jongere treedt binnen drie maanden na beëindiging van het dienstverband opnieuw bij u in
dienst.
In bovenstaande situatie heeft u geen recht op de premiekorting, omdat dit voor de regeling niet wordt gezien
als een onderbroken dienstverband. De dienstbetrekking is namelijk aangevangen vóór 1 januari 2014 en door
de driemaandperiode worden de beide dienstbetrekkingen beschouwd als één.
Let op!
Een onderbroken dienstverband heeft, afhankelijk van de tussenliggende periode, ook gevolgen voor de
maximale premiekortingsperiode van twee jaar.
Onderbroken voorwaarden
Als basis geldt dat een dienstbetrekking niet langer dan drie maanden mag worden onderbroken om recht te
houden op de maximale premiekortingsperiode. Ook zonder onderbreking kan het zijn dat u de premiekorting
niet meer kunt toepassen. Bijvoorbeeld omdat er gekort wordt op de overeengekomen contractduur (minimaal
een halfjaar) of de arbeidsduur (minimaal 32 uur). Voldoet u daarna weer wel aan de voorwaarden, dan
herleeft mogelijk weer het recht op premiekorting. Uw MTH adviseur kan u hier meer over vertellen.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
4
6.
BOinK gaat strijd aan met terugvorderen kinderopvangtoeslag
Duizenden ouders komen in de problemen doordat de Belastingdienst kinderopvangtoeslag terugvordert. Soms
moeten ouders tienduizenden euro's terugbetalen. Een financiële afgrond volgens de Belangenvereniging van
Ouders in de Kinderopvang & Peuterspeelzalen (BOinK). De organisatie laat het er niet bij zitten.
De Nationale ombudsman heeft in de eerste vijf maanden van dit jaar verhoudingsgewijs veel meer klachten
over toeslagen ontvangen dan vorig jaar en start daarom een onderzoek naar het probleem. BOinK schat in dat
het om duizenden gedupeerden gaat. Volgens de binnenstromende klachten vordert de Belastingdienst
onterecht grote bedragen geld terug.
De Belastingdienst krijgt één jaar langer om ervoor te zorgen dat ontvangers van toeslagen met één
rekeningnummer staan geregistreerd. Deze operatie had eigenlijk in juli afgerond moeten zijn, maar wegens
vertraging moesten tienduizenden mensen wachten op hun toeslagen.
Fraude
BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma zegt dat de Belastingdienst veel scherper is gaan controleren of de
kinderopvangtoeslag wel rechtmatig is uitgekeerd en of er geen sprake is van fraude. De regels over het
aanvragen van de toeslag zijn veel ingewikkelder geworden. Hier komen de problemen vandaan. Volgens de
voorzitter worden ouders die niets verkeerd hebben gedaan hier de dupe van. 'Bij sommige ouders is er alleen
sprake van een kinderopvangcontract dat niet deugt en dan nog vordert de Belastingdienst geld bij hen terug.
Erg tegenstrijdig, want deze ouders kunnen aantonen dat de toeslag gewoon voor kinderopvang is gebruikt.
Het is net alsof de Belastingdienst met hagel rond aan het schieten is tot het raak is'.
Financiële afgrond
Voor ouders kan deze terugvordering een financiële afgrond betekenen. Volgens de voorzitter wordt het hele
bedrag teruggevorderd in plaats van alleen het deel dat misschien onterecht aan toeslagen is gegeven. Dit
zelfs tot jaren terug. 'Alleen het bedrag dat omstreden is zou teruggevorderd moeten worden. Niet het volle
pond. Nu is de ellende heel groot, omdat het gelijk om grote bedragen gaat. Volgens Jellesma kan het al snel
om tienduizenden euro's gaan. 'Wanneer een gezin met twee kinderen 1.200 tot 1.600 uur aan kinderopvang
afneemt, en er een bedrag van meerdere jaren wordt teruggevorderd, dan kan het al snel om een totaalbedrag
van 50.000 tot 60.000 euro gaan.'
Aanvechten
Ouders staan volgens de belangenorganisatie compleet machteloos. Het is heel ingewikkeld om te procederen.
Bovendien communiceert de Belastingdienst slecht richting de gedupeerden. Vaak krijgen ouders alleen maar
een brief waarin staat dat er aan bepaalde punten niet is voldaan, maar staat daar niet bij om welke punten
het gaat. 'Dit kan zo niet. BOinK zal zich hier niet bij neerleggen', zegt Jellesma. 'Ondanks het aankomend
zomerreces gaan wij net zoveel stampij maken als vorig jaar bij de problemen rondom de terugwerkende
kinderopvangtoeslag.'
Er gelden vanaf 1 januari 2014 nieuwe regels voor de kinderopvangtoeslag. Willen ouders toeslag ontvangen,
moeten zij die binnen drie maanden aanvragen ná de maand dat de kinderopvang van start is gegaan. Wie
langer wacht, loopt geld mis.
Bron: Kinderopvangtotaal
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
5
7.
Terugvordering kinderopvangtoeslag bij ontbreken adres is niet aan de
orde
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op Kamervragen geantwoord dat de
Belastingdienst/Toeslagen geen kinderopvangtoeslag terugvordert enkel vanwege het ontbreken van het
adresgegeven van een kind in een contract. Als onjuiste of onvolledige gegevens worden verstrekt, wordt de
ouder hierover door de Belastingdienst/Toeslagen bevraagd. De ouder krijgt dan de kans de gegevens aan te
vullen of de juistheid aan te tonen door aanvullende documenten of verklaringen. De
Belastingdienst/Toeslagen zal vervolgens aan de hand van de alsnog aangeleverde gegevens en documenten
nagaan of aan de wettelijke voorwaarden voor het verkrijgen van kinderopvangtoeslag is voldaan. Pas als
wederom de gevraagde gegevens niet worden geleverd, wordt het voorschot kinderopvangtoeslag
teruggevorderd. De minister bevestigde dat het niet volledig zijn van aangeleverde gegevens niet hoeft te
duiden op fraude. Van fraude is volgens de bewindsman pas sprake als door de ouder opzettelijk verkeerde
gegevens zijn aangeleverd met het oogmerk om hierdoor wederrechtelijk voordeel te krijgen.
Bron: Min. v. SZW 11 juli 2014 2014-0000100867
8.
Nieuw kompas voor ondernemer met financieringsvraag
25-06-2014 - Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft vandaag 'met een druk op de knop' de nieuwe
financieringswijzer voor het midden- en kleinbedrijf gelanceerd. De financieringswijzer is onderdeel van de
vernieuwde Ondernemerskredietdesk (OKD) die VNO-NCW, MKB-Nederland en de Nederlandse Vereniging van
Banken (NVB) hebben ontwikkeld.
Checklists
Door het invullen van de financieringswijzer kunnen ondernemers hun financieringsbehoefte in kaart brengen
en worden zij op weg geholpen naar aanbieders van passende financieringsvormen. Aan de hand van
checklists kunnen zij zich goed voorbereiden op een financieringsaanvraag. Ook is een meldpunt ingericht voor
ondernemers die knelpunten ervaren bij de financiering van hun onderneming.
Alternatief
‘Nu de economie aantrekt, zoeken ondernemers financiering voor hun groeiplannen. Omdat dit via traditionele
manieren dikwijls niet lukt, zoeken ondernemers ook naar alternatieve financieringsvormen. Het kabinet
ondersteunt dit en faciliteert ondernemers bij het aantrekken ervan’, zei minister Kamp bij de presentatie van
de financieringswijzer.
Cruciaal
Volgens de bewindsman is betrouwbare en toegankelijke informatie voor ondernemers cruciaal. ‘De
Ondernemerskredietdesk als privaat initiatief en de financieringsdesk van het digitale ondernemersplein als
publiek initiatief voorzien gezamenlijk in deze behoefte. Samen stellen zij ondernemers in staat te groeien en
dragen zo bij aan werkgelegenheid en economische groei in Nederland.’
Vernieuwing
De Ondernemerskredietdesk werd in 2009 ontwikkeld door VNO-NCW, MKB-Nederland en de NVB, met steun
van het ministerie van Economische Zaken, toen duidelijk werd dat mkb-ondernemers door de crisis steeds
moeilijker aan financiering konden komen. De vernieuwing van de website ondernemerskredietdesk.nl was
volgens de organisaties nodig om ‘beter in te kunnen spelen op het huidige, snel veranderende
financieringslandschap.’
Bron: VNO NCW
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
6
9.
Sectorplan Kinderopvang leidt nog niet tot nieuwe banen
Met de sectorplannen, die ook zijn gemaakt voor de kinderopvangbranche, bereikt minister Asscher positieve
krantenkoppen maar nog geen concrete banen. Deze kritiek uiten Kamerleden nadat Asscher in een brief een
update gaf van wat er tot nu toe bereikt is. Asscher nam tot nu toe vooral zachte, preventieve maatregelen. Zo
krijgen mbo-studenten Kinderopvang voorlichting over de huidige stand van zaken op de arbeidsmarkt. Maar of
dat tot meer banen leidt...?
'Echte banen' beloofde minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher bij de aftrap van de sectorplannen. De
kinderopvangbranche kreeg al snel 17 miljoen euro toegewezen, die gedeeld moet worden met de branches
jeugdzorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Dit geld is bedoeld om medewerkers om te scholen of
naar ander werk te begeleiden.
Voorlichting studenten
In de update over de sectorplannen is minister Asscher een stuk minder concreet. Daarin schrijft hij 'dat de
sectorplannen tot nu toe 185.000 mensen raken'. Dat 'raken' is een ruim begrip. In de bouw kregen duizenden
werknemers bijvoorbeeld een gezondheidscheck om ziekteverzuim te voorkomen. Kinderopvangstudenten
kregen voorlichting over de huidige stand van zaken op de arbeidsmarkt. Oftewel de boodschap is: er valt met
de opleiding die je nu volgt weinig te halen. Maar het is maar de vraag of studenten en de branche daarmee
geholpen zijn, vinden de Kamerleden.
Motie
Pieter Heerma van het CDA is zo'n criticus in de Kamer. Hij zegt in het Algemeen Dagblad dat hij vooral veel
positieve krantenkoppen ziet, maar nog geen concrete banen. In totaal is er nu zo'n 600 miljoen euro aan
sectorplannen in onder andere de bouw, de kinderopvang en de zorg besteed. Volgens Heerma had het
kabinet met dat geld beter de belastingen kunnen verlagen. Onder leiding van het CDA wordt in een motie aan
minister Asscher gevraagd om doelen en resultaten van de projecten duidelijker te formuleren. De motie wordt
door veel partijen, waaronder de regeringspartijen PvdA en de VVD gesteund.
Bezuinigen en investeren
Wat hoogleraar arbeidsmarkteconomie Bas van der Klaauw vooral bevreemdt, is dat er nu geld wordt gestoken
in sectoren waar het kabinet tegelijk stevig op heeft bezuinigd. Als voorbeeld noemt hij de zorg en de
kinderopvangbranche. 'Het is bizar dat het ene ministerie bezuinigt en het andere er geld instopt om banen te
behouden', vindt Van der Klaauw.
Bron: Kinderopvangtotaal
10. In het nieuws: Kinderopvang zoekt naar unieke diensten
Kinderen en carrière vragen tijd en aandacht. De traditionele kinderopvang biedt lang niet altijd voldoende
flexibiliteit. Opvangorganisaties komen met nieuwe serviceconcepten, maar ouders zoeken naar alternatieven.
Balanceeract
Nachtdiensten? Een paar dagen op zakenreis? Weer racen om boodschappen te doen? Te weinig tijd om het
avondeten te bereiden? Ouders met jonge kinderen en drukke banen hebben soms het gevoel dat ze bezig zijn
met een balanceeract met draaiende borden. De kinderopvang biedt vaak maar een deel van de oplossing.
Ontzorgen
In Amsterdam heeft Oya’s Childcare de deuren geopend. Deze kinderopvang biedt ouders de mogelijkheid om
kinderen ook te laten overnachten. Oprichter Oya Yavuz wil vaders en moeders ontzorgen. Naast 24uursopvang biedt Oya’s Childcare een boodschappendienst en een maaltijdservice. De instelling kan ook het
verjaardagsfeestje van het kind verzorgen.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
7
Flexibele opvang
“Onze flexibele aanpak onderscheidt ons”, zegt Yavuz. “Ouders kunnen hun kind inschrijven voor een
programma dat gebaseerd is op blokken van minimaal vier uur. Per maand kunnen ze de tijden, dagen, duur
en frequentie van de opvang bepalen. Naast standaard dagopvang bieden we flexibele opvang, als ouders op
onregelmatige tijden werken of als ze ‘s nachts een veilige en vertrouwde opvang voor hun kind nodig hebben.
Fenomeen in steden
Voor de boodschappenservice rekent Oya’s Childcare tussen de 5 en 10 procent administratiekosten bovenop
de kosten van de gekochte artikelen, vertelt Yavuz. De uitgebreide dienstverlening is volgens haar een
fenomeen in steden met grote clusters van expats, zzp’ers, en ouders die diensten moeten draaien, zoals
medisch en luchtvaartpersoneel. “Binnen de Randstad zal er steeds meer vraag naar flexibele kinderopvang
komen.”
Vakanties boeken
Er zijn meer kinderopvangcentra die dit soort diensten aanbieden, stelt Richard van Dam van de
Brancheorganisatie Kinderopvang, die 1.100 instellingen in Nederland vertegenwoordigt. “Zolang de kwaliteit
van de kinderopvang goed is, maakt het ons niet uit of ze bij wijze van spreken ook vakanties voor mensen
boeken. Dat is extra service aan de ouders. Ondernemers in de sector moeten zich zo uniek mogelijk in de
markt zetten.”
Goedkopere alternatieven
Kinderopvanginstellingen hebben het moeilijk. De vraag naar opvanguren daalt ook dit jaar. “De afname is wel
minder groot dan vorig jaar”, zegt Ceel Elemans, sectormanager Publieke Sector van ING. “Voor 2014
verwachten we een daling van de vraag naar kinderopvang met 5 procent. Zeven op de tien
kinderopvangorganisaties zijn alleen aan het overleven. Die zijn niet bezig met nieuwe serviceconcepten.”
Intussen blijven ouders zoeken naar goedkopere alternatieven. “Als ouders drie jaar zijn gekort op de eigen
bijdrage, kiezen ze voor een andere oplossing. Ze gaan aan de slag met gastouderopvang, ze lossen het
onderling op met andere stellen, of ze huren opa en oma in.”
Twee keer duurder
Tussen 2008 en 2013 is de kinderopvang gemiddeld meer dan 2 keer duurder geworden. In 2008 droegen
ouders 18 procent van de kosten zelf. Vorig jaar was de eigen bijdrage 39 procent. In 2014 draagt de overheid
wel meer bij in de kosten. Alle inkomens hebben dit jaar ook weer recht op kinderopvangtoeslag. Toch zal dat
niet voor grote verschuivingen zorgen, verwacht Elemans. “Ouders die voor alternatieven hebben gekozen,
doen dat niet voor de korte termijn. Ze spreken met bevriende ouderparen af om afwisselend op elkaars
kinderen te passen, of ze huren gezamenlijk een oppas in. Dat zijn structurele beslissingen.”
Bron: ING nieuws
11. Internetconsultatie voor continue screening op basis van personenregister
Sinds 1 maart 2013 vindt er een continue screening plaats op strafbare feiten die een belemmering vormen bij
het werken in de kinderopvang. De hiervoor benodigde gegevens van de werkenden in de kinderopvang zijn
afkomstig uit een koppeling van bestaande gegevensbestanden (het LRKP, de BRP (voorheen GBA), de
polisadministratie van het UWV en het handelsregister). Deze gegevensbestanden zijn niet altijd volledig en
actueel. Hierdoor kan het voorkomen dat een werkende in de kinderopvang onterecht niet, of pas later,
continu wordt gescreend. Daarnaast zijn van stagiaires, uitzendkrachten, vrijwilligers en zelfstandigen geen
gegevensbestanden beschikbaar. De minister van SZW heeft daarom aangekondigd een personenregister te
ontwikkelen om alle werkenden voortdurend te kunnen screenen op strafbare feiten.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
8
Dit wetsvoorstel en de onderliggende regelingen maken het mogelijk om gegevens van alle werkenden in de
kinderopvang in een personenregister op te nemen. Aan de hand van dit personenregister kan een continue
screening plaatsvinden op nieuwe gegevens in de justitiële documentatie van alle ingeschrevenen in het
register. Wanneer, op basis van een nieuw gegeven in de justitiële documentatie, de betreffende persoon niet
meer in aanmerking komt voor een nieuwe Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor de kinderopvang, grijpt
de toezichthouder in. Met het personenregister is de actualiteit en volledigheid van de gegevens beter te
borgen. Het personenregister is de basis voor een volledige en blijvende continue screening van alle personen
waarvoor een VOG-plicht geldt om werkzaam te mogen zijn in de kinderopvang.
Internetconsultatie
Het ministerie heeft de voorgestelde nieuwe wettelijke regeling opengezet voor een internetconsultatie, zodat
een ieder op de wijzigingen kan reageren.
De wijzigingen in de regelgeving staan gepland voor inwerkingtreding voor 2016.
Voor de internetconsultatie en meer informatie zie www.internetconsultatie.nl.
De internetconsultatie is naar verwachting vanaf donderdagmiddag 10 juli 2014 voor een periode van 6 weken
beschikbaar
Bron: Rijksoverheid
12. Kamerbrief faillissement kinderopvangorganisatie Estro groep
Minister Asscher (SZW) reageert op het faillissement van de kinderopvangorganisatie Estro. Bij Estro worden
circa 30.000 kinderen opgevangen en de organisatie vertegenwoordigt daarmee circa 5% van de totale
kinderopvangsector.
(zie bijlage)
13. Kamervragen over nog niet afgehandelde kinderopvangtoeslag voor 2012
In 2012 werd het aanvragen van kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht beperkt tot maximaal twee
maanden. Hierdoor werd een grote groep ouders de toegang op kinderopvangtoeslag voor 2012 ontnomen,
waarop de regeling werd aangepast. Ouders die eerder met terugwerkende kracht aanvragen voor
kinderopvangtoeslag voor langer dan twee maanden geleden indienden en van wie de aanvraag is afgewezen,
zouden door de Belastingdienst worden benaderd en andere ouders konden alsnog een aanvraag indienen. Het
Tweede Kamerlid Siderius (SP) heeft vragen gesteld aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
omdat er nog steeds ouders zijn die geen duidelijkheid hebben over de afwikkeling van hun
kinderopvangtoeslag voor 2012. Bij navraag bij de Belastingdienst hebben deze ouders te horen gekregen
hierover eind 2014 bericht te zullen ontvangen.
Bron: Tweede kamer 17 juli 2014
14. Wetsvoorstel Wet hervorming kindregelingen
Op 24 juni heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Wet hervorming kindregelingen.
Over dit wetsvoorstel bent u eerder geïnformeerd in de Verzamelbrief van 25 april. Opnieuw vraag
ik uw aandacht voor het tijdig informeren van uitkeringsgerechtigden. De aanvulling van 20% van
het wettelijk minimumloon voor alleenstaande ouders binnen onder andere de bijstand, de IOAW
en de IOAZ komt per 1 januari 2015 te vervallen. Vanaf dat moment komt er een verhoging van
het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders. Dit bedrag wordt via de Belastingdienst
betaalbaar gesteld.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
9
In de vorige verzamelbrief heb ik u tevens geïnformeerd over het overgangsrecht van een jaar
voor enkele duizenden alleenstaande ouders in de bijstand, die door het andere partnerbegrip per
1 januari 2015 geen aanspraak meer kunnen maken op de alleenstaande-ouderkop en ook te
maken krijgen met de kostendelersnorm. Tijdens het plenaire debat over het wetsvoorstel met de
leden van de Eerste Kamer is besloten de doelgroep van het overgangsrecht te verbreden met de
groep ouders in de bijstand die formeel gehuwd zijn, maar om diverse redenen duurzaam
gescheiden leven van hun echtgenoot/echtgenote en bij de bijstandsverlening worden aangemerkt als
alleenstaande ouders. Ook deze groep maakt per 1 januari 2015 geen aanspraak meer op de
alleenstaande ouderkop in het kindgebonden budget. In de SZW-begroting worden hiervoor
incidenteel extra middelen ter beschikking gesteld. Voor beide hierboven genoemde doelgroepen
vervalt de 20%-aanvulling in de bijstand per 1 januari 2016 in plaats van 1 januari 2015. Dit geeft
mensen langer de tijd zich op de inkomstenterugval voor te bereiden.
De totale groep waarvoor het extra overgangsrecht geldt maakt in 2015 nog aanspraak op de
aanvulling, uitbetaald door gemeenten conform de oude systematiek. Via bestandskoppelingen
kunnen betrokkenen worden geïdentificeerd. Hiervoor zijn inmiddels twee koppelingen gepland,
waarvan de eerste in september en de tweede in december plaatsvindt, zodat gemeenten de
doelgroep tijdig kunnen traceren en informeren. Achtergrondinformatie over deze
bestandskoppelingen, waarbij het Inlichtingbureau wordt ingeschakeld, volgt binnenkort op het
gemeenteloket.
Alleenstaande ouders die na 1 januari 2015 instromen in de Wwb en bijstandsgerechtigden die na
deze datum alleenstaande ouder worden en die door het andere partnerbegrip geen recht hebben
op de alleenstaande ouder-kop behoren niet tot de doelgroep van het overgangsrecht.
Specifiek voor de doelgroep met een partner die elders woont geldt, dat de reden en de duur van
de afwezigheid van de partner sterk kunnen verschillen. De beoordeling of zij al dan niet als
alleenstaande worden gezien verschilt per situatie. Ook de financiële situatie van deze gezinnen
kan divers zijn. Omdat het om een relatief kleine en pluriforme groep gaat zijn dit situaties die
vragen om een beoordeling op basis van lokaal maatwerk. In individuele gevallen kunnen de
gemeenten aanvullende inkomensondersteuning bieden via de bijzondere bijstand. In het
overgangsjaar 2015 wordt samen met gemeenten en andere partners de verstrekking van
bijzondere bijstand aan mensen die nieuw instromen gemonitord. Daarbij gaat het om ouders in de
bijstand die alleen wonen maar formeel een partner hebben, waardoor ze geen aanspraak maken
op de alleenstaande ouderkop in het kindgebonden budget.
Op basis van de bevindingen van deze monitoring zal worden bezien of na 2015 aanvullende middelen aan
bijzondere bijstand nodig zijn.
Bron: Rijksoverheid
15. Brancheorganisatie krijgt afdeling in Amsterdam
In Amsterdam is een speciale afdeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang ontstaan, die zich bezighoudt
met de belangen van de kinderopvangsector in de hoofdstad. In Amsterdam vinden andere ontwikkelingen
binnen de kinderopvang plaats dan in de rest van het land.
In de hoofdstad vond al langer niet geformaliseerd overleg plaats tussen verschillende
kinderopvangorganisaties. Samen met Brancheorganisatie Kinderopvang is besloten om hiervan een
Amsterdamse afdeling van de Brancheorganisatie te maken. De nieuwe afdeling houdt zich speciaal bezig met
de belangen van de Amsterdamse kinderopvang. Door de leden gekozen portefeuillehouders laten het geluid
van de Brancheorganisatie horen en onderhouden de benodigde Amsterdamse contacten.
Kwaliteit
Magda Heijtel (bestuurder Impuls) heeft de portefeuille Onderwijs, Jeugdzorg en ketenpartners gekregen.
Zaken rondom de harmonisatie van de voorschoolse voorzieningen, kindcentra en de samenwerking met de
Jeugdzorg staan onder andere in haar agenda. Haar collega Ileen Purperhart (directeur Hestia Kinderopvang)
is verantwoordelijk voor de portefeuille Pedagogiek en Kwaliteit. Zij houdt zich bezig met ontwikkelingsgericht
werken, de doorgaande ontwikkelingslijn, het landelijke kwaliteitskader en borging van de kwaliteit
Amsterdamse Kinderopvang.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014
10
De Inspectie voor het Onderwijs vindt de aanpak van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) in
Amsterdam een voorbeeld voor andere Nederlandse gemeenten. De hoofdstad is voortvarend te werk gegaan
met het verbeteren van de kwaliteit van de vve.
Ouders en arbeidsmarkt
De portefeuille Ouders gaat naar Ramon Rikken (directeur Bloem Kinderopvang). Hij richt zich op het
veranderend adviesrecht van oudercommissies. Ook onderhoudt hij contacten met de diverse lokale
ouderbelangenverenigingen. Cor Schuurman (bestuurder Tinteltuin) gaat over de portefeuille Arbeidsmarkt en
Opleiding. Hij kijkt naar de mogelijkheden van scholing en trainingen met behulp van het Fonds Collectieve
Belangen. Daarnaast houdt hij zich bezig met de afstemming met het beroepsonderwijs.
Ontwikkelingen
Ontwikkelingen in de kinderopvang hebben in Amsterdam soms andere gevolgen dan in de rest van het land.
Vanwege de zedenzaak heeft Amsterdam de inspectie bijvoorbeeld flink geïntensiveerd. De hoofdstad neemt
geen genoegen met kinderdagverblijven die slechts voldoen aan de minimale wettelijke eisen. Door deze
afwijkende ontwikkelingen is het niet onverwacht dat Brancheorganisatie Kinderopvang Amsterdam er nu
komt.
Eerdere initiatieven
Dit is niet de eerste samenwerking tussen verschillende Amsterdamse kinderopvangorganisaties om de
kwaliteit van de opvang te borgen. In 2012 startte het Amsterdams Platform Kinderopvang (APK) dat zich nog
steeds inzet voor kwalitatief goede kinderopvang. De initiatiefnemers uit de branche willen met de APK een
beter overleg voeren met de gemeente. Een ander initiatief is het Platform Amsterdamse Kleine Kindercentra
(PAKK). Beide platforms bestaan nog steeds.
Bron: Kinderopvangtotaal
Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor
onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is het niet bedoeld om alle
informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen. Deze nieuwsbrief is gebaseerd op de
stand van zaken in wetgeving en publicaties op het moment van verzending.
MTH accountants & adviseurs
Juli 2014