Liturgisch drama - Rogier van der Erve

Download Report

Transcript Liturgisch drama - Rogier van der Erve

Liturgisch drama
!
!
[Terug]
Eindtermen Cultuur van de kerk in de 11de t/m de 14 de eeuw:
1.1: visies op geschiedenis: heilsgeschiedenis (Bijbel); begin en eind bekend
1.2: items: schepping, zondeval, geboorte, leven, sterven en opstanding van
Christus; laatste oordeel (Apocalyps); Maria
4.1: liturgisch drama met inbegrip van kluchtige elementen
!
Liturgisch drama ontstaat geleidelijk uit de viering van de Heilige mis/ liturgie/
eredienst, een vorm van bidden waarbij een priester voor een altaar staat en rituele
religieuze handelingen uitvoert (naast het in het Latijn zeggen/zingen van gebeden
uit de Bijbel). De kerkgangers konden door die rituelen beter begrijpen waar het in de
eredienst over ging. De kerkgangers konden namelijk niet lezen en schrijven en
verstonden geen Latijn. Wanneer je verhalen gaat uitbeelden met handelingen en
later ook dialogen kun je spreken van drama.
!
De belangrijkste handeling tijdens de liturgie is de consecratie = het nabootsen van
het laatste avondmaal van Christus waarbij hij brood (symbolisch voor zijn lichaam)
en wijn (symbolisch voor zijn bloed) deelde met zijn vrienden/ de apostelen.
Deze vaste rituelen vormen samen met een aantal vaste gezongen gebeden het
ordinarium van de mis. De vaste gebeden die elke mis uit de Bijbel worden
gezongen zijn het: Credo, Gloria, Sanctus en Agnus Dei.
!
Behalve het ordinarium bestaat de mis ook uit het zogeheten proprium; dat zijn de
steeds wisselende onderdelen, gebeden/gezongen psalmen uit de Bijbel en preken
van de priester, afhankelijk van de dagen van het jaar waarop bepaalde Bijbelse
gebeurtenissen of bepaalde Heiligen worden herdacht. Zo worden met Kerst
(geboorte van Jezus) andere psalmen gezongen dan met Pasen (sterven en
opstanding van Jezus).
!
Het liturgisch drama is een poging om bepaalde bijbelsteksten uit de Heilige mis/
liturgie te verduidelijken aan de kerkganger door ze om te zetten in toneel. Zo wordt
in de paasmis de kruisiging van Jezus en zijn opstanding uit de dood herdacht en dit
is uitstekend geschikt om te worden verlevendigd met spel. Dat kon in die tijd
gebeuren in de vorm van een processie (= religieuze optocht met bijvoorbeeld een
kruis of beeld van een heilige) en/of een spel op één locatie in de kerk. In dat vroege
toneelspel was sprake van gezongen dialogen (tropen). In middeleeuwse
processieboeken zien we de eerste aanwijzingen voor toneel tijdens de eredienst.
!
!1
!
Processieboek met toneelaanwijzingen in rood
!
Deze vroege vorm van liturgisch drama heeft de volgende stijlkenmerken:
•
•
•
•
•
•
•
•
!
er wordt alleen gezongen (bijv. melismatisch en meerstemmig)
de tekst bestaat uit Latijn (taal waarin de bijbels geschreven waren)
de spelers staan meestal stil (tableau vivant = levend schilderij)
de gebaren zijn interpretatief / mechanisch acteren = vaste religieuze gebaren
voor vroomheid, iets vragen of zeggen zoals je in schilderingen en
beeldhouwwerk uit die tijd ook ziet
er is sprake van een rolverdeling waarbij de spelers plechtig om en om aan de
beurt komen om bijvoorbeeld iets aan een ander te vragen.
er is wel enige sprake van dialogen (tropen) maar niet te vergelijken met
dialogen uit toneel en film zoals wij dat tegenwoordig kennen
de sfeer is ernstig en plechtig
er worden weinig decors (zelf gemaakte omgevingen) en rekwisieten (vaak
alleen een kruis) gebruikt
Langzamerhand ontstaat de behoefte in de kerk om in het toneelspel af te wijken van
het Latijn en in plaats daarvan de eigen volkstaal te gaan gebruiken. De kerkgangers
verstaan immers nog steeds geen Latijn. Ook de niet-geestelijke acteurs die bijrollen
mogen spelen beheersen het Latijn onvoldoende. Rollen zoals duiveltjes, boeren,
vissers of Romeinse soldaten worden natuurlijk niet allemaal meer door geestelijken
gespeeld. Naarmate de verhalen levendiger worden gaat men meer decors en
rekwisieten gebruiken en komen er steeds meer rollen en bijrollen. Het liturgisch
drama wordt al met al steeds spannender
!
De kerk besluit op een gegeven moment dat het theater voortaan buiten de kerk
moet plaats-vinden. Het lijkt immers niet meer op bidden en is allemaal teveel
theater geworden. Buiten de kerk ontwikkelt het toneel zich verder tot verschillende
vormen van religieus theater zoals mirakelspelen (over spectaculaire wonderen),
wagenspelen (een soort optocht-idee, waarbij op verschillende locaties mobiele
decors op wagens staan waar de acteurs op spelen) en vaste podia met huisjes die
verschillende momenten uit de Bijbel symboliseren, meestal met links de hemelpoort
en rechts de hel. Naarmate de leken (niet-geestelijken) zich gaan specialiseren in
!2
bepaalde rollen ontstaat er ook een zekere mate van professionalisering.
Duivelfiguren zorgen, vaak zonder tekst en met de nodige acrobatiek, voor een
beetje vermaak en functioneren tevens als bemiddelaars tussen het verhaal en het
publiek. Zij mengen zich vaak onder het publiek en kunnen zo mensen trekken naar
een bepaald podium, maar ook verhalen toelichten of gewoon gek en eng doen om
het publiek te vermaken of lekker bang te maken.
!
!
!
!
Vraag:
Beschrijf in het kort de drie belangrijkste fasen in de ontwikkeling van liturgisch
drama vanuit de eredienst en geef voor elke fase de reden aan.
!
Let goed op de indeling van je antwoord.
(antwoordmodel op de volgende pagina)
!
!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
!!
[Terug]
!3
Antwoordmodel met toelichting
!Vraag: Beschrijf in het kort de drie belangrijkste fasen in de ontwikkeling van liturgisch drama
vanuit de eredienst en geef voor elke fase de reden aan.
!
Let op: dit is een samengestelde vraag; je moet drie fasen + drie redenen geven
(3F + 3R). In examens kunst komen vaak dit soort samengestelde vragen voor.
Schrijf je antwoord bijvoorbeeld op de volgende manier:
!
•
•
•
fase 1
fase 2
fase 3
/
/
/
!
Antwoordmodel in tabelvorm
!
Ontwikkeling
reden
reden
reden
Reden
1.
Priesters (en andere bij de liturgie
betrokkenen) beeldden Bijbelverhalen
uit in de kerk als onderdeel van de
eredienst
Het verhaal werd in het Latijn niet door gewone
mensen begrepen en daarom aanschouwelijk
gemaakt
2.
Aan liturgische gezangen werden korte Men wilde de eredienst levendiger/menselijker
gezongen dialogen (tropen) toegevoegd maken.
3.
Door de uitbreiding van de spelen
gingen ook leken meespelen (en
ontstonden steeds meer rollen en
bijrollen). Het Latijn werd vervangen
door de volkstaal.
De lekenspelers beheersten het Latijn
onvoldoende/ het volk werd beter bij het spel
betrokken als het zich in de volkstaal afspeelde.
4.
De voorstellingen werden verplaatst
naar buiten de kerk
Doordat de uitbeeldingen steeds uitgebreider,
spectaculairder en ook komischer werden,
pasten de voorstellingen niet meer in de
serieuze eredienst.
5.
Buiten de kerk ontstonden er meer
verschillende vormen van religieus
theater (bijv. mirakelspelen).
Er was buiten de kerk veel meer vrijheid in de
keuze van onderwerpen en uitvoering. De
acteurs waren vooral leken die zich meer gingen
professionaliseren.
!
Voorbeeld van een antwoordmodel zonder tabel:
!
Ontwikkeling 1:
• Fase: priesters (en andere bij de liturgie betrokkenen) beeldden
Bijbelverhalen uit in de kerk als onderdeel van de eredienst
• Reden:
Het verhaal werd in het Latijn niet door gewone mensen begrepen en daarom
aanschouwelijk gemaakt.
!
Ontwikkeling 2:
• Fase: aan liturgische gezangen werden korte gezongen dialogen (tropen)
toegevoegd.
• Reden: men wilde de eredienst levendiger/menselijker maken.
enz.
[Terug]
!4