Tandsarts San Blummel van tandartspraktijk Care for Dental in

Download Report

Transcript Tandsarts San Blummel van tandartspraktijk Care for Dental in

tandarts
terug naar school
De
Vanuit de Jeugdgezondheidszorg en de GGD’en loopt de aandacht voor mondzorg en
preventie bij kinderen terug. Ook de voorlichting op scholen wordt minder, zeker nu de
GGD’en bezuinigen op preventiemedewerkers. Kunnen de tandartsen deze lacune opvullen? De animo hiervoor is vooralsnog niet groot, maar toch liggen er kansen.
T
andarts San Blummel van praktijk Care
for Dental in Tiel heeft geen wetenschappelijk onderzoek verricht, maar
hij weet wel dat zijn waarneming hem niet
bedriegt: hij ziet de laatste jaren in zijn praktijk
meer kleine kinderen met cariës en andere
mondproblemen en steeds meer twaalf- en
dertienjarigen met al ernstige aantastingen van
het gebit. ‘De mondgezondheid van kinderen
was de afgelopen decennia juist sterk verbeterd,
door de aandacht die het onderwerp in de
Jeugdgezondheidszorg en bij de GGD kreeg
en door de toevoeging van fluoride aan het
water en later aan tandpasta’, zegt hij. ‘Maar
de laatste jaren valt duidelijk weer een dalende lijn te bespeuren en neemt de mondgezondheid weer duidelijk af.’
Weinig tijd
En hij en zijn partner Anita Seinen(zelf nietpraktiserend tandarts en inmiddels alweer
jaren eigenaar van congres- en nascholingsbureau SCEM) weten ook hoe het komt. ‘De
24 Dentz
aandacht voor het gebit loopt door het lage
aantal periodieke controles van basisschoolkinderen bij de Jeugdgezondheidszorg en door
de GGD zienderogen achteruit’, zegt Seinen.
‘Bij de jeugdartsen en verpleegkundigen die
de kinderen screenen werd in het verleden
meer aandacht besteed aan mondgezondheid,
maar nu doet dit onderwerp nog nauwelijks
een bel bij ze rinkelen, merk ik als ik deze
mensen spreek tijdens nascholingen. Er is
weinig kennis over het onderwerp en ze hebben er ook niet altijd heel veel interesse in.
Daarnaast is er te weinig tijd per consult per
kind. En de situatie wordt alleen maar erger
sinds de aandacht voor mondzorg bij het NIGZ
(Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie) is wegbezuinigd en
nu hetzelfde gebeurt met de preventiemedewerkers bij de GGD’en.’
Eigen verantwoordelijkheid
Het probleem is dat de mondzorg steeds vaker
wordt geschaard onder de noemer eigen ver-
Frank van Wijck
Foto’s:
©NFP Photography Henk Tukker
antwoordelijkheid van de ouders, stelt Blummel. ‘Die moeten het zelf maar oplossen met
hun kinderen’, zegt hij. ‘Maar daartoe zijn lang
niet alle mensen in staat, en in de praktijk
merk ik dat dit zeker een probleem is bij de
mensen uit bijvoorbeeld de lagere sociaaleconomische klassen. In de behandelstoel zie ik
keer op keer dat deze kinderen het grootste
probleem vormen: meer plaque en meer cariës dan je op deze leeftijd bij goede verzorging
van het gebit redelijkerwijs zou mogen verwachten. Als ik dan vraag of hun ouders nog
napoetsen, zeggen die kinderen dat ze dat niet
willen en dat ze heel goed zelf kunnen poetsen.
En dan zegt zo’n ouder nogal eens: “Zie je wel,
je moet vaker poetsen hè”. Ze realiseren zich
onvoldoende dat ze het kind zeker tot het
tiende jaar moeten napoetsen. Tot die leeftijd
zijn kinderen te jong om zelf te bepalen of ze
overal in de mond zijn geweest. Ze zijn tijdens
het poetsen met andere dingen bezig. En als
kinderen het op een gegeven moment écht niet
meer willen, kun je als ouders in ieder geval
regelmatig als controle met ze voor de spiegel
gaan staan.’
Volgens Blummel en Seinen zijn twee duidelijke risicoleeftijden aanwijsbaar: de eerste is
de leeftijd tot vijf à zes jaar en de tweede is de
puberteit, als de kinderen meer gaan snoepen
en de ouders minder toezicht hebben op hun
gedrag. ‘Wat precies de risicogroepen zijn, is
moeilijker te bepalen’, zegt Blummel. ‘Het zijn
zeker niet alleen de mensen uit de lagere sociaaleconomische klassen. Het kunnen ook
mensen zijn die heel grote gezinnen hebben,
de tijd ontbreekt dan gewoon. Maar ook verstandelijk beperkten of mensen met een taalachterstand.’
Rol voor de tandarts
De tandarts of tandartsenkring kan een rol
spelen om de voorlichting aan kinderen op te
pakken nu GGD’en die laten liggen, stellen
Blummel en Seinen. ‘Er zijn ook al tandartsen
die dit doen’, zegt Blummel, ‘maar de grote
groep tandartsen kan beslist nog beter stilstaan
bij zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid
op dit gebied. En scholen staan er ook niet
altijd voor open. Ze hebben al zoveel verplichtingen voor projecten waaraan ze moeten
meedoen en dan staat of valt het dus met de
San Blummel en Anita Seinen
Dentz 25
VAKBEURS VOOR DE
TOTALE MONDZORG
affiniteit van de schoolleiding of een leerkracht.’
Een probleem is ook dat de GGD’en geen
dwingend standpunt mogen innemen, stelt
Seinen. ‘Een preventiemedewerker kan bijvoorbeeld wel bij een kringvergadering van
tandartsen aansluiten om voorlichting te geven, maar heeft geen middelen om de tandartsen tot actie te dwingen richting de scholen.
Aan de andere kant moet het de scholen natuurlijk ook makkelijk gemaakt worden om
het onderwerp op de agenda te zetten. Ik vraag
mij af of tandartsen voldoende weten dat het
Ivoren Kruis een complete leskist met voorlichtingsmaterialen ter beschikking stelt.’
Ook de ouders zien te bereiken
20 TOT EN MET 22 MAART 2014 AMSTERDAM RAI
Van donderdag 20 t/m zaterdag 22 maart 2014, is Amsterdam RAI
hét ontmoetingspunt voor toonaangevende aanbieders en afnemers
van dentale producten en diensten.
Dental Expo 2014 is de enige nationale en professionele dentale vakbeurs in Nederland, om op de hoogte te blijven van alle actuele en
snelle ontwikkelingen op het gebied van mondzorg.
Aansluitend aan de beurs kunt u vrijdagavond 21 maart deelnemen
aan het Benefietgala Dental Runners. (www.dentalrunners.nl)
www.hetrendement.nl
www.dentalrunners.nl
Dental Expo
@dentalexpo2014
Organisatie Dental Expo:
Protex B.V.
Postbus 61 • 1430 AB Aalsmeer
t: +31(0)297-382 175 • f: +31(0)297-348 019
e: [email protected] • i: www.dentalexpo.nl
Data en openingstijden beurs:
Don. 20 maart 2014 13.00 – 20.00 uur
Vrij. 21 maart 2014
10.00 – 20.00 uur
Zat. 22 maart 2014
10.00 – 17.00 uur
De boodschap die tandartsen op scholen kunnen brengen, is op zich helder genoeg: je kunt
gaatjes voorkomen door je tanden goed en
vaak genoeg te poetsen en niet meer dan zeven
zoetmomenten per dag inclusief drinken van
suikerhoudende dranken. ‘Maar het helpt niet
om die boodschap één keer een uurtje te geven’,
zegt Seinen. ‘Het werkt pas echt als je die geregeld herhaalt.’
En, voegt Blummel hieraan toe, je moet de
ouders bereiken. ‘Het probleem met voorlichting geven op scholen is dat je daarmee nog
geen contactmomenten met de ouders bewerkstelligt’, zegt hij. ‘Je zou dit probleem deels
kunnen ondervangen door de kinderen een
standaardbrief mee te sturen met informatie
over de voorlichting die je op school geeft. De
vraag is of de ouders die lezen, maar je doet
dan in ieder geval al meer dan er nu gebeurt.’
Helaas bereik je daarmee juist niet de risicogroepen, vult Seinen aan. ‘Een alternatief is
natuurlijk dat je de ouders uitnodigt voor een
open dag in de praktijk’, zegt ze. ‘Maar ik ben
bang dat je daarmee ook alleen maar de mensen trekt die toch al interesse hebben in preventie en gezondheidszorg. Hetzelfde geldt als
je via de ouderraad de ouders wilt bereiken,
weet ik uit eigen ervaring.’
Maatschappelijke
verantwoordelijkheid
Blummel zelf wil het onderwerp in ieder geval
bij de volgende vergadering van zijn tandartsenkring nadrukkelijk op de agenda zetten. ‘Ik
zou niet durven zeggen hoe de belangstelling
onder mijn collega’s is’, zegt hij. ‘Ik wil het dan
ook niet agenderen om te zeggen dat we dit
moeten gaan doen, maar wel om te horen hoe
zij op dit punt tegen hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid aankijken. Ik zou het
heel mooi vinden als we gezamenlijk een
concreet voorstel kunnen ontwikkelen waarmee we aan de slag kunnen. De investering is
niet heel groot. Per praktijk zou ieder half jaar
de inzet van een praktijkassistente gedurende
enkele uren per risicoschool kunnen volstaan.’
Maar de beroepsverenigingen ANT en NMT
zouden ook een rol kunnen spelen, vinden
beiden. ‘Het zou goed zijn als die bij de beroepsgroep expliciet zouden benoemen dat de
aandacht voor mondgezondheid bij de GGD’en
steeds meer verdwijnt, en dat de tandartsen
een maatschappelijke verantwoordelijkheid
hebben om die lacune op te vullen’, zegt Seinen.
‘Ook zou het Ivoren Kruis nog veel meer een
podium moeten krijgen. Het moet vaak betalen als het op een bijeenkomst voor tandartsen
of praktijkmedewerkers een stand wil of een
spreekbeurt wil verzorgen. Dit zou eigenlijk
kosteloos moeten zijn voor ze. Wat het Ivoren
Kruis doet, is in het belang van de hele beroepsgroep tenslotte.’
■
Dentz 27