Magazine De Linker Wang juli 2014

Download Report

Transcript Magazine De Linker Wang juli 2014

1
juli 2014 - NR. 3
Karin van den Broeke (PKN)
over geloof en politiek
Biologen lanceren
‘God in de supermarkt’
Wereldvrouwenhuis wint
Ab Harrewijn Prijs
juli 2014 - nr. 3
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Efficiënt: zorg met aandacht
8 Meer is niet altijd beter
9 Column – Margrietha Reinders
Theo Brand
eindredacteur
COLOFON
Magazine De Linker
Wang is een uitgave
van stichting De Linker
Wang. ‘Politiek met
compassie’ is het
motto van De Linker
Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
juli 2014
2014--nr.
NR.33
‘Jarenlang ben ik lid geweest van GroenLinks, maar door
de discussie in de Tweede Kamer over het ritueel slachten
ben ik in 2012 afgehaakt. Wat een hardheid. De gevoeligheid voor levensbeschouwing is nagenoeg verdwenen in
GroenLinks.’ Dit zegt Karin van den Broeke, voorvrouw
van de Protestantse Kerk in Nederland in dit nummer van
De Linker Wang.
Inmiddels is de vooruitstrevende predikante lid geworden
van het CDA ‘ook om de partij te kunnen aanspreken op
zijn uitgangspunten’. Ze voegt daar onmiddellijk aan toe:
‘Dat valt niet altijd mee.’ Met deze toevoeging blijft Van
den Broeke in verbinding staan met de mensen die de politieke vertaling van hun spiritualiteit of levensovertuiging
vooral terug zien bij progressieve partijen als GroenLinks.
Bastiaan Verberne uit Den Haag sluit met zijn observaties
aan bij het gevoel dat Karin van den Broeke heeft. Maar
als gelovige voelt hij zich juist thuis bij GroenLinks. Wel
neemt hij binnen de partij een opkomend secularisme
waar. Deze tendens ervaart hij als overdreven omdat religie de maatschappij juist ook veel goeds te bieden heeft,
bijvoorbeeld op sociaal terrein. ‘Echte liberalen zouden
vooral moeten kijken naar de output en niet zo geobsedeerd moeten zijn door een dankwoord aan God of Allah.’
Geloof en spiritualiteit leiden tot sociale actie maar dragen
ook bij aan de bewustwording rond ecologie en duurzaamheid. De christelijke biologen Arjen Schoonhoven
en Alfred Slomp ontwikkelden de workshop ‘God in de
supermarkt’. Daarin maken zij mensen in kerken bewust
van hun consumptieve gedrag in relatie tot duurzaamheid
en eerlijke handel. En voor lokale kerkgemeenschappen
is de Toolkit Duurzaam Kerkbeheer ontwikkeld waarover
Peter Siebe in dit nummer uitleg geeft.
Dat ook traditionele wereldgodsdiensten inspiratie kunnen bieden voor vernieuwing op ecologisch gebied, leek
Wubbo Ockels (1946-2014) te zijn ontgaan. Hij had aan
het einde van zijn leven een nieuw universeel duurzaamheidsgeloof voor ogen. Zolang aanhangers van de diverse
wereldreligies zelfgenoegzaam en naar binnen gekeerd
zijn, is dat overigens een begrijpelijk verlangen voor een
bevlogen astronaut als Ockels was.
Redactie: Theo Brand (eindredactie),
Jan Spijk (eindredactie), Hans Feddema, Carin Hereijgers, Bas Joosse,
Wilhelm Lagrouw, Cor Ofman, Herman
Radstake, Bas Roufs en Iris Savelkouls.
Aan dit nummer werkten mee:
Ruard Ganzevoort, Nieke Jansen, Enis
Odaci, Margrietha Reinders, Peter
Siebe, Bastiaan Verberne en Aloys
Wijngaards.
Commentaartekening:
Maarten Wolterink.
Omslagfoto: Karin van den Broeke.
Foto: Sandra Haverman/PKN.
De kunst is dat mensen inzien waarnaar hun geloof
verwijst. Zoals Karin van den Broeke zegt: ‘Waar komt het
op aan? Wanneer komt het leven zelf in het geding?’ Deze
open houding vanuit de kerk kan linkse en liberale politici
uitnodigen om zichzelf wat meer ontspannen te verhouden tot godsdienst en religie. De vraag is natuurlijk wie of
wat uiteindelijk meer of minder meevalt. Zijn dat linkse
en liberale politici die zich schuldig maken aan eenzijdig
secularisme? Of zijn het de christendemocraten die de
rem blijven zetten op duurzame ontwikkeling en gelijke
kansen? De tijd zal het leren.
Gezocht: nieuwe redactieleden
De redactie van De Linker Wang bestaat uit
enthousiaste vrijwilligers en zoekt versterking
van mensen met:
• een vlotte pen en (enige) redactionele ervaring.
• betrokkenheid bij de thema’s waarover De Linker Wang schrijft.
Karin van den
Broeke: kerk
is politiek
God in
de supermarkt
Religie biedt
nieuwe kansen
4
10
16
12 Fotoverhaal: Duurzame vakanties
14 Wereldvrouwenhuis Miriam
18 Toolkit duurzaam kerkbeheer
19 Column – Enis Odaci
20 Wubbo Ockels en wereldreligies
21 Andere wang – Ruard Ganzevoort
22 Commentaar – Hans Feddema
Recensie ‘Raven’
23 Onder Ogen/Agenda
24 De uitsmijter – Nieke Jansen
De redactie vergadert vijf keer per jaar op een door
deweekse avond in Utrecht (en soms in Amsterdam). Redactieleden brengen ideeën in en stellen
samen de inhoud van het blad vast. Vaak werken ze
per nummer een opdracht uit zoals het afnemen en
uitwerken van een interview, het schrijven van een
achtergrondverhaal, het verzorgen van de fotorubriek
of het schrijven van een recensie. Gemaakte onkosten (zoals reiskosten) worden vergoed.
Meer informatie en contactgegevens zijn te vinden op
www.linkerwang.nl
Opmaak/vormgeving: Max Prins.
Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. FSC-gedrukt op geheel gerecycled
papier.
Redactiesecretariaat: Theo Brand,
Wagenschuurstraat 14, 8043 XW
Zwolle. E: [email protected]
Abonnee-administratie: De Linker
Wang, Prins Hendrikstraat 143
2405 AJ Alphen aan den Rijn
[email protected]
Jaarabonnement: € 16,- (5 nummers).
Betalingen en donaties: Triodosbank
39 02 64 393 t.n.v. De Linker Wang
o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of
‘Donatie De Linker Wang’.
Stichting De Linker Wang: De Linker
Wang. Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever
van het gelijknamige tijdschrift.
Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris) en
Pieter van Abshoven (penningmeester),
Suzan Doodeman, Tjeerd de Jong,
Manuela Kalsky, Bas Roufs en Peter
Ybeles Smit.
E: [email protected]
Website: www.linkerwang.nl.
Twitter: @DeLinkerWang.
juli 2014 - nr. 3
{INTERVIEW
4
5
Karin van den Broeke, eerste vrouwelijke preses Protestantse Kerk
‘Het gaat om wat mensen raakt en helpt’
‘Het instituut kerk is tot op zekere hoogte wel nodig’, zegt boegbeeld Karin van
den Broeke van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) halverwege het gesprek
met De Linker Wang. Daarmee relativeert de predikante uit Zeeland het instituut
waarvan ze sinds 2013 preses (voorzitter) is. Opmerkelijk voor een kerkbestuurder?
Van den Broeke lacht: ‘Misschien ben ik niet voor niks geroepen en op deze plek
terecht gekomen’. Een gesprek met de eerste vrouwelijke preses van de PKN over
spiritualiteit, kerk, politiek, vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping.
Theo Brand
Op de zondag na de gemeenteraadsverkiezingen eerder dit jaar hield
Van den Broeke op de televisie een
preek tijdens een speciale kerkdienst
in de Kloosterkerk in Den Haag. Het
ronkende racisme (‘minder, minder,
minder’) van Geert Wilders tijdens de
verkiezingsavond was aanleiding voor
een snelle televisieproductie van EO
en IKON. Van den Broeke was er nauw
bij betrokken en noemde als voorganger de naam van Wilders nadrukkelijk
niet. Zo werd het geen ‘anti-Wilders
kerkdienst’. Zonneklaar werd wel
dat de kerken – voor het oog van de
natie – radicaal stelling namen tegen
vreemdelingenhaat en voor verdraagzaamheid. Met dominee Karin van
den Broeke als één van de drijvende
krachten.
Visioen
In 1963 werd ze geboren in een ‘randkerkelijk’ gezin in Rotterdam. ‘Mijn vader heeft erg weinig met de kerk,’ zegt
ze. Als tiener verhuisde ze met haar
ouders naar Zeeland. Met godsdienst
was ze nauwelijks bezig. ‘Achteraf zijn
er wel sporen te zien. Hoewel ik niet
strikt kerkelijk opgevoed werd, kreeg ik
er zijdelings wat van mee. Dat vond ik
goed en warm.’
Pas in haar studententijd in Leiden
kwamen de grote vragen. ‘Ik koos voor
een studie rechten. Via een vriend
kwam ik op catechisatie bij dominee
Carel ter Linden. Die sloot met zijn
verhalen aan bij een vermoeden dat
ik langer had. Ik was filosofisch
ingesteld en vroeg me bijvoorbeeld
af wat ‘recht’ is. In de kerk kwamen dit soort vragen op een meer
existentieel niveau aan de orde. En
ook met een visioen: God die borg
staat voor het komende Rijk van
vrede en recht, ook als het jou in de
juli 2014 - nr. 3
praktijk bij de handen afbreekt. Het
waren niet de klassieke geloofsbeelden
die me grepen, wel het toevertrouwen
aan dat visioen. Na het behalen van
mijn propedeuse rechten maakte ik de
switch naar theologie.’
Kwam de politiek ook in beeld?
‘Toen ik theologie studeerde was er
veel politieke betrokkenheid. Demonstreren tegen kernwapens, contacten
met Oost-Europa en het organiseren
van de Vredesweek: ook ik droeg
mijn steentje bij. Jarenlang ben ik lid
geweest van GroenLinks maar door
de discussie in de Tweede Kamer
over het ritueel slachten ben ik in
2012 afgehaakt. Wat een hardheid. De
gevoeligheid voor levensbeschouwing
is nagenoeg verdwenen in GroenLinks. Homorechten liggen me na aan
het hart. Maar waarom die hardheid
jegens weigerambtenaren? Ik mis
respect, ruimte en relativeringsvermogen.’
‘Negen maanden was ik partijloos.
Dat voelde niet goed. Ik besloot lid te
worden van het CDA, ook om de partij
van binnenuit te kunnen aanspreken
op zijn uitgangspunten. Dat valt niet
altijd mee. Voor mij staat hoe dan ook
vast dat geloven consequenties heeft
voor je maatschappelijke en politieke
keuzes.’
Was de PvdA geen alternatief?
‘Ik vind het interessant dat Rien Fraanje van het wetenschappelijk instituut
Karin van den Broeke
Geboren op 18 juni 1963 te Rotterdam. Gehuwd en
twee kinderen. Opleiding: Godgeleerdheid, Universiteit Leiden. Predikant te Kruiningen (1992-1997),
Studentenpredikant te Leiden (1997-2008), Predikant
te Wissenkerke-Geersdijk (2008-2013), Preses Generale
Synode van de Protestantse Kerk in Nederland en predikant te Wissenkerke-Geersdijk, Kats-Kortgene (heden).
van het CDA verbindingen zoekt met
het gedachtegoed van de PvdA. Die
kant van het CDA zou ik meer in beeld
willen zien. Kijk naar het levensbeschouwelijke aspect, zo ontstaat visie.
Het groene en sociale van de ChristenUnie spreken me ook aan, maar wat
betreft immateriële kwesties is deze
partij conservatiever dan ik.’
Hoort politiek thuis in de kerk?
‘In de visienota van de Protestantse
Kerk staat: De kerk doet niet aan politiek, maar is politiek. Met dat laatste
bedoelen we: we zijn een oefenplaats
voor samenleven en daarmee sta je
midden in de wereld. Dat vraagt om
zoeken naar evenwicht. We hebben
één keer per jaar in de synode (kerkvergadering –red.) een ethische bezinning. Leidt dit tot standpunten? Nee,
we willen juist het gesprek bevorderen.
Op andere momenten nemen we
ook stelling natuurlijk. Kijk naar onze
uitspraken en acties gericht op een
humaan vreemdelingenbeleid.’
‘In sommige kerken staat God centraal
en is de mens het ‘lijdend voorwerp’.
Naar mijn overtuiging is de mens juist
geroepen om een bijdrage te leveren.
Er is een beweging ten goede en jij
bent uitgenodigd daaraan mee te
doen,’ zegt de predikante. Daarbij laat
ze zich onder meer inspireren door
de in 1946 geboren Franse filosoof
Jean-Luc Marion. Van den Broeke: ’De
belangrijkste theologische uitspraak is
volgens Marion niet dat God bestaat,
maar dat hij liefheeft. Doordat we kunnen liefhebben, kennen wij God. Van
God komt de gave om lief te hebben.’
In NRC Handelsblad zei u: ‘Het is me
er niet om begonnen de kerk overeind te
houden’. Is dat niet merkwaardig voor
een kerkbestuurder?
‘Belangrijk is dat mensen leven in de
geest van de boodschap zoals die
in Bijbelverhalen tot ons komt. Dat
mensen zich niet laten vangen door
cynisme en verder kijken dan hun
eigenbelang. Het gaat om wat mensen
raakt, in beweging zet en helpt. Wanneer de kerk daaraan een bijdrage
levert, zit je goed. Kerkgroei is mooi,
maar nooit als doel op zich.’
In de Bijbel zegt Jezus: ‘Ga dus op weg
en maak alle volken tot mijn leerlingen’.
Hoe leest u dat?
‘Deze Bijbeltekst lees ik niet exclusief
maar normatief. Dat geldt ook voor de
tekst waarin Jezus zegt ‘Ik ben de weg,
de waarheid en het leven’. Jezus gaf
zichzelf prijs. Hij ontledigde zichzelf
uit liefde en compassie voor anderen.
Zo ontstaat ruimte. Wat doet die boodschap met ons als mens, met ons als
kerk? Op welk spoor worden we dan
gezet?’
‘God is zo groot dat er meerdere
wegen zijn. Tegelijk mogen gelovigen
geworteld zijn in hun eigen traditie.
Waar komt het op aan? Wanneer komt
het leven zelf in het geding? Dat werd
goed zichtbaar na 11 september 2001.
Veel kerken zeiden toen: dit mogen we
niet zomaar afwentelen op de Islam.
ontmoetingen. Ik vind dat een kracht.
Veel mensen in de kerk zijn gewend
om met een zekere diversiteit om te
gaan. Dat is veelkleurigheid die je ook
in de maatschappij tegenkomt.’
Hoe zit dat met medisch-ethische
kwesties?
‘Over euthanasie denken mensen
heel verschillend. Ik was predikant
in Leiden en ook in Zeeland. In mijn
pastorale praktijk heb ik veel mensen
begeleid, ook in hun laatste levensfase. Elke situatie is weer anders. Ik
ben zeker geen voorstander van een
verbod op euthanasie. En waarom zou
eindeloze levensverlenging beter zijn?
Ik heb een persoon begeleid die fysiek
verder kon maar geen uitweg zag en
koos voor ‘voltooid leven’. Hoe ga je
daar mee om? Laten we niet te snel
‘De gevoeligheid voor levensbeschouwing is nagenoeg
verdwenen in GroenLinks’
En er zijn moslims die opkomen voor
joden en andersom. Zien we op die
momenten misschien iets oplichten
van de Eeuwige?’
Is de breedte van de Protestante Kerk –
met stevig orthodoxen tot vrijzinnigen
- niet een handicap? Maakt het de kerk
als geheel niet kleurloos?
‘Voor mij is het een oefenschool. Als
beginnend predikant kwam ik wel
collega-predikanten tegen die zeiden:
‘Als persoon kan ik je accepteren, maar
niet als predikant’. Nu werk ik voor de
volle breedte van de kerk en dat verrijkt me. In orthodoxe of bevindelijke
kringen is de navolging van Christus
naar mijn indruk concreet aanwezig.
Mensen zien af van hun ego. Ik word
gedwongen om ook de orthodoxe kant
van de kerk theologisch te doorleven.
Dat doet me goed. Het idee dat niet alles maakbaar is, en dat er grenzen zijn
aan waarvoor mensen verantwoordelijk zijn, lijkt misschien zwaar. Maar in
dat besef kan ook iets bemoedigends
zitten.’
‘Wat betreft standpunten over maatschappelijke en kerkelijke kwesties
dwingt een pluriforme kerk je tot echte
oordelen. En ja: een leven is niet alleen
goed als het perfect is. In mijn ideale
kerk komen al deze vragen open en
bloot op tafel. Natuurlijk met liefde als
basis.’
Vergeet de kerk duurzaamheid niet?
‘Zorg voor de schepping hoort er
helemaal bij. Dat stelt me soms voor
dilemma’s. Voor een bijeenkomst van
de Wereldraad van Kerken in Genève
maakte ik een eendaagse vliegtrip.
Mijn dochter reageerde verontwaardigd. Gelukkig compenseert de kerk
elke vlucht door bomen te planten.
Maar toch. Vakantie vieren doe ik het
liefst fietsend en we eten thuis weinig
vlees. Gelukkig is er het oecumenische
initiatief van groenekerken.nl. waarin
lokale kerken worden uitgedaagd
om te verduurzamen. We moeten
wegblijven van moralisme en juist
kansen pakken. In juli staat klimaatverandering hoog op de agenda van het
Centraal Comité van de Wereldraad
van Kerken. Als lid van het comité zal
ik daarover meepraten en denken.
Rentmeesterschap is een belangrijke
opdracht.’
juli 2014 - nr. 3
6
7
Recht op gezondheid vraagt ook om sociale gelijkheid
Het meest efficiënt is zorg met aandacht
De zorg staat hoog op de politieke agenda. Grote taken gaan
van het Rijk naar gemeenten. De transitie van zorgtaken
heeft veel haken en ogen. Het invoeren van de nieuwe regelingen per 1 januari 2015 is zachtjes uitgedrukt erg ambitieus.
Veel wethouders en raadsleden krijgen hun handen er aan
vol. Een korte wetenschappelijke bloemlezing over wat zorg
tegenwoordig inhoudt en politieke keuzes.
Carin Hereijgers
Zorg gaat over het feit dat mensen
niet alles zelf kunnen organiseren.
Iedereen heeft dus behoefte aan enige
vorm van zorg. Professor Annelies van
Heijst – hoogleraar zorg, cultuur en
caritas - vertelt hierover in haar oratie
Ontferming voor dummies: ‘Hij of zij is
altijd vrucht van zorginspanningen die
anderen, eerder, hebben gegeven en
mogelijk gemaakt. In het hedendaagse
levensgevoel daarentegen, ligt de
de antenne kwijt voor […] de manier
waarop mensen samen hangen en aan
elkaar hangen.’
Rolverwarring
Van Heijst beschrijft de geschiedenis
van barmhartigheid en constateert
dat de liefdadige zorg van vroeger niet
zaligmakend was. ‘Omdat degenen
die hulp nodig hadden geen rechten
konden doen gelden, waren ze overgeleverd aan de goodwill van anderen
en bestond er weinig interesse voor
hoe zij de zorg ervoeren. Liefdadige
zorg was soms vernederend en betuttelend en ging gepaard met dwang
en machtsmisbruik.’ Maar is het nu
beter?
Vandaag kennen we volgens Van Heijst het ‘laatmoderne zorgscript’. De
sectoren van cure, care en welzijn behoren tot het economisch ruilverkeer,
Ongelijkheid is één van de meest ziekmakende factoren
actor, en zorg ontvangen staat in het
teken van sociale gelijkheid en recht
op zorg. Bij de nationale, regionale en
lokale overheden heerst rolverwarring:
moeten ze op afstand toezicht houden
of het marktmechanisme corrigeren?
En de rol van de hulpbehoevende is
ook veranderd. Hij of zij moet, mondig
en zelfbeschikkend, zorg vragen en de
regie voeren over het type zorg en de
mate ervan. Exposeren van hulpbehoevendheid en je klein maken om hulp
af te smeken, is niet meer nodig. Men
heeft recht op zorg. Het tonen van
iemands ellende wordt juist ervaren
als aanstootgevend, vernederend of
als een aantasting van waardigheid
van die persoon. Die beelden zien we
liever niet. ‘Maar dat werkt wel in de
hand dat we collectief geen besef meer
hebben van het feit dat alle mensen
wel eens hulpeloos zijn, het even niet
goed zelf af kunnen en dat ontferming
voor elkaar dus heel gewoon is.’
Bestaanszekerheid
nadruk op ieders eigen vermogen tot
sturen en handelen, op eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. We zijn
juli 2014 - nr. 3
aangeboden volgens de mechanismen
van marktwerking in institutionele verbanden. De overheid is een belangrijke
In de Tweede Kamer is het initiatiefvoorstel van CDA en GroenLinks voor
ruimere regelingen voor zorgverlof
daar wel dienstbaar aan. In een maatschappij waar werkgevers en werknemers eerlijk kunnen zijn over het feit
dat mensen zorg nodig hebben of
willen verlenen, kan meer ontspanning
ontstaan. En de maatschappij wordt er
ook gezonder van.
Ook is te hopen dat gemeenten met
de hulpbehoevenden erin slagen om
de autonomie en het netwerk rondom
hen te versterken. Dan worden mensen minder gevoelig voor politieke
windvlagen en verschuivingen in voorzieningen. Die hebben juist voor deze
groep een grote invloed op hun gevoel
van bestaanszekerheid. De bedreiging
ervan alleen is al ziekmakend.
‘Het leven zit niet in de moleculen,
maar in de relaties die tussen de moleculen ontstaan’, zegt Linus Pauling,
Nobelprijswinnaar voor de chemie en
voor de vrede. Historicus Arnold Toynbee voegt toe: ‘Wat een maatschappij
maakt, zijn niet de mensen, maar de
relaties tussen de mensen’. Zorg heeft
wat dat betreft vooral te maken met
het organiseren van aandacht voor
elkaar.
Onderlinge aandacht
Fons van Bergen c.s. wijzen hierop in
hun boek ‘Van ziek zijn word je wijzer’
dat alles behalve een zelfhulpboek
is, maar beschrijft welke trends in de
hulpverlening wel of niet dienstbaar
zijn aan het genezen van mensen. In
bijvoorbeeld de Chinese gezondheidsleer, maar ook uit uitgebreid ‘westers’
wetenschappelijk onderzoek blijkt dat
mensen onderlinge aandacht net zo
hard nodig hebben als schone lucht,
eten en drinken.
Let wel, dit is geen theoretisch of
religieus verhaal. Alle beweringen worden gestaafd door wetenschappelijk
onderzoek. Wil deze maatschappij efficiency nastreven? Dan is aandachtige
saamhorigheid de allerbeste manier.
Ook de psycholoog Paul Verhaeghe
meldt dit vanuit zijn spreekkamer. Zijn
bekendste boek is ‘Identiteit’ maar hij
schreef ook ‘De Neoliberale waanzin’.
Verhaeghe beschrijft twee verschillende clusters van frames die mensen
hanteren om hun handelen te kunnen
vormgeven. Er is het cluster van
fysieke aantrekkelijkheid, populariteit,
competitie, carrière, geld en materiële luxe. En er is het cluster fysieke
gezondheid, autonomie, solidariteit,
samenwerking, welbevinden en het
belang van het spirituele. Mensen die
zich laten leiden door het eerste cluster zijn veel meer gezien en succesvol
en kunnen zich ook beter handhaven
dan mensen die leven volgens het
andere cluster. Eigen of andermans
gezondheid is voor de mensen in het
eerste cluster niet iets om mee bezig
te zijn en ook zorgen voor elkaar komt
niet aan bod.
Ongelijkheid
Dat het eerste frame zo succesvol is,
verklaart Verhaeghe met Hans Achterhuis en Maarten van Rossem als
volgt: ‘Studie van de geschiedenis laat
zien dat economie altijd ingebed lag
in een geheel van religieuze, ethische
en maatschappelijke structuren. Met
het neoliberalisme is dat niet langer
het geval. Integendeel: religie, ethiek
en maatschappij worden alleen maar
ondergeschikt aan de ‘markt’. En die
markt regelt dit soort aspecten van
het leven dus minder goed. Inmiddels
is bewezen dat ongelijkheid een van
de meest ziekmakende factoren is.
Verhaeghe stelt dat in West-Europa
niet de kwaliteit van de zorg (het
aantal artsen en ziekenhuizen) het
gezondheidsniveau van een bevolking
bepaalt, maar de aard van het sociale
en het economische leven. ‘Als er
welvaart is in een land valt er heel veel
voor te zeggen om dat ook eerlijk te
verdelen. Dat geldt voor iedereen, ook
de rijken.’
In Why More Equal Societies Almost
Always Do Better schrijven de Britse
epidemiologen Wilkinson en Pickett
dat ‘hoe groter de ongelijkheid in een
land of zelfs regio, hoe meer mentale
stoornissen, tienerzwangerschappen,
kindersterfte, agressie, zowel in de
huiskamer als op straat, hoe meer
criminaliteit, hoe meer drugs- en medi-
Opheffen vrije artsenkeuze
Het plan om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te
wijzigen vormt een nieuwe bedreiging voor de zorg
in Nederland. Vrije artsenkeuze is een grondrecht,
gevestigd in een bepaling van het Europees Hof. Zorg
moet daarbij zijn afgestemd op de reële behoefte van
de patiënt. Hiervan is geen sprake als de patiënt wordt
gedwongen zijn heil te zoeken bij een niet zelf geselecteerde zorgverlener. Het voorstel gaat ook in tegen
artikel 8 van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat
de mens recht heeft op privacy en bescherming van
de persoonlijke levenssfeer. De arts-patiëntrelatie is
dusdanig intiem en vertrouwd dat een geselecteerde
zorgverlener een inbreuk is op dat verdrag.
zijn daar stuk voor stuk voorbeelden
van – wij zíjn het systeem waarover we
klagen. Een proteststem uitbrengen
voor ultralinks of ultrarechts zal niet
volstaan om deze situatie te wijzigen.
Zorgbehoevend zijn of zorgverlener zijn: dat kan allemaal
op ons pad komen
cijngebruik. En hoe meer ongelijkheid,
hoe slechter de lichamelijke gezondheid, hoe lager de onderwijsresultaten,
de sociale mobiliteit; hoe minder
gevoelens van veiligheid en geluk.’
Proteststem volstaat niet
Niet de overheid als instelling, maar
de politiek speelt een rol bij het
sturen in een gezonde richting. Die
moet zich wagen aan een eigentijdse
‘evenwichtsoefening tussen gelijkheid
en verschil, tussen groep en individu,
tussen verplichte gelijkheid en vrije
keuze’. Dat bestel zullen we samen
moeten uitbouwen.
Verhaeghe moedigt politiek en
burgers aan en schrijft: ‘Een van de
noodzakelijkste veranderingen is het
loslaten van het huidige cynisme. De
postmoderne mens lijdt aan (…) een
nieuwe vorm van persoonlijkheidsverdubbeling. We klagen het systeem
aan, staan er vijandig tegenover en
voelen ons machteloos om het te
veranderen. Anderzijds gedragen we
ons op een manier die het systeem
voortdurend bevestigt en uitbreidt. De
wijze waarop we eten en drinken, ons
kleden, verplaatsen, op vakantie gaan,
Het is niet de ander die moet veranderen: de pijnlijke waarheid is dat we het
ook zelf zullen moeten doen. In plaats
van alleen maar consument te zijn,
moeten we weer burger worden. Niet
alleen in het stemhokje, maar ook, en
zelfs vooral, in de manier waarop we
ons leven leiden.’
Eigenbelang
Het recht op gezondheid betekent
dat de overheid een belangrijke rol
speelt bij het bevorderen van zaken als
schone lucht, veilig voedsel, maar ook
sociale gelijkheid. Zorgbehoevend zijn
of zorgverlener zijn: dat kan allemaal
op ons pad komen zodat het ook je
eigenbelang dient om solidair te zijn
met de mensen die een beroep doen
op hun recht op zorg. En laten we ons
realiseren dat zorg veel meer behelst
dan artsen, handelingen en medicijnen: dat het juist en vooral ook gaat
om aandacht voor elkaar. Een hele
opgave soms, maar garanties voor het
maatschappelijk betere resultaat zijn
aangetoond.
juli 2014 - nr. 3
{COLUMN
8
9
Economische crisis als aanzet tot ‘soul-searching’
Meer hoeft niet altijd beter te zijn
IN DE NACHTCLUB
Margrietha Reinders
De stevige en langdurige economische teruggang die in de
afgelopen jaren als gevolg van de krediet- en financiële crisis
plaatsvond, heeft een ferme streep gezet door het idee dat
‘the sky the limit’ is. Onze economische en maatschappelijke
ontwikkeling bleek niet lineair opwaarts. Is materiële groei
het enige zinvolle maatschappelijke doel? Burgers hebben de
verantwoordelijkheid om te zoeken naar een balans tussen
‘meer’ en ‘beter’ en de invulling van dit ‘beter’.
Aloys Wijngaards
‘Wat kwelt is als dingen niet beter
gaan. Als de economie niet kan
groeien, wat is dan precies het slechte
nieuws?’ Dat vroeg de bekende Tjechische econoom Tomas Sedlacek (1977)
zich onlangs af tijdens een bezoek aan
de Radboud Universiteit Nijmegen.
In het maatschappelijk debat lijkt
economische groei gelijk te zijn aan
‘things getting better’. Maar ook het
plaats verwoord door religieuze en
levensbeschouwelijke tradities. In
onze tijd hebben tradities echter niet
bij voorbaat een doorslaggevende rol
meer in ons denken. We zijn autonoom geworden in onze oriëntatie op
wat zinvol is, met als keerzijde van
de medaille een verantwoordelijkheid
om ‘er zelf iets van te maken’. Wat
betekent dit als we het over economie
hebben? En waar baseren we onze
ideeën over wat zinvol is op?
Bankroet
De logica hierachter is betrekkelijk
eenvoudig. Het uitgangspunt in het
economisch denken is ‘meer = beter’,
wat efficiency tot een van de kernwaarden in het economisch verkeer heeft
gemaakt. Gecombineerd met het ‘falen
van alle grote verhalen’ en het morele
bankroet van verschillende religieuze
tradities, lijkt het dus alsof de binaire
verhouding tussen meer of minder
‘groei’ het enige kompas is waarop we
uiteindelijk kunnen varen in maatschappelijke discussies.
Het gaat er hier niet om een kritiek van
het economisch denken te geven – dit
denken heeft een grote waarde en kan
een belangrijke rol spelen in maatschappelijk beleid. De relatie groei (=)
meer (=) beter, zegt echter iets over
onze verlangens, en onze verlangens
zeggen iets over wat wij uiteindelijk als
een zinvolle manier van leven zien.
Over wat zinvol leven is bestaan veel
verschillende ideeën, niet in de laatste
juli 2014 - nr. 3
Tot vanmorgen: een zonnige zondag in de zomer. Uitgedaagd door de massaal bezochte EO Jongerendag bezocht ik het eerst van mijn leven de Escape! Om 10 uur
betrad ik de rode loper, en werd onmiddellijk hartelijk
welkom geheten door een aantal vriendelijke twintigers.
Binnen kolkte het van leven: een paar honderd merendeels jonge mensen zat er op bioscoopstoeltjes , klappend en zingend op het ritme van een band.
Sociale contacten
Er zijn verschillende economen die
buiten de paden van het standaard
economisch denken zijn getreden,
door bijvoorbeeld over de geluk en vrijheid te schrijven. Zo hebben ‘gelukseconomen’ door onderzoek in kaart
gebracht welke factoren belangrijk
De crisis kan dienen als een moment van bewustwording
en heroriëntatie
omgekeerde geldt, als onze economie
niet groeit, maken politici zich grote
zorgen en berichten de media dagelijks met een bezorgde toon over hoe
ons land er voor staat.
Aan het Rembrandtplein in Amsterdam staat een van de
beroemdste dancings in Nederland: de Escape. Bij de
halte van lijn 9 kun je ze zien staan in het weekend: rijen
jongeren in flitsende kleren, die met hun smartphone in
de aanslag wachten tot ze naar binnen mogen. Als vijftigplusser bestudeer ik dit fenomeen altijd vanaf een bescheiden afstand. De tijd van dancing en nachtclub ligt
helaas ver achter mij...
zijn als het om menselijk geluk gaat.
Interessant genoeg speelt materiële
welvaart hier slechts een relatief kleine
rol in. Veel belangrijker zijn betekenisvolle sociale contacten en relaties
met familie. Ook mogelijkheden tot
ontwikkeling en een levensfilosofie
dragen meer bij aan een langdurig
geluksgevoel dan financiële welvaart,
oftewel ‘meer’.
Economen als Amartya Sen gaan nog
een stap verder door te stellen dat
betekenisvolle economische ontwikkeling gelegen is in de vrijheid die
mensen in staat stelt activiteiten uit
te voeren waar ze goede redenen voor
hebben om ze belangrijk te vinden.
Deze vrijheid is dus zowel een doel als
een middel: economische ontwikkeling hoort zich volgens Sen hierop te
richten, en tegelijkertijd is vrijheid een
middel om tot een beter en zinvoller
leven te komen.
De vraag wat de basis kan zijn voor
onze ideeën over een zinvol economisch leven, blijft hiermee echter nog
onbeantwoord. Ieder mens wordt in
haar of zijn geconfronteerd met onvoorziene ingrijpende gebeurtenissen,
zowel positief als ook verdrietig. Dit
soort gebeurtenissen dwingt mensen
na te denken over wat –écht– belangrijk is. Dit wordt ook wel ‘soulsearching’ genoemd: proberen door
te dringen tot de kern van je persoon,
van wat je ‘beweegt’. Deze heroriëntatie kan een aanzet zijn voor een
nieuwe start. De economische crisis
kunnen we ook zien als een dergelijke
ingrijpende gebeurtenis zien. Het idee
dat door ‘meer’ na te streven, onze
samenleving ook ‘beter’ zou worden,
is niet langer vanzelfsprekend.
Crowdfunding
De economische crisis als een aanzet
tot ‘soul-searching’ dus. De crisis
kan als een ‘catharsis’ dienen: een
moment van bewustwording en heroriëntatie. Het zou misplaatst zijn om
de periode van economische krimp
die we de afgelopen jaren hebben
meegemaakt daarmee als ‘goed’ te bestempelen. De negatieve effecten van
de schulden die overheden gemaakt
hebben om ergere problemen te
voorkomen, en de sterk toegenomen
werkloosheid zullen nog vele jaren
gevoeld worden.
Maar zoals na iedere bosbrand er
verrassend snel weer kleine groene
scheuten uit de grond tevoorschijn
komen, zijn er ook nu nieuwe initiatieven die uitdrukking geven aan een
‘Sky’s the limit, or… is it?’ Foto: Daf Naj, Flickr.com Creative Commons.
heroriëntatie op hoe we onze economie in kunnen richten. Banken die een
‘duurzame’ economie nastreven, en
daarbij aandacht hebben voor milieu,
microkredieten, en kunst en cultuur,
lijken blijvend aan populariteit te
hebben gewonnen. Er zijn veel lokale
initiatieven die de rol van traditionele
economische instituties zoals banken en verzekeraars proberen over te
nemen. Zo worden er ‘broodfondsen’
opgericht, waarbij kleine ondernemers gezamenlijk een fonds opzetten
waarmee zij een reserve opbouwen
voor als het een van hen minder goed
gaat. Ook is ‘crowdfunding’, waarbij
een grote groep mensen de traditionele kredietverlenende rol van een
bank overneemt, een manier waarop
mensen aan kunnen geven wat ‘kredietwaardig’ is en een economische
kans moet krijgen.
leefomstandigheden leidt. Maar wellicht is het gevaar van de hervatting
van de groei dat we te gemakzuchtig
terugvallen in de ‘blik omhoog’ naar
een betere toekomst van ‘meer’, in
plaats van goed na te denken over
wat écht ‘beter’ is. Anders gezegd,
dat we nu waarschijnlijk weer ‘meer’
gaan krijgen, ontslaat ons niet van de
verantwoordelijkheid om na te denken
over wat (economisch) zinvol is.
Vanuit verschillende hoeken worden
kernbegrippen aangedragen die
behulpzaam kunnen zijn bij deze zoektocht: geluk, vrijheid, duurzaamheid,
maar ook begrippen als solidariteit
en sociale rechtvaardigheid. Het is de
verantwoordelijkheid van iedere autonome burger om op zoek te gaan naar
een balans tussen ‘meer’ en ‘beter’, en
de invulling van dit ‘beter’.
Zoektocht
Soul-searching over wat economisch
zinvol is, is geen lichtvaardige opdracht – ieder die dit in de persoonlijke context heeft meegemaakt zal
dit kunnen beamen. Het economisch
tij lijkt nu voorzichtig weer te keren.
Dit is goed voor de maatschappij,
omdat het tot nieuwe banen en betere
Aloys Wijngaards (1981) is beleidsadviseur bij
de Nederlandse Bank en religiewetenschapper.
Hij promoveerde in 2012 aan de Radboud Universiteit. Zijn proefschrift heeft als titel ‘Worldly
Theology: On connecting Public Theology and
Economics’.
‘Pioneer again’ stond in grote letters op de beamer. Ik
bevond me bij de Amsterdamse afdeling van Hill Song,
een Engelstalige Pinkstergemeente die nog heel pril is.
Amper dertig jaar geleden begon de beweging in Sidney
en sindsdien is ze explosief alle kanten opgegroeid. In
Amsterdam startte Hill Song nog maar een paar jaar geleden en barstte sindsdien steeds opnieuw uit haar jas;
de Escape is al de vierde locatie in relatief korte tijd. Op
een zondag worden drie bijeenkomsten met elk honderden mensen gehouden. De mensen die er komen zijn
vrijwel allemaal jonge stadsbewoners.
De voorganger van afgelopen zondag verloor geen moment het contact met zijn gehoor en wist beweeglijk en
vol humor aan te haken bij de levende realiteit van de
mensen voor hem. Er werd gelachen en er was applaus
tijdens zijn preek die bijna drie kwartier duurde maar
transparant en onderhoudend was. Na de dienst was
er uitgelaten muziek en koffie op het zonnige terras van
Café de Kroon.
Ik ben heel blij dat ik gegaan ben. In de (groen-) linkse
kerk wordt met grote huiver en soms afschuw naar evangelische ‘megakerken’ als deze gekeken. Dat zij contact
weten te leggen met door onszelf nauwelijks bereikte
groepen, verdwijnt daarbij uit beeld. En ook, dat een gelovige maatschappijvisie heel helder en zonder schaamte wordt aangereikt. De taal van (ook laagopgeleide) jongeren en hun ervaringswereld staat, denk ik, onnodig ver
van ons en onze politieke en religieuze idealen af. Laten
we uit onze oordelen stappen en nog eens een klapstoeltje bijtrekken in de Escape. Pioneer again!
Margrietha Reinders, predikant in Amsterdam.
juli 2014 - nr.
NR. 3
{INTERVIEW
10
11
Passie voor voedsel en eerlijke wereld
God in de supermarkt
‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ De bede uit het Onze
Vader klinkt vandaag de dag nogal achterhaald. ‘De mens
leeft niet bij brood alleen’, is meer waar dan ooit. Kijk in uw
eigen voorraadkast. Loop door de supermarkt. Voedsel heeft
ontelbare vormen, kleuren, geuren en smaken. Sinds Jezus
zijn de tijden veranderd.
Herman Radstake
Niet helemaal, vinden Arjan Schoonhoven en Alfred Slomp. Waarden als
zorg voor de armen en gerechtigheid
gelden ook nu nog als opdracht voor
samenleven. Ook in de supermarkt
bij het kiezen tussen producten? Of
kiezen we toch voor de goedkoopste,
en kijken we even weg van hoe, waar,
door wie en onder welke omstandigheden ze zijn gemaakt? Of wil je de kwaliteit van A-merken? Welke waarden
leiden je als consument? Hierover ontwikkelden ze de interactieve workshop
‘God in de supermarkt’.
Slomp werkt als zorgcoördinator in het
Arnhemse Voortgezet Speciaal Onderwijs. Schoonhoven is in het dagelijks
leven werkzaam als lerarenopleider en
promovendus op de Radboud Univer-
Vegetarische
gerechten kunnen
juist heel lekker
zijn!
juli 2014 - nr. 3
siteit Nijmegen en docent biologie. Ze
leerden elkaar kennen op de studievereniging in Wageningen. Arjan: ‘Ik
was een brave boerenzoon die biologie
ging studeren en ik was helemaal niet
bezig met duurzaamheid en armoede.
We voerden gesprekken over geloof,
inspiratie en armoede. Je (Alfred) zette
me heel erg daarover aan het denken.
Hij vertelde eens over een kind in de
derde wereld dat honger lijdt. Je ziet de
pijn van dat kind in zijn gezicht. Dat
raakte me toen erg.’ De gesprekken
bleven ook na hun studietijd.
Gat tussen willen en doen
Ze delen hun passie voor onderwijs,
een eerlijke wereld en voor voedsel.
Slomp was in de (baptisten)kerk bezig
met eerlijke handel. Slomp: ‘Daar vroegen ze een keer om er een workshop
over te geven. Dat vond ik leuk en
daarom ben ik dat vaker gaan doen.
ook over andere duurzame thema’s.
Arjan is een onderwijsmens in hart en
nieren. Die zei: ik wil ik dit goed doen,
over een thema waarvan ik veel weet.
Voedsel lag voor ons voor de hand.
Als biologen ligt ons hart en onze
kennis daarbij. We vroegen ons af hoe
we mensen kunnen stimuleren om
hierover te gaan nadenken.’
Als promovendus en opleider probeert
Schoonhoven al zijn passies en zijn
achtergrond als boerenzoon in één
project te krijgen. Schoonhoven legt
uit: ‘Ik ben me er toen ook beroepsmatig mee bezig gaan houden. Hoe
kun je de wereldvoedselproblematiek de klas in brengen? Ik was meer
met dierenwelzijn bezig, Alfred meer
met eerlijke handel. We hebben lang
gezocht naar een gemeenschappelijke
noemer. Ineens tijdens een kerkdienst
wist ik het: ‘God in de supermarkt’. In
de supermarkt komt de hele wereld
samen, alles wat je daar doet heeft invloed op hoe mensen en dieren leven,
op milieu, op gezondheid, landbouw,
wereldhandel, arbeidsvoorwaarden,
verdelingsvraagstukken, transport,
milieu. We worden platgegooid met
keurmerken en labels. Hoe kun je
mensen helpen in die wirwar verantwoorde keuzes te maken?’
Vrije keuze
Met de studenten die hij opleidt heeft
Schoonhoven dat een paar keer uitgeprobeerd, en gekeken wat wel en niet
werkt. Die kennis benutte hij ook voor
bij de ontwikkeling van de workshop.
Slomp: ‘We wilden een interactieve
workshop. We wilden positief beïnvloeden en de vrije eigen keuze van
mensen respecteren. We willen inzicht
geven in wat we doen als consument,
welke keuzes we maken als we producten kopen, welke waarden hierin
een rol spelen. Veel mensen willen wel
rekening houden met milieu en eerlijke
productieomstandigheden, maar er zit
een gat tussen willen en doen.’
Schoonhoven: ‘Dat is wat we in de
workshop doen: We geven argumenten ter overweging, welke waarden
hierin meespelen, maar we willen niet
voorschrijven wat mensen moeten
doen.’ Al voegt hij er voorzichtig
aan toe: ‘Hoewel ik nu wel denk dat
plantaardig voedsel eigenlijk altijd
goed is....’
Vechten om vegagerechten
Ze hebben de workshop gegeven bij
kerkelijke gemeenten, op een conferentie van biologiedocenten, op een
school en met studenten. ‘We starten
altijd met de vraag ‘wat doe je als je
in de supermarkt staat? Kies je voor
je eigen belang, voor milieu, voor
dierenwelzijn of voor boeren of arbeiders. Wat vind je het belangrijkste?’
Daar stellen we dan lastige vragen bij.
Ben je je bewust van je motieven en
waarden? Dat soort vragen. Met een
powerpoint ordenen we heel aardig de
vele aspecten en met andere werkvormen verdiepen ze hun bewustzijn. De
deelnemers - sommigen zijn er al veel
mee bezig, voor anderen is het nieuw gaan vooral met elkaar in gesprek. Dat
is eigenlijk telkens heel leuk.’
Uit de reacties tijdens en na de
workshops valt af te leiden dat de
deelnemers blij zijn met de inzichten
die de workshop heeft geboden, zegt
Slomp. ‘En vooral dat ze zich nergens
gedwongen hebben gevoeld.’ Schoonhoven: ‘We hebben van mensen
gehoord dat ze geen eten meer weggooien, en dat ze van vlees van de Aldi
zijn overgestapt naar sojaproducten
van de biologische winkel. Op mijn
werk zie ik mijn collega’s vechten om
vegagerechten.’
‘Mijn eigen ervaring is ook dat
bewust omgaan met eten het leuker
en lekkerder maakt. En ik heb het
idee dat ik er gezonder door ben,’
zegt Slomp. ‘Vrienden van ons, echte
vleeseters, zijn vegetariër geworden
toen ze merkten dat dat ook lekker
kan zijn.’
Homofilie en armoede
Ze groeiden allebei op in de strengere kringen van protestantse kerken,
maar ze hebben het accent in hun
geloof wat verlegd. Schoonhoven:
‘Jezus neemt het voortdurend voor
armen en het kwetsbare op en strijdt
tegen onrecht. Zijn leven en de
Bergrede inspireren mij. Dat is voor
mij het hart van de bijbel. In deze
tijd zou Jezus het ook over de natuur
en dierenleed hebben gehad.’ Slomp:
Arjen Schoonhoven en Alfred Slomp
geven workshops over gezonde voeding
met dit onderwerp te worstelen. Ze
ontdekte dat het in het hart van God
zat. Daar werd ik blij van.’
In deze tijd zou Jezus het ook over de natuur en
dierenleed hebben gehad
‘Grote helden van het christendom
zoals Martin Luther King, Bonhoeffer, Kierkegaard, Desmond Tutu
hebben hierover prachtig geschreven
en gepreekt en door de eeuwen heen
hebben christenen het in praktijk
gebracht. Wij zijn nu onder de indruk
van de Amerikaan Shane Claiborne (mede-initiatiefnemer van een
radicaal-christelijke leefgemeenschap in
Philadelphia, HR).’
‘In kerken zeggen we ook dat er vier
teksten gaan over homofilie, waarvan
twee niet eenduidig worden geïnterpreteerd,’ zegt Slomp, ‘en misschien
wel 2000 over zorg voor armen en
gerechtigheid, door de hele bijbel
heen. In de publieke optredens van
kerken hoor ik hier weinig over.’
Schoonhoven: ‘Kortgeleden boycotten kerken in Zeist een bepaalde
supermarkt. Niet wegens de producten, maar om de zondagsopening.
Kerken schieten op een mug maar
zien de olifant niet. We merken ook
dat christenen in kerken over heel
veel in dialoog willen,’ vervolgt hij,
‘maar niet hierover. Een heel gelovige jonge vrouw vertelde dat ze in
gebed toestemming had ervaren om
Het duo geeft op meer manieren
vorm aan deze keuze. Slomp richtte
een paar jaar geleden met 60 anderen
een christelijke gemeenschap op in
Veenendaal. ‘Geen kerk, juist niet.
We houden alternatieve diensten en
komen regelmatig bij elkaar om uit te
wisselen hoe je geloof in de praktijk
kunt brengen in het dagelijks leven.’
Standpunten over voedsel kleuren hun
stemgedrag. ‘Politiek moet de meest
kwetsbaren beschermen. GroenLinks
en de ChristenUnie doen hier al veel
aan,’ vindt Schoonhoven. Hij ziet ook
een grote taak voor het onderwijs.
‘Duurzaamheid sijpelt snel door in het
biologie-onderwijs. Deze generatie jongeren zal toch moeten gaan nadenken
over hoe ze in de toekomst voldoende
voedsel en een leefbare aarde kunnen
inrichten.’
Ze willen de workshop graag vaker
geven, bijvoorbeeld met gesprekskringen, leerhuizen en vrouwengroepen
in kerken. De kosten kunnen geen
bezwaar zijn: ‘De reiskosten’.
Website: www.godindesupermarkt.nl
Tips om meer te
lezen over passie
voor voedsel
YouTube: Desmond
Tutu in College Tour
Shane Claiborne:
www.thesimpleway.org
juli 2014 - nr. 3
Duurzame vakanties
12
1
7
4
13
Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Het klimaat verandert, dat is eigenlijk geen nieuws meer. Bij duurzaamheid worden tegenwoordig ook duurzame
vakanties meegenomen: vakanties waarbij rekening gehouden wordt met het
milieu, de mensen, de natuur en cultuur, zodat reizen in de toekomst ook nog
goed mogelijk is. Fietsvakanties zijn een voorbeeld van een duurzame vakantie,
er is immers weinig tot geen milieubelasting. Noorwegen doet er veel aan om het
milieu in het land zo laag mogelijk te houden, bijvoorbeeld in het Geirangerfjord,
wat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat.
Duurzaamheid betekent niet per definitie back to basic, maar dat kan natuurlijk
wel. Backpacken door de tropen is daar een voorbeeld van, maar misschien wel de
extreemste variant is een bivak in de sneeuw. Daar moet je maar zin in hebben.
In Nederland hebben we ons eigen werelderfgoed en stukje om (dus) duurzaam mee
om te gaan: de Waddenzee, ook wel bekend als de kraamkamer van de Noordzee.
Jaarlijks trekken vele toeristen erop uit om te gaan wadlopen of om zeehonden te gaan
spotten. Met het warme weer van de afgelopen tijd worden al veel jonge zeehonden geboren. Milieuorganisaties riepen ook direct op om de jongen niet te storen, dat behoud
is ook duurzaamheid.
Duurzame vakanties bestaan al langer, het is geen nieuw fenomeen. Ook de kampeerders
in de jaren zestig die met een VW-busje en een gastoestelletje in de vrije natuur gingen
zitten waren duurzaam bezig; ze zorgden voor weinig overlast in de natuur, daar wilden ze
juist van genieten.
3
2
Bas Joosse
6
5
1. Een bivak in de sneeuw is een wat extreme vorm
van duurzaamheid (foto: Drew Brayshaw, via Flickr
creative commons)
2. Noorwegen heeft duurzaamheid hoog in het vaandel
staan, de Geirangerfjord staat op de werelderfgoedlijst (foto: Bas Joosse)
3. Fietsvakanties zijn duurzaam en goedkoop (foto:
Irma Westerhof, via Flickr creative commons)
4. Kamperen met een ouderwetse VW-bus en een gastoestelletje of in een tent: nostalgie (foto: Ian Lloyd,
via Flickr creative commons)
5. Back to basic: backpackend door de tropen. (foto:
fortherock, via Flickr creative commons)
6. De Waddenzee: ‘ons’ eigen stukje duurzaam werelderfgoed (foto: Bas Joosse)
7. Nog meer moois uit Noorwegen: de lofoten (foto:
Falco, via Pixabay)
juli 2014 - nr. 3
juli 2014 - nr. 3
14
15
Wereldvrouwenhuis Mariam wint twaalfde Ab Harrewijnprijs 2014
Vrouwen terugbrengen in eigen kracht
In de afgelopen jaren is het politieke klimaat in Nederland
steeds hardvochtiger geworden naar mensen in armoede en
aan de zelfkant, de doelgroepen van de Ab Harrewijnprijs. Dit
jaar (traditiegetrouw op 13 mei, de sterfdag van Ab) werd de
prijs uitgereikt aan de stichters van het wereldvrouwenhuis
Mariam in Nijmegen. Zij vangen vrouwen zonder papieren
op die anders ziek op straat zouden leven. Mariët Mensink
nam de prijs in ontvangst.
Carin Hereijers
Mensen zonder papieren moeten in
Nederland onderduiken of ze worden
vastgezet in grenshospitia en – waar
mogelijk – uitgezet, maar vaker nog
terug op straat gezet. Ze moeten zich
dan zien te redden zonder huis en
bijvoorbeeld mogelijkheid tot werk.
Ze kunnen dan elk moment weer
opgepakt worden. Een tijdje was er de
dreiging dat organisaties en mensen
die hen hielpen ook strafbaar zouden
worden. Gelukkig is dat laatste – onder
hoge politieke druk – afgewend, maar
nog steeds hebben mensen zonder papieren juridisch gezien geen ‘recht om
hier te zijn’. Pas bij hoge nood hebben
ze recht op gezondheidszorg en dat is
dan ook een sleutel om deze mensen
enig perspectief te bieden.
Extra kwetsbaar
Het bleek steeds dringender nodig
dat er voor vrouwen die op straat
moeten leven een eigen voorziening
kwam om te herstellen van medische
klachten. Mannen hebben het ook
niet gemakkelijk, maar vrouwen zijn
extra kwetsbaar en moeten soms echt
apart opgevangen kunnen worden
om seksueel misbruik te voorkomen.
Dit kwam duidelijk naar voren uit het
promotieonderzoek van Marianne
Schoevers dat door Maria van den
Muijsenbergh werd begeleid. Het boek
heet Hiding and seeking health problems
and problems in accessing health care
of undocumented female immigrants in
the Netherlands, Nijmegen 2011. Voor
dit onderzoek zijn honderd ongedocumenteerde vrouwen geïnterviewd
en zo is de situatie van deze vrouwen goed in kaart gebracht. Al jaren
probeerde ze met anderen te lobbyen
dat hulp voor deze circa honderdduizend (!) mensen in Nederland, die nu
eenmaal hier zijn en vaak ook nergens
heen kunnen, georganiseerd mag
worden. Het draagvlak daarvoor is er
nog steeds niet.
Van den Muijsenbergh is zelf huisarts
en ze zag met name uitgeprocedeerde
vrouwen chronisch ziek in haar praktijk
komen. Het was echt dringend nodig
dat ze even tot rust zouden komen
en niet van hot naar her hoeven voor
een slaapplek, al dan niet afhankelijk
van mensen die hen bedreigden met
(seksueel) geweld. Ze trok samen met
Mariët Mensink de stoute schoenen
aan en organiseerde in recordtijd
vormen van financiering, een pand en
vele vrijwilligers, waardoor het mogelijk werd steeds circa acht vrouwen een
programma van drie maanden rust,
empowerment en maatschappelijke
begeleiding te geven.
Weerbaarheid
Uitgangspunt is dat vrouwen zelf
verantwoordelijk blijven voor hun
leven en niet afhankelijk worden van
deze steun. Daarom volgen zij een
programma waarin veel aandacht
is voor sociale vaardigheden als de
Nederlandse taal, weerbaarheidstraining en het creëren van een eigen
Een trotse prijswinnaar Mariët Wensink met naast
haar de voorzitter
van de jury van de
Ab Harrewijnprijs,
oud-Kamerlid
Ineke van Gent
netwerk. Zo is de hoop dat vrouwen
terug in hun eigen kracht kunnen
komen. Na die drie maanden gaan
de vrouwen terug de stad in waar ze
in een netwerk rond het vrouwenhuis
een slaapplaats kunnen vinden en ook
anderszins de weg in de maatschappij
veel zelfbewuster kunnen gaan. Want
het is absoluut niet de bedoeling om
de ‘zieligheid’ van deze groep nog
eens te benadrukken en in een soort
wedstrijd van machteloosheid en ellende te zorgen dat er aandacht komt
voor deze problemen. Het doel is dat
er ergens menswaardigheid te vinden
is, solidariteit, een netwerk waar veiligheid is om in gezondheid en met enige
mentale rust een weg te vinden die bij
hen past.
Maria van den Muijsenbergh heeft
deze verhalen en deze mensen op haar
pad gekregen en vindt het, ook vanuit
haar eigen manier van leven volgens
het evangelie, logisch om zorg voor
zwakkeren te hebben. ‘Geneeskunde is
meer dan het zorgen voor gezondheid
alleen. In de geneeskunde moeten
ook de voorwaarden voor gezondheid
aandacht krijgen en solidariteit is er
daar één van. Daarnaast is de eerste
stap bij het genezen van mensen het
erkennen van de autonomie van ieder
mens’, vindt zij.
Mariet Mensink vindt de motivatie
voor dit werk in haar boeddhistische
achtergrond. ‘Ik durf dit werk aan te
gaan omdat ik de zoektocht naar liefde
en compassie belangrijk vind . De
stress van de vrouwen en de stress die
dat bij mij oproept is zwaar, maar juist
dan is het belangrijk om rust bij jezelf
te kunnen blijven zoeken en vinden.
Die uitdaging ga ik elke dag weer aan.
En tijdens het werk tref ik bij de vrijwilligers en in de stad en bij de vrouwen
zelf meer dan ooit mensen met een
open hart die bijdragen aan het oplossen van de èchte problemen van deze
wereld.’
Vertrouwen in elkaar
Ze runt de praktische organisatie van
het huis met 35 vrijwilligers en inmiddels hebben sinds vorig jaar januari al
27 vrouwen het programma gevolgd.
Ze hebben er vertrouwen in de wereld
en in elkaar kunnen vinden en konden
juli 2014 - nr. 3
weer eens een gewone vriendschappen sluiten. Voor de vrijwilligers brengt
dit werk ook nieuwe aansluiting bij een
gemeenschap, plezier om bij te dragen
aan het verschil in een mensenleven:
‘ Vrouwen komen binnen en zitten er
helemaal doorheen en als ze verder
gaan, beginnen ze weer perspectief te
zien. ‘
Zolang er geen beter asielbeleid komt,
zijn dit soort initiatieven van groot
belang voor het onderhouden van de
basale mensenrechten in Nederland.
Mensen zonder papieren hebben
veel meer rechten dan de Nederlandse overheid nu erkent. Vanuit het
Europees Hof van de Rechten voor de
mens is de uitspraak voor het faciliteren van brood-bad-bed gekomen,
waardoor de gemeentes en provincies
sinds kort meer ruimte kunnen geven
Plak en stichting Overal. Bij dit soort
organisaties kan de zoektocht naar gewone intermenselijkheid nog gedijen
zonder procedures en ingewikkelde
toestanden. Je staat voor elkaar klaar.
Ze zijn en blijven daarmee belangrijke
bouwstenen van de levende, solidaire
stad.
Belangrijk is dat iedereen die hecht
aan de mensenrechten door dit soort
initiatieven daaraan ook echt een
steentje kan bijdragen. De bewoners
en vrijwilligers dragen zelf bij aan de
fundraising door bijvoorbeeld zich
te laten sponsoren in de Nijmeegse
Marikenloop, maar om een heel huis
draaiend te houden is veel meer nodig.
Alle steun op het terrein van geld of
vrijwillige hulp of het verspreiden van
draagvlak voor dit soort initiatieven
in Nederland blijft helaas heel hard
‘Het is fijn om juist de mensen met een open hart
tegen te komen’
aan de ondersteuning van mensen in
deze moeilijke situatie.
Formeel is de ruimte voor dit soort
initiatieven klein, maar informeel is er
juist veel ruimte te vinden. De eerste
ondersteuners van dit initiatief in de
stad waren de kerken en ook alternatieve organisaties als De Klinker, De
Praktische informatie over dit project
dat uw bijdrage, financieel of anderszins goed kan gebruiken: De stichting
beschikt over twee huizen, zeven opvangplaatsen en jaarlijks worden circa
dertig vrouwen opgevangen. De stichting is hard op zoek naar financiering
en hoopt dat vele mensen zullen
willen doneren op rekeningnummer
6279869 t.n.v. Wereldvrouwenhuis
Mariam van Nijmegen te Nijmegen.
Er is al een vrijwilligstersbestand,
maar de Stichting is op zoek naar
meer vrijwilligsters, vooral voor de
individuele begeleiding, de tuin- en
weekendactiviteiten, maar ook
creatieve vrouwen en taalmensen en
klussers zijn van harte welkom.
De Stichting is bezig om een netwerk op te bouwen van Vrienden
nodig, zolang de overheid haar rol niet
pakt. Maar burgers van dit land kunnen op die manier wel laten zien dat
die ruimte voor steun en solidariteit
feitelijk veel groter is dan menigeen
denkt. De Ab Harrewijnprijs is daarbij
zeker behulpzaam.
van Wereldvrouwenhuis Mariam van
Nijmegen. Vrienden zijn mensen en
instellingen die doneren, maar ook
winkels of organisaties waar de vrouwen eigengemaakt werk mogen ruilen
tegen eten, persoonlijke verzorgingsspullen of kleren.
Ook vrouwen en echtparen die aangeven dat de vrouwen af en toe enkele
nachten mogen komen logeren, na
hun opvangtijd, zijn Vrienden. Het is
de bedoeling dat de vrouwen leren
om alleen opvang voor de nacht te
vragen en overdag elders te verblijven,
om opvangmensen zo min mogelijk
te belasten.
U kunt u opgeven en meer informatie
verkrijgen bij de coördinator: Mariët
Mensink 06-45588555. Email: mariam.
[email protected]
juli 2014 - nr. 3
16
17
Religie biedt GroenLinks nieuwe kansen
Ik leg vaak aan mensen uit dat ik mij binnen GroenLinks als
moslim het meeste thuis voel omdat respect voor religie en
een belangrijke basis is in de ontstaansgeschiedenis van de
partij. Dat GroenLinks een samensmelting is van linkse partijen die deels ook religieus geïnspireerd waren, is bij het grote
publiek tamelijk onbekend. Daar ligt een mooie kans, omdat
je vanuit religieuze waarden bijna vanzelfsprekend uitkomt
op zorg voor mens en milieu.
Bastiaan Verberne
coalitieonderhandelingen - uitzonderingen zoals Leefbaar Rotterdam daargelaten die ondertussen onderdeel is
geworden van de gevestigde politiek.
De andere winnaar, D66, neemt in veel
Nederlandse gemeenten het voortouw.
Slecht nieuws voor gelovigen, want de
‘onderwijspartij’ heeft naast een uitgesproken pro-Europa- en pro-homostandpunt nog een ander vervangend
kroonjuweel: de anti-religie-agenda.
Terug in de kast
Politiek moet
zich helemaal
niet bemoeien
met dragen van
hoofddoek door
moslima’s (foto
flickr.com Creative
Commons)
De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen geeft aanleiding de balans
op te maken, ons te bezinnen en een
nieuwe koers te bepalen. De lokale
partijen en D66 zijn de grote winnaars
van de verkiezingen. De PvdA en VVD
verliezen flink en de christelijke partijen spelen gelijk. Het bestaansrecht
van lokale partijen is vaak het afzetten
tegen de bestaande bestuurscultuur
van de ‘reguliere’ politieke partijen. Zij
zijn dus niet snel bereid compromissen te sluiten en staan hierdoor in
bijna elke gemeente buitenspel bij de
Op wijblijvenhier.nl schreef ik onlangs
dat gelovigen van D66 ‘terug de kast
in moeten’. Dit artikel volgde op de
berichtgeving in De Telegraaf over
D66 Amsterdam. Die afdeling nam
aanstoot aan het voorwoord bij het
jaarverslag van Milli Görüs Amsterdam, een islamitische vereniging die
voor maatschappelijke projecten door
de gemeente wordt gesubsidieerd. In
het voorwoord van het jaarverslag was
volgens D66 Amsterdam een ‘saillante
tekst’ te lezen: ‘In de naam van Allah,
de Barmhartige, de Genadevolle.’
Sindsdien hebben we in de media ook
kunnen lezen over afgekeurde proefschriften omdat God in het voorwoord
wordt bedankt. In een tijd waarin
D66 de scepter zwaait in gemeenteland, kunnen we meer van dit soort
seculiere spasmen verwachten. Zo
steunde D66 in 2012 een initiatief van
de Haagse burgemeester Van Aartsen
(VVD) om het inrichten van stembureaus in kerken te verbieden. Kerken
zouden volgens de Haagse burgervader namelijk niet ‘laagdrempelig en
drukbezocht’ genoeg zijn om dienst
te doen als stembureau. Later werden
enkele kerken toch weer toegewezen
als stembureau om coalitiepartner
CDA tevreden te houden.
Scheiding kerk en staat
Het excuus dat altijd van stal wordt
gehaald in dit soort discussies over
‘neutraliteit’ in de openbare ruimte is
de scheiding tussen kerk en staat. De
‘liberalen’ van D66 en VVD streven
ernaar alle uitingen van religie uit de
openbare ruimte te weren: het Franse
model van laïcité (de staat verklaart
zich als ‘leek’ in religieuze zaken).
Maar in Nederland kennen we juist
een scheiding van kerk en staat naar
het model van coöperatief separatisme. Hierbij gaan de instituties kerk en
staat niet op elkaars stoel zitten, maar
zijn samenwerking en subsidierelaties
van de staat naar de kerk (waaronder
ook moskeeën, tempels en andere
religieuze instellingen) goed mogelijk.
Anders gezegd, de staat werkt voor
het land, de kerk werkt voor God. Waar
die twee belangen elkaar overlappen
is samenwerking mogelijk en waar ze
verschillen respecteert men elkaars
autonomie. Dat houdt in dat de
overheid geen religieuze vieringen of
bekeringsactiviteiten subsidieert, maar
bijvoorbeeld wel een daklozenopvang,
huiswerkprojecten of een voedselbank.
Een stemlokaal in een kerk lijkt me
een typisch voorbeeld van geslaagde
samenwerking zolang de stemmers
niet actief met een religieuze boodschap benaderd worden. Het zou de
overheid niet moeten uitmaken vanuit
welke inspiratie een religieuze instelling goede dingen voor het land of
de stad doet? Echte liberalen zouden
vooral moeten kijken naar de output
en niet zo geobsedeerd zijn door een
dankwoord aan God of Allah. Vanwege
de vergaande decentralisatie van
de zorg dunkt me overigens dat de
overheid in deze tijden de religieuze
instituties harder nodig heeft dan
andersom. Bovendien is het weinig
‘neutraal’ alle uitingen van religie
te weren uit het publieke domein of
ruimtes omdat voor veel Nederlanders
religie nu eenmaal een belangrijk deel
van hun bestaan is. Daarmee wordt de
‘openbare’ ruimte alleen een vrijhaven
voor niet-gelovige mensen en eerlijk
gezegd ook een beetje saai. Voor de
afwisseling zou ik graag een keer in
de kerk stemmen en anders loop ik
wel een blokje om naar het volgende
stemlokaal in een doorsnee en weinig
aanstootgevend buurthuis.
Grote kans
Onder dit opkomende seculiere
gesternte zie ik een grote kans voor
GroenLinks zich te profileren als
bondgenoot van de vele constructieve
vormen van religie in Nederland.
Religieuze instellingen doen namelijk
juli 2014 - nr. 3
enorm veel nuttig sociaal-maatschappelijk werk. Stichting Oikos heeft
uitgerekend hoeveel geld kerken en
moskeeën de maatschappij opleveren
en de bedragen lopen in de honderden
miljoenen per jaar. Die maatschappelijke rol mag door de politiek veel meer
gewaardeerd worden. De christelijke
partijen doen dit uiteraard, maar zijn
veel minder uitgesproken de bondgenoot van alle andere geloven in ons
land. De ChristenUnie en SGP zijn
zelfs overwegend anti-islam. Er wordt
vaak wel iets gepreveld over verdraagzaamheid jegens alle religies, maar het
wantrouwen tegen de ‘valse’ profeet
Mohammed en diens volgers voert bij
de streng-christelijken de boventoon.
Het CDA is op papier veel toleranter
maar onder druk van prominenten als
Maxime Verhagen en Camile Eurlings
ging de partij toch het gedoogavon-
Respect voor religie is een belangrijke basis van GroenLinks
tuur aan met de anti-islamitische PVV.
Het meer omarmen van religie zal niet
voor elke GroenLinkser vanzelfsprekend zijn. Onze partij is onder leiding
van Femke Halsema behoorlijk dicht
richting de seculiere standpunten van
D66 opgeschoven. Tijdens de laatste
jaren van haar leiderschap werd Halsema steeds kritischer richting religie.
In 2009 noemde ze in een interview
de islam ‘een probleem’ en zag ze het
liefst elke vrouw in Nederland ‘hoofddoekloos en volstrekt vrij.’ Die aanval
op de hoofddoek zou ik ‘Femke’s fout’
op het vlak van religie willen noemen.
Liberaal van het Jaar
Jammer en onnodig, vooral omdat ze
op aangrenzende vlakken als tolerantie en anti-discriminatie het zo goed
deed. Naast het feit dat je in volstrekte
vrijheid een hoofddoek kunt dragen,
moet de politiek zich daar helemaal
niet mee moet bemoeien, omdat het
een privé-afweging van een individu is.
Dat had Halsema als ‘Liberaal van het
Jaar 2006’ toch moeten aanspreken.
Bovendien, als de Koran en moslims
wereldwijd ambigu zijn over de verplichting van een hoofddoek, waarom
zou je dan als politicus propageren dat
het dragen ervan altijd met dwang te
maken heeft? Maar vooral waren deze
uitspraken van Halsema een miskenning van de religieuze wortels van
GroenLinks.
Ik leg vaak aan mensen uit dat ik mij
binnen GroenLinks als moslim het
meeste thuis voel omdat respect voor
religie een belangrijke basis is in de
ontstaansgeschiedenis van de partij.
Dat GroenLinks een samensmelting is
van linkse partijen die deels ook religieus geïnspireerd waren, is bij het grote
publiek tamelijk onbekend. Daar ligt
een mooie kans, omdat je vanuit religieuze waarden bijna vanzelfsprekend
uitkomt op zorg voor mens en milieu.
De wereld en de natuur een stukje
beter achterlaten, is voor veel mensen
ook een religieuze plicht. De religieuze
wortels van GroenLinks mogen wat
mij betreft meer benadrukt worden.
Electoraal zal ons dat ook geen windeieren leggen want er is nog geen partij
die zich uitgesproken sterk maakt voor
alle goedwillende gelovigen in Nederland. En dat zijn er best veel.
Bastiaan Verberne is
religiewetenschapper
en actief GroenLinkser
in Den Haag
www.bastiaanverberne.nl
juli 2014 - nr. 3
{COLUMN
18
19
Toolkit Duurzaam Kerkbeheer gelanceerd
‘Rentmeesterschap moet je doen’
taxi
Enis Odaci
Voor kerkrentmeesters, beheercommissies, kosters en andere
kerkbeheerders is er een Toolkit Duurzaam Kerkbeheer. Deze
website bevat een schat aan informatie om goede - duurzame
- keuzes te kunnen maken bij het inkoop- en aanschafbeleid en bij het beheer en onderhoud van het kerkgebouw.
Waarom? In de woorden van Evert Jan Hazeleger van ‘Kerk in
Actie’ tijdens de Groene Kerkendag in Houten: ‘Rentmeesterschap moet je doen.’
Wist u dat duizenden kerken hun
energie bij Greenchoice afnemen en
dat het dus gaat om groene stroom
en groen gas? Wist u dat kerken onder
voorwaarden 50 procent van hun energiebelasting kunnen terugkrijgen?
Niet onbelangrijk is ook dat de Toolkit
kerkelijke vrijwilligers helpt in gesprekken met aannemers en bouwbedrijven
die vaak zo hun eigen ideeën hebben
over wat wel en niet haalbaar, duurzaam en rendabel is bij onderhoud
en verbouw. Korte termijn voordeel is
nogal eens nadelig op langere termijn.
Goedkoop is duurkoop.
Peter Siebe
Bij het beheren van het kerkgebouw
maken kerkbeheerders keuzes. Welke
koffie wordt geserveerd? Voor welk
verwarmingssysteem wordt gekozen?
Welke aannemer of loodgieter wordt
ingeschakeld voor de verbouwing of
reparatie? Welke bouwmaterialen kunnen zij het beste gebruiken?
Benchmark energieverbruik
Voorbeelden komen uit circa veertig ‘groene kerken’ die al
ervaring hebben met verduurzaming
Zorgvuldige omgang
Drs. P.H. Siebe is
betrokken bij de
samenstelling van
de Toolkit. Hij was
oprichter en tot 2010
voorzitter van het
Christelijk Ecologisch
Netwerk en is lid van
de Nederlands Gereformeerde Kerk.
juli 2014 - nr. 3
In al die keuzes hanteren beheerders criteria als: wat kost het? Hoe
lang gaat het mee? Wat betekent dit
voor ons milieu? Die criteria houden
verband met waarden die in de christelijke geloofstraditie een specifieke
kleur hebben gekregen: eerlijkheid,
betrouwbaarheid, rechtvaardigheid en
zorgzaamheid. De kerk van alle tijden
heeft door de eeuwen heen beseft dat
zorgvuldige omgang geboden is met
de medemens: gerechtigheid. Maar
ook met de aarde en alles wat daar
leeft als Gods schepping: zorgzaamheid. Duurzaamheid is de 21e-eeuwse
vorm van zorgzaamheid. Duurzaamheid is: ontwikkeling die aansluit op
de behoeften van het heden zonder het
vermogen van toekomstige generaties
om in hun eigen behoeften te voorzien in
gevaar te brengen, aldus een bekende
VN-definitie uit 1987. Kerken herkennen ‘duurzaamheid’ als ‘rentmeesterschap’: de aarde is van God en wij
mogen haar beheren en gebruiken in
verantwoordelijkheid tegenover haar
Schepper en onze medeschepselen.
In 1997 muntte John Elkington, een
adviseur op het terrein van duurzame
ontwikkeling, de term ‘Triple P’: People
(mensen), Planet (milieu/aarde), Profit (opbrengst/winst). Bij een goede
balans tussen People, Planet en Profit
is er sprake van duurzaamheid. Christenen omarmden de term Triple P en
voegden er soms speels een vierde
P aan toe: Pneuma, Gods Geest die
ertoe inspireert om die balans bewust,
met kennis en inzicht te zoeken en
te bereiken in concreet economisch,
ecologisch en sociaal handelen.
Praktische tips
Met het oog op de wereldwijde gevolgen van klimaatverandering door
menselijk toedoen, riep de Raad van
Kerken in de Klimaatbrief (gepresenteerd in 2009) kerken op, ook zelf
werk te maken van duurzaamheid in
het beheer van de kerkelijke goederen
en de kerkelijke praktijk.
De Toolkit Duurzaam Kerkbeheer geeft
kosters, kerkrentmeesters, leden van
commissies van beheer en andere
bij het beheer van de kerk betrokken
kerkleden heldere informatie, praktische tips en voorbeelden in handen.
De voorbeelden zijn onder meer
afkomstig van de inmiddels circa
veertig ‘groene kerken’ die inmiddels
ervaring hebben met verduurzaming.
De Toolkit legt bij elk onderdeel uit of
de Triple P (People, Planet, Profit) wel
of niet gedijen bij concrete keuzes die
gemaakt worden bij het kerkbeheer.
Aan de Toolkit is een ‘Benchmark
Energieverbruik’ gekoppeld. Kerken die
via het inkoopcollectief ‘Energie voor
kerken’ hun energie inkopen, kunnen
daarin hun gegevens invoeren om na
te gaan of ze naar verhouding veel of
weinig gas verstoken en stroom afnemen. Ook krijgen ze suggesties om
hun energieverbruik te verlagen.
Energiebesparing loont namelijk en het is een van de belangrijkste
manieren om de doelstellingen van
het Energieakkoord te bereiken. Door
consequent op het stroomverbruik te
letten, verbruikte het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk
Nederland in het eerste halfjaar van
2013 zo’n 8 procent minder stroom
dan in het eerste halfjaar van 2012.
Ook in plaatselijke kerken is waarschijnlijk nog van alles mogelijk om
het energieverbruik te verlagen en dus
geld te besparen.
De Toolkit is samengesteld op verzoek
van het CIO-K (een interkerkelijk
contactorgaan) door Kerk in Actie
en Hellemans Consultancy, onder
begeleiding van een klankbordgroep
van deskundigen uit de breedte van
kerkelijk Nederland. De Tookit is te
vinden op: http://www.groenekerken.nl/
duurzaamkerkbeheer.
Onderwerpen
De Toolkit bevat een schat aan
informatie over vrijwel alle aspecten van de kerkelijke praktijk en het
beheer van het kerkgebouw. Aan de
orde komen zaken als bouwkundig
beheer, beperking energieverlies
(isolatiemaatregelen en hoe snel deze
zich terugverdienen), energiebeheer
(besparing, zelf energie opwekken),
groen en grond (de kerktuin, bloemen,
kerkelijk grondbezit), facilitaire zaken
(onder meer inkoop van Fair Trade en
streekproducten) en financieel beheer
(sparen, beleggen).
Wist u bijvoorbeeld dat spouwmuurisolatie zich mogelijk al in drie tot vier
jaar terugverdient en dakisolatie in
zeven tot acht jaar? Dat schoonmaakazijn ontkalkt en soda ontstopt en dat
mensen met deze goedkope, eenvoudige schoonmaakmiddelen het milieu
ontzien? Wist u dat het niet verstandig
is om die oude koelkast van een gemeentelid in het jeugdhonk te zetten,
omdat het apparaat waarschijnlijk
stroom vreet en dus handenvol geld
kost?
Ritje Hengelo - Enschede. De taxichauffeur houdt, keurig
gestoken in een pak, de deur van zijn Mercedes voor me
open en neemt mijn tas aan. Die gaat in de kofferbak. Hij
neemt plaats achter zijn stuur en vraagt waar de rit heen
gaat. Dat weet hij natuurlijk al. Dat heb ik een kwartier
eerder aan de centrale meegedeeld, maar ik volg braaf
het ritueel. Zijn volgende vraag zal over het weer gaan,
en dan zal hij over het WK Voetbal in Brazilië beginnen.
Aan het einde van de rit wensen we elkaar het beste en
dat is het dan. Voorspelbaar, maar het doodt de tijd en
voorkomt pijnlijke stiltes.
Om de binnenspiegel van de taxi hangt een zilveren
kruis. Het glansstuk zwaait heen en weer door de hobbels in de weg. Ik moet glimlachen, een beetje christelijke naastenliefde kan iedereen gebruiken. De chauffeur
blijft stil, hij is niet van plan om over koetjes en kalfjes te
keuvelen. ‘Lekker weertje, vindt u niet?’, vraag ik.
De chauffeur haalt zijn schouders op en vertelt dat hij
elke dag op slecht weer hoopt, want dat levert hem klanten op. Gemiddeld levert een wolkbreuk hem maar liefst
drie keer zoveel ritten op als tijdens een zonnige dag,
rekent hij mij voor.
‘Ja, maar geld is ook niet alles,’ probeer ik wijselijk te
concluderen. Nog voordat ik hem naar het WK Voetbal
kan vragen zegt hij op een botte toon dat geld wel degelijk alles is. Hij tuurt in de verte en ik volg zijn blik. Hij is
ergens anders. Ik vraag hem waarom geld alles is.
Na een diepe zucht vertelt hij me het verhaal van zijn
overleden zoon. Michel is slechts negen jaar oud geworden. Bij de jongen werd veel te laat een agressieve
vorm van nierkanker vastgesteld. Hij had op moment
van ontdekken nog maar drie maanden te leven, omdat
de kanker over zijn volledige lichaam was uitgezaaid. Als
ze hem zouden behandelen met zware medicatie zouden ze het kunnen rekken tot een jaar. Maar het einde
was onvermijdelijk. De taxichauffeur koos direct voor de
lange behandeling om zijn zoon maar zo lang mogelijk
in leven te houden.
‘Bijna maandelijks adviseerden de artsen mij om de behandeling te staken omdat dat de kosten niet opwegen
tegen het resultaat. Ik heb ze bijna tegen de muur gedrukt van woede!’
Terwijl ik naar zijn verhaal luisterde dacht ik alleen maar
aan zijn zoontje Michel. Hoe voelde hij zich? Besefte
hij wel dat zijn einde naderde? Kan een kind van negen
eigenlijk wel het concept van leven en dood omvatten?
Had mijn chauffeur wel gesprekken met zijn kind over
wat hij wilde? Leed Michel pijn? En ik dacht: kostenbeheersing, akkoord, maar de zorg moet altijd mensenwerk blijven. Om Michel.
Wordt er na afloop van de kerkdienst zuivere koffie geschonken?
Volg Enis Odaci op Twitter @Humanislam
juli 2014 - nr. 3
{EEN ANDERE WANG
20
21
Gedachten bij het overlijden van Wubbo Ockels
Coalities
Egeltjes of astronauten?
De onlangs overleden astronaut Wubbo Ockels leek de grote
wereldreligies, inclusief het christendom, als obstakels te zien
voor een besef van mondiale en ecologische verbondenheid.
Redacteur Theo Brand voelt zich aangesproken door Ockels’
verlangen naar een universele religie.
Theo Brand
‘Er zijn veel religies die mensen samen
krijgen, maar nooit alle mensen. De
verschillende goden waarin mensen
geloven, scheiden de mensheid juist in
groepen. Dat heeft geleid tot conflicten en zelfs oorlogen. Deze religies
zijn niet duurzaam. Maar als we in
de mensheid geloven, zullen we geen
conflicten meer hebben, omdat we één
zullen zijn.’
Spiegel
Deze woorden komen uit de brief
van Wubbo Ockels (1946-2014) die
hij naliet kort na zijn overlijden op 18
mei jongstleden. In de jaren tachtig
maakte hij als eerste Nederlander een
vlucht door de ruimte. Tot aan zijn
dood in 2014 was hij hoogleraar aan
de faculteit Lucht- en Ruimtevaart van
de TU Delft.
Juist door zijn kennis van het heelal
is Wubbo Ockels gaan beseffen hoe
bijzonder, uniek en kostbaar het
leven is in die kleine en dunne schil
die dampkring heet: het leven op dat
summiere planeetje aarde. Hij schrijft:
‘De ruimtevaart heeft ons een spiegel
voorgehouden. We zijn nu echt waar
we zijn: op een prachtige planeet,
waar we niet zonder kunnen. We zijn
allemaal astronauten van het Ruimteschip Aarde.’
Ockels lijkt de grote wereldreligies, inclusief het christendom, als obstakels
te zien voor een besef van mondiale
en ecologische verbondenheid. Hij gelooft in ‘de God van de mensheid’ en
die is volgens hem ‘in ons allemaal’.
Ockels schrijft: ‘We kunnen ons niet
achter deze God verstoppen, omdat
het in ons zit. We kunnen ons niet verbergen voor de verantwoordelijkheid
voor onszelf.’ En iets verderop: ‘We
moeten symbolen, rituelen en kunst
maken om ons geloof in de mensheid
te uiten.’
Grote liefde
De brief van Ockels getuigt van een
grote liefde voor het leven op aarde,
geboren uit verwondering. En voor
een verlangen naar vrede en harmonie
tussen mensen onderling en tussen
mensen en de schepping. Dat maakt
mij stil. Ook zet de brief mij aan het
denken. Moeten christenen, moslims,
joden en hindoes hun overtuigingen
misschien toch inruilen voor een compleet nieuw vorm te geven universele
religie?
Volgens mij ligt de uitdaging erin dat
mensen hun eigen religieuze tradities
sterker gaan beleven en begrijpen in
een veelkleurige, mondiale context.
De wereldgodsdiensten bevatten allemaal een grote rijkdom aan wijsheid
en inzicht en ze hoeven elkaar niet in
de weg te zitten. Juist ook de eigen
religieuze bronnen kunnen helpen om
de toekomst tegemoet te treden. Zo
kunnen mensen nadrukkelijker denken
en geloven op een manier die anderen
insluit in plaats van uitsluit.
Neem nu Jezus. Wilde hij een nieuwe
religie stichten? Of ging het hem om
de komst van wat hij het ‘Koninkrijk
van God’ noemde? En zijn de kerken
en het christendom niet vooral middelen in plaats van doelen in zichzelf?
Het nadenken over deze vragen biedt
aanknopingspunten en ruimte voor
religieus geïnspireerde mensen tot een
gezamenlijke zoektocht naar vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping, samen met alle mensen van
goede wil. Waarschijnlijk doen mensen
op deze manier meer recht aan de
essentie van hun religieuzes bronnen,
dan wanneer ze blijven vasthouden
aan het oude.
Verdampen
Oecumene en interreligieuze dialoog mogen beslist verder gaan dan
‘egeltjesliefde’, zoals de protestantse
predikant Jurjen Zeilstra uit Hilversum
het noemt: een weinig inhoudelijke
dialoog uit beleefdheid waarbij angst
bestaat om bijvoorbeeld samen te
bidden met mensen met een andere
religieuze achtergrond. Alsof mensen
geloven in een Schepper die niet in
staat is om menselijke verschillen te
overbruggen. En alsof de grote wereldgodsdiensten met elk hun vertrouwde
begrippenkader en rituelen door een
spirituele toenadering tussen mensen,
zomaar zouden kunnen verdampen…
Misschien moeten christenen, moslims en welke gelovigen (en ongelovigen) dan ook, wat minder als egeltjes
zijn en sterker gaan lijken op nieuwsgierige, verwonderde astronauten.
Wubbo Ockels wordt geëerd voor zijn
inspirerende leiderschap met de Springtij
Award in september 2013 tijdens ‘Springtij 2013’. Foto: webted. Bron: Flickr.com
Creative Commons.
juli 2014 - nr. 3
Ruard Ganzevoort
Is de semi-minderheidscoalitie van Rutte II het toonbeeld
van de politiek versplintering of juist een model voor nieuwe politiek waarbij niet alles in een regeerakkoord is dichtgetimmerd? Voor beide antwoorden is wat te zeggen. Er is
inderdaad geen stabiel evenwicht meer tussen de dominante middenpartijen. Geen enkele partij komt in de peilingen
boven de 25 zetels en het is dan ook moeilijk een coalitie te
vinden die een meerderheid in beide Kamers zou hebben.
Maar om dat nu nieuwe politiek te noemen…
Wat er feitelijk gebeurt, is namelijk iets anders: het aangaan
van steeds wisselende coalities die op onderdelen met het
kabinet tot overeenstemming komen zonder het geheel van
het kabinetsbeleid te moeten dragen. De ‘constructieve 3’
zoals ze graag genoemd worden - D66, ChristenUnie en
SGP - steunen de hervorming van het zorgstelsel en van de
sociale zekerheid. D66 en GroenLinks schuiven aan voor
het verbouwen van de studiefinanciering.
Voor oppositiepartijen kan dit heel aantrekkelijk zijn. Geen
brede compromissen voor het hele kabinetsbeleid, maar
onderhandelen per onderwerp. Niet verantwoordelijk zijn
voor het totaalpakket, maar wel op een onderdeel je politieke wensen kunnen realiseren. Onder Rutte I spon Wilders
daar garen bij. Nu hoopt het blijkens peilingen vooral de
D66-aanhang dat het kabinet blijft zitten. Het kan verkeren:
een quasi-oppositiepartij die enthousiaster is over de regering dan de regeringspartijen zelf…
In die nieuwe verhoudingen reageerde bijvoorbeeld de
ChristenUnie nogal geprikkeld toen bleek dat coalitie, D66
en GroenLinks een akkoord hadden bereikt over de studiefinanciering. Slob en consorten schroomden niet grote
woorden in de mond te nemen om dat te veroordelen. Ze
vergaten voor het gemak dat dit akkoord voor studenten uit
armere gezinnen veel meer garanties biedt dan voor studenten uit rijkere gezinnen. En ze vergaten ook maar eventjes dat ze net zelf de handtekening hadden gezet onder
allerlei maatregelen die de sociale zekerheid aantasten van
de meest kwetsbare gezinnen. Met inhoud had het niet zo
veel te maken. Het leek er meer op dat ze als Ruttes bedrogen minnaar woest reageerden toen er een andere partner
op het toneel kwam.
Staatssecretaris Sander Dekker concludeerde bij een recent debat in de Eerste Kamer dat hij voor elk van de drie
onderdelen van dat wetsvoorstel een steeds verschillende
meerderheid kon vinden; de combinatie kwam echter maar
met de hakken over de sloot. Het illustreert dat het aantrekkelijk kan worden voor de regering om het beleid in steeds
kleinere voorstellen op te knippen om ze zo met wisselende
partners binnen te halen.
Schijnbaar kunnen oppositiepartijen daarmee meer dan
ooit hun stempel drukken op het beleid. Waar ze bij een
klassieke meerderheidscoalitie vaak tandenknarsend moesten toezien dat alles kon worden doorgedrukt, daar kunnen
ze nu op allerlei onderdelen in elk geval iets van hun wensen zien uitkomen. Als dat onderdelen zijn die de achterban kan waarderen, is het een aantrekkelijke strategie om
puntjes te scoren.
Maar hoe aantrekkelijk ook voor oppositiepartijen die iets
binnen willen halen, er zitten ook schaduwkanten aan. De
belangrijkste is dat de deur wijd open staat voor een nieuwe
variant van het oude ‘verdeel-en-heers’. Als een minderheidscoalitie voor elk voorstel wel ergens de steun van een
oppositiepartij kan vinden, dan betekent dat feitelijk dat er
geen structurele oppositie meer is en dat de regering ongehinderd haar gang kan gaan. De prijs die de oppositie
dan betaalt voor haar kleine successen is dat ze feitelijk de
De evenwichtskunst van de machtsverhoudingen
wint het van de inhoudelijke principes en idealen
regering vrij spel geeft. Zo ver is het momenteel niet, maar
het is wel een serieus risico.
De nieuwe rol van de minderheidscoalitie heeft daarmee
ook geleid tot een nieuwe rol van de oppositiepartijen. De
regeringspartijen houden elkaar gevangen in een verstandshuwelijk met uitgeruilde actiepunten. Beide halen af en toe
iets binnen, maar niemand is gelukkig met het totaal. De
constructieve oppositie heeft eveneens af en toe een succesje te boeken maar betaalt de prijs van het gedogen van
een beleid waar slechts een deel tevreden mee is. En de rest
van de oppositie is gevangen in een machteloze en dus vaak
wat zurige getuigenispolitiek van klagen langs de zijlijn. En
uiteindelijk neemt niemand werkelijk verantwoordelijkheid
omdat geen enkele partij zich aan het totale beleid heeft
gecommitteerd.
Daar zit misschien wel het grootste risico. Niet voor niets is
dit kabinet genoemd naar de man die er prat op gaat geen
visie te hebben. Die heeft hij natuurlijk wel, maar Rutte
smeedt liever wisselende gelegenheidscoalities dan dat hij
het fundamentele debat aangaat. Dat lijkt redelijk te werken
met voor elk wat wils. Maar de prijs daarvoor is dat in de
politiek de evenwichtskunst van de machtsverhoudingen
het wint van de inhoudelijke principes en idealen. Dat het
meer gaat om het tellen van zetels dan om het wegen van
argumenten. Dat is voor coalitie en oppositie iets om zich
nog eens kritisch achter het oor te krabben.
jjuli
juli 2014 - nr. 3
{RECENSIE
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
23
OPNIEUW
IRAK
Hans Feddema
In 2003 riep het seculiere Baath-regime van Saddam
Hussein in het Westen angst op. Hussein was een soennitische alleenheerser, maar in zijn olierijke land zorgde
hij niettemin voor stabiliteit. Zozeer dat de VS en Engeland het avontuur van een rampzalige militaire interventie begonnen. Nu lijkt ieder in rep en roer vanwege de
verovering van de stad Mosoel in Irak door de angstaanjagende ISIS, een extreme afsplitsing van Al-Qaeda, en
informeel gesteund door soenitische generaals van het
oude Baath-regime.
Theo Brand
KERK ALS RADICALE OPENHEID
Begrijpelijk, omdat blijkt dat de zwakke shi’ietische premier Maliki de zaak niet in de hand heeft, mogelijk een
en ander mede opriep door de pluriformiteit van zijn
land te weinig in acht te nemen. Dat laatste slaat ook
terug op de Amerikanen en Britten, die alles, - ja ook het
opkomen van de in Irak afwezige Al-Qaeda - met hun
volkenrechterlijk onwettige militaire interventie in het
leven riepen. Die interventie, het initiatief van Bush en
Blair, had niet de instemming van de toen nog onbekende Obama. Ziedaar het dilemma, waar de laatste voor
staat, nu de oorlog in Syrië en zich vernederd voelende
Soennieten samen een fanatieke groep strijders produceerden, gericht op de stichting van een kalifaat.
De soep wordt echter niet meteen zo heet gegeten als
opgediend. Het aantal strijders is ook nog niet meer dan
tienduizend, maar omdat ze Mosoel in handen hebben,
naar Bagdad optrekken of suggereren dat te doen, is de
eenheid van Irak in gevaar. De Koerden, die in tegenstelling tot premier Maliki een sterk leger hebben en daardoor een centrale rol lijken te gaan spelen, vinden dat
niet erg: ze smachten al sinds 1920 naar een eigen staat.
Of de meeste Soennieten dat ook willen, is de vraag. Ze
zijn er zich van bewust dat de opdeling van vooral de
gemengde hoofdstad Bagdad dan grote problemen zal
geven. Ze zijn nu, omdat ze naar de VS en naar premier
Maliki rancune voelen, even in de greep van de extreme
ISIS, maar zullen als ze een eigen staat hebben, dat niet
lang willen blijven.
De drie groepen zullen het hoe dan ook onderling moeten oplossen. In de VS zijn er helaas nu ook weer (vooral
republikeinse) krachten, die willen dat Obama militair
ingrijpt, ook met grondtroepen. Dit mede vanwege de
olie. In de Koerdische regio zit zeer veel olie. Gelukkig
dat die ook nu al vrij autonome regio momenteel het
meest stabiel is in Irak. Het westen hoede zich in elk geval voor een tweede militair avontuur in dit wespennest.
Dr. Hans Feddema is antropoloog, publicist en redacteur
van de Linker Wang.
OKTOBER
juli
2014 - nr.
20133- NR. 5
Theologie Podiumprijs
voor Paul van Geest
‘Mensen hebben geen boodschap aan
een instituut dat als een pantser om
hun levensstijl ligt. Ze glimlachen om
de ethische normen van kerkelijke
autoriteiten.’ Dat schrijft theoloog en
predikant Klaas van der Kamp in zijn
boek ‘Raven’. De titel verwijst naar de
vogelsoort die in de Bijbel symbool
staat voor vertrouwen (Lucas 12: 24)
en voor het verkennen van nieuwe
mogelijkheden (Genesis 8: 6-7). In
die geest verkent de auteur de kansen
van christelijke kerken in seculariserend Nederland.
Van der Kamp is ruim vijf jaar algemeen secretaris van de Raad van
Kerken in Nederland, het samenwerkingsverband van veertien kerken
waaronder de Rooms Katholieke
Kerkprovincie en de Protestantse Kerk
Nederland. Eerder hield hij in dit blad
een dagboek bij over zijn werkzaamheden voor de Raad. Met ‘Raven’ wil
hij ‘gedachten aanreiken voorbij de
verzuiling’. Hij richt zich op mensen
‘die hun spiritualiteit en religiositeit
willen verbinden met oecumene en
met de wereld van vandaag’.
Wat is ‘oecumene’ volgens Van der
Kamp? Het gaat hem om de letterlijke
betekenis: ‘heel de bewoonde aarde’.
Dat gaat principieel verder dan een
goede samenwerking tussen kerken,
hoewel hem daar veel om gelegen
is. Uiteindelijk draait het niet om
instituten, maar om mensen die zich
geroepen of aangesproken weten en
zich richten op een wereld van vrede
en gerechtigheid. Bij oecumene hoort
volgens hem nadrukkelijk ook de
ontmoeting en samenwerking met
mensen die een andere religie belijden en met atheïsten.
Van der Kamp is onder meer geïnspireerd door Paus Franciscus die als
kardinaal Jorge Bergoglio in Argentinië pleitte voor een ‘cultuur van
ontmoeting’: iedereen heeft de ander
wat te bieden en kan op zijn beurt
wat in ontvangst nemen. ‘Zonder de
ander kan ik mijn eigen beperktheid
niet overstijgen, heb ik geen transcendentie’.
In deze radicale openheid ligt volgens Van der Kamp een vruchtbare
toekomst voor kerkgenootschappen:
dienstbaar aan mensen en de schepping. Van der Kamp duidt het zoeken
naar deze eenheid als lofprijzing voor
God die elke vorm van zelfgenoegzaamheid te boven gaat. Ook de
seculiere mens kan een bijdrage leveren aan de lofprijzing, meent Van der
Kamp. ‘Dat krijgt bij hen een gezicht
in altruïstisch gedrag (…). De kerk
heeft symbolen en kan op die manier
faciliteren, vereenvoudigen, een adres
geven, vieren. De kerk gaat voor in
het zegenen, het benoemen van de
naam van God.’
Het is inspirerend om te lezen hoe de
auteur het christelijke leerstuk van de
drie-eenheid (triniteit) ziet als basis
voor een eenheid die niet afbakent
maar juist ruimte schept, ook in het
contact met anders- en niet-gelovigen.
Van der Kamp weet zijn kerkelijke en
theologische lezerspubliek te verrassen en te boeien. Kanttekening is wel
dat het boek voor mensen van buiten
deze kringen lastiger te volgen is.
Zaterdagavond 21 juni zijn tijdens de
Nacht van de Theologie in de Rode
Hoed te Amsterdam de winnaars van
de twee jaarlijkse theologieprijzen
bekend gemaakt. Hoogleraar kerkgeschiedenis Paul van Geest won
de ‘Theologie Podiumprijs 2014’.
Bestuurslid Manuela Kalsky van De
Linker Wang was ook genomineerd.
De ‘Theologie Publicatieprijs 2014’
ging ex aequo naar ‘God Bewijzen’
van Stefan Paas en Rik Peels, en naar
‘De berg van de ziel’ van Christa
Anbeek en Ada de Jong.
Nieuwe naam:
Vrijzinnigen Nederland
Tijdens de Algemene Vergadering
op zaterdag 10 mei j.l. stemde een
meerderheid van de Vrijzinnige
Geloofsgemeenschap NPB in met de
nieuwe naam Vrijzinnigen Nederland.
De huisstijl wordt hierop aangepast.
Als de nieuwe website klaar is -waarschijnlijk na de zomer- treedt Vrijzinnigen Nederland naar buiten.
Vredesweek 2014 in teken van
ontwapening
PAX organiseert van 20 tot en met 28
september de Vredesweek. Het is een
jaarlijkse week van bezinning en actie.
Dit jaar staat de Vredesweek in het
teken van ontwapening. Het motto is
‘Wapen je met vrede’.
www.paxvoorvrede.nl
Expositie Anne Zernike:
eerste vrouwelijke predikant
In het Bijbels Museum in Amsterdam is tot 13 oktober een expositie te
zien van Anne Zernike (1887-1972),
de eerste vrouwelijke predikante van
Nederland. Met behulp van kunst,
voorwerpen en documenten wordt
een beeld gegeven van haar leven en
betekenis voor andere (vrijzinnige)
vrouwen uit haar tijd. Zij is zelf ook
‘aanwezig’ in verschillende portretten
van de bekende schilder Jan Mankes,
de echtgenoot van Anne.
www.bijbelsmuseum.nl
Vrijdag 11 juli – Herdenking genocide Srebrenica
De 8372 namen van alle officieel geregistreerde slachtoffers van de genocide in Srebrenica (1995) worden
jaarlijks herdacht. Sprekers: Nura Jusufović en Bert Bakker Locatie: Het Plein voor ingang Tweede Kamer, Den
Haag. Tijdstip: 15.00 - 16.30 uur
www.srebrenica-herdenking.nl
Zondag 13 juli Viering Internationale Roze Kerk
Roze viering met liederen en gebeden gecombineerd
met moderne christelijke muziek, video’s en live optredens in het Engels en Nederlands, stilte, mogelijkheid
kaars aan te steken. Crèche beschikbaar. Hetero vrienden/familie ook welkom!
Locatie: Basta Café, Scheveningseveer 7, Den Haag,
aanvang 15.00 uur.
www.internationalerozekerk.nl
21-24 augustus Bijspijkerdagen theologie- en
religiestudies
Locatie: Huissen, St. Dominicanenklooster.
Lees verder op http://www.nieuwwij.nl/nieuws/bijspijkerdagen-theologie-en-religiestudies/
Pakistan vangt meeste
vluchtelingen op
Vorig jaar ving Pakistan ruim 1,6
miljoen vluchtelingen op. Geen
land dat meer vluchtelingen opnam.
Daarna komen Libanon (1 miljoen),
Iran (800.000), Turkije (712.000)
en Jordanië (613.000). Het aantal
vluchtelingen in Libanon is verdrievoudigd door de Syrische vluchtelingenstroom.
Bron: De Nieuwe Liefde en UNHCR
Duitse prijs voor
Huub Oosterhuis
Op 12 mei heeft de jury van de prestigieuze Duitse Predigtpreis bekendgemaakt dat de Levenswerkprijs van
2014 wordt toegekend aan Huub
Oosterhuis, initiatiefnemer van De
Nieuwe Liefde. Deze prijs wordt hem
gegeven, aldus de jury, omdat hij ‘met
zijn liederen, gebeden en liturgische
teksten een belangrijke stempel heeft
gedrukt op het religieuze leven, ook in
de Duitstalige wereld’. Oosterhuis is
de eerste niet-Duitser die de prijs in
ontvangst mag nemen.
27 augustus ‘Verlegenheid van religies met extremisme
in de eigen achterban’
Studiebijeenkomst van Caïro-overleg Raad van Kerken.
Beoogd sprekers zijn: prof. dr. Marcel Poorthuis (toegezegd), minister Asscher (gevraagd) en vertegenwoordigers van de verschillende religies.
Datum en locatie: 27 augustus van 13.30 – 16.45 u.
in het Joods Cultureel Centrum Amsterdam, Van der
Boechorststraat 26, Amsterdam.
Aanmelden: [email protected].
12 september Open huis Raad van Kerken
Een kennismaking met de oecumene in Nederland en
het werk van de Raad in het bijzonder.
Opgave via [email protected]. Toegang is gratis.
Locatie: bureau Raad van Kerken, Kon. Wilhelminalaan 5
te Amersfoort van 13.30-16.30 uur.
18 oktober 2014 Congres Mariënburgvereniging
De Vereniging van Kritische Katholieken houdt haar
congres in Congrescentrum De Eenhoorn Regardz in
Amersfoort. Meer informatie over het programma volgt
via www.marienburgvereniging.nl
Uw bijeenkomst in de agenda?
Mail naar: [email protected]
juli 2014 - NR. 3
{DE UITSMIJTER
24
Geef mensen vleugels
Nieke Jansen
‘Vragen mensen ook waarom je voor
GroenLínks in de raad zit?’ Het is de
weerkerende vraag van mijn moeder, die daarmee indirect haar eigen
vraag verwoordt. Wat brengt jou bij
GroenLinks? Om eerlijk te zijn: de
vraag wordt niet vaak gesteld. Niet
vaak genoeg, in de sterk confessionele
gemeenschap die Kampen is.
Op straat horen we hoe sterk het confessionele bloed door deze gemeenschap stroomt en mensen scheidt.
‘Jullie moesten eerst maar eens naar
de kerk gaan’, siste een voorbijganger
ons toe in maart. Veel uitnodiging tot
gesprek zat daar niet in. Gelukkig gaat
het ook anders. ‘Ik ben het eigenlijk
altijd met jullie eens’, onthulde een
mevrouw op leeftijd. ‘Maar ik ben van
beeldt wat ik nauwelijks verwoorden
kan; hoe ik me gedragen voel, door de
Eeuwige. Door wie me lief zijn. Door
mensen die hun stem aan me toevertrouwden om het politieke werk op te
pakken. En het schetst dan ook mijn
politieke opgave: een metgezel zijn,
mensen vleugels geven en helpen om
te vliegen op eigen kracht, loslaten en
juist dan behoedzaam zijn.
Mooie woorden, denk ik meteen,
maar hoe dan? De gemeentepolitiek
biedt alle ruimte om op te gaan in de
waan van de dag. Om rap een robuust
standpunt in te nemen. Om op elk
signaal aan te slaan. Om meer de middelen dan de doelen te zien. Om druk
te zijn met aandacht in de media.
Meer dan in enig ander deel van mijn
leven moet ik mezelf steeds tot de
orde te roepen. ‘Aandacht!’, telkens
Waar was het me ook al weer om begonnen,
dit politieke werk?
de kerk en jullie niet.’ We stonden
over haar fiets gebogen te praten en
later stapte ze nog eens binnen in
ons GroenLinks-Huis. Of ze daarna
op ons stemde, weet ik niet. Maar het
sjabloon dat GroenLinks niets van
geloven wil weten en andersom, dat
gelovigen bij GroenLinks niet thuis
horen, dat was wel doorbroken. En
sindsdien zwaaien we naar elkaar, als
goede bekenden.
Gedragen
Nieke Jansen is
fractievoorzitter van
GroenLinks Kampen.
Ze is theologe, werkt
in het Middelbaar
Beroepsonderwijs als
profielmanager identiteit en trainer en is
‘freelance’ voorganger
in de Protestantse
Kerk in Nederland.
juli 2014 - NR.
JULI
nr. 3
Raadslid zijn voor GroenLinks; samen
werken aan een gemeenschap die
socialer, eerlijker en groener wordt.
Mensen aanspreken op hun talenten
én rechtdoen aan hun kwetsbaarheid.
Beschermen wat zichzelf niet beschermen kan.
Mij draagt daarin het beeld van de
adelaar, die haar jong leert vliegen.
‘Die mij droeg op adelaarsvleugels, die
mij geworpen heeft in de ruimte, en als
ik krijsend viel, mij ondervangen met
uw wieken en weer opgegooid, totdat
ik vliegen kon op eigen kracht.’ (H.
Oosterhuis).
Het raakt me, dat bijbelse beeld van
kracht en behoedzaamheid, van vallen
en opnieuw een kans krijgen. Het ver-
weer. Waar was het me ook al weer om
begonnen, dit politieke werk? Komt
er iets terecht van vleugels geven en
metgezel zijn, van laten vliegen op
eigen kracht?
Laat ik een persoonlijke herinnering
delen. Mijn schoonmoeder van 88
werd dement. Kleine stukjes in haar
hoofd lieten het afweten. Soms
klopten haar gedachten met wat wij
normaal vonden. Steeds vaker werden
de gedachten vreemder en voor haar
ook angstiger.
Op een dag in november, ze lag in
bed, drukte ze op de alarmknop voor
de thuiszorg. Ze moesten komen. Er
zat een vlieg op de muur. Vliegen – ze
was er zo lang ik haar kende vies van.
De thuiszorg kwam en stopte haar
weer in.
Een dag later zag ze mannen achter de
gordijnen. Drie op een rij. We zetten ze
buiten, via de tuindeur. ‘Kijk moeder,
nu zijn ze weg.’
Er kwamen weer vliegen en elke keer
belde ze, in paniek. Na een paar dagen
legden we een vliegenmepper bij haar.
‘Als er weer vliegen komen, kunt u ze
zelf wegjagen.’
De mepper werd een kameraad. Als
ze naar bed ging voor de nacht, moest
die naast haar liggen. Op de voordeur
hingen we een briefje: ‘voor vertrek:
check vliegenmepper op het nachtkastje’.
Ik weet niet hoe het kwam, maar
opeens noemde zij de vliegenmepper Jacobus. ‘Waar is Jacobus?’ vroeg
ze, met een onrust die wij niet meer
konden peilen. En dan visten we Jacobus op, van onder haar bed of uit de
meterkast. Jacobus werd haar houvast,
tegen mannen achter de gordijnen,
tegen mensen die haar kwamen halen,
tegen beestjes in de lucht en soms
tegen een verzorgende die haar pijn
niet begreep.
Toen ze verhuisde naar het verpleeghuis ging Jacobus mee. ‘Dit is Jacobus’
zwaaide ze vanuit haar stoel, ‘en die
moet altijd bij mij zijn’. Alleen voelde
ze zich nietig, zo méér dan kwetsbaar.
Samen met Jacobus was ze sterk op
haar manier. In haar laatste dagen lag
Jacobus in de hand die nog kracht had.
Grootste stem
Niet in de vliegenmepper zit de clou,
maar in het moment dat zij hem
Jacobus ging noemen. Hij gaf haar
vleugels toen hij bracht wat zij nodig
had en aan haarzelf de grootste stem
gaf.
In menig raadsbesluit ga ik te rade
bij Jacobus. Sluiten we hiermee aan
bij wat de samenleving goed doet?
Geven we vleugels aan mensen? Want
daartoe zit ik in de raad.