De huid De huid / cutis / derma of dermis Opbouw van de

Download Report

Transcript De huid De huid / cutis / derma of dermis Opbouw van de

De huid
De huid / cutis / derma of
dermis
Beauty Level Basics 2
Algemeen:
• Blz.105 – 132
• de huid is het grootste orgaan
• Nieuw blz. 92 - 105
• de huid is de spiegel van de gezondheid
• ongeveer 6% van het lichaamsgewicht
• de huid is de verklikker van de emoties
Opbouw van de huid
3 lagen:
• Epidermis / opperhuid
• Corium / dermis / lederhuid
• Subcutis / onderhuid
Epidermis
Kenmerken:
• Meerlagig epitheelweefsel
• Heeft naar buiten toe een steeds meer
levenloze structuur
• Bevat geen zenuwen, bloedvaten,
lymfevaten en klieren
Epidermis
Opbouw: 5 lagen:
• Stratum cilindricum / basaalcellen laag.
• Stratum spinosum /stekelcellenlaag.
• Stratum granulosum / korrellaag.
• Stratum lucidum /doorschijnende laag
• Stratum corneum /hoornlaag
1
Epidermis: stratum
cylindricum
Kenmerken:
• 1 rij cilindervormige epitheelcellen
Epidermis: stratum spinosum
Kenmerken:
• Meerdere cellagen
• Er is celdeling (levende cellen)
• Eerst kubusvormig later plaveisel
epitheel
• Zorgt voor pigmentvorming
• Slechtere levensvoorwaarden
• Geen celdeling meer (wel bij kinderen en
huidbeschadigingen)
• Protoplasma droogt iets uit
Epidermis: stratum
granulosum
Epidermis: stratum lucidum
Kenmerken:
Kenmerken:
• Levensvoorwaarden steeds slechter
• Grotendeels dood celmateriaal
• Protoplasma droogt steeds verder uit
• Voortzetting verhoorningsproces:
• Begin verhoorningsproces:
– keratohyaline wordt omgezet in eleïdine
– hoornstof heet hier: keratohyaline
Epidermis: stratum corneum
Kenmerken:
• Volledig verhoornd celmateriaal
• Eleïdine wordt omgezet in keratine
• Cellen worden bij elkaar gehouden door
een kitsubstantie
Epidermis
• Laag van Malpighi / kiemlaag /
moederlaag:
– Wordt gevormd door het stratum cylindricum
en stratum spinosum
• Basale membraan:
– Golvende grenslijn tussen opperhuid en
lederhuid
– Bestaat uit een bindweefselvliesje
2
Epidermis:
verhoorningsproces
Epidermis:
verhoorningsproces
• Eleïdine:
3 fasen:
– half-oplosbaar eiwit
• Keratohyaline:
– wordt gevormd in de doorschijnende laag
– oplosbaar eiwit
– wordt gevormd in de korrellaag
– is voorstadium van uiteindelijke keratine
Epidermis:
verhoorningsproces
Oorzaak:
• Cellen schuiven op / komen verder van
de bloedvaten te liggen
• Cellen krijgen hierdoor geen voeding
meer / protoplasma droogt uit
• Keratine:
– onoplosbaar eiwit
– wordt gevormd in de hoornlaag
Epidermis:
verhoorningsproces
Beïnvloedende factoren:
• Temperatuur
• Omstandigheden van buitenaf
• Zuurgraad van de huid
• Mineralen
• Leeftijd
Epidermis:
verhoorningsproces
Snelheid:
• Volwassenen:
28 dagen
• Ouderen:
41 dagen
• Psoriasis:
4 dagen
Epidermis:
verhoorningsproces
Dikte hoornlaag afhankelijk van:
• Druk van buitenaf
• Snelheid van verhoorningsproces
• Mate van afschilfering
3
Epidermis: huidbarrière /
Reinse barrière
Epidermis: huidbarrière /
Reinse barrière
Ligging:
Doel:
• Overgang stratum granulosum en stratum
lucidum
• Regelt de doorlaatbaarheid
• Is geen extra laag, maar grensgebied
• Vormt de overgang tussen de dode en de
levende laag
Huidbarrière / Reinse barrière
Doorlaatbaar voor:
• Lipoïden
• In vetoplosbare
vitaminen
• Bepaalde enzymen
en hormonen
• Aminozuren
• Gassen en stralen
• Schadelijke stoffen
Niet doorlaatbaar voor:
• Water
• In water oplosbare
stoffen
Corium / dermis / lederhuid
Kenmerken:
• Opgebouwd uit:
– Dicht bindweefsel
• Bestaat uit:
– Cellen
– Tussenstof:
Huidbarrière / Reinse barrière
Verschillen:
Onder de huidbarrière
• Lipoïden in de cellen
• 70 % H²O
• Celdeling
• Pigment
• Levende stof
Boven de huidbarrière
• Lipoïden buiten de
cellen
• 10% H²O
• Geen celdeling
• Geen pigment
• Dode stof
Corium / dermis / lederhuid
• Bestaat uit 2 lagen:
– stratum papillaire / papillenlaag
– stratum reticulair / netlaag
• Bevat zenuwuiteinden
• Bevat bloed en lymfe vaten
• vezels
• grondsubstantie
4
Lederhuid: cellen
• Histiocyten/ macrofagen:
– komen hoofdzakelijk in het bloed voor
– bestrijden ziektekiemen en bacteriën
d.m.v. fagocytose
• Fibroblasten:
– hoofdzakelijk in het weefsel
– spelen een rol bij de vorming van de vezels
en de grondsubstantie
Lederhuid:tussenstof
Vezels:
• Collagene:
– niet elastisch
– zorgen voor de stevigheid
• Elastische:
– rekbaar
– dun
– zorgen voor de elasticiteit van de huid
Lederhuid: cellen
• Mest- /mastcellen:
– hoofdzakelijk in het weefsel
– produceren histamine
Functie:
• productie van noodzakelijke stoffen
• speelt belangrijke rol bij de regeneratie
• zorgt voor verwijding van de bloedvaten
Lederhuid:tussenstof
• Reticuline:
– vormen netwerken
– zijn dun
– bevinden zich vaak op overgang van
weefsel
Lederhuid:tussenstof
De ordening van de vezels is herkenbaar
door:
• De veldenhuid / huidvelden / pseudo
poriën
• De lijstenhuid / cutislijsten
5
Lederhuid:tussenstof
Grondsubstantie bestaat uit:
• Muco-poly-sacchariden (MPS)
• Hyaluronzuur
• Enzymen:
– hyaluronidase
– mucinase
Lederhuid: de lagen
Stratum reticulaire / netlaag:
• Onderste laag van de lederhuid
• Bevat zweetklieren en haren
• Bevat bloedvaten voor:
– temperatuurregeling (vasomotoriek)
– voeding
Lederhuid: de lagen
Stratum papillaire / papillenlaag:
• Bovenste laag van de lederhuid
• Bevat talgklieren
• Bevat coriumpapillen met:
– tastlichaampjes
– bloedvaatjes
Lederhuid:zenuwuiteinden
• Tast en druk:
– Lichaampjes van Merkel
– Lichaampjes van Meissner
– Lichaampjes van Vater Pacini
– Lichaampjes van Golgi Mazzoni
• Bevat lymfevaten
• Bevat zenuwuiteinden
Lederhuid:zenuwuiteinden
• Pijn:
– Liggen overal verspreid
– Eindigen als vrije zenuwuiteinden
– Soorten:
• afferente / aanvoerende
• efferente / afvoerende
Lederhuid:zenuwuiteinden
• Warmte:
– Lichaampjes van Ruffini:
• liggen diep in de lederhuid
• Koude:
– Lichaampjes van Krause:
• liggen boven in de lederhuid
6
Subcutis / onderhuid
Subcutis / onderhuid
– Vetmantel:
Bouw:
• Losmazig bindweefsel
• Veel vetcellen
• Bestaat uit 3 lagen:
• dikste laag
– Grenslaag met de spieren:
• vetarm
• losmazig bindweefsel
– Verbinding lederhuid – onderhuid:
• dunste laag
• losmazig bindweefsel
Subcutis / onderhuid
Functie:
• Bescherming tegen kou, slag, druk en
stoot
• Bepaalt de veerkracht
• Bepaalt de lichaamsvormen
• Opslag voor vet, voedingsstoffen,
mineralen, vitaminen, water
Huidfuncties
•
•
•
•
•
Huidfuncties
• Opnemingsorgaan
• Productie weefselhormonen (neurohormonaal orgaan)
• Productie vitamine D
Graadmeter voor de gezondheid
Bescherming
Uitscheiding
Warmteregulatie
Gevoelszintuig
Huiddikte
•
•
•
•
Dikte van de opperhuid
Dikte van de lederhuid
Dikte van de onderhuid
Plaatselijke en individuele verschillen
7
Huidreliëf
•
•
•
•
•
Huidporiën
Huidveldjes
Huidlijnen
Spierspanning
Huidafwijkingen
Vochtgraad van de hoornlaag
(NMF)
Afhankelijk van
• Hoeveelheid keratine
• Lipoïden (de kitsubstantie tussen de
hoorncellen)
• Talg
• Zweet
Huidspanning/turgor
Afhankelijk van
• Kwaliteit van het bindweefsel
• Dikte van de onderhuid (vetlaag)
• Vulling van bloed- en lymfevaten
• Spierspanning/tonus
• Hoeveelheid vocht in de cellen (turgor)
• Leeftijd/ziekte
Huidskleur
•
•
•
•
Hoeveelheid pigment
Dikte van de hoornlaag
Doorbloeding
Ras
Huidglans
Afhankelijk van
• Zweetuitscheiding
• Talg afscheiding
• Beharing
• Conditie van de huid
Huidflora
Wordt bepaald door
• Micro-organismen (commensalen/parasieten)
Functie
• Bescherming tegen invloeden van buitenaf
Beïnvloedende factoren
• Inwendig
• Uitwendig
8
Zuurgraad
Zuurgraad
Wordt uitgedrukt in pH-waarde
• Huid tussen de 5,5 en 5,8
Wordt gevormd door de
• Zweet, talg en verhoorningsproducten
(zuurmantel)
Functie
• Bescherming tegen ziekteverwekkende
micro-organismen
• Soepel houden van de hoornlaag
Zuurgraad
Beïnvloedende factoren
• Verzorging
• Leeftijd
• Binnen-/buitenwerk
Strucuurveranderingen bij het
ouder worden
• Afvlakking van de coriumpapillen
• Verminderde reactiviteit van de
bloedvatwanden op prikkels
• Verminderde spiertonus
• Atrofie van het onderhuids bindweefsel
ELASTOSE
Structuurveranderingen bij het
ouder worden
• Verminderde levensverrichtingen van de
cellen
• Verminderde talgklierwerking
• Verminderde hoeveelheid vocht
• Verminderde functie van de mestcellen
Verschil huid man/vrouw
Man
•
Talgklierwerking
– Bij man sterker door androgene
hormonen
– Meer comedonen
9
Verschil huid man/vrouw
•
Zweetklierwerking
Verschil huid man/vrouw
•
– Apocriene minder dan vrouwen
– Door onregelmatig transpireren tussen
5.6 en iets boven 6
– Tepel klierwerking nihil
– Anusklierwerking sterker
•
– Onderhuid is dunner
Verschil huid man/vrouw
Beharing
Verschil huid man/vrouw
•
– Bij negroïde type: keloïd
•
– Hypo-/hyperpigmentaties gelijk aan
vrouw
Verschil huid man/vrouw
Doorbloeding
– Sterk perifeer dus sneller
teleangiëctasieën
Pigmentvorming
– Vrouwen hogere geelgraad
– Ingegroeide baardharen door
oververhoorning
•
Littekens
– Beschadigingen werken dieper door
– Hoofdhuid o.i.v. progesteron. Afname na
puberteit daadoor kaalheid
– Lichaam zwaarder o.i.v. androgene
hormonen
Huiddikte
– Opperhuid iets dikker door grove bouw
– Mannen transpireren onregelmatiger
dan vrouwen
•
Zuurgraad
Verschil huid man/vrouw
•
Verhoorning
– Dikker door scheren/alcohol after shave
– Dunner door nat scheren
– Vetlaag dunner dus eerder blauwe
plekken
– Bloed bevat meer zuurstof (spierarbeid)
10