Flinterwille Maart 2014 - Vlinderwerkgroep Friesland

Download Report

Transcript Flinterwille Maart 2014 - Vlinderwerkgroep Friesland

18

e

jaargang maart 2014

Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 0

VOORWOORD

Beste lezers, zaten we vorig jaar om deze tijd nog in een verlengde winter en liep de natuur en paar weken achter, nu lijkt het of we de winter hebben overgeslagen. We hebben de vlinderlamp vanaf begin maart al weer in werking gehad. Dat beloofd veel goeds voor het komende seizoen. In deze Flinterwille vindt u natuurlijk weer de bekende verslagen van de activiteiten die hebben plaatsgevonden en de aankondigingen van de voorjaarsbijeenkomst en de excursies van het komende seizoen. In deze Flinterwille ook een artikel over een gebied, dat nogal buiten de Friese grenzen valt, namelijk over de vlinders van Georgië. Ik heb Jaap Schelvis gevraagd hier iets over te schrijven naar aanleiding van onze determinatiedag. Die vond plaats op 11 januari hier in Hemrik. Jaap had een flink aantal foto’s van vlinders uit Georgië, die hij niet op naam kon brengen. Omdat we hier in huis over een groot aantal boeken beschikken, konden heel wat vlinders op naam worden gebracht. Dat gold onder andere voor een prachtige dagactieve nachtvlinder, namelijk de spanner

Megaspilates mundataria.

De foto die we gebruikten om deze vlinder te determineren, is door Jaap op internet gezet op het volgende adres: http://www.nederpix.nl/album_page.php?pic_id=197347&recent=1 Overigens was deze determinatiedag weer goed bezocht; om elf uur stond de koffie klaar en al snel bogen onze vaste krachten Joop Kuchlein en Leo Bot zich achter hun binoculair over de meegebrachte micro’s. Door diverse mensen werden foto’s meegebracht, die met behulp van de beamer werden geprojecteerd. Met de aanwezige boeken en internetsites werden de meeste problemen opgelost. Het lukte niet om alles op naam te brengen, een aantal micro’s werd door Leo Bot meegenomen om nader bestudeerd te worden en van enkele macro’s zal Jannie het genitaal bekijken om zekerheid te krijgen over de naam. Volgend jaar houden we in januari uiteraard weer een determinatiedag en heb je foto’s van vlinders of rupsen, waarvan je naam niet kunt vinden, dan ben je ook van harte welkom. Door ziekte was Ties Huigens van de Vlinderstichting op onze najaarsvergadering helaas niet in staat naar Friesland te komen. Gelukkig zal hij op onze voorjaarsbijeenkomst nu wel zijn interessante presentatie kunnen brengen. Ties is mede-auteur van het boek “Nachtvlinders belicht”. Ik hoop jullie allemaal weer te kunnen begroeten op 10 april in de Fûgelhelling te Ureterp en wens jullie veel leesplezier met deze Flinterwille. Siep Sinnema Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 1

INHOUD

Voorwoord Inhoud Aankondiging Voorjaarsbijeenkomst Verslag Najaarsbijeenkomst 2013 Excursie Gaasterland 17 mei Nationale nachtvlindernacht 27 juni Siep Sinnema Gerard Bergsma Excursie Delleboersterheide, Catspoele, Diakonievene 19 juli Excursie Stuttebosch 2 augustus pag. 1 2 3 4 7 8 9 10 Bladmijnen + rupsenexcursie Fochtelooerveen 27 september Inventarisatie nachtvlinders Lauswolt Kleurenfoto’s Gerrit Tuinstra 11 12 15 t/m 18 De Sleedoornpage rond Wolvega Vlinderen in de “Kleine Kaukasus” Siep Sinnema Jaap Schelvis 23 26 30 Nachtvlinders in Grou Acht vragen aan Aukje en Hessel Hoornveld Siep en Jannie Sinnema Ledenmutaties Belangrijke data Reinie Piersma 31 32 33 Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 2

Aankondiging voorjaarsbijeenkomst

Hierbij nodigen wij u uit voor de voorjaarsbijeenkomst van de Vlinderwerkgroep Friesland op

donderdag 10 april 2014

in het pand van

de Fûgelhelling, De Feart 1 te Ureterp

. Aanvangstijd: ’s avonds om 20.00 uur. De indeling van de avond is als volgt: 1.

2.

3.

4.

5.

Opening. Verslag najaarsbijeenkomst van 21 november 2013. Algemene mededelingen en ingekomen stukken. Financiën: voorstel contributieverhoging. Ervaringen, mededelingen, inbreng van en door leden. 6. Pauze. 7 Presentatie met als titel “

Nachtvlinders: belangrijk, maar bedreigd

” door Ties Huigens van de Vlinderstichting. 8. Rondvraag. 9. Sluiting. Attentiepunten: Als u dvd’s of usb-sticks met foto’s hebt meegenomen, verzoeken wij u dit voorafgaande aan de bijeenkomst bij de secretaris of de voorzitter te melden. Contributie (voorstel € 10,00 per jaar) kan tijdens de pauze van de bijeenkomst worden voldaan bij onze penningmeester, Luut de Zee. Overmaken kan ook naar gironummer 7223259 ten name van L. de Zee te Joure. Indien u over een computer beschikt, verzoeken wij u vriendelijk uw gegevens in Excel in te voeren en het bestand ten behoeve van de vlinderdatabase Friesland te mailen aan Siep & Jannie Sinnema, ([email protected]) of Gerrit Tuinstra ([email protected]). Voor de excel-file (het opmaakprofiel) kunt u zich wenden tot Siep Sinnema of Gerrit Tuinstra die dit bestandje naar u toe kunnen mailen. Wanneer u een (nieuw) e-mailadres hebt, verzoeken wij u deze op de presentielijst te vermelden, zodat wij u in voorkomende gevallen berichten kunnen sturen. Namens het bestuur van de Vlinderwerkgroep Friesland. Gerard Bergsma – secretaris. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 3

Verslag najaarsbijeenkomst 2013. Gerard Bergsma

De najaarsbijeenkomst van de Vlinderwerkgroep Friesland vond plaats op donderdag 21 november 2013 in de Fûgelhelling te Ureterp. Aanwezig waren 27 leden plus enkele gasten.

1.

Voorzitter Siep Sinnema opent de bijeenkomst en heet iedereen van harte welkom. Ties Huigens van de Vlinderstichting is helaas ziek. Hij komt nu op de voorjaarsbijeenkomst van 2014 zijn presentatie houden. Eerst even iets rechtzetten: als maker van de foto van de Iepentakvlinder op de middenpagina (nummer 23) van de Flinterwille was Abel Jagersma doorgegeven; achteraf blijkt Andy Saunders de fotograaf te zijn. Het gedeelte van de website van de Vlinderwerkgroep Friesland dat de atlas van de Friese nachtvlinders bevat, is in het verleden opgezet met een programma dat verouderd is en aan een update toe is. Helaas is die update er niet, hetgeen betekent dat dat deel van de website momenteel niet meer werkt. Het bestuur zoekt naar een oplossing. Overigens functioneert het hoofdgedeelte van de website wél goed, omdat die met behulp van een moderner programma is gemaakt. De contributie blijkt niet meer kostendekkend te zijn. Het maken van de Flinterwille vergt een steeds hoger kostenbedrag. Het bestuur zal zich over een verhoging van de contributie beraden. Zoals bekend bevindt de meest noordelijke vindplaats van de Sleedoornpage zich in Wolvega. In ieder geval rond de ijsbaan en rond de sportvelden. Rond de ijsbaan heeft echter een kaalslag van sleedoornstruiken plaatsgevonden, dit ondanks ons advies in een eerder stadium om de sleedoornstruiken bij het snoeien te ontzien. We zullen weer contact opnemen met het bestuur van de ijsbaan en begin 2014 opnieuw onderzoek naar de eitjes van deze bijzondere dagvlinder doen om vast te stellen wat er daar van de populatie is overgebleven. Er is een nieuwe werkwijze afgesproken voor het melden van vlinderwaarnemingen (dagvlinders, macro- en micronachtvlinders) voor Friesland. Waarnemingen van 2014 (en volgende jaren) kunnen middels excellijsten naar Gerrit Tuinstra worden gestuurd ([email protected]). Liefst per jaar een lijst, dus aan het eind van het seizoen. Gerrit beheert de database van de Vlinderwerkgroep Friesland. Na ontvangst van excellijsten met vlinderwaarnemingen stuurt Gerrit deze door naar Willem Ellis (Werkgroep Vlinderfaunistiek - WVF) die de database van NOCTUA (de landelijke database van WVF en De Vlinderstichting) beheert. Willem Ellis zorgt aan het eind van het jaar voor een terugkoppeling van het totaalbestand van uit Friesland ontvangen records richting onze eigen database, zodat wij goed op de hoogte blijven en goed inzicht houden in de actuele vlinderstand in Friesland. De te gebruiken Excel-file kunt u opvragen bij Gerrit Tuinstra. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 4

Ons lid W.G. de Jong uit Leeuwarden wordt 90 jaar. Er gaat een felicitatiekaart rond.

2.

Verslag voorjaarsbijeenkomst 2013. Er zijn geen opmerkingen.

3.

Mededelingen en ingekomen stukken. We nemen afscheid van onze bestuursleden Jannie Sinnema en John Boosman. Voor hun jarenlange inzet voor de Vlinderwerkgroep krijgen ze van de voorzitter en de secretaris een cadeau overhandigd. Verder verwelkomen we Anneke van der Veen als nieuw bestuurslid. Als ingekomen stuk meldt de secretaris het Verslag Vlinderberm Canterlân 1991-2010 met als titel “Fladderen langs it Canterlân - deel 2”.

4.

Ervaringen, mededelingen, inbreng van en door leden. Jannie Sinnema geeft aan, dat het een topjaar voor vlinders was. Ze had bijvoorbeeld gelijktijdig zeven Gehakkelde aurelia’s in haar tuin. Abel Jagersma: veel dagvlinders, waaronder Atalanta’s en Distelvlinders. Johan Meijer constateert in zijn woonomgeving een teruggang in Bonte zandoogjes. Trekvlinders zoals Atalanta en Distelvlinder waren gering in aantal. Verder heeft hij een rondreis door Hongarije gemaakt (cultuur en natuur) en is o.a. in Boedapest en Debrecen geweest. In laatstgenoemde stad kwam Johan nog een standbeeld tegen van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter. In 1676 had hij namelijk 26 Hongaarse protestantse predikanten van een Spaans galjoen in de Middellandse Zee bevrijd. Johan laat lichtbeelden zien van een aantal vlinders, die hij in een Nationaal Park van Hongarije tegenkwam. Hieronder enkele bijzondere soorten, zoals de Oostelijke vuurvlinder (

Lycaena thersamon

) en de Tsarenmantel (

Argyronome laodice

). Hein Boersma gaat binnenkort weer naar Kameroen. In de regio waar hij daar verblijft staat de teller inmiddels op 804 soorten waargenomen dagvlinders. Gerrit Tuinstra: was 2013 een slecht nachtvlinderjaar? Nee, dat zeker niet. Het kwam alleen wat laat op gang. Hij heeft een analyse van zijn eigen data over de jaren 2009 tot en met 2013 gemaakt en dit laat zien, dat het allemaal wel meevalt. Gerrit laat nog wel een foto zien van de door hem bij Beetsterzwaag gevangen nachtvlinder

Earias insulana

. Het is het eerste exemplaar van deze nieuwe macronachtvlindersoort voor Nederland. Arnold Slagter: geen Hooibeestjes gezien, maar wel een Kleine vuurvlinder (oktober) plus Oranje luzernevlinders. Judith Bouma: Weinig dikkopjes, maar wel Eikenpages, de rups van de Heidewitvlakvlinder,

Orgyia antiquoides

(foto op blzd. 18), Heivlinders, Kolibrievlinder, eileggend Landkaartje. Wat de Veenhooibeestjes betreft, zie het artikel hierover op bladzijde 31 van de Flinterwille van oktober 2013. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 5

Andy Saunders: had op 5 januari een Zwartvlekwinteruil (

Conistra

rubiginosa) en op 3 en 5 november zelfs 5 exemplaren van deze niet zo gewone uil. Verder een Eikenprocessierupsvlinder (

Thaumetopoea processionea

), een Maansikkeluil (

Agrochola lunosa

) op 11 september, het zeer zeldzame Herfstpapegaaitje (

Chloroclysta miata

) op 27 september plus een exemplaar van de Oranje luzernevlinder. Reinie Piersma heeft in Akkrum 5 rupsen van de Koninginnepage gevonden. Op het industrieterrein van Oosterwolde 2 Oranje luzernevlinders. Op het hoogtepunt van de vlinderzomer constateerde ze 86 dagvlinders op een witte vlinderstruik. Anja Kerkhof: op 10 augustus 11 Oranje luzernevlinders op de Biskopsreed bij de Duurswouderheide. Ook elders nog 2 Oranje luzernevlinders plus een Argusvlinder. Mevrouw Hoornveld vond tijdens kastanjes zoeken een kersverse Diana-uil (

Griposia aprilina

). Saskia Hoornveld meldt als bijzonderheden een Glasvleugelpijlstaart (

Hemaris fuciformis

), een Moerasgoudvenstertje (

Plusia putnami

), op 2 verschillende dagen Argusvlinders, rupsen van het Landkaartje en van de Helmkruidvlinder (

Shargacucullia scrophulariae

). Er waren weinig Dagpauwogen. Henk Post zag in Burgum veel Kleine vossen en Koolwitjes, maar weinig Dagpauwogen en Atalanta’s. Marten Zijlstra vond een rups van een Avondrood. Freek Nijland: de Argusvlinder is verdwenen uit de Vlinderberm aan de Canterlandseweg bij Gytsjerk. Freek heeft ook de Oranje luzernevlinder gezien. In zijn tuin doet hij ook onderzoek naar vlinders. Dit seizoen waren er veel Dagpauwogen. Hij heeft geen vlinderstruiken, maar wel inheemse planten en struiken; bijvoorbeeld Koninginnenkruid. Verder inventariseert hij sinds dit jaar de in zijn tuin voorkomende nachtvlinders. Tot nu toe heeft hij circa 80 soorten geteld. Hij is verrast door dit grote aantal en vindt het erg interessant om te doen. Hessel Hoornveld jr.: laat een aantal foto’s zien van nachtvlinders, vlinderrupsen en van enkele insecten, zoals een roofvlieg met een gevangen grasmotje. Jeroen Breidenbach en Merel Zweemer hebben voor de Flinterwille (pagina’s 36 tot en met 39) een artikel geschreven over de nachtvlinderresultaten in het Leeuwarderbos in 2013. Een bijzondere en zeer zeldzame soort die op 13 augustus in het Leeuwarderbos op licht werd gevangen, betreft de Witvlekbosrankspanner (

Melanthia procellata

). Eerder op 23 juli vingen Jeroen en Merel al de eveneens zeer zeldzame Bosrankdwergspanner (

Eupithecia haworthiata

) op licht. Valentijn van Bergen is in 2013 begonnen met het inventariseren van nachtvlinders in zijn tuin in Bontebok. Tot nu toe heeft hij 200 soorten (macro’s en micro’s) waargenomen, waaronder het Rood weeskind (

Catocala nupta

) en de Satijnen spikkelspanner (

Deileptenia ribeata

). Hans Jansen heeft Argusvlinders in zijn tuin gezien. Hij heeft dit jaar veel libellen gefotografeerd. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 6

John Boosman heeft eveneens Argusvlinders gezien. Tevens had hij een hoornaarnest in een nestkastje; eerst in de nestkast zelf en later er ook om heen! Jaap Schelvis heeft 230 soorten macro’s en micro’s waargenomen. Naast de Eikenpage ook 16 exemplaren van de Oranje luzernevlinder. Op Solidago zag hij 60 exemplaren van de Brandnetelmot (

Anthophila fabriciana

). Wiebe Poppe doet sinds 2006 onderzoek in het Oosterschar bij Sintjohannesga. Tot en met 2012 werden door hem 236 soorten macronachtvlinders vastgesteld. In 2013 kwamen daar 4 nieuwe soorten bij, namelijk de Witvlakvlinder (

Orgyia antiqua

), de Beukeneenstaart (

Watsonalla cultraria

), de Krakeling

(Diloba caeruleocephala

) en de Maansikkeluil (

Agrochola lunosa

). Siep Sinnema had op 8 augustus een Oranje luzernevlinder in zijn tuin en op 9 augustus een Kleine parelmoervlinder. Op 22 juli werd tijdens een lichtexcursie in het Fochtelooërveen enkele exemplaren van de zeer zeldzame Pijpenstro-uil (

Apamea aquila

) gevangen.

5.

Rondvraag. Freek Nijland: er wordt gewerkt aan een nieuwe website www.vogelsinfriesland.nl Deze wordt binnenkort opgestart. Houdt ‘m in de gaten. Abel Jagersma: op 4 maart start in Haren (Zorgboerderij De Mikkelhorst) een cursus rupsen, die wordt gegeven door Jeroen Voogd. Een belangrijk thema is hoe je rupsen kunt vinden. Wanneer iemand belangstelling heeft voor deze cursus, kan hij of zij zich opgeven bij Abel.

6.

Sluiting. Siep Sinnema sluit de bijeenkomst en wenst iedereen een goede reis naar huis

Excursies 2014 Zaterdag 17 mei 2014: Excursie Gaasterland, middag- en avondexcursie.

Middagexcursie: aanvang 14.00 uur. Verzamelplaats: parkeerplaats bij kantoor/informatieschuur van Staatsbosbeheer, Adres: De Houtwâl 2 8567 HN Oudemirdum Op zaterdag 17 mei organiseren we ’s middags een dagvlinderexcursie voor de leden van de Vlinderwerkgroep Friesland en de cursisten van de dagvlindercursus die in het voorjaar in Oudemirdum wordt verzorgd door de vlinderwerkgroep Friesland in samenwerking met het IVN Gaasterland. We zijn deze dag te gast bij Staatsbosbeheer in Gaasterland. Staatsbosbeheer beheert een aantal gebieden in Gaasterland. Gaasterland hoort natuurlijk bij Friesland, maar die indruk wekt het niet meteen. De zachte glooiingen, kliffen, uitgestrekte loofbossen pal aan de kust en verre vergezichten over het IJsselmeer maken dit tot een bijzonder stukje Nederland. Net als de rest van de provincie heeft Gaasterland water en uitgestrekte weilanden, maar Gaasterland heeft ook houtsingels, intieme oude bossen die Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 7

vroeger deels als hakhoutbos werden gebruikt, slingerende beekjes en zelfs kliffen. Nu staat Gaasterland bekend om zijn bossen, maar in de Middeleeuwen bestond het gebied vooral uit heide en kleine akkertjes. In de 19 e eeuw werd begonnen met de aanleg van eikenhakhout. Maar in het begin van de 20 e eeuw was dit niet meer lonend en werd het bos omgevormd tot opgaand bos of landbouwgrond. In de loop der tijd is een gevarieerd bos ontstaan. Het is de bedoeling dat we ’s middags naar de Wyldemerk gaan, een van de objecten in beheer bij Staatsbosbeheer. Het gebied de Wyldemerk is een gevarieerd natuurgebied. Zo rustig als het nu is, zo ruig ging het er soms vroeger aan toe. Wyldemerk betekent namelijk wilde markt, in vroeger tijden werden er op deze plek ruilmarkten, kermissen en paardenrennen gehouden. Mensen uit de omgeving kwamen naar deze plek om elkaar te ontmoeten, waarbij het er soms wild aan toe ging. Tussen 1954 en 1969 was op het terrein van de Wyldemerk aan de weg Balk Koudum een kamp gevestigd, waar enkele honderden Molukkers verbleven. In de jaren zestig is men begonnen met de winning van zand voor de aanleg van de weg Balk-Koudum. Hierdoor is een flink aantal poeltjes en vennen ontstaan, die het gebied nu zijn unieke karakter geven. De Wyldemerk is het hele jaar toegankelijk, maar omdat de paden niet verhard zijn, kan het gebied bij regenachtig weer wat lastig begaanbaar zijn. Maar wij gaan uit van zonnig weer, want we willen natuurlijk graag vlinders zien. De Wyldemerk is uitgeroepen tot het eerste officiële libellenreservaat van Nederland, en dat is niet zonder reden. De afgelopen jaren zijn er 35 soorten in dit gebied aangetroffen, waaronder ook een aantal bijzondere. Er is zelfs een speciale libellenwandeling uitgezet. Maar deze middag komen wij uiteraard voor de vlinders, maar het is uiteraard niet verboden om ook van de libellen te genieten. Verder staat Gaasterland bekend om het voorkomen van de das en is er een rijke vogelbevolking. Hopelijk valt er op vlindergebied ook veel interessants te zien. ’s Avonds zoeken we in de buurt een geschikte locatie om te lichten. Contactpersoon: Luut de Zee, tel. 0513-795028 of (in het veld) mobiel 06 50656442.

Vrijdagavond 27 juni 2014: Nationale nachtvlindernacht.

Ook dit jaar zal De Kruidhof in Buitenpost weer een van de locaties zijn voor de nationale nachtvlindernacht. Er wordt begonnen als de schemering invalt en dat is vrij laat in juni. Omdat deze nachtvlindernacht samenvalt met de landelijke excursie van se secties Ter Haar en Snellen van de NEV, zullen er niet veel locaties in Friesland zijn. In de Kruidhof zullen Anneke van der Veen en Jaap Schelvis hun lamp opstellen en tevens zal er op de bomen gesmeerd worden. Eind juni is een ideale tijd voor de nachtvlindernacht, omdat het aantal soorten dat kan worden waargenomen, dan groot is. Bovendien vliegen de grotere soorten, zoals de pijlstaarten, in deze tijd van het jaar. Contactpersoon: Anneke van der Veen, tel. 0594-659791en Jaap Schelvis, tel. 058 – 8435008 Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 8

Zaterdag 19 juli 2014: Excursie Delleboersterheide, Catspoele, Diakonievene. Aanvang: 13.30 uur, duurt tot circa 17.00 uur; avondexcursie van 19.00 uur tot na middernacht.

Plaats van samenkomst: Aan de zuidkant van de Delleboersterheide ligt een parkeerterreintje aan de Oosterwoldse Weg tussen Oldeberkoop en Makkinga. Vanaf dit parkeerterreintje loopt de toegangsweg naar de Delleboersterheide en de Catspoele. Let op! De Oosterwoldse Weg loopt parallel aan de provinciale weg N351 van Wolvega naar Oosterwolde. Om bij het parkeerterreintje te komen moet u dus op de Oosterwoldse Weg zien te komen, die vanaf de dorpskern van Oldeberkoop in oostelijke richting naar Makkinga loopt. Bovengenoemde excursieterreinen behoren tot het oude beekdallandschap van de Tsjonger (oftewel

Kuunder

in het Stellingwerfs) en zijn al sinds het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw eigendom van It Fryske Gea. Ze liggen ingeklemd tussen de Tsjonger aan de noordoostkant en de Oosterwoldse Weg aan de zuidkant. Situering van oost naar west >>> Diakonievene, Catspoele en Delleboersterheide inclusief De Hoorn. De Diakonievene (44 hectare groot) is een natuurgebied bestaande uit een aantal mooi gelegen plassen die met elkaar in verbinding staan. Het gaat in feite om de overblijfselen van een pingoruïne die in vroeger tijden voor de turf is uitgegraven. Eromheen ligt een stuifwal met bomen en kleine stukjes heide. De stuifwal geeft de omgeving een heuvelachtig aanzien. Rond de plassen staat bos met vooral eiken en grove dennen. Verder is er wilde lijsterbes, sporkehout (gewone vuilboom), hulst en hier en daar een Amerikaans krentenboompje. It Fryske Gea heeft al veel gedaan om het oude beekdallandschap in ere te herstellen. Dat is goed te zien in het gebied van de Delleboersterheide en de Catspoele (195 hectare groot); de verschillende delen van het terrein passen nu goed in elkaar met veel gradaties en diversiteit qua omstandigheden. Er zijn mooie mozaïeken van begroeiing ontstaan en het oorspronkelijke reliëf van het totale gebied heeft zijn identiteit terug. Er lopen Schotse Hooglanders, Exmoorpony’s en Drentse heideschapen op de Delleboersterheide rond. Zij zorgen ervoor, dat de gewenste situatie in het gebied in stand blijft. Er komt struikheide en kraaiheide voor. Ook zijn er natte gedeelten met dopheide en veenbies. Er komt beenbreek (

Narthecium ossifragum

) voor en langs de heidevennetjes staat bruine snavelbies (

Rhynchospora fusca

) en kleine zonnedauw (

Drosera intermedia

). Er zijn ook bulten van veenmos (

Sphagnum

) ontstaan met daarin veenbes (

Oxycoccus

), lavendelhei en ronde zonnedauw. Het gevarieerde gebied kent uiteraard veel broedvogels en op de heide wemelt het bij gunstige omstandigheden van de vlinders. Enkele bijzondere soorten zijn de Bruine vuurvlinder, de Kommavlinder en het Heideblauwtje. Helaas is de populatie van het Gentiaanblauwtje enkele jaren geleden ten onder gegaan. Met maar liefst 43 verschillende libellensoorten is het totale gebied van de Catspoele en de Delleboersterheide een toplocatie voor deze prachtige insecten. De Hoorn (aan de westkant van de Delleboersterheide) bestaat uit rivierduintjes langs de vroegere Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 9

loop van de Tsjonger. Ze vormen heischrale graslanden, afgewisseld met lagere gedeelten, restanten van meanders, enkele plasjes en een pingoruïne. Ook hier worden veel vlinders (zoals de Kommavlinder) en libellen gezien. De totale wandeling (de rode route) heeft een lengte van 12 kilometer (vandaar dat we ook een half uur eerder dan gewoonlijk met de excursie starten) en begint over de toegangsweg naar de Delleboersterheide en dan aan het begin van dit terrein rechtsaf naar de Catspoele. Daarna steken we de Alberdalaan over naar de Diakonievene waar we half omheen zullen lopen en vervolgens zullen doorbewegen tot aan de Tsjonger. Daar aangekomen volgen we de loop van de Tsjonger een eind in westelijke richting en steken dan binnendoor langs de Catspoele naar de Delleboersterheide en komen dan uit op de blauwe route om de Delleboersterheide heen, waarbij we de keuze zullen hebben om nog een ommetje langs en door het terrein van De Hoorn te maken. Daarna wandelen we (hopelijk niet op ons tandvlees) terug naar onze auto’s bij het startpunt van de middag. Voor de avond-/nachtexcursie moeten we afwachten welke interessante nachtvlinders we zullen aantreffen. Contactpersoon voor deze excursie: Gerard Bergsma (Tel. 0516 - 432414 of mobiel: 0612138416). NB: Geraadpleegde literatuur:

Natuurgids ‘Ontdek de Friese natuur’

van It Fryske Gea

.

Zaterdag 2 augustus 2014: Excursie Stuttebosch. Middag- en avondexcursie De middagexcursie start om 14.00 uur.

Plaats van samenkomst: bij de noordelijke ingang van het gebied, aan de Bovenweg. Dit is de doorgaande weg van Wolvega naar Oosterwolde, ter hoogte van Oldeberkoop en Nijeberkoop. Langs de hoofdweg ligt een B-weggetje, waarlangs auto’s geparkeerd kunnen worden. Het Amersfoortcoördinaat van de verzamelplaats is: 206.8-551.2. Dit natuurgebied is eigendom van Staatsbosbeheer. Het terrein is erg gevarieerd, zowel aan vegetatie als aan diersoorten, waaronder waarschijnlijk ook de groep van de vlinders. Het Stuttebosch is een van de laatste plekken in Friesland waar het Gentiaanblauwtje misschien nog voorkomt. Naast bossen, zowel naald-, loof- als gemengde bossen bestaat het gebied uit vochtige gras- en hooilanden, waar onder andere orchideeën en uiteraard ook de klokjesgentiaan groeien. Aan de zuidkant grenst het Stuttebosch aan de Linde. Een oude meander van deze gekanaliseerde beek is hier nog goed te zien. Het Stuttebosch is een van de plekken waar in het verleden de das is uitgezet, waardoor de populatie van deze soort in de omgeving uitgebreid is. ’s Avonds gaan we in het gebied nachtvlinders inventariseren met behulp van licht en stroop. Voor deze avondexcursie verzamelen we op dezelfde plek aan de Bovenweg, om ongeveer 21.00 uur. Contactpersoon: Siep en Jannie Sinnema (0516-471222 of 06-15641087) Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 10

Zaterdag 27 september 2014 Bladmijnen + rupsenexcursie Fochtelooerveen, middag- en avondexcursie. Aanvang 14:00 uur.

Plaats van samenkomst: De middag beginnen we bij de parkeerplaats aan de Meester Lokstraat in Ravenswoud, parkeren bij X222,43–Y555,05. Dit is de parkeerplaats voor bezoekers van de uitkijktoren. Vanaf hier lopen we naar de veelbesproken uitkijktoren. De twaalf jaar oude constructie is 18 meter hoog, met een uitkijk platform op 15 meter hoogte. Een contragewicht onder de toren van 80.000 kilo is nodig om niet om te vallen. De conditie even op peil brengen, 71 treden zijn er voor nodig om een beloning te krijgen, het uitzicht over het Fochtelooerveen! Langs de Fochtelooerveenweg heeft 200 hectare landbouwgrond een herinrichting ondergaan, vanaf januari 2009 tot en met september 2010. Het fietspad is verlegd, wijken gedempt en een verhoging van de waterstand heeft plaatsgevonden, tevens doet het dienst als waterbuffer. Het gaat om het Compagnonsveld (X221-Y555). Aan de Zuidoostkant hiervan gaat de excursie plaatsvinden. Leuke onder begroeiing, een mix van loofbomen, wat naaldbomen, wat heideplanten, een open veldje omringd door bomen. Het betreft een wat ouder stukje langs de Compagnonsbossen grenzend aan “nieuwe” natuur. Na het bezoek aan de uitkijktoren lopen we naar het fietspad door het Compagnonsveld. Mocht er tijd over zijn, dan is het mogelijk om een stukje van het centrale hoogveendeel mee te pakken. Het terrein is eigendom van Natuurmonumenten en betreft een weids en ongerept hoogveenlandschap, uniek in Nederland en Noordwest-Europa. In het verleden is het gebied deels ontgonnen voor de landbouw. De boeren groeven daarbij greppels in het veen, waardoor stukjes land droog genoeg werden om er boekweit op te verbouwen. Aan het einde van de 19 e eeuw is men het veen op grote schaal gaan afgraven voor de winning van turf. Sporen hiervan zijn nog te zien aan de westrand van het Fochtelooerveen. Het centrale deel van het Fochtelooerveen is opvallend boomloos met droge en vochtige heidevelden en een zeer waardevol “levend” hoogveen van circa 50 ha. In dit laatstgenoemde gebied komen karakteristieke veenplanten voor, zoals veenmos, zonnedauw, veenbes, lavendelheide en eenjarig wollegras. Het in Nederland zeer bedreigde veenhooibeestje (

Coenonympha tulia)

heeft hier een grote populatie. Judith Bouma heeft hier een vlinderroute en houdt de stand van zaken betreffende het veenhooibeestje bij. Natuurmonumenten heeft de laatste jaren veel maatregelen genomen om het waterpeil in het hoogveengebied op het juiste niveau te brengen en het veen daardoor “levend” te houden. Het veenhooibeestje doet het in elk geval de laatste jaren erg goed. In het gebied komen ook veel adders en gladde slangen voor terwijl er de laatste jaren ook Kraanvogels broeden. Eind september is al redelijk laat in het jaar om nog rupsen te vinden, maar we zullen dan ongetwijfeld op de wilgen rupsen kunnen vinden van

Furcula furcula

(Kleine hermelijnvlinder),

ziczac

(Kameeltje) en

Clostera pigra Smerinthus ocellata

(Donkere wapendrager),

Notodonta

(Pauwoogpijlstaart). Verder zijn de Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 11

verschillende Acronicta's dan goed te vinden. Eik levert

Apoda limacodes

(Slakrups),

Cyclophora punctaria

(Gestippelde oogspanner),

Electropaes corylata

(Kleine wortelhoutspanner),

Ptilodon capucina

(Kroonvogeltje) etc. op . Verder is het een leuke tijd om dennen te kloppen:

Sphinx pinastria

(Dennenpijlstaart),

Bupalus piniaria

(Dennenspanner),

Macaria liturata

(Gerimpelde spanner

), Hylaea fasciaria

(Rode dennenspanner) zullen we dan wel vinden. Op berken kunnen we de verschillende eenstaarten vinden en

Cyclophora albipunctata

(Berkenoogspanner). Op de hei kunnen we rupsen vinden van

Ematurga atomaria

(Gewone heispanner),

Pachycnemia hippocastanaria

(Grijze heispanner),

Lasiocampa quercus

(Hageheld) etc. Daarnaast zullen daar

Philudoria potatoria

(Rietvink) en

Arctia caja

(Grote beer) wel aanwezig zijn, zie foto’s op blzd. 18. Leuk is om ook schapenzurig af te speuren voor rupsen van onder meer

Lythria cruentaria

(Zuringspanner). Bij de parkeerplaats kunnen we de brandnetels ook eens voorzichtig uitkloppen en dan kunnen we rupsen vinden van

Diachrysia chrysistis

(Koperuil),

Hypena proboscidalis

(Bruine snuituil), de beide Abrostola's (brandnetelkapje) en diverse andere uiltjes.... Ook voor de bladmijnliefhebbers zal er genoeg te vinden zijn. Afhankelijk van de weersomstandigheden gaan we ’s avonds de vlinderlakens opstellen. In het excursiegebied zijn geschikte plekken om het aggregaat en vlinderlampen op te stellen, voor een aantal plaatsen is hiervoor toestemming verleend door Natuurmonumenten. Meer informatie eventueel over het Compagnonsveld en de uitkijktoren: http://fochtelooerveen.info/herinrichting.php http://fochtelooerveen.info/uitkijktoren.php Contactpersoon Anneke van der Veen, tel. 0594-659791 (middagexcursie en avondexcursie) Judith Bouma, tel. 0516-588263 (middagexcursie)

Inventarisatie nachtvlinders Lauswolt Gerrit Tuinstra

Inleiding

In dit artikeltje beschrijf ik de inventarisatie van nachtvlinders, die ik vorig jaar uitgevoerd heb in het gebied waarin de golfbanen van de Golf- en Countryclub Lauswolt liggen. Het doel van de inventarisatie was om wat meer te weten te komen in de soorten nachtvlinders die in het gebied aanwezig zijn. Ik heb in de afgelopen jaren op diverse plekken in de Beetsterzwaagse bos- en natuurterreinen gekeken naar nachtvlinders, maar nog nooit specifiek in het gebied van de golfbanen. Het gebied is goed toegankelijk door de brede zandpaden die er liggen. In het vroege voorjaar van 2013 kreeg ik toestemming van de golfclub om er ’s nachts met licht te inventariseren en er met de auto in te kunnen. En dat laatste is wel ideaal als het gaat om grote afstanden die anders met de kruiwagen afgelegd zouden moeten worden. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 12

Het gebied waarin ik actief geweest ben strekt zich uit van Hotel Lauswolt en het clubhuis van de golfclub, tot aan het Koningsdiep of Ald Djip. In het gebied liggen diverse golfbanen, met name van noord naar zuid gelegen. Rond de banen liggen verspreid stukken met een heidevegetatie en/of grazige en kruidenrijke vegetaties. Daarnaast bestaat het gebied vooral uit bos, zowel met naald- als loofhout. Voor het inventariseren van de nachtvlinders heb ik een viertal methoden toegepast. Op 21 avonden/nachten, verspreid over het seizoen, van begin april tot eind oktober, werd er met licht geïnventariseerd. Op zeven avonden werd er ook gesmeerd. Daarnaast werden er diverse wandelingen gemaakt waarop netvangsten van met name micro’s werden gedaan. Overigens is dit niet een van de meest ideale methoden voor een golfterrein en zeker niet eentje die zo druk bezocht wordt als Lauswolt……je begrijpt wel waarom! Tenslotte werd er twee keer naar mijnen gezocht.

Resultaten

Zoals in de inleiding al geschreven werd, was het doel van de inventarisatie het verkrijgen van een beeld van de in het gebied aanwezige nachtvlinderfauna. De lijst van waargenomen soorten, binnen deze inventarisatie, is nog lang niet de complete lijst van soorten die in het gebied aanwezig zullen zijn. Daarvoor zal meer onderzoek noodzakelijk zijn. De spreiding van het veldwerk over het seizoen is daarbij van belang. In de soortenlijst zullen diverse soorten ontbreken die juist in het (vroege) voorjaar actief zijn. De (weers)omstandigheden in deze periode van 2013 waren bijzonder slecht, waardoor toen relatief weinig veldwerk uitgevoerd werd. Toch is het vooraf gestelde doel behaald. Tijdens het veldwerk zijn maar liefst 523 soorten nachtvlinders vastgesteld in het terrein van de golfclub! De verdeling over de micro- en macro-nachtvlinders is als volgt:  macro-nachtvlinders 299 soorten  micro-nachtvlinders 224 soorten Verdeling aantal soorten per familie De nachtvlindersoorten die waargenomen zijn, kunnen worden ingedeeld in 41 verschillende families. Binnen de micro-nachtvlinders gaat het om 28 families. Van 19 families zijn 1, 2 of 3 soorten waargenomen. De andere families vertegenwoordigen een groter soortenaantal. De families met het grootst aantal waargenomen soorten betreffen de Tortricidae (bladrollers; 71 soorten) en Pyralidea (grasmotten; 44 soorten). Van de Gracillariidae (steltmotten) en Gelechiidae (palpmotten) werden resp. 26 en 20 soorten waargenomen. Van de overige families werden 10 soorten of minder waargenomen. Voor de macro-nachtvlinders geldt dat er vijf families zijn waarbinnen 1, 2 of 3 soorten waargenomen zijn. Van de Lymantriidae (donsvlinders), Nolidae (visstaartjes) en Sphingidae (pijlstaarten) werden resp. 5, 6 en 7 soorten Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 13

waargenomen. Van de Drepanidae (eenstaarten), Arctiidae (beervlinders) en Notodontidae (tandvlinders) werden wat meer soorten waargenomen, resp. 12, 14 en 18. De zoals gebruikelijk grootste families betreffen de Geometridae (spanners), met 106 soorten en Noctuidae (uilen), met 121 soorten. Het redelijk kleine verschil tussen het aantal spanners en uilen toont aan dat het om bosachtig terrein gaat, waarin de inventarisatie uitgevoerd werd. Spanners komen relatief meer voor in bosachtig terrein en uilen wat meer in opener terreinen. Van de waargenomen soorten is een totaallijst gemaakt. Daarnaast is er een inventarisatiebestand gemaakt, waarin alle waarnemingen zijn verwerkt. Dit bestand bestaat uit 1573 records, waarbij iedere record een waarneming van een bepaalde soort op een bepaalde locatie en datum is.

Een aantal interessante soorten

In deze paragraaf wordt van een aantal waargenomen soorten een beknopte beschrijving gegeven. Voor de micro’s gaat het om een drietal soorten die nieuw zijn voor Friesland. Van andere interessante soorten wordt alleen een opsomming gegeven. Ook bij de macro’s wordt slechts van een klein aantal soorten een beknopte beschrijving gegeven, van de anderen alleen een opsomming. Micro’s

Caloptilia populetorum

(witte berkensteltmot) – nieuw voor Friesland De familie Gracillariidae is een soortenrijke groep, bestaande uit verschillende genera. Van het genus Caloptilia werd in het gebied naast de algemene

C. elongella

,

C. alchimiella

en

C. stigmatella

ook een exemplaar van de zeldzamere

C. populetorum

waargenomen, op 17 augustus. Voor zover nagegaan kon worden betreft het hier een soort die nog niet eerder in Friesland waargenomen is. Het is landelijk bekeken geen zeldzaamheid, maar ook niet een algemeen waargenomen soort. Opvallend genoeg is de voedselplant van de monofage

C. populetorum

bepaald niet zeldzaam, nl. berk (Betula spec.). Het exemplaar werd op licht gevangen, op een plek waar een aantal forse berken in een bosrand staan.

Crassa tinctella

(lichte zwamboorder) – nieuw voor Friesland Op 19 juni werd op licht een exemplaar van de nog niet eerder in Friesland waargenomen

C. tinctella

waargenomen. De vlinder is landelijk bekeken zeldzaam en lijkt op de algemenere

Batia unitella

(zwamboorder). Er zijn een aantal onderscheidende kenmerken, waaronder de lichtere kleur van

C. tinctella

en het verschil in kleur van de voor en achtervleugels, bij

C. tinctella

. Bij

B. unitella

is de kleur van de voorvleugels vrijwel gelijk aan die van de achtervleugels. Rupsen van

C. tinctella

leven onder de schors van rottende takken en rottend hout van diverse soorten loofbomen, waaronder eik (Quercus spec.). Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 14

Caloptilia populetorum Crassa tinctella Teleiodes flavimaculella

Foto’s op deze pagina: G.Tuinstra Tekst: pagina 14 ,19 en 20

Eupithecia abietaria

(spardwergspanner)

E. pulchellata

(vingerhoedskruiddwergspanner) (tweekleurige tandvlinder)

Odontosia carmelita

(berkentandvlinder) Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 15

Kaukasische Pijpbloemvlinder (Caucasian Festoon)

Allancastria caucasica

Wegedoornpage (Blue Spot Hairstreak)

Satyrium spini

Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 Foto’s op deze pagina: Jaap Schelvis Tekst: blzd. 26 t/m 28 Snuitvlinder (Nettle-tree Butterfly)

Libythea celtis

16

Kaukasische Tweekleurige Parelmoervlinder (Caucasian Spotted Fritillary)

Melitaea interrupta

Foto: J.Schelvis (blzd. 28) Bloemenblauwtje (Green-Underside Blue)

Glaucopsyche alexis

Foto: J.Schelvis (blzd. 28) Adonisblauwtje (Adonis Blue)

Polyommatus bellargus

Foto: J.Schelvis (blzd. 28) Foto J.Bouma Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 17

Rups Grote Beer

Arctia caja

Foto: J.Bouma (zie blzd. 12) Rups Wapendrager

Phalera bucephala

Foto: J.Bouma Rups Rietvink

Euthrix potatoria

Foto: J.Bouma (zie blzd. 12) Rups Heidewitvlakvlinder

antiquoides

(zie blzd. 5) Rups Meriansborstel

pudibunda Calliteara

Foto: A. v.d. Veen

Orgyia

Foto: J.Bouma Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 18

Teleiodes flavimaculella

(donkere maanpalpmot) – nieuw voor Friesland Ook op 30 juni werd een exemplaar van

T. flavimaculella

gevangen. De soort is donkerder dan de veel algemener voorkomende (en ook in het gebied waargenomen)

T. luculella

(maanpalpmot).

T. flavimaculella

is eveneens een nieuwe soort voor Friesland en ook elders in Nederland wordt de soort zeer weinig waargenomen. Tamme kastanje (

Castanea sativa

) is de enige bekende voedselplant van deze soort. Mogelijk zijn ook beuk en eik voedselplanten van deze soort. Overige interessante soorten die waargenomen werden zijn:

Nemophora ochsenheimerella

(geoogde langsprietmot)

Nemapogon clematella

(satijnkroeskopje)

Phyllonorycter junoniella

(vossenbesvouwmot)

Argyresthia glabratella

(fijnsparpedaalmot)

Argyresthia semitestacella

(beukenpedaalmot)

Elachista utonella

(gevlekte zeggemineermot)

Epinotia granitana

(tweestreepoogbladroller)

Epinotia pygmaeana

(witvleugeloogbladroller)

Rhopobota ustomaculana

(prachtbosbesbladroller)

Pammene albuginana

(eikendwergbladroller)

Prochoreutis myllerana

(glidkruidmot)

Anerastia lotella

(helmgrasmot)

Crambus silvella

(bruine grasmot),

Crambus uliginosellus

(biezengrasmot)

Crambus ericella

(heidegrasmot)

Opsibotys fuscalis

(hengellichtmot) Macro’s

Eupithecia abietaria

(spardwergspanner) Op 5 juni werd het tweede Friese exemplaar van

E. abietaria

gevangen, in het gebied van de golfclub, toen de lamp opgesteld stond langs een bosrand met m.n. fijnspar, de voedselplant van de vlinder. Rupsen van

E. abietaria

leven in de kegels van fijnspar. Ook het eerste Friese exemplaar werd (enkele jaren geleden) in de Beetsterzwaagse bossen waargenomen. Elders in Nederland is

E. abietaria

een weinig waargenomen soort. Foto: blzd. 15

Eupithecia pulchellata

(vingerhoedskruiddwergspanner) Net als de vorige soort behoort ook

E. pulchellata

tot de bijzonder lastige groep van de dwergspanners, ook wel bloemspanners genoemd. Rupsen van veel soorten van het genus Eupithecia leven van de bloemen van bomen, struiken en kruiden.

E. pulchellata

is in Nederland een vrij zeldzame soort, waarvan tot voor kort aangenomen werd dat de vlinder alleen voorkwam in Zuid Limburg. Echter ook daarbuiten worden vooral de laatste jaren exemplaren waargenomen, verspreid over het land. In 2012 werd

E. pulchellata

voor het eerst in Friesland Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 19

waargenomen, te Oranjewoud (zie een eerdere Flinterwille). Op 5 juni werd een exemplaar van

E. pulchellata

in het gebied van de golfclub gevangen. Dit was op dezelfde avond en locatie als de vorige soort,

E. abietaria

. Er groeit vingerhoedskruid in de ondergroei en rand van het bos. Foto: blzd. 15 Een zeer fraaie tandvlinder (familie Notodontidae) is

L. bicoloria

. Het is een zeldzame soort in Nederland, die vrijwel uitsluitend voorkomt op de drogere zandgronden, o.a. in Zuidoost Friesland. Op 11, 19 en 30 juni en 3 juli werden in totaal maar liefst 12 exemplaren op licht gevangen, op diverse locaties in het gebied. Rupsen van

L. bicoloria

leven op berk. Foto: blzd. 15

Odontosia carmelita

(berkentandvlinder) Nog een soort van berk is de in Nederland behoorlijk zeldzame

O. carmelita

. De meeste waarnemingen van deze fraaie vlinder komen uit Drenthe, de Veluwe en Zuidoost Friesland, echter de vlinder wordt nooit in aantal aangetroffen. Dit was anders op 7 mei, toen in het gebied van de golfclub maar liefst 16 exemplaren op één avond op licht kwamen, op dezelfde plek als waar de eerder genoemde

Caloptilia populetorum

werd gevangen. Blijkbaar gaat het om een bijzondere locatie, mogelijk heerst er een bepaald klimaat. Eerder werden al twee exemplaren op licht gevangen, op 25 april, op een andere locatie in het gebied. Foto: blzd. 15

Lasiocampa quercus

(hageheld)

Petrophora chlorosata

(varenspanner)

Ennomos erosaria

(gehakkelde spanner)

Deileptenia ribeata

(satijnen spikkelspanner)

Jodis putata

(Spaansgroene zomervlinder)

Eulithis populata

(gewone agaatspanner)

Thera firmata

(hoekbanddennenspanner)

Eupithecia exiguata

(loofboomdwergspanner)

Eupithecia indigata

(dennendwergspanner)

Eupithecia inturbata

(esdoorndwergspanner)

Thaumetopoea processionea

(eikenprocessierups)

Furcula bicuspis

(berkenhermelijnvlinder)

Leucodonta bicoloria

(tweekleurige tandvlinder)

Pechipogo strigilata

(baardsnuituil)

Catocala sponsa

(karmozijnrood weeskind)

Deltote deceptoria

(bonte marmeruil)

Deltote uncula

(zilverhaak)

Xanthia aurago

(saffraangouduil)

Conistra rubiginea

(gevlekte winteruil)

Lithophane leautieri

(coniferenuil)

Dichonia aprilina

(diana-uil)

Blepharita satura

(roestuil) Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 20

Rode lijst nachtvlinders

In 2013 is er een “Voorlopige rode lijst van macro-nachtvlinders” in Nederland verschenen (in het boek “Nachtvlinders belicht”). In de lijst worden alle Nederlandse macro-nachtvlindersoorten ingedeeld in een aantal bedreigingscategoriën. De volgende categorieën zijn van toepassing op de soorten die in het gebied van de golfclub waargenomen zijn. Tevens wordt in de opsomming hieronder het aantal soorten weergegeven die van toepassing zijn, voor het gebied:  niet bedreigd  gevoelig    kwetsbaar bedreigd ernstig bedreigd 190 soorten (64,0%) 24 soorten (8,1%) 59 soorten( 19,9%) 22 soorten (7,4%) 2 soorten (0,7%) De eerder genoemde

O. carmelita

(berkentandvlinder) en de dwergspanner

Eupithecia exiguata

(loofboomdwergspanner) zijn de twee “ernstig bedreigde” soorten. Met name

O. carmelita

is opvallend, vanwege het grote aantal. Op een van de locaties waar

O. carmelita

werd gezien, werd ook de eerder genoemde

Caloptilia populetorum

(witte berkensteltmot) gevangen. Blijkbaar een bijzondere plek!

Talrijkheid van soorten

Van verschillende van de eerder beschreven soorten zijn slechts één of enkele exemplaren waargenomen. Dat wil niet zeggen dat het bij die individuen blijft, ongetwijfeld hebben de meeste soorten daadwerkelijk een populatie in het gebied. Andere soorten komen in het gebied algemeen en in grote aantallen voor. Om hiervan een beeld te geven, is per macro-nachtvlindersoort een optelling gemaakt van het aantal exemplaren dat waargenomen is. In totaal werden 8577 exemplaren waargenomen, verdeeld over de 299 soorten. In de volgende opsomming wordt een overzicht gegeven van het aantal exemplaren per soort, verdeeld in diverse aantalsklassen:  500 exemplaren of meer 2 soorten  250-500 exemplaren 3 soorten      100-250 exemplaren 50-100 exemplaren 25-50 exemplaren 10-25 exemplaren 5-10 exemplaren 14 soorten 21 soorten 30 soorten 65 soorten 53 soorten   2-5 exemplaren 1 exemplaar 66 soorten 45 soorten Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 21

De top vijf van de talrijkste soorten (grootste aantallen), is als volgt: 

Protodeltote pygarga

(donkere marmeruil) 864 exemplaren 

Noctua pronuba

(huismoeder) 510 exemplaren  

Rivula sericealis

(stro-uiltje)

Atolmis rubricollis

(zwart beertje) 459 exemplaren 345 exemplaren 

Eupithecia tantillaria

(fijnspardwergspanner) 277 exemplaren Alle vijf soorten zijn landelijke algemeen tot zeer algemeen, maar toch zit er wel enig verschil in.

N. pronuba

(rups op kruidachtige planten en grassen) en

R. sericealis

(rups op grassen) zijn in heel Nederland algemeen, ook buiten de zandgronden.

P. pygarga

(rups op grassen) en vooral

A. rubricollis

(rups op (korst)mossen en algen op struiken en bomen) komen ook verspreid over vrijwel geheel Nederland voor, maar in verhouding wat meer op de zandgronden. Dit laatste geldt ook voor

E. tantillaria

, die echter nog meer aan de zandgronden gebonden is vanwege het voorkomen van fijnspar, de belangrijkste voedselplant van de rups van

E. tantillaria

. Het is dus niet vreemd dat

E. tantillaria

in de top vijf van in het gebied talrijkste soorten staat. Fijnspar is een algemeen voorkomende boomsoort in het gebied. Bij een grovere indeling van aantalsklassen is het overzicht als volgt:  100 exemplaren of meer 19 soorten  10-50 exemplaren 116 soorten  1-10 exemplaren 164 soorten Naast de vijf eerder genoemde (talrijke) soorten zijn er nog eens 14 soorten waarvan 100 of meer exemplaren werden waargenomen. Het gaat bij al deze soorten om landelijk algemene soorten. Wel zit er verschil tussen diverse soorten.

Macaria liturata

(gerimpelde spanner) bijvoorbeeld, is net zoals

E. tantillaria

gebonden aan naaldboomsoorten en daarmee voor een belangrijk deel gebonden aan de zandgronden.

Tholera decimalis

wordt ook verspreid over heel Nederland waargenomen, maar minder dan de meeste andere soorten. Dat deze soort zo hoog in de lijst (van talrijke soorten) staat, heeft te maken met de vangst van zo’n 140 exemplaren op 24 augustus, een uitzonderlijk aantal voor deze soort, die normaliter in veel kleinere aantallen waargenomen wordt.

Andere waarnemingen

Tijdens het veldwerk in het gebied van de golfclub werden vrijwel altijd ook vleermuizen waargenomen. In de schemering, aan het begin van de avond, wanneer de eerste nachtvlinders begonnen te vliegen, maar ook daarna. Met regelmaat werden de hele avond en nacht door vleermuizen waargenomen in de omgeving van de lamp. Om welke soorten het gaat is niet geheel duidelijk, het zullen er meerdere zijn. Het is de moeite waard om nader onderzoek uit te voeren naar het voorkomen van vleermuizen. Het terrein biedt niet alleen plek aan veel Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 22

vleermuizen vanwege het aanbod aan voedsel (m.n. nachtvlinders), maar ook vanwege de uitgestrektheid en de aanwezigheid van oude bomen met holten (in bv. lanen), die verblijfplaatsen bieden aan vleermuizen. Tijdens het nachtelijke veldwerk werden niet alleen vleermuizen gezien, maar ook diverse (bijzondere) vogelsoorten die ’s nachts actief zijn. Met grote regelmaat werd de bosuil (

Strix aluco

) roepend waargenomen en een enkele keer werd een kerkuil (

Tyto alba

) of ransuil (

Asio otus

) gezien. Aan de zuidrand van het gebied werden tijdens het nachtelijke onderzoek kwartel (

Coturnix coturnix

) en waterral (

Rallus aquaticus

) waargenomen. De kwartel riep van enige afstand, waarschijnlijk vanuit de graslanden aan de overkant van het Koningsdiep. De waterral riep vanuit de dichte oevervegetatie op de noordoever (dus grenzend aan de golfbaan), bij de Kettinglaan. Diverse keren werden ’s nachts roepende groene kikkers (

Rana esculenta

complex) waargenomen. Eenmalig werd een hazelworm waargenomen, overdag, langs de meest oostelijke golfbaan, temidden van de aldaar groeiende rode bosbesvegetatie. De enige waargenomen dagvlindersoort die de moeite waard is om even apart te noemen, is

Callophrys rubi

(groentje). Van deze soort werd een aantal exemplaren waargenomen, vrijwel op dezelfde plek als waar de hazelworm werd gezien. Ook enkele waargenomen plantensoorten zijn de moeite waard om even te noemen. In het soortenrijke vochtige grasland langs het Koningsdiep werd een orchidee waargenomen. Het is niet duidelijk welke soort het betrof. In de moerasvegetatie langs het Koningsdiep groeit op verschillende plekken grote boterbloem (

Ranunculus lingua

). Langs dezelfde baan, maar dan aan de noordzijde, tegen de bosrand, is een interessante vegetatie aanwezig met bv. stekelbrem (

Genista anglica

), zonnedauw (Drosera spec.) en moeraswolfsklauw (

Lycopodiella inundata

). Van de inventarisatie in het terrein van de Golf- en Countryclub Lauswolt is een verslag geschreven. Degenen die daar in geïnteresseerd zijn kunnen dit (digitaal) krijgen. Stuur me een e-mail, dan stuur ik het verslag retour!

De Sleedoornpage rond Wolvega Siep Sinnema

Op maandag 27 januari zijn we weer op zoek gegaan naar eitjes van de Sleedoornpage. Er werd gezocht door een groep van 8 mensen (Sicco Ens van de Vlinderstichting, Jaap Schelvis, Andries van de Veen, Gerrit Tuinstra, Wiebe Poppe, Gerard Bergsma, Sake Roodbergen, Siep en Jannie Sinnema), eerst op het terrein van de ijsbaan van Wolvega. In augustus vorig jaar hadden we al geconstateerd dat een groot deel van de Sleedoornbeplanting was weggemaaid. Het geplande overleg met het ijsbaanbestuur over de manier van snoeien, dat in de herfst gepland was, bleek dus zinloos, het kwaad was al weer geschied. We waren daardoor vrij snel klaar met zoeken. In totaal werden er 24 eitjes gevonden. Pleister op de wonde was de heerlijke koffie, die door een ijsbaanbestuurder voor ons werd Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 23

geserveerd in de kantine. Op zo’n koude dag wil dat er wel in. Overigens werden we toch al goed verzorgd op deze dag, want thuis bij Andries van der Veen, die vlak bij een van de vindplaatsen van de Sleedoornpage woont, werden we getrakteerd op soep. Fanatiek zoeken bij de ijsbaan in Wolvega. Foto: W.Poppe Na deze voedzame maaltijd gingen we bezig met zoeken in de boomwal bij de sportvelden in Wolvega. Hier staat veel Sleedoorn en het eindresultaat was dat we 33 eitjes vonden. Andries heeft met de gemeente afgesproken, dat die in overleg met ons het snoeien van de boomwal zal verrichten. Het is belangrijk, dat de Sleedoornstruiken regelmatig verjongd worden; de eitjes worden namelijk vaak afgezet op opschieters, die enkele jaren oud zijn. Hieronder een overzicht van de aantallen getelde eitjes van de afgelopen jaren: Jaar 2014 2013 ijsbaan 24 31 sportveld 33 33 2012 2011 2010 64 152 26 47 2 8 Overigens werden nog andere interessante zaken gevonden, zoals de pop van een Oranjetipje (links, foto S.Roodbergen) en diverse eitjes van de Blauwrandspanner,

Plemyria rubiginata

(rechts, foto J.Schelvis) Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 24

In en rond Steenwijk zit al jaren een grote populatie Sleedoornpage. Dit jaar zijn daar zo’n 2000 eitjes geteld! Sommige van die eitjes zaten op al gesnoeide takken van de Sleedoorn. Ons Vlinderwerkgroeplid Gerrit Padding uit Steenwijk heeft de moeite genomen om die eitje van de afgesnoeide takken te verzamelen. In overleg met Kars Veling van de Vlinderstichting hebben Gerrit Padding en enkele mensen van de vlinderwerkgroep op 5 maart die eitjes uitgezet op een geschikte boomwal tussen Steenwijk en Wolvega. Gerrit had de takken afgeknipt op een paar De afgeknipte stukjes Sleedoorntak; de eitjes zijn als witte puntjes te zien. Foto’s: Siep Sinnema centimeter rond de eitjes en met een kopspeld werden die stukjes tak in de oksels van de takken van de aanwezige Sleedoornstruiken vastgemaakt. De bedoeling is, dat de kleine rupsjes, na het uitkomen, direct op de takken kunnen kruipen. We zijn benieuwd of de Sleedoornpage zich op deze boomwal kan handhaven; het uitzetten zal een aantal jaren achter elkaar moeten gebeuren om een levensvatbare populatie te krijgen. Hiernaast een foto van de boomwal waarop de eitjes zijn uitgezet. Foto: Siep Sinnema Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 25

Vlinderen in de “Kleine Kaukasus” (of in het mooie Georgische alfabet

მცირე კავკასიონი

) Jaap Schelvis

Op het moment van schrijven tijdens de Olympische spelen staat de Kaukasus volop in de belangstelling, maar toen er in het najaar van 2011 een kort oproepje verscheen op Vlindernet om deel te nemen aan een vlinder-inventarisatie in die regio was dat wel anders. Eigenlijk kwam Georgië destijds vooral negatief in het nieuws door de na-ijlende oorlog in Zuid-Ossetië en problemen met Tsjetsjeense separatisten. Toch reageerden er aanvankelijk nog 20 personen, waarvan er uiteindelijk vier overbleven na de nodige problemen met de lokale NGO, oplopende kosten en verandering van de bestemming. Oorspronkelijk zou er worden geïnventariseerd in Vashlovani NP in het uiterste zuid-oosten van het land. Dit bleek niet haalbaar, maar in het Borjomi-Kharagauli NP werd een prima alternatief gevonden. Borjomi ligt in zuid-centraal Georgië, hemelsbreed 120 km ten westen van de hoofdstad Tbilisi en ongeveer 60 km van de grens met Turkije. Op 19-5-2012 werden wij door onze Nederlands sprekende gids Ivan opgehaald van Tbilisi airport en na wat passen en meten met de bagage persten we ons in zijn kleine 4wd Kia om in een 2.5 uur naar Borjomi te rijden. Gori, het enige stadje van betekenis op de route en eigenlijk alleen bekend als de geboorteplaats van Stalin maakte geen indruk. De grote vluchtelingenkampen voor Georgiërs die Abchazië en Zuid Ossetië ontvlucht waren des te meer. Borjomi is het Spa van de Kleine Kaukasus waar alles draait om bronwater. Het stadje heeft een heus water-themapark en het schijnt dat Borjomi-water nog steeds het favoriete mineraalwater is wat geschonken wordt in het Kremlin. Ten westen van het stadje ligt het jonge (2001), maar zeer grote 5300 Km2 Borjomi Kharagauli NP. Dit park ligt in de Kleine Kaukasus en de hoogte van de bergen is dan ook bescheiden en ligt rond de 1500 meter. Van tevoren was vanuit Nederland al de toestemming geregeld om in het park te kunnen inventariseren en (indien nodig) vlinders te verzamelen. Onze start van de 1e dag bij het kantoor van het park betrof dan ook vooral een beleefdheidsbezoekje. Omdat het kantoor pas om 10:00u open ging hadden we vooraf al wat tijd om de eerste ontwakende vlinders te zoeken langs de rivier en in de tuin van het park-kantoor. Onze “strategie” bij de inventarisatie was zeer simpel. Gezien de beschikbare tijd en menskracht was het ondoenlijk om het hele gebied te bezoeken. Daarom hadden we op voorhand op basis van kaarten en Google-earth een aantal deelgebieden geselecteerd die enigszins bereikbaar waren en zoveel mogelijk verschillende habitats en hoogtes vertegenwoordigden. Daarnaast gingen we vrij opportunistisch te werk. Wanneer we op weg naar een wat verder gelegen vallei een aantrekkelijke, bloemrijke weide of bosrand zagen stopten we daar om de aanwezige vlinders te scoren. In het park zelf zijn een aantal tracks die meestal de dalen volgen en behalve de ene verharde doorgaande weg naar de Turkse grens Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 26

zijn er slechts enkele zeer moeilijk te berijden “wegen”. Gelukkig hadden we niet alleen een 4wd, maar ook een ervaren chauffeur die voor zijn hobby ook cross country wedstrijden in zwaar terrein reed. Die ervaring kwam goed van pas want geregeld was het verschil tussen de weg en de rivierbedding ernaast nauwelijks te zien. Desondanks lukte het hem om vanuit de rijdende auto de enige Atalanta te zien die we tijdens de hele trip hebben waargenomen! Op deze manier hebben we vier (lange) dagen doorgebracht in het park waarin we heel wat kilometers te voet hebben afgelegd. Na deze vier dagen bleken we er niet veel soorten meer bij te zien en omdat ook de weersverwachting nog wat slechter werd (we hadden al dagelijks regenbuien) besloten we om de laatste twee dagen te verkassen naar Tbilisi. Van daaruit hebben we nog een dagtocht gemaakt naar het zuid-oosten naar het deels in de rotsen uitgehouwen klooster van David Garedja op (net over?) de grens met Azerbeidzjan. Wanneer je toch 'in de buurt bent' laat je zo'n kans om een cultureel hoogtepunt te zien niet lopen. Bovendien kwamen we daardoor ook in een heel ander biotoop, namelijk de halfwoestijn van de regio Kakheti, wat weer resulteerde in een aantal vlindersoorten die we eerder in de week nog niet hadden gezien. Onze laatste dag hebben we nog geïnventariseerd rond een groot stuwmeer vlakbij Tbilisi. Tijdens al deze tellingen lag de nadruk uiteraard op de dagvlinders, maar al snel werd ik bestempeld tot de 'mottenman' omdat ik het niet kon laten om en passant zoveel mogelijk nachtvlinders te fotograferen. Ondanks dat we op geen enkele manier nachtvlinders gelokt hebben met licht stond de teller aan het eind van de week toch op 51 soorten micro- en macronachtvlinders. Georgiërs beschouwen zichzelf vol overtuiging als Europeanen, maar wat betreft flora en fauna merk je al snel dat je je in een uithoek van Europa bevindt met duidelijk Aziatische invloeden. Tijdens de voorbereiding hadden we geprobeerd om al een zo volledig mogelijke checklist te maken van alle dagvlinders die we in het bezochte gebied tijdens de inventarisatieperiode zouden kunnen verwachten. Deze lijst was grotendeels gebaseerd op data afkomstig van de website van Fauna Europaea (www.faunaeur.org) en de verspreidingskaartjes in “ Butterflies of Europe and the Mediterranean area” van Tshikolovets en omvatte 145 soorten. Naast deze gids hadden we verder nog mee voor de determinaties “De nieuwe vlindergids” (Tolman), “Dagvlinders van Europa” (Lafranchis) en “A field guide to the Butterflies of Turkey” (Baytaş). Ondanks deze reisbibliotheek kwamen we tal van vlinders tegen die we niet ter plekke konden determineren zodat we na terugkomst in Nederland nog weken bezig zijn geweest de vele 100-en (duizenden?) foto's te bestuderen en onderling te bespreken. Met name de Dikkopjes waren goed voor heel wat discussie! In totaal hadden we aan het eind van de week op 24 verschillende locaties waarnemingen gedaan van vlinders waarbij we als groep 69 verschillende soorten dagvlinders hebben waargenomen, maar ieder van ons wel een handjevol soorten gemist heeft omdat we soms net wat te ver van elkaar waren om alles te delen. In Tabel 1 staan deze 69 soorten in alfabetische volgorde met daar achter het aantal Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 27

locaties waar we de soort hebben aangetroffen om een indruk te geven van de algemeenheid. Slechts een handjevol soorten werd op ongeveer de helft van de onderzochte plekken gezien, de meeste maar op een aantal plaatsen en 26 soorten (38%) werden op maar 1 plek waargenomen. Hoogtepunten waren voor mij persoonlijk in ieder geval de aansprekende Snuitvlinder (

Libythea celtis

) die al lang op mijn verlanglijstje stond om te fotograferen, de prachtige

Melitaea interupta

die we bij gebrek aan een Nederlandse naam ter plekke Kaukasische Tweekleurige Parelmoervlinder hebben gedoopt en natuurlijk de lokale specialiteit, de Kaukasische Pijpbloemvlinder (Zerynthia caucasica). In de zomer van 2014 gaan we opnieuw de Kaukasus in voor een vlinder expeditie. Doel is deze keer het Tusheti nationaal park in de Hoge Kaukasus in het 1 2 3 4 5 6 7 8 noord-oosten van het land. In 2012 hebben we geteld op hoogtes tussen de 600 en 1200 meter, maar het is nu de bedoeling om juist ook in hoger gelegen gebieden tot 3000 meter te gaan tellen. We gaan dan ook veel later in het jaar omdat het gebied anders niet eens bereikbaar is (de pas opent in juni afhankelijk van de sneeuwhoogte) en natuurlijk omdat veel planten pas in deze tijd van het jaar in bloei zijn wat weer van invloed is op de vliegperiodes van de vlinders. Tabel 1 Alfabetische lijst van waargenomen dagvlinders en het aantal locaties waarop de soort werd gezien. (Foto’s op blzd. 16 en 17) Adonisblauwtje Argusvlinder Atalanta Balkan bruin blauwtje Blauwe ijsvogelvlinder Bloemenblauwtje Bont dikkopje Bont zandoogje 4 2 1 6 1 6 2 4 24 Groentje 25 Groot dikkopje 26 Groot geaderd witje 27 Groot koolwitje 28 Grote vos 29 Heideblauwtje 30 Hooibeestje 31 Icarusblauwtje 8 1 1 12 1 4 13 13 9 Boomblauwtje 5 10 Bosparelmoervlinder (rups) 1 11 Boswitje 10 12 Bretons spikkeldikkopje 13 Bruin blauwtje 14 Bruin dikkopje 15 Bruin zandoogje 2 3 10 3 32 Iepenpage 34 Kardinaalsmantel 35 Klaverblauwtje 36 Klein geaderd witje 37 Klein koolwitje 33 Kaasjeskruiddikkopje 38 Kleine parelmoervlinder 39 Kleine sleedoornpage 16 Bruine vuurvlinder 17 Kaukas. Pijpbloemvlinder 18 Citroenvlinder 19 Dagpauwoog 20 Distelvlinder 21 Esparcetteblauwtje 22 Geelbandspikkeldikkopje 23 Gehakkelde aurelia 5 1 3 5 8 1 1 3 40 Kleine vuurvlinder 41 Knoopkruidparelmoervlinder 1 42 Koningspage 43 Levant spikkeldikkopje 46 Oranje luzernevlinder 1 1 5 1 6 5 5 1 4 2 6 44 Melitaea interupta 3 45 Oost. kalkgraslanddikkopje 2 1 Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 28

47 Oranjetipje 9 59 Veldparelmoervlinder 6 48 Paarse parelmoervlinder 2 60 Voorjaarserebia 3 49 Oostelijk resedawitje 2 61 Voorjaarsspikkeldikkopje 1 50 Rotsvlinder 1 62 Wedewitje 163 51 Rouwmantel 1 Wegedoornpage 1 52 Snuitvlinder 1 64 Wikkeblauwtje 2 53 Spireazwever 5 65 Zilvervlek 8 54 Staartblauwtje 55 Turkse heivlinder 4 1 66 Zuidelijk dwergblauwtje 56 Tweekleurig hooibeestje 1 68 Zuidelijke luzernevlinder 57 Vals bruin blauwtje 1 69 Zwarte apollovlinder 58 Vals heideblauwtje 4 Tabel 2 Alfabetische lijst van waargenomen nachtvlinders 3 67 Zuidelijk grauw zandoogje 1 1 4 Akkerwinde-uil –

Tyta luctuosa

Anjermot –

Cacoecimorpha pronubana

Bastaardsatijnvlinder –

Euproctis chrysorrhoe

Bonte Bandspanner –

Epirrhoe tristata

Boterbloempje –

Pseudopanthera macularia

Brandnetelbladroller –

Celypha lacunana

Bruine Daguil -

Euclidia glyphyca Crocota

cf.

tinctaria Dyscia conspersaria

Duingrasmot –

Thisanotia chrysonuchella Evergestis frumentalis

Gamma-uil –

Autographa gamma

Geel Beertje –

Eilema sororcula

Geisha –

Olethreutes arcuella

Gestreepte Goudspanner –

Camptogramma bilineata

Gewone Bandspanner –

Epirrhoe alternata

Gewone Heispanner

– Ematurga atomaria

Gewone Zakdrager

– Psyche casta

Heideringelrups –

Malacosoma castrensis Jordanita cf. globulariae

Kantstipspanner –

Scopula ornata

Kaukasische Sterrenhemel –

Euplocamus anthracinalis forma monetellus

Klaverspanner –

Chiasmia clathrata

Kleine Beer –

Phragmatobia fuliginosa

Kolibrievlinder –

Macroglossum stellatarum

Koperkleurige Langsprietmot –

Nemophora cupriacella

Kortzuiger –

Crocallis elinguaria

Lichte Daguil –

Heliothis viriplaca

Lieveling –

Timandra comae

Lindepijlstaart –

Mimas tiliae

Meriansborstel –

Calliteara pudibunda

Mi-vlinder –

Callistege mi

Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 29

Muntbladroller –

Phalonidia manniana

Panteruiltje –

Emmelia trabealis

Prachtstipspanner –

Scopula marginepunctata

Purpermot –

Pyrausta purpuralis

Roomvlek

– Arctia villica

Smaragdgroene Zomervlinder –

Chlorissa viridata

Sneeuwwitte Vedermot –

Pterophorus pentadactyla

Vals Witje –

Siona lineata

Varenspanner

– Petrophora chlorosata

Weegbreemot –

Pyrausta despicata Wheeleria obsoletus

Witstipgrasuil –

Mythimna albipuncta

Witte Grijsbandspanner –

Cabera pusaria

Wolfsmelkpijlstaart

– Hyles euphorbiae

Wolfsmelkwespvlinder –

Chamaesphecia tenthrediniformis

Zilverstreep

– Deltote bankiana

Zwerfstreepmot –

Diasemia reticularis

Zygaena loti

– Zygaena loti Zygaena purpuralis – Zygaena purpuralis

.

Nachtvlinders in Grou Reinie Piersma

Ieder jaar houden wij, IVN-afdeling De Lege Midden, in Grou en omgeving een nachtvlinderavond/nacht. Elke keer stelt één van de leden (of familie) daarvoor hun tuin beschikbaar. Vorig jaar was dat op de Hoxma in Grou. Het weer zat niet erg mee op die 16 de augustus. Het regende zo nu en dan, maar de temperatuur was redelijk 17 graden. Gelukkig hadden de eigenaren van de tuin een afdak en een gespannen zeil zodat we droog en in de luwte konden zitten en ook de lamp gewoon kon branden. De koffie, thee, frisdrank en hapjes lieten we ons ( 9 personen) goed smaken en ondertussen vlinders kijken. Het duurde enige tijd voordat de eerste vlinders kwamen, maar na half elf zaten Puta-uil, Gammauil, Huismoeder, Haarbos, Oranje wortelboorder en Hagedoornvlinder op het laken of onder het zeil. De meeste mensen hadden hun fototoestel meegenomen, dus het was dringen om de vlinders mooi op de foto te krijgen. Als grote nachtvlinders ploften vrouw Rietvink en Grote beer op het laken. “Schrikken” van zulke mooie grote vlinders. Helaas geen Pijlstaarten. Maar ja, met Kroonvogeltje, Grote appelbladroller, V dwergspanner, Open –breedbandhuismoeder, Variabele breedvleugeluil, Groene blokspanner, niet op naam gebrachte Dwergspanners en Micro’s en bovengenoemde soorten waren we al heel blij. Om een uur of 1 kwamen er geen nieuwe vlinders meer bij en hebben we ingepakt. Dit jaar doen we het zeker weer. Dan op 14 augustus in Grou of Akkrum. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 30

Acht vragen aan Aukje en Hessel Hoornveld Siep en Jannie Sinnema

Het leek ons een aardig idee om de lezers van de Flinterwille nader te laten kennismaken met Aukje en Hessel Hoornveld; ze zijn al heel lang actief bij onze vlinderwerkgroep en trouwe bezoekers van onze bijeenkomsten en excursies. Wat excursies betreft wordt dat wel eens lastig, want ondanks hun in verhouding goede gezondheid zijn de excursies erg vermoeiend. Hessel is tenslotte 92 jaar en Aukje 90 jaar oud. We hadden een aantal vragen opgesteld en de Hoornvelds hebben daarop als volgt gereageerd: -

Wanneer en hoe zijn jullie begonnen met vlinders?

Dat is eigenlijk gekomen door zoon Hessel jr., die graag het veld in ging en dan met allerlei zaken thuiskwam. Op een dag kwam hij met een verhaal over blauwe en bruine vlinders op de hei en dat wekte de interesse van de Hoornvelds. Welke vlinders konden dat zijn? Ze kochten een eenvoudig boekje over vlinders en kwamen er zo achter dat het om het Heideblauwtje ging. Al gauw begonnen ze vlinders te fotograferen: de kinderen zeiden namelijk dat die zelf wel genoeg op de foto stonden en dat ze nu maar beter iets anders konden gaan fotograferen; dat werden dus de vlinders. -

Hoe lang al lid van de Vlinderwerkgroep Friesland?

Hessel en Aukje waren eind jaren zeventig al bezig met het inventariseren van dagvlinders en ook van nachtvlinders, die ze in de verlichte galerij van de flat aan de Sint Jansberg in Drachten vonden. Ze hadden wat dagvlinders betreft contact met Geraerdts en Van der Made van de Vlinderstichting en met Meerman wat betreft de pijlstaarten. Ze bezochten later ook de bijeenkomsten van de NEV-afdeling Noord, toen nog in Groningen. Van de Vlinderwerkgroep Friesland werden ze lid in 1988. -

Hoeveel tijd besteed je aan de vlinderhobby?

Bij mooi weer het laatste jaar zo’n twee uur per dag op stap, vaak samen met Anja Kerkhof. Maar een paar jaar geleden was dat zeker wel het dubbele. Niet voor niets dat ze erg veel waarnemingen konden noteren en daar dan ook in 2001 de Gouden Vlinder voor hebben gekregen. -

Wat vind je de mooiste vlinder/rups?

Aukje is daar gauw uit: als vlinder het Heideblauwtje en als rups het Bont Schaapje. Al zegt ze er direct bij dat eigenlijk alle vlinders en rupsen prachtig zijn als je ze goed bekijkt. Hessel komt na enig nadenken uit op de Grote Beer als vlinder en de Nachtpauwoog als rups. -

Wat is je leukste ervaring op vlindergebied?

Je maakt veel gekke dingen mee, sommige dingen blijven je bij. Zoals het moment dat de zus van Aukje met een jampot, gevuld met een krop sla, kwam aanzetten. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 31

Goed bedoeld, maar de Wilgenhoutrups die onder de krop sla zat, heeft toch echt ander voedsel nodig! En een ander moment dat ze zich beiden herinneren is de vondst op een boomstam van een vrouwtje van de Witvlakvlinder, omringd door een heel plakkaat van eitjes. Op dat moment hadden ze geen idee wat dat kon zijn (deze vrouwtjes zijn vleugelloos en lijken dus niet erg op vlinders) maar met behulp van boeken kwamen ze er achter dat het om het vrouwtje van de Witvlakvlinder ging. -

Wat heeft je speciale belangstelling? Dag/nacht/micro/foto/etc.

soms gefotografeerd. Eigenlijk alles, maar met micro’s hebben ze wat minder. Toch worden ook die -

Wat vind je van Flinterwille? Suggesties?

Flinterwille vinden ze een prima tijdschrift en het lezen ervan vinden ze erg leuk; ze hebben zo direct geen suggesties voor de redactie. -N

aar de toekomst: suggesties voor excursies of andere activiteiten?

De excursies gaan al naar aantrekkelijke natuurgebieden; misschien is het iets om nog een naar “De hege bult” langs het Prinses Margrietkanaal bij Kootstertille te gaan. Tot zover de vragen; Aukje en Hessel genieten overigens niet alleen van de vlinders in de natuur; ze genieten bijvoorbeeld ook wanneer ze, zoals een keer in Het Korrige, een jonge ree aantreffen. Ook dan moet er natuurlijk snel een foto genomen worden!

Mutaties ledenlijst Nieuwe leden:

Merel Zweemer De Boorne 15 8939 BS Leeuwarden Jeroen Breidenbach

Adreswijziging plus nieuw telefoonnummer:

De heer J.A. Slagter Grimma Herna 17-1 Achter de Hoven 197 9833 LL Leeuwarden Tel. 06-18120565 Valentijn van Bergen 9101 CV Dokkum Tel. 0519-724155

Afmelding als lid wegens verhuizing:

Harmen H. Westra Ferwert 2e Wijksreed 1 8415 AG Bontebok Tel. 06-22890688 Sake Roodbergen Folkert Kuipersstrjitte 15 8491 DE Akkrum Tel. 0566-651480

Afmelding als lid door opzegging:

De heer L. Calsbeek Jonkerslân De heer B. Gjaltema Boornbergum Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 32

Noteer deze data in uw agenda!

-zondag 30 maart -zaterdag 5 april -donderdag 10 april Bijeenkomst NEV-afd. Noord te Drachten Bijeenkomst sectie Snellen te Schoonrewoerd Voorjaarsbijeenkomst Vlinderwerkgroep Friesland te Ureterp -zaterdag 17 mei -30 mei t/m 1 juni -vrijdag 27 juni Excursie Gaasterland Vlinderwerkgroep Friesland NEV-zomerbijeenkomst Drents-Friese Wold Appelscha Nationale Nachtvlindernacht, o.a. Kruidhof Buitenpost -27 t/m 29 juni -zaterdag 19 juli Excursie ter Haar/Snellen bij Soest en Baarn Excursie Delleburen Vlinderwerkgroep Friesland -zaterdag 2 augustus Excursie Stuttebosch Vlinderwerkgroep Friesland -zaterdag 27 september Excursie Ravenswoud Vlinderwerkgroep Friesland Op de Voorjaarsbijeenkomst zullen we weer voldoende exemplaren beschikbaar hebben van “

Dagvlinders in Fryslân

“ voor de weggeefprijs van € 5,-. Leuk om cadeau te geven bij verjaardagen etc. Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 33

Flinterwille Vlinderwerkgroep Friesland maart 2014 34