Artikel krant 10-03-2014 deel 6

Download Report

Transcript Artikel krant 10-03-2014 deel 6

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad.
Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt
uitdrukkelijk voorbehouden. Maandag, 10 maart 2014
passendonderwijs
passendonderwijs
past het?
Anders zat ze nu thuis
Het is een van de
grootste veranderingen in het onderwijs:
de Wet passend
onderwijs. Vanaf
augustus komen
meer zorgkinderen
naar het regulier
onderwijs.
Deel 6: twee jonge
meiden die zonder
het speciaal onderwijs niet zover gekomen zouden zijn.
door Monique Evers
Wie: Tessa van Daal (20)
Waar: Weert
Wie: Viënna Odekerken (21)
Waar: Stein
A
ls baby huilt ze heel
wat af, als peuter kan
ze nauwelijks praten
en ze eet zo weinig dat
ze op haar vierde verjaardag nog
maar twaalf kilo weegt. En ook
als haar moeder voor de 51ste
keer hetzelfde boekje heeft voorgelezen begrijpt ze nog niet
waar het overgaat. Zindelijk is
ze pas op haar twaalfde.
Viënna heeft een ontwikkelingsachterstand, concluderen de deskundigen. De vooruitzichten
zijn somber. Ze zal misschien
nooit gaan praten, niet kunnen
fietsen en zelfstandig wonen is
uitgesloten. Om over een baan
nog maar te zwijgen.
Gaat dit over dezelfde jonge
meid die nu voor me zit? Die
net thee heeft gezet in haar eigen appartement. Die vanavond
met haar zusje in haar eigen
Toyota Aygo naar Amsterdam
rijdt voor een fashion-evenement. Die afgelopen zomer met
haar vriend Alessandro op
vakantie in Londen was. En van
mij wil weten of ik nog meer
mensen ga interviewen die op
het speciaal onderwijs hebben
gezeten. ,,Want ja, wat ik vertel,
is natuurlijk alleen maar mijn
mening.’’
Viënna is de oudste dochter van
Richarda en Helmuth Odekerken uit Stein. Na Viënna kregen
ze nog twee meisjes, Kayleigh
en Zoë. Het stel is helemaal niet
van plan zich neer te leggen bij
het sombere toekomstscenario
dat voor hun dochter geschetst
wordt. Viënna moet zo zelfstandig mogelijk worden. Dus gaat
ze al jong naar een speciaal kinderdagcentrum en later naar het
D
Viënna Odekerken.
iobk (in ontwikkeling bedreigde
kleuters). Kleine klassen, veel begeleiding en aandacht. Daarbuiten bezoeken Richarda en Helmuth allerlei therapeuten die
Viënna verder moeten helpen in
haar ontwikkeling. Die haar leren
praten en zelfvertrouwen geven.
Zelf rennen ze eindeloos door de
straat achter hun dochter aan om
haar te leren fietsen. Ze zoeken
een geschikte zwemleraar die
haar leert zwemmen en later een
rijinstructeur die ervoor zorgt dat
Viënna, na 157 lessen, haar rijbewijs haalt. „Maar ik heb het nu
wel!”
Als Viënna een jaar of twaalf is,
start ze op het ivoo, het instituut
voor orthopedagogisch onderwijs
in Maastricht. Inmiddels is de
diagnose autisme gesteld. Haar IQ
“
Zonder het
speciaal onderwijs
zat ik nu in een
woongroep.
Viënna Odekerken
blijkt 71. „Het ivoo is een school
waar je van alles leert over het dagelijks leven”, legt Viënna uit.
„Hoe gedraag je je in een winkel? Hoe vraag je via de telefoon
om hulp?” Ze leert er koken, de
was vouwen en ramen zemen.
Maar krijgt ook rekenen, Nederlands en Engels.
Op het ivoo ontmoet ze ook
haar vriend Alessandro. Ze zijn
ook het eerste koppeltje van de
school. Hand in hand lopen mag
wel. Kusjes geven heeft de school
liever niet.
Op het ivoo ontdekt Viënna haar
passie voor koken. Daarna haalt
ze op het Arcus College haar
koksdiploma, niveau 1. Ze werkt
nu een paar dagen per week vrijwillig als keukenassistent in een
restaurant. Om ervaring op te
doen. Ze zou best meer willen
werken. In een keuken met een
heleboel leuke collega’s. Ze is altijd positief, zegt haar vader. En
ze kan prima de kok ontlasten,
vindt haar moeder. Viënna: „Ik
heb gewoon iets meer tijd nodig.
En als ik iets niet begrijp, moet
iemand het even voordoen. En
heel soms hoor ik iets niet, maar
dan komt omdat ik dan heel erg
met mijn werk bezig ben.”
Als Viënna 8 jaar is, spelen haar
ouders met het idee om boven
de schuur achter het huis een
appartement te maken. Daar kan
hun dochter leren om zo zelfstandig mogelijk te wonen.
Stukje bij beetje wordt de boel
verbouwd en sinds een paar jaar
woont Viënna daar bijna helemaal zelfstandig. Ze heeft het
zelf ingericht en houdt het bijna
helemaal zelf schoon. Elke week
komen haar ouders en zusjes bij
haar eten. Haar moeder doet alleen nog de was. „Dat wordt het
volgende project”, zegt Richarda.
Als het speciaal onderwijs er
niet was geweest? „Dan hadden
we hier niet gezeten. Viënna kan
nu lezen en schrijven. Dat maakt
dat ze zich beter kan uiten en
daardoor niet gefrustreerd raakt.
Ze heeft een behoorlijke algemene kennis. Op het ivoo kreeg ze
de kans om te ontdekken wat ze
leuk vindt. Zonder die school
had ze nu ergens in een woongemeenschap gezeten. Nu kan ze
straks misschien wel zelfstandig
wonen, met begeleiding die in
de gaten houdt of ze goed eet en
de boel schoonhoudt”, zegt haar
moeder. Dan lachend: „Want we
willen natuurlijk niet dat ze op
haar dertigste nog thuis woont.”
Viënna reageert onmiddellijk:
„Nee zeg, dat wil ik ook niet.”
e ouders van Tessa voelen al vrij snel: er is iets
met onze kleine meid,
maar we weten niet
wat. Ze is voor de vreemdste dingen bang, krijgt op de raarste momenten paniekaanvallen.
De huisarts verwijst de familie
naar het Riagg dat Tessa drie jaar
lang observeert. In 2006, ze is dan
twaalf, wordt de diagnose syndroom van Asperger, een vorm
van autisme, gesteld. Simpel
gezegd: erg intelligent maar sociaal zwak.
Ruim acht jaar later woont Tessa,
onder begeleiding, zelfstandig in
Weert en studeert ze gezondheidswetenschappen in Maastricht. Ze is de keeper van een
handbalteam en in de vakantie
werkt ze als vrijwilliger in een
kindertehuis. Trots? „Nee, dat ben
ik niet gauw op mezelf.” Paniekaanvallen zijn tegenwoordig een
zeldzaamheid.
Op de basisschool krijgt ze steeds
vaker paniekaanvallen. Telkens
weer wordt ze in een kamertje
apart gezet en moet haar moeder
haar weer ophalen. De juf heeft
tenslotte nog dertig andere kinderen in de klas. Ze blijft steeds
vaker thuis, durft nog niet het
huis uit om een brief te posten.
In groep 8 stapt Tessa dan toch
over naar het speciaal onderwijs.
Ze verblijft eerst intern en volgt
daarna de middelbare school op
de Berkenschutse in Heeze, waar
ze met allemaal autisten op havo
en vwo-niveau les krijgt. Ze moet
verschrikkelijk wennen, maar
vindt het onderwijs erg fijn. De
klas is niet groter dan tien kinderen die allemaal op hun eigen
niveau werken. Het lokaal is een
Tessa van Daal.
prikkelarme ruimte vol schotten.
Op haar veertiende krijgt ze een
terugval als de psychiater besluit
dat ze haar medicijnen mag afbouwen. Het duurt een half jaar
voor ze weer is opgekrabbeld. Het
eindexamen komt in zicht en ze
oriënteert zich op een vervolgopleiding. Daar ziet ze enorm
tegenop, zo gewend als ze is aan
die kleine klassen en die extra
begeleiding. Hoe kan ik ooit gaan
studeren, vraagt ze zich af.
Ze meldt zich aan bij verschillende hbo-opleidingen in Limburg
en Brabant, maar het wordt haar
al snel duidelijk dat niemand op
autisten zit te wachten.
Dan dus toch maar een universitaire studie. Vorig jaar maart
voert ze daar het eerste gesprek
op de faculteit gezondheidswetenschappen. „Maar in juli was die
man de afspraken alweer vergeten. Oké dacht ik, dit is dus het
reguliere onderwijs, wen er maar
aan.”
Die grote collegezalen en die
enorme aantallen studenten, ze
vreest dat ze het maar twee maanden gaat volhouden. Maar na
een half jaar Maastricht kan Tessa
zeggen dat de studie haar bevalt.
„Die kleine onderwijsgroepen
van tien of twaalf studenten zijn
gewoon heel autisme-vriende-
foto’s Maartje van Berkel
lijk.” En de collegezalen? „Daar ga
ik meestal vooraan zitten. Maar
als ik sociaal wat vastgelopen ben,
zie je me bovenin tussen mijn
studiegenoten. Mijn lat ligt hoog,
dus valt het me wel tegen dat ik
hier veel zessen haal. Mijn studieadviseur helpt me goed en ik ga
er vanuit dat mijn cijfers hoger
worden nu ik gewend ben.”
Sinds een paar jaar woont Tessa,
die altijd bij haar ouders in Buggenum heeft gewoond, in een
flatje in Weert. De begeleiders zitten een paar deuren verderop. Zij
houden Tessa in de gaten, kijken
of ze de boel schoonhoudt en
eten kookt. En mocht ze een
paniekaanval krijgen dan zijn de
hulpverleners zo bij haar.
Over haar toekomst is ze heel
stellig. ,,Een baan, een man en
kinderen. Als ik over mijn toe-
“
Ik durfde op een
gegeven moment
niet meer terug
naar school.
Tessa van Daal
komst droom, dan zie ik mezelf
niet met een wajong-uitkering.’’
En die man? ,,Een vriend heb ik
niet. Ik maak ook niet zo snel
contact met gewone mensen.”
Ze schiet in de lach: ,,Ik weet niet
eens of er signalen zijn geweest.
Ik heb ze in elk geval niet opgepikt.”
Tessa is ervan overtuigd dat ze
het zonder het speciaal onderwijs
niet gered had. ,,Dan zat ik nu
thuis. Dan was ik op de middelbare school, door al die prikkels,
allang uitgevallen. En had ik ook
echt niet meer terug naar school
gedurfd.”
Samen met haar vader Pieter
volgt Tessa de ontwikkelingen
rond passend onderwijs. Ze moet
er niet aan denken dat zij en haar
klasgenoten van de school in Heeze naar een reguliere middelbare
school hadden gemoeten. „Sommige jongens konden best agressief worden en ik met mijn
paniekaanvallen. Zie je het voor
je? Die docenten weten dan toch
helemaal niet wat ze dan moeten
doen.”
Reageren? [email protected]
Eerder verschenen afleveringen
in deze serie vindt u op:
www.limburger.nl/krantdigitaal