Transcript LRP3blok08.2014

FYSIOTHERAPIE
en het behandelen van patiënten met
LAGE RUGPIJN.
Mei, 2014, blok 8, Gerard Koel.
INHOUD BLOK 8 :
• Kort overzicht artikelen in de map, blok 8.
• Voorbeeld casuïstiek: Annie 1 t/m/ 5.
Diagnostische studie Young et al (2003) :
1. Patroon ‘discogene’ LRP
2. Patroon ‘facettaire’ LRP
3. Patroon ‘sacro-iliacale’ LRP
Associatie met klinische bevindingen &
controle m.b.v. pijnreductie bij injecties.
Diagnostische studie Petersen et al (2004):
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Discogeen, reduceerbaar.
Discogeen, niet reduceerbaar.
Discogeen niet-mechanisch.
Compressie zenuw wortel.
Spinale stenose.
Facet syndroom.
SI syndroom.
Adhesie zenuw wortel.
Entrapment zenuw wortel.
Myofasciaal pijn syndroom.
Adverse neural tension (ANT, Butler).
Posturaal syndroom.
Dysfunctie syndroom.
Abnormaal pijn syndroom (chronisch pijn syndroom).
Diagnostische studie Petersen et al (2004):
Een strategie bij onderzoek LRP patiënt.
1. Onderzoek gericht op medische classificatie:
specifiek (‘rode vlag’) vs niet-specifiek.
2. Onderzoek gericht op anatomische, etiologische
factoren (orgaansystemen).
Discus / facet-hypo / facet hyper / myofasciaal /
neurogeen / SIG / ligamentair / ……
3. Onderzoek op ‘treatment’ (TBC: blokken 1 – 2)
4. Onderzoek op BDS: motorisch (dis)functioneren,
gaat om ‘kwaliteit van bewegen’
MCI (coördinatie) / actieve instabiliteit / statiek /
kracht / uithoudingsvermogen
5. Onderzoek op gele, blauwe en zwarte vlaggen.
Over myofasciale pijnsyndromen
en actieve MTP’s.
•
•
•
•
Het betreft belastinggerelateerde LRP /
bekken / beenpijn.
Relatie tussen klachtenregio en
MTP & referred pain.
Vaak vrij uitgebreide klachtenregio.
Spier met actieve MTP’s meestal beperkt
rekbaar
(>> gepaard met bew.beperking; ‘stiff’).
Kenmerken actieve MTP’s.
•
•
•
Harde streng in lengterichting spier.
In streng ‘gesensitiseerde’ punten:
- extra pijnlijk,
- met referred pain (liefst dè pijn),
- met local twitch response (LTR).
Spier heeft vaak beperkte rekbaarheid.
Behandelen actieve MTP’s.
•
•
•
Triggerpoint Pressure Release (TpPR);
vroeger: ischemische compressie.
Post-Isometric Relaxation (PIR);
ook wel: hold relax.
Myofascial Release Techniques (MRT);
massage / druk met rekkingen
- level 1: patiënt passief, geen rek;
- level 2: patiënt passief, met pre-stretch;
- level 3: patiënt passief, FT rekt spier tijdens;
- level 4: patiënt actief, rekt spier actief tijdens
druk (contractie / reciproke inhibitie)