Losse gegevens verwerven Bronnen zelfstandig gebruiken

Download Report

Transcript Losse gegevens verwerven Bronnen zelfstandig gebruiken

n*
ge
gin
tui
er
n.
ov
re
en
ise
an n
en
rg ture
ing
n o ijs
ud
ne nb
Ho
e
e
n
nn en
se
Pla oler
los
op
ntr
en
Co
lem
n
ob
ike
Pr
ru
eb
ng
ne
n
ve
ike
er
ru
rw
eb
ve
g
tie
ig
nd
ma
n
or
sta
rve
Inf
elf
we
nz
er
ne
sv
en
ev
on
Br
Evaluatie
Door
zetten
Zelfstandig
Verantwoordelijk
Aandacht
Nauwkeurig
Plannen
eg
eg
ss
Lo
P1
P2
P3
P4
P5
A1
A2
A3
A4
Z1
Z2
Z3
Z4
Z5
Z6
Z7
Z8
D1
D2
D3
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
MDM-doelen
Ik weet mijn werk zo te plannen dat ik alles zal afkrijgen.
Ik begin meteen met mijn werk en laat het niet liggen.
Ik kan goed bepalen wat belangrijk of dringend is en wat niet.
Ik twijfel niet te lang om te kiezen of te beslissen.
Alles wat ik organiseer, verloopt zoals ik het gepland heb.
Ik werk mijn taken steeds netjes af.
Ik begrijp opdrachten goed en werk er nauwkeurig aan.
Ik kan mij goed concentreren en laat met niet snel afleiden.
Ik draag veel zorg voor mijn materiaal en dat van anderen.
Ik kan zelfstandig werken, ook wanneer we iets nieuws leren.
Ik ben een plantrekker: op school, thuis, …
Als ik een taak krijg, kan men op mij vertrouwen dat ik ze goed uitvoer.
Als ik iets moeilijk vind, vraag ik hulp, zoek ik zaken op, …
Ik kan zelfstandig keuzes maken en beslissingen nemen.
Ik kan mij goed aan afspraken houden.
Als ik nieuwe informatie krijg, kan ik zelf de belangrijkste zaken eruit halen.
Ik kan zelf verschillende informatiebronnen gebruiken om anderen te informeren.
Ik ga uitdagingen niet uit de weg, maar blijf proberen tot het me lukt.
Als ik me onrustig voel, kan ik toch alles onder controle houden.
Wanneer ik aan een taak begin, werk ik deze ook steeds af.
Ik kan goed vertellen hoe ik een opdracht heb opgelost.
Zelfs als mijn opdracht mislukt, kan ik nog vertellen wat ik heb gedaan.
Ik ben kritisch voor mezelf. Als ik iets kan verbeteren, zal ik dat ook doen.
Wanneer ik vast zit, zoek ik tijdig hulp en blijf niet bij de pakken zitten.
Ik wil leren uit mijn fouten.
Anderen mogen mij verbeteren om tot een beter resultaat te komen.
Al iemand iets goed doet, zeg ik dat graag.
Als we in groep gewerkt hebben, kan ik goed vertellen wat we deden.
LL1
LL2
LL3
LL4
LL5
LL6
2
2
1
4
2
1
1
2
1
3
3
4
5
3
1
2
3
4
2
1
3
4
7
3
6
7
6
5
* Dominante houding / overtuiging
1 nauwkeurigheid
2 efficiëntie
3 zelfstandigheid
4 zelfvertrouwen
5 weerbaarheid
6 openheid
7 kritisch
Zo werk ik in groep
Zo zie ik mezelf in omgang met anderen
Zo zie ik mezelf
n
ke
er
nw
me ies
t
Sa
en
nv
co
n
ks
ve
re
ge
sp
toe
Ge
lijk
len
ge
tel
On
ps
o
et
len
re
sc
tel
Di
ps
ro
aa
en
rb
ler
ee
mu
W
or
f
n
ing
jge
en
kri
n m n en
ge
e
en
v
Ei
elp
ge
nh
ng
idi
ate ren
Le
nl
e
ne
nd
ge
ra
oo
vra
ing
lp
gv
er
r
d
Hu
Zo
ar
a
n
nw
lle
te
ste
ec
or
sp
Vo
Re
M1
M2
M3
M4
M5
M6
M7
M8
M9
M10
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A9
A10
A11
A12
G1
G2
G3
G4
G5
G6
G7
G8
G9
G10
G11
G12
G13
MDM-doelen
Ik ken mijn eigen interesses goed.
Ik kan goed keuzes maken en beslissingen nemen.
Als ik kwaad, angstig of triest ben, kan ik rustig zeggen wat ik voel.
Ik durf mijn mening in groep zeggen, zelfs al denkt men er anders over.
Ik weet van mezelf waar ik goed in ben.
Ik geloof in mezelf en heb voldoende zelfvertrouwen.
Wanneer iets plots verandert, pas ik me gemakkelijk aan.
Ik ben niet snel tevreden met mezelf en wil de puntjes op de i zetten.
Ik draag goed zorg voor materialen, lokalen, de speelplaats, …
Ik ben beleefd.
Zelfs als ik kwaad of ontgoocheld ben, begin ik niet te schelden of te vechten.
Ik kan in groep toegeven dat ik geen gelijk heb.
Als iemand iets goed doet, zeg ik dat graag.
Ik kan aan anderen duidelijk maken dat ik iets niet leuk vind.
Ik leg gemakkelijk contact. Ik vraag anderen om mee te doen.
Als ik ruzie heb met iemand, zoek ik naar een oplossing om deze bij te leggen.
Ik kan rustig tonen dat ik plagerijen en pesterijen niet duld.
Als twee vrienden ruzie maken, kan ik goed bemiddelen en mee een oplossing zoeken.
Ik accepteer andere kinderen zoals ze zijn.
Ik zie snel hoe iemand zich voelt en houd daar ook rekening mee.
Als iemand mij iets in vertrouwen vertelt, kan ik dat ook vertrouwelijk houden.
Ik ben vlug geneigd om anderen te helpen wanneer ik zie dat het nodig is.
Als de taken in een groep verdeeld zijn, leef ik de gemaakte afspraken goed na.
Ik kan luisteren naar wat anderen vertellen, zelfs al denk ik er anders over.
Ik kan met om het even wie goed in groep werken.
Ik kan zorgen voor een goede groepssfeer en kan de groep goed bij elkaar houden.
Ik aanvaard dat iemand anders de leiding heeft in de groep.
Ik zet me in een groep steeds 100% in om samen tot een resultaat te komen.
Ik voel me mee verantwoordelijk voor het groepsresultaat.
Ik kan in groep goed leiding geven en anderen werken graag onder mijn leiding.
Ik kan op een gepaste wijze laten weten wanneer ik het ergens niet mee eens ben.
Ik kan op een gepaste wijze laten weten dat iemand niet goed meewerkt in de groep.
Ik kan in een groep mijn mening uiten, zelfs al denk de meerderheid er anders over.
Wanneer ik vast zit, zoek ik tijdig hulp en blijf niet bij de pakken zitten.
Anderen mogen mij verbeteren om tot een beter resultaat te komen.
SV1.1 SV1.2 SV1.3 SV1.4 SV1.5 SV1.6 SV1.7 SV1.8 SV1.9 SV2
SV3