BIJLAGE 5 RICHTLIJNEN ELEKTRICITEIT

Download Report

Transcript BIJLAGE 5 RICHTLIJNEN ELEKTRICITEIT

Commissariaat-Generaal van de Belgische Regering
voor de Wereldtentoonstelling Milaan 2015
Vooruitgangstraat 50
1210 Brussel
BIJZONDER BESTEK NR. 2013/EXPOMILAN2015/01
GUNNINGSLEIDRAAD
BIJ DE
ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING
betreft:
Ontwerp, Bouw, Onderhoud, Ontmanteling en Afbraak van het Belgisch Paviljoen
voor de wereldtentoonstelling van Milaan in 2015
Italië, Milaan, site voor de wereldtentoonstelling Milan 2015 lot S8
informatie:
Contacteer de heer Leo Delcroix of mevrouw Marie-Noëlle Higny,
mail: [email protected] of [email protected]
BIJLAGE 5
RICHTLIJNEN ELEKTRICITEIT
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
55
ELEKTRISCHE INSTALLATIES
0.1 BEKNOPTE BESCHRIJVING
De elektrische sterkstroominstallaties omvatten:
-
een transformatorstation;
een aardingsnetwerk;
een hoogspanningskabel;
een algemene schakel- en verdeelinrichting voor laagspanning;
de schakel- en verdeelinrichting(en) voor laagspanning;
de verlichtingstoestellen en de bedieningstoestellen;
de contactdozen;
de veiligheidsverlichtingstoestellen;
de laagspanningskabels;
een bliksemafleiderinstallatie;
een equipotentieel verbindingsnetwerk
het leveren van de inplantingsplannen, de technische steekkaarten en de berekeningsnota’s.
0.2 ALGEMEEN
0.2.1 Hoogspanning
Gezien het gevraagde maximale vermogen van 1000 kVA, wordt de elektrische voeding van het
paviljoen verwezenlijkt door middel van een transformatorstation gelegen in het paviljoen.
Dit transformatorstation wordt op zijn beurt gevoed, via één of meer hoogspanningskabels vanaf een
hoogspanningsstation van 10 kV.
De inschrijver wordt verzocht zich te informeren bij de inrichters van de wereldtentoonstelling met
betrekking tot:
-
de precieze spanning;
-
de juiste plaats van het hoogspanningsstation 10 kV;
-
de topologie van verdeling (ster, open ring, …)
-
het nominaal onderbrekingsvermogen van de beveiligingsinrichting van het transformatorstation van het paviljoen;
-
het traject dat gevolgd moet worden door de hoogspanningskabel tussen het hoogspanningsstation en het transformatorstation;
-
de voorschriften met betrekking tot het plaatsen en tot de mechanische beveiliging van de
hoogspanningskabel over zijn ganse traject;
-
de voorschriften met betrekking tot de beveiliging van de hoogspanningskabel in het
transformatorstation;
-
de voorschriften met betrekking tot de meting van het elektrisch verbruik.
Alle voorschriften, verstrekt door de inrichters van de wereldtentoonstelling, zijn ten laste van de
inschrijver en begrepen in zijn offerte en in de te verwezenlijken elektrische installatie.
0.2.2 Laagspanning
Het aardverbindingsschema is van het type TT.
0.2.3 Toepasselijke documenten
De volgende documenten dienen te worden gevolgd in de hierna opgegeven orde van voorrang:
-
de wetten, besluiten en reglementen van toepassing in Italië;
-
het Algemeen Reglement van de tentoonstelling;
-
de bijzondere reglementen
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
56
-
de toelichtende onderrichtingen met betrekking tot de bijzondere reglementen;
-
de Europese normen;
-
de internationale normen en in het bijzonder de vernoemde normen welke in de volgende tekst
worden vermeld;
-
de Italiaanse normen
-
het Algemeen Reglement op de Elektrische installaties of het gelijkaardige reglement in Italië.
Dit laatste reglement is enkel van toepassing indien in de hiervoor opgesomde documenten geen
enkele verplichting bestaat met betrekking tot een gedeelte van de elektrische installatie.
0.2.4 Processen-verbaal van de proeven
Voor elk materiaal, toestel of apparaat waarvoor door de normen proeven zijn voorgeschreven,
overhandigt de aannemer de processen-verbaal inzake de typeproeven en van de opleveringstesten,
geattesteerd door een erkend organisme.
0.2.5 Oplevering door erkende controle-organismen.
Alle kosten en erelonen voor de opleveringen door erkende controle-organismen en/of door de
beheerders van het Paviljoen en door de inrichters van de Tentoonstelling maken deel uit van de
aanneming.
0.3 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
0.3.1 Transformatorstation
Er wordt een transformatorstation opgesteld in een met een sleutel afgesloten lokaal in de technische
zone en voorzien van een antipaniekstang binnen in dit lokaal.
Het hoogspanningsmateriaal dient van het volgende type te zijn:
• Metaalomsloten
• Toegangkelijkheidsgraad LSC 2A
• Minimaal risoco voor personen, in geval van interne boog
Dit transformatorstation bevat tenminste :
•
een aankomstcel uitgerust met:
o een stavenstelsel 630 A;
o een driefasige lastscheider met aardingschakelaar;
o de eindmoffen voor de driefasige hoogspanningskabels;
o 3 spanningsverklikkers;
o de bedieningstoebehoren;
•
een vertrekcel, indien van toepassing (open ring structuur)
o idem als aankomstcel
•
een beveiligingscel uitgerust met:
o een stavenstelsel 630 A;
o een driepolige scheider met aardingschakelaar;
o een driepolige vermogenschakelaar uitgerust met:
3 indirecte relais met de spannings- en stroomtransformatoren;
een uitschakelaar bij minimale spanning met vertraging;
o 3 spanningsverklikkers;
o de bedieningstoebehoren;
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
57
•
een verbruiksmetingscel uitgerust met:
o een stavenstelsel 630 A;
o de spannings- en stroomtransformatoren voor de telling;
•
een verbruiksmetingscel uitgerust met:
o een stavenstelsel 630 A;
o de spannings- en stroomtransformatoren voor de telling;
•
een cel waarin een driefasige vermogentransformator van het droge type 1000kVA opgesteld
is:
o de primaire spanning is 3x10 kV en de secundaire spanning is 3 x 400V/230V. Deze
transformator heeft beklede wikkelingen en de isolatie van deze wikkelingen is van de
klasse F volgens de publicatie IEC 85 voor de laagspanningswikkelingen en de klasse
B of F voor de hoogspanningswikkelingen.
De elektrische energieteller en alle nodige aansluitingen zijn begrepen in de aanneming. Nochtans en
dit in het geval dat de inrichtende maatschappij van de tentoonstelling eist dat de telling geschiedt
vanaf het hoogspanningsstation 10 kV, wordt de verbruikmetingscel niet uitgevoerd maar zullen alle
kosten begrepen zijn in de huidige aanneming.
Een plan met het elektrisch schema en met alle elektrische karakteristieken van de toestellen van het
transformatorstation wordt opgehangen aan de tegenoverliggende muur van het station.
Alle toebehoren, aanduidingsplaten en alle verplichte en reglementaire elementen (rubber
handschoenen, krukje, staaf…) moeten geleverd en geplaatst worden op de daartoe voorziene
plaatsen.
De volgende internationale normen zijn van toepassing :
IEC 62271-200 (2003) High Voltage Switch gear and control gear
IEC 56
Wisselstroomvermogenschakelaars voor hoogspanning
IEC 76-1
Vermogentransformatoren - deel 1 - Algemeenheden
IEC 76-2
Vermogentransformatoren - deel 2 - Temperatuursverhogingen
IEC 76-3
Vermogentransformatoren - deel 3 - Isolatieniveaus en de elektrische proeven
IEC 76-3-1
Vermogentransformatoren - Isolatieafstanden in de lucht
IEC 76-5
Vermogentransformatoren - deel 5 - Kortsluitvastheid
IEC 129
Wisselstroomscheiders en -aarders voor hoogspanning
IEC 265-1
Hoogspanningsschakelaars
IEC 282-1
Hoogspanningssmeltveiligheden - Stroombegrenzende smeltveiligheden
IEC 298
Metaalomsloten hoogspanningsschakelmaterieel met een nominale spanning tot en
met 52 kV
IEC 420
Schakelaar smeltveiligheidcombinaties voor hoogspanning
IEC 466
Metaalomsloten hoogspanningsschakelmaterieel
IEC 502
Energietransportkabels met geëxtrudeerde massieve di-elektrische isolatie voor
toegekende spanningen van 1 kV tot 30 kV
IEC 529
Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels
IEC 694
Hoogspanningsmaterieel - Gemeenschappelijke bepalingen voor de normen over
hoogspanningsschakelaars
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
58
IEC 726
Droge energietransformatoren
IEC 903
Specificatie voor handschoenen en wanten uit isolerend materiaal voor werken onder
spanning
IEC 1111
Tapijt in isolerend materiaal voor elektrische werken
IEC 1236
Zadels, paalklemmen en toebehoren voor werken onder spanning
IEC 1330
Geprefabriceerde onderstations voor hoogspanning/laagspanning
0.3.2 Aardingsnet.
Er zijn tenminste 3 aardverbindingspunten te verwezenlijken :
− de hoogspanningsaarding waaraan alle metalen onderdelen van het transformatorstation zijn
verbonden;
− de verdeelaarding waarmee het nulpunt van de secundaire van de transformator wordt
verbonden;
− de beveiligingsaarding waaraan worden aangesloten :
− de aardingsgeleiders die alle metalen onderdelen beveiligen en waarop alle installaties
die geaard moeten worden, aangesloten zullen worden;
− de hoofdequipotentiaalverbindingen.
Iedere aardingsweerstand is kleiner dan 5 Ohm.
0.3.3 Hoogspanningskabel(s).
Het betreft één of meer hoogspanningskabel(s) die de transformatorpost, opgericht in een met een
sleutel afgesloten lokaal in het Belgisch paviljoen, verbindt met het hoogspanningsstation 20 kV en
waarvan een vertrekcel ter beschikking gesteld zal worden door de inrichters van de
Wereldtentoonstelling.
Alle uitrustingen en werken aan het “vertrek” en de “aankomst” van deze kabel of deze kabels zijn
begrepen in de ingediende prijzen, alsook alle prestaties, werken, beveiligingselementen en om het
even welke kosten verbonden aan alle bestaande normen en reglementeringen.
De kabel(s) worden op volgende wijze berekend :
− het spanningsverlies in een kabel, op basis van het maximum vermogen van het
transformatorstation van het Belgisch paviljoen, zal over de ganse lengte van de kabel(s)
minder zijn dan 5 % zodat de regeling van de transformator een spanning van 400 V/230 V aan
de secundaire kant van de transformator mogelijk maakt;
− de opwarming van de kabel(s) bij het voornoemde maximale vermogen, is minder dan de
opwarming van het betrokken kabeltype die is toegelaten door de overeenkomstige normen.
Het kabelvertrek wordt beveiligd door een uitrusting waarvan het toegekende nominale
uitschakelvermogen beantwoordt aan de voorschriften van de inrichters van de Wereldtentoonstelling.
0.3.4 Algemene laagspanningsschakelinrichting.
De schakelinrichting is conform aan alle hiervoor reeds voornoemde reglementen en normen en meer
bepaald aan :
− de norm IEC 439-1 - Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen - Eisen voor
samenstellingen met gehele en gedeeltelijke typegoedkeuring.
Deze is van het type met gedeeltelijke typegoedkeuring.
De schakelinrichting is gebouwd in functie van het maximale vermogen van de transformator waaraan
hij wordt aangesloten en in functie van de toegekende toegelaten stromen van korte duur waaraan hij
kan worden onderworpen.
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
59
Alle kabelvertrekken zijn uitgerust met vermogenschakelaars (geen lastscheiders - smeltveiligheden)
met aanduiding van de schakelstand.
De schakelinrichting wordt geplaatst in een technisch lokaal, afgesloten met een sleutel, dat hetzelfde
mag zijn als dit van het transformatorstation.
De schakelinrichting is uitgerust met alle kabelvertrekken, noodzakelijk voor de installaties die deel
uitmaken van de huidige aanneming en ondermeer:
− verwarming;
− ventilatie en luchtbehandeling;
− lift;
− geheel der verdeelborden voor laagspanning
− verlichting en contactdozen v/h geheel;
− elektronische uitrustingen.
Buiten de hiervoor genoemde uitrustingen en reserveplaatsen bezit de algemene laagspanningsschakelinrichting een reserve van 20 %.
De algemene laagspanningsschakelinrichting is aan de aankomst van de kabels komende van de
secundaire van de transformator, uitgerust met een vierpolige schakelaar 1250 A met roterende
bediening en zichtbare onderbreking, van een regelbare differentieelschakelaar van 3A en van
overspanningsbeveiligingen (beveiligd door aangepaste automatische schakelaars) voor een
maximale afvoerstroom van 65 kA en een spanningsdrempel van 2 kV.
De toegelaten toegekende stroom van korte duur is tenminste 50 kA.
Het elektrisch energieverbruik van het Belgisch paviljoen valt ten laste van de Commissariaat, het is
dus algemene afteller voor de elektrische energie te voorzien.
De bekabelingen en de ruimte waarin de spannings- en stroomtransformatoren zich bevinden, in het
algemene laagspanningsgedeelte zijn eveneens voorzien in de aanneming, evenals alle nodige
elektrische en mechanische beschermingen.
0.3.5 Verdeelinrichtingen voor laagspanning.
Deze verdeelinrichtingen zijn conform met alle hiervoor reeds voornoemde reglementen en normen en
meer bepaald met:
− de norm IEC 439-1 - Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen - Eisen voor
samenstellingen met gehele en gedeeltelijke typegoedkeuring.
De verdeelinrichtingen zijn van het type met gedeeltelijke typegoedkeuring.
De verdeelinrichtingen zijn gebouwd in functie van het vermogen van de verschillende te beveiligen
uitrustingen en van de toegekende toegelaten stromen van korte duur waaraan ze kunnen worden
onderworpen.
De vertrekken worden uitgerust met vermogenschakelaars (geen combinaties schakelaarsmeltveiligheden) met magneto-thermische uitschakeling.
De verdeelinrichtingen worden geïnstalleerd op plaatsen buiten het bereik van het publiek (lokalen of
nissen gesloten d. m. v. een sleutel) of op onopvallende plaatsen en die geen gevaar kunnen
veroorzaken.
Alle verdeelinrichtingen moeten afgesloten kunnen worden d. m. v. een sleutel.
In het algemeen bevat elke verdeelinrichting de functionele eenheden voor de bediening en de
beveiliging van :
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
60
-
de verlichting;
de lichte drijfkracht (huishoudelijke contactdozen);
de voeding van de informatica-uitrustingen (aangepaste contactdozen);
de drijfkracht en andere uitrustingen van delen zoals elektronische of elektromechanische;
In iedere verdeelinrichting laat een vierpolige schakelaar met toegekende stroomsterkte aangepast
aan de inhoud van de verdeelinrichting, toe de voeding ervan uit te schakelen met uitzondering van de
verlichting in de verdeelinrichting.
Iedere functionele eenheid (bijvoorbeeld : verlichting of lichte drijfkracht) is uitgerust met een vierpolig
railstelsel vanwaar de voeding naar de verschillende kringen vertrekt.
Vóór ieder van deze railstelsels bevindt zich een vermogenschakelaar met aangepaste toegekende
stroomsterkte en een differentieel schakelaar met gevoeligheid 300 mA.
Het railstelsel van de informatica-uitrustingen wordt, naast de hiervoor voornoemde uitrustingen, nog
aangevuld met 3 eenpolige overspanningsafleiders voorzien van een filter die toelaat een
afschermingsniveau Up van 1hV te garanderen.
Deze verdeelinrichtingen zijn van het type kast of van het type kastje.
De toegelaten toegekende stroom van korte duur is minimum 25 kA.
De aftakkingen op het railstelsel geschieden zonder boringen door gebruik te maken van
aansluitblokken en aangepaste bouten.
De apparatuur wordt afgeschermd door modulaire schermen in kunststof en uitgerust met klemmen
die een snelle sluiting toelaten. De afschermplaten hebben bij open deuren een beschermingsgraad
van ten minste IP 40.
De bedrading tot maximum 4 mm² wordt geplaatst hetzij in draadkanalen, hetzij uitgevoerd in bundels
(max. 10 per bundel). Het is verboden draadkanalen te gebruiken voor grotere draadsecties.
Alle verdeelinrichtingen die uit meer dan 6 toestellen bestaan, bevatten verder:
-
een tweepolige contactdoos met aarding, die van het modulaire type is voor montage op een
DIN-rail;
een verlichtingstoestel met fluorescentielamp;
Ze worden gevoed door een kring, aangesloten vóór de hoofdschakelaar en beveiligd door een
tweepolige uitschakelaar van 16A.
De verlichting en de deurschakelaar hebben een beschermingsgraad IP 20 volgens de norm NBNC
20-001.
De proeven ter plaatse inzake de elektrische werking, voorzien in artikel 8. 31 van de norm EC439-1
zijn verplicht voor alle verdeelinrichtingen.
De verdeelinrichting heeft steeds een reservevolume van 20 %. Deze reserve is niet noodzakelijk voor
verdeelinrichtingen die minder dan 6 toestellen bevatten.
0.3.6 Bedienings- en verlichtingstoestellen
De volgende lokalen, gangen, uitwegen en ruimten worden uitgerust met verlichting of met
aansluitpunten voor verlichting waarvan de karakteristieken worden vermeld in de volgende paragraaf
:
0.3.6.1 Bediening van de verlichting
- voor elke ruimte (gang, uitweg, trap of lokaal) toegankelijk langs één zijde wordt een
bedieningsschakelaar voor de verlichting voorzien.
- voor elke ruimte toegankelijk langs twee kanten wordt een wisselschakelaar aan elke toegang
geplaatst voor de bediening van het geheel van de verlichting.
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
61
- voor elke ruimte die toegankelijk is langs meer dan twee kanten, wordt een drukknop voorzien
aan elke toegang voor de bediening van het geheel van verlichtingen door een
afstandsschakelaar, geïnstalleerd in de betrokken verdeelinrichting op laagspanning.
0.3.6.2 Verlichting.
Alle ballasten zijn van het elektronische type.
Deze onderneming omvat het leveren en plaatsen van de bekabeling; het plaatsen en aansluiten van
de verlichtingstoestellen is ook vervat in de levering van de verlichtingstoestellen.
0.3.6.3 Tentoonstellingshall
Er moet door de inschrijver een studie worden gemaakt en bezorgd van het volledige ontwerp van de
tentoonstellingshall.
De inschrijver moet het aandrijfvermogen en de verlichting aanpassen in functie van zijn
ontwerpvoorstellen voor deze tentoonstellingsruimte, dit geldt meer bepaald voor:
-
de algemene verlichting (onderhoud, onthaal, rondweg en bezoekers);
-
de specifieke verlichting voor een goede werking van het voorgestelde ontwerp;
-
de noodverlichting (autonome noodblokken en pictogrammen);
-
de branddetectie (in alle ruimte, in de valse plafonds en valse vloeren als die er zijn);
-
de elektrische kasten (algemene en verdeelkasten) voor laagspanning;
De ontwerper maakt volgende studies in functie van het aan de bezoeker voorgestelde ontwerp:
-
welke zijn de kenmerken van de te gebruiken lichtbronnen (bij voorkeur lichtbronnen die weinig
energie verbruiken, zoals fluorescentielampen, LED of HIT);
-
de plaatsen waar de verlichtingstoestellen geïnstalleerd kunnen worden en de manier
waarop ze worden bevestigd;
-
het aantal en de inplanting van de noodverlichting met pictogrammen volgens de ter plaatse
geldende voorschriften en reglementeringen.
-
hij maakt een studie van de bedieningsinrichting en regeling aangepast aan het ontwerp van de
tentoonstelling; automatisch voor de verlichtingstoestellen en handmatig voor de
verlichtingstoestellen voor de onthaalruimtes “hostesses” of voor de vaste verlichtingstoestellen in
de tentoonstellingshall. Dit omvat meer bepaald de schakelaars voor de verlichting, de algemene
schakelaar voor alle installaties en plaatsen en middelen om de schakelaars te bevestigen (in- of
opbouw).
De inschrijver levert en plaatst:
-
tweepolige elektrische contactdozen 230V/50hz (10 of 16A), voorbehouden voor het
onderhoud met een minimum van een contactdoos om de 10 meter;
esthetische verlichtingstoestellen (naar keuze van de architect) voor een minimumverlichting
van 300 lux in de onthaalzone (onthaaldesk en toonkasten in de tentoonstellingszone);
functionele verlichtingstoestellen voor het onderhoud met een minimum van 100 lux op de
vloer voor de hele onderhoudsruimte;
een koffertje met alle beveiligings-, bedieningsmiddelen en de schakelaars (drukknoppen of
andere) nodig voor het bedienen van de verlichtingstoestellen in de onthaal- en
onderhoudszone.
In aanvulling van de voorschriften vervat in het hoofdstuk inzake de branddetectie-installatie, moet
worden opgemerkt dat het gebruik van een lineaire optische detector toegelaten is. Daaraan moet
bijzondere aandacht worden besteed bij het kiezen van de plaats van de zenders en ontvangers in
functie van het voorgestelde ontwerp.
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
62
0.3.6.4 Winkel
Een functionele en esthetische verlichting (spots van het type flood en gerichte spots) , met hoog
rendement, op rails met mogelijkheid om de toestellen te verplaatsen over de volledige lengte van de
winkel en om de toestellen 360° horizontaal en 90°v erticaal te draaien .
•
•
een gemiddeld aan te houden verlichtingsniveau: 300 (voor de flood-bundels) tot 500 lux (voor
de gerichte bundels);
uniformiteit (E min / E moyen) > 0,3;
0.3.6.5 Keuken
In de dichtstbijzijnde verdeelinrichting zijn voor de verlichting van de keuken twee kringen voorzien :
- een kring eindigt in het midden van het plafond met een kabelreserve van 3 m;
- een kring komt toe op een van de wanden met een kabelreserve van 5 m.
De verlichtingstoestellen worden uitgerust met fluorescentielamp met Ra > 80 en aangepast aan de
werkomstandigheden; de kleurtemperatuur is 4500 K. Het gemiddeld te behouden verlichtingsniveau
en de uniformiteit ervan op een hoogte van 0,8 boven de vloer zijn groter dan 300 lux en beter dan
0,60. Het minimale verlichtingsniveau op de werkvlakken is hoger dan 300 lux;
0.3.6.6 Foodcorner
Voor de verlichting van het restaurant wordt een kring voorbehouden in de dichtstbijzijnde
verdeelinrichting op laagspanning. Deze kring komt aan in het midden van het plafond en heeft een
reservekabel van 5m.
Esthetisch verantwoorde lichttoestellen garanderen een te behouden minimum verlichtingsniveau van
300 lux op de tafels. De lichtbronnen hebben een Ra > 80 en een kleurtemperatuur hoger dan 4500 K.
0.3.6.7 VIP-ruimte
Hier gelden dezelfde voorschriften als voor het restaurant.
0.3.6.8 Administratieve burelen
In de dichtstbijzijnde verdeelinrichting worden 2 kringen voorbehouden voor de verlichting van de
burelen :
- een kring eindigt in het midden van het administratief bureel (met kabelreserve van 5 m);
- een kring eindigt in het midden van het landschapsbureel (met kabelreserve van 5 m).
De verlichting gebeurt met verlichtingstoestellen uitgerust met T5 fluorescentielampen met Ra > 80.
Deze verlichtingstoestellen hebben een esthetisch verantwoord uitzicht en hebben een gemiddelde
luminatie beperkt tot 200 cd/m² in de lengte en in de dwarse richting, en in de hoeken groter dan of
gelijk aan 60° t. a. v. de verticale.
In de bureelzones gelegen op tenminste 50 cm van de wanden van deze lokalen en op een hoogte
van 0,80 m boven de vloer is het te behouden gemiddeld verlichtingsniveau meer dan 500 lux en de
uniformiteit beter dan 0,70.
0.3.6.9 Sanitaire installaties
- de te gebruiken lichttoestellen zijn esthetisch onberispelijk;
- de kleurweergave-index van de lichtbronnen Ra is hoger dan 80;
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
63
- de kleurtemperatuur van de lichtbronnen is gelijk aan of lager dan 3000° K;
- op een hoogte van 0,80 m boven de vloer zijn het te behouden gemiddeld verlichtingsniveau en
de uniformiteit hoger dan 150 lux en 0,50;
- het verlichtingsniveau ter hoogte van het aangezicht van de personen (tussen 1,5 m en 1,8 m
hoogte) die zich voor de wasbakken bevinden is ten minste 150 lux zonder dat deze personen
verblind worden.
0.3.6.10 Technische lokalen
De verlichtingstoestellen geplaatst in de technische lokalen zijn van het druipwaterdichte type en
uitgerust met T5 fluorescentielampen.
In de zones gelegen op een afstand van ten minste 50 cm van de wanden en op een hoogte van 0,80
m boven de vloer is het te behouden gemiddeld verlichtingsniveau meer dan 150 lux en de uniformiteit
beter dan 60°.
0.3.6.11 Opslagruimten
Hier gelden dezelfde voorschriften als voor het technisch lokaal.
0.3.6.12 Archiefruimte
Hier gelden dezelfde voorschriften als voor het technisch lokaal.
0.3.6.13 Gangen
In het midden van de gang zijn het te behouden gemiddeld verlichtingsniveau en de uniformiteit
respectievelijk hoger dan 150 lux en 0,6.
0.3.6.13.1 Contactdozen
De contactdozen zijn net als de schakelaars ingewerkt.
Alleen de volgende contactdozen in de lokalen en installaties volgen deze regel niet :
-
in de technische lokalen;
in de opslagruimten;
in de archiefruimten;
in voorlopige installaties.
Het aantal contactdozen per lokaal of per plaats wordt hierna opgegeven.
De contactdozen waarvan de karakteristieken niet aangeduid worden, zijn tweepolige contactdozen
16 A met aarding.
- Tentoonstellingshall : zie hoofdstuk over de tentoonstellingshall;
- Boetiek : 3 contactdozen aan de hoofdingang;
- Keuken : -
-
1 kring voor een vierpolige aansluiting 4x16A+T voor oven en kookplaten;
2 kringen met een tweepolige contactdoos 16A+T voor 2 vaatwasmachines;
1 kring voor een elektrische voeding 2x16A met aarding voor de dampkap;
tweepolige contactdozen met aarding op basis van 1 contactdoos om de 2 m en
met 4 contactdozen per kring.
-
4 tweepolige contactdozen 16A + aarding (op 1 onafhankelijke kring
aangesloten) voor de zone van het buffet;
1 tweepolige contactdoos 16A + aarding iedere 5 m boven de plint op de wand.
- Restaurant
- VIP-ruimte:
- 1 tweepolige contactdoos 16A + aarding iedere 5 m boven de plint op de wand.
- Administratieve bureaus : op elke muur wordt een plint met twee onderverdelingen (sterkstroom
en zwakstroom) geplaatst; om de 2,5 m wordt hierin een normale
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
64
contactdoos, een contactdoos voor informaticagebruik en een
connector voor informatica ingebouwd.
- Sanitaire installaties : 2 contactdozen naast de wasbakken op een hoogte van ongeveer 1,8 m.
- Technische ruimte: 2 contactdozen op elke wand in elk lokaal.
- Opslagruimte: 12 contactdozen op elke wand.
- Archiefruimte : 2 contactdozen op elke wand.
- Gang niveau +1 : 1 contactdoos om de 10 m.
Met uitzondering van de kringen waarvan het maximale aantal contactdozen beperkt wordt en kleiner
is dan 8 (o. m. in keuken) is het aantal contactdozen per kring ten hoogste gelijk aan 8 voor zover de
Italiaanse normen hieromtrent geen andere voorschriften opleggen, maar in elk geval niet meer dan
3600 VA per kring.
Voor de tentoonstellingshall en de winkel zijn de hier voorziene contactdozen ieder op een
afzonderlijke kring aangesloten en uitsluitend voor dit doel bestemd.
Op een kring mogen enkel contactdozen van hetzelfde lokaal aangesloten worden.
0.3.7 Veiligheidsverlichtingstoestellen
Voor zover de Italiaanse reglementering niet meer eist dan hetgeen in de hierna volgende paragraaf
wordt opgegeven, en dat hieraan dus voldaan moet worden, moet het volgende lichtniveau worden
behouden wanneer de normale voeding van het gebouw wegvalt:
- 5 lux :
- in de technische ruimten;
- in de kruisingen van gangen, trappen en uitwegen;
- in de nabijheid van de brandblusmiddelen.
- 1 lux :
- in de gangen, op trappen en in uitwegen;
- in de 2 gangen van de tentoonstellingshall;
- in het restaurant;
- in de VIP-ruimte;
- in de keuken.
Dit verlichtingsniveau moet tenminste gedurende 1 uur aangehouden worden.
De veiligheidsverlichtingstoestellen met een pictogram duiden de te volgen richtingen aan naar de
uitgangen en de nooduitgangen op alle plaatsen waar de reglementen dat vereisen. Deze toestellen
hebben ook een autonomie van tenminste 1 uur.
De inschrijver bezorgt ook een evacuatieplan met inplanting van alle veiligheidstoestellen en
pictogrammen.
0.3.8 Leidingen voor zwakstroom
Alle technische leidingen worden aan het zicht onttrokken of ze nu geplaatst worden in de wanden, in
valse plafons of in schachten, of dat ze ingewerkt zijn en dit met uitzondering van de volgende
leidingen die in opbouw mogen worden geplaatst:
- leidingen in de technische ruimten, de opslagruimte en de archiefruimten;
- voorlopige leidingen;
- wandplinten voor elektrisch gebruik in de burelen.
0.3.9 Bliksemafleidingsinstallatie
Er wordt een bliksemafleidingsinstallatie geïnstalleerd die voldoet aan de Italiaanse normen indien de
Italiaanse reglementeringen en deze van de wereldtentoonstelling dit opleggen.
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
65
0.3.10 Overspanningsbescherming
Er wordt overspanningsbescherming geïnstalleerd in de elektrische borden, die voldoet aan de
Italiaanse normen indien de Italiaanse reglementeringen en deze van de wereldtentoonstelling dit
opleggen.
0.3.11 Equipotentialen
Er moeten equipotentiale verbindingen geïnstalleerd en aangesloten worden, zoals opgelegd door de
Italiaanse reglementeringen.
0.3.12 Te leveren uitvoeringsdocumenten en documenten "as built"
De volgende documenten moeten worden voorgelegd in ten minste 5 exemplaren:
- voor de aanvang van elke uitvoering : de uitvoeringsdocumenten (de installaties, zoals ze zullen
uitgevoerd worden);
- bij de voorlopige oplevering van de installatie : de documenten “as built” (zoals de installaties
werkelijk werden uitgevoerd).
Deze documenten omvatten :
- de volledige inplantingsplannen van de volledige elektrische installatie;
- de technische fiches van elk apparaat, toestel en uitrusting die werden geplaatst;
- de berekeningsnota’s met betrekking tot de elektrische installatie en o. m. met de
laagspanningsschakelinrichtingen, het elektrisch net en de verlichting;
- de processen-verbaal van de type-proeven.
Op het einde van de aanneming worden door de aannemer de volgende documenten overhandigd:
- alle processen-verbaal van de ter plaatse uitgevoerde proeven;
- het proces-verbaal van een in Italië erkend controleorganisme dat de conformiteit van de
elektrische installatie tegenover de in voege zijnde reglementeringen attesteert.
Bijlage 5 Richtlijnen Elektriciteit
Bijzonder Bestek 2013/EXPOMILAN2015/01
66