adviezen - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

Download Report

Transcript adviezen - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Landschapspark fort Lieze te Puurs

(dossiernummer dienst MER: SCRPL13168)

1.

Aangeschreven instanties en historiek

Op 8 oktober 2013 werd het dossier m.e.r-screening overgemaakt aan de dienst MER (Milieueffectrapportagebeheer) voor het verkrijgen van een preadvies en de lijst met aan te schrijven adviesinstanties. Het preadvies en de lijst werden verkregen op 18 oktober 2013. De aanbevelingen uit het preadvies werden integraal verwerkt in het ‘verzoek tot raadpleging’.

Op basis van de lijst aangeleverd door de dienst MER werd op datum van 19 november 2013 het ‘verzoek tot raadpleging’ verstuurd naar de verschillende adviserende instanties. Het verzoek tot raadpleging bestaat uit de aangepaste m.e.r screening met bijlagen. Onderstaande instanties werden uitgenodigd om hun advies te verlenen op de m.e.r-screening: 0.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

De gemeente Puurs (initiatiefnemer); Provinciebestuur Antwerpen, departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit - dienst Ruimtelijke Planning BLOSO, afdeling Infrastructuur en Logistiek ANB – Antwerpen Departement Landbouw en Visserij, afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling – Antwerpen Ruimte Vlaanderen – APL – Antwerpen Onroerend Erfgoed - Antwerpen Departement MOW VMM - Afdeling Operationeel Waterbeheer Alle adviesinstanties hebben een advies verleend.

2.

Advies van de betrokken instanties m.b.t. de m.e.r.- screening

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Landschapspark fort Lieze te Puurs hebben de verschillende adviserende instanties het ‘verzoek tot raadpleging’ doorgenomen en hun advies overgemaakt. Onderstaand worden de opmerkingen besproken. 1.

2.

3.

4.

Provinciebestuur Antwerpen, departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit - dienst Ruimtelijke Planning a.

Kan de inrichting van de bunkers als kindvriendelijk speelelement samengaan met de aanwezigheid van de vleermuizen? b.

c.

d.

Bij de beoordeling van het vleermuizenhabitat dient het selectief terugbrengen van beplantingen nader gespecifieerd te worden. Kan de inrichting van het gebied samengaan met de versterking van de vleermuizenhabitats? De effecten op de enige landbouwer dienen nagegaan te worden? e.

Wat is de implicatie op de buurtweg nr. 51? Ruimte Vlaanderen – adviseert gunstig met volgende aandachtspunten: a.

Vraagt om langsheen de Molenbeek een reservatiestrook te voorzien. b.

Vraagt duidelijkheid inzake het grondverzet voor de realisatie van de parkbegraafplaats en de impact op de bestaande bebouwing. Departement Mobiliteit en openbare Werken – gaat akkoord met de m.e.r.-screening en heeft een aantal opmerkingen: a.

Het departement had graag meer duidelijkheid over het parkeren. Landbouw en Visserij- Afdeling Duurzame landbouwontwikkeling heeft volgende opmerkingen: a.

b.

Het HAG-gebied dient beschreven en gecompenseerd te worden; De impact op de getroffen landbouwer dient duidelijk geschetst te worden

BUUR |

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP landschapspark Fort Liezele te Puurs |

Nota voor de dienst MER

|

pagina 1 van 5

5.

6.

7.

8.

Het Agentschap Natuur en Bos formuleert een aantal bijzonder waardevolle aanbevelingen die in het opgenomen worden in het RUP. Echter heeft de dienst twee cruciale opmerkingen: a.

ANB ziet geen meerwaarde in een zachte verbinding tussen buurtweg 51 en het Winkelveld. b.

In functie van de voortoets passende beoordeling vraagt ANB om op de steilrand met de Molenbeekvallei een 20m brede corridor te voorzien die in zijn volledigheid bebost wordt of voorzien wordt van een voldoende robuuste houtkant. Onroerend Erfgoed – formuleert volgende opmerkingen: a.

mbt. discipline archeologie: b.

het uitvoeren van een archeologisch vooronderzoek; mbt. discipline landschappen: Het vrijwaren van de steilrand met de Molenbeekvallei; Het behouden van het historische referentiebeeld in het weiland tegen de Molenbeek; De maatgeving en materialisatie van de paden dient herzien te worden, tevens ontbreekt enige motivatie. De voorziene oppervlakte van de bebouwing en de daar bij horende terrassen zijn te ruim; De voorkeur gaat uit naar parkeren op het gras ipv. op een grasverharding; Bloso – geen opmerkingen bij de m.e.r.-screening Vlaamse Milieumaatschappij – adviseert gunstig.

3.

Verduidelijking van de effecten mbt. mobiliteit

In het RUP worden twee permanente parkeerclusters voor het autoverkeer ingericht en dit ter hoogte van de Fortlaan (tvv het fort) en de Kimpelberg (tvv de parkbegraafplaats) met elk 30 parkeerplaatsen. De parkeeraantallen werd voorzien voor een normaal gebruik voor het landschapspark (de parkeercijfers zijn gebaseerd op basis van eerdere ervaringen). De twee clusters worden ontsloten langsheen een aparte parkweg die aansluit op de Molenstraat. Niet- permanente parkeerplaatsen kunnen bij de organisatie van evenementen voorzien worden op een grasvlakte en dit ten zuiden van de Kimpelberg. MOW vraagt om de fietsparkeerplaasten zo dicht als mogelijk bij de bestemming te plaatsen, tevens worden bij voorkeur deze inrichtingen uit de zone voor Aleph gehaald. Er wordt verduidelijkt dat de fietsstallingen in de Aleph-zone voorzien worden voor het globale landschapspark en niet specifiek voor het fort of de parbegraafplaats. Zoals omschreven in de m.e.r-screening blijft de bestaande buurtweg nr. 51 ongewijzigd. Het RUP voorziet de kortsluiting tussen deze buurtweg en de wegenis van het Fabiolapark voor het zacht verkeer. Onroerend erfgoed vraagt om de zone van de parkfilter te beperken tot de buurtweg nr. 51, om zo te vermijden dat parkeerplaatsen zo ver in het landschap voorzien worden. Er wordt verduidelijkt dat parkeervoorzieningen sowieso beperkt worden tot de desbetreffende buurtweg. De bestemming van de parkfilter dient eveneens in de overgang in te staan tussen de evenementenweide en de parkbegraafplaats. Dit zal in het RUP verduidelijkt worden.

4.

Verduidelijking van de effecten mbt. natuur

De bestaande bunkers ten zuiden van de Fortbaan kunnen ingericht worden voor vleermuizen, aan de buitenzijde van deze bunkers wordt het maaiveld opgehoogd naar analogie van hun historisch referentiebeeld. Kinderen kunnen op en tussen deze bunkers spelen. De doelstelling inzake natuur, herstel van het erfgoed en informele speelruimtes tussen de bunkers conflicteren niet met elkaar. De bunkers zijn voldoende geluidswerend en afgesloten zodat de vleermuizen in deze potentiële habitat niet gestoord worden. Ter hoogte van het fort kunnen de beplantingen selectief teruggebracht worden om het fort meer visibel te maken. ANB en de provincie vragen hier duidelijkheid waar dit het geval zal zijn. De zichtassen tussen het fort en het landschapspark zullen

BUUR |

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP landschapspark Fort Liezele te Puurs |

Nota voor de dienst MER

|

pagina 2 van 5

op het grafisch plan aangeduid worden. Hierbij is het niet de bedoeling de habitat of de foerageermogelijkheden voor de vleermuizen in te perken. De zichtrelaties zijn reeds bestaand en zullen beperkt worden in hun breedte (3x ca. 5,00m). Zoals het advies van ANB aangeeft zal het landschapspark een aantal niet onbelangrijke meerwaardes kunnen bieden voor de bestaande vleermuizenhabitats. In de parkbegraafplaats wordt een grondverzet voorzien van ca. 40cm en dit ter hoogte van de begraafvelden. Het noodzakelijke grondverzet houdt steeds voldoende afstand van de naburige (woon)percelen. Het masterplan voorziet in een gesloten grondbalans. ANB formuleert een aantal bijzonder waardevolle aanbevelingen die in het opgenomen worden in het RUP. De dienst heeft echter twee cruciale opmerkingen. Over deze opmerkingen werd dd. 28 maar 2014 overleg gevoerd met de berokken dienst. Vanuit haar discipline kan ANB de zachte verbinding tussen buurtweg 51 en het Winkelveld niet volmondig ondersteunen. Er wordt afgesproken dat de gemeente de verbinding voorziet met minimale impact op de vallei en zodanig dat faunapassage langsheen de waterloop en het waterbergend vermogen van de vallei niet gehypothekeerd wordt (door middel van de best beschikbare middelen, bvb. vlonderpad). Verlichting wordt langsheen het pad niet mogelijk gemaakt en een politiereglement kan in een verbod voorzien voor bromfietsen en honden zonder leiband. De gemeente zal ANB verder betrekken bij de verdere uitwerking van het pad en ANB zal goede voorbeelden aanleveren (bvb. het werken zonder landhoofden, het voorzien van KLE’s ed.). ANB vraagt om op/langs de steilrand van de Molenbeekvallei een 20m brede corridor te voorzien die in zijn volledigheid bebost wordt of voorzien wordt van een voldoende robuuste houtkant. Onroerend erfgoed daarentegen vraagt om deze steilrand zichtbaar te houden en te vrijwaren in haar historische referentiebeeld. Er wordt afgesproken om kleinere groepen knotbomen te voorzien langsheen de valleirand als geleiding voor de vleermuizen. Ruimte Vlaanderen vraagt om langsheen de Molenbeek een reservatiestrook te voorzien. Deze vraag zal eveneens ingewilligd worden.

5.

Verduidelijking van de effecten mbt. landbouw

De Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling en de provincie duiden erop dat de planopties een impact zullen hebben op één landbouwer. Het areaal in het RUP betreft ongeveer 25% van het grondareaal van deze ene professionele landbouwer. Er wordt verduidelijkt dat het gebied een huidige recreatieve bestemming heeft en dat de gemeente het merendeel van deze zone in eigendom heeft (ca. 80%). De gemeente heeft op haar percelen geen pachtovereenkomsten lopen. Met de aanwezige landbouwer(s) werden gebruiksovereenkomsten opgemaakt, deze landbouwer(s) zijn maw. op de hoogte van een nakende nieuwe bestemming van het gebied. De gemeente is momenteel in overleg met de andere eigenaars om de resterende gronden te verwerven. De Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse Overheid heeft voor het ruime gebied van het RUP een landbouwimpactstudie (LIS) opgemaakt. Uit deze analyse blijkt dat landbouwgebruikswaarde van de gronden, gelegen in het RUP, eerder laag gewaardeerd worden (bedrijfseconomisch) en dit alhoewel de hoge gebiedsbetrokkenheid. De hoge gebiedsbetrokkenheid kan verklaard worden door de aanwezigheid van de ene landbouwer.

BUUR |

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP landschapspark Fort Liezele te Puurs |

Nota voor de dienst MER

|

pagina 3 van 5

Landbouwimpactkaart (LIS) Landbouwstructuurkaart (LIS) Landbouwgebruikskaart (LIS)

De landbouwer, maar ook de andere eigenaars kunnen financieel en/of in grondoppervlakte gecompenseerd worden. Bij grondverwerving voor de realisatie van het landschapspark zullen sowieso financiële compensaties getroffen worden. De besprekingen met de landbouw(s) en andere eigenaars in het gebied zijn reeds een tijd lopende. Een kleiner deel van het gebied (ca. 1,57 ha) wordt bestemd HAG-gebied (zone ten zuiden van de Fortbaan). Alhoewel deze percelen geen huidig landbouwgebruik kennen dient het areaal te herbestemmen landbouwgebied gecompenseerd te worden. Volgende gebieden komen in aanmerking voor deze compensatie: recreatiegebied Gansbroekstraat Ruisbroek (0,70 ha); recreatiegebied Gemeentekant Ruisbroek (0,70 ha); recreatiegebied Eikse Amer (0,90 ha). In samenspraak met de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling zal de gemeente het te compenseren gebied(en) aanduiden en het herbestemmingsproces op starten. Dit (deel)RUP zal is een ander proces gevoerd worden zodat een ruimer kader aangereikt kan worden.

6.

Verduidelijking van de effecten mbt. erfgoed

Onroerend erfgoed formuleert een aantal bijzondere waardevolle aanbevelingen die in het opgenomen worden in het RUP. Echter stellen zij dat de parkbebouwing en de bijhorende terrasruimte te ruim gedefinieerd zijn. De parkbebouwing werd reeds in het Masterplan afgestemd met de dienst, de oppervlaktes zijn hierbij niet structureel gewijzigd. De grootte van de bebouwing werd afgestemd met de verschillende actoren in het gebied (horecazaak en herdenkingsruimte bij de begraafplaats). Het verkleinen van de oppervlaktes van de parkbebouwing is hierbij niet (praktisch en functioneel) haalbaar. Het RUP legt trouwens strenge eisen om de ‘verrommeling’ of de privatisering van deze zones in het landschapspark tegen te gaan. Het RUP zal bijkomende restricties opleggen op de toelaatbare oppervlaktes van de terraszones. Tevens stelt onroerend erfgoed dat de aanleg van poelen in het valleigebied niet stroken met het historisch referentiebeeld. In het gebied worden een poel en een aantal grachten voorzien. Deze waterelementen versterken de ecologische en

BUUR |

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP landschapspark Fort Liezele te Puurs |

Nota voor de dienst MER

|

pagina 4 van 5

natuurlijke waarde van het gebied en de biodiversiteit. De waterelementen zullen van het grafisch plan worden gehaald en enkel in de voorschriften beschreven worden zodat hun vorm, locatie en uitzicht niet vast liggen (conform advies ANB). Hierdoor kunnen deze, alsnog, refereren naar een historisch referentiebeeld (wanneer aanwezig en traceerbaar). Onroerend erfgoed vraagt om te motiveren waarom de hoofdontsluiting in het gebied in een monoliete verharding kan/moet worden aangelegd. Op deze hoofdontsluiting wordt een skeelerroute voorzien. De aanleg van een gesloten verhardingsmateriaal is maw. aangewezen voor skeelers en rolschaatsers.

7.

Besluit

Rekening houdend met de uitgebrachte adviezen en de voorliggende verduidelijkingen en aanpassingen, dient er besloten dat het

‘onderzoek naar de significante milieueffecten’ op correcte wijze is gebeurd en voldoende beschreven is.

Tevens beoogt het ruimtelijk uitvoeringsplan de wijziging van het juridisch kader inzake ruimtelijke ordening voor een klein gebied en op lokaal niveau. Na de behandeling van de adviezen uit het ‘verzoek tot raadpleging’ en de ‘voortoets passende beoordeling, dient geoordeeld te worden dat de opmaak van een planMER voor het ‘RUP landschapspark Fort Liezele, te Puurs redelijkerwijs

geen bijkomende informatie zal opleveren.

ANB laat weten dat de aanleg van de zachte verbinding tussen de buurtweg 51 en het Winkelveld geen invloed zal hebben op de SBZ-zone van het fort Liezele (Europese habitatrichtlijngebied) en dat de

opmaak van een planMER voor de SBZ-zone niet vereist is.

Nota opgemaakt door BUUR 6 mei 2014 In bijlage de lijst van de uitgenodigde instanties aangeleverd door de dienst MER; de adviezen van de uitgenodigde instanties (verzoek te raadpleging); het dossier m.e.r. screening met bijlagen zoals deze geadviseerd werd in het verzoek tot raadpleging; de LIS opgemaakt door de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse Overheid

BUUR |

Nota betreffende de behandeling van de adviezen in kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP landschapspark Fort Liezele te Puurs |

Nota voor de dienst MER

|

pagina 5 van 5