Franciscus van Assisi (1182-1226)

Download Report

Transcript Franciscus van Assisi (1182-1226)

Nieuwsbrief Meditatieve viering Zaterdag 12 april 2014
Franciscus van Assisi
Thema: Het Zonnelied van Franciscus
Franciscus van Assisi (1182-1226)
Lofzang van de schepselen (Zonnelied)
Lofzang van de schepselen heet dit loflied in de oudste bronnen, zoals bij Thomas
van Celano en in handschrift 338 van Assisi. In de Herinneringen treffen wij ook de
naam van ‘Lied van broeder zon’.
De traditie van de dertiende en veertiende eeuw laat er geen twijfel over bestaan dat
Franciscus de dichter is van het zonnelied. Al in 1228 getuigt Thomas van Celano
dat Franciscus lofzangen heeft gemaakt, waarin hij alle elementen uitnodigde tot lof
en verheerlijking van de Schepper van het heelal. Alle schepselen noemde hij
broeders en zusters. En toen hij het einde van zijn leven voelde naderen, droeg hij
zijn broeders op met luide stem zijn lofzang voor de Heer te zingen. In zijn tweede
levensbeschrijving schetst Celano ook de omstandigheden waaronder het zonnelied
is ontstaan.
Toen Franciscus zich op een nacht zieker en uitgeputter voelde dan anders, begon
hij medelijden te krijgen met zichzelf. En in zijn angst bad hij tot de Heer. En zo,
biddend en vechtend met zichzelf, kreeg hij van de Heer de belofte dat zijn ziekte
onderpand was voor het Rijk Gods dat hij als erfenis zou ontvangen.
‘Toen componeerde hij de lofzang van de schepselen en spoorde hij deze aan op
hun eigen manier de Schepper te loven.’ Tevens vermeldt Thomas dat Franciscus,
toen hij ging sterven, ‘alle schepselen uitnodigde tot lof aan God en door de woorden
die hij vroeger had gedicht, spoorde hij hen aan tot goddelijke liefde’. Uitdrukkelijk
zegt Thomas dat Franciscus zelfs de dood opriep in te stemmen met deze lof aan
God.
De schrijver van handschrift 338 van Assisi (midden dertiende eeuw) geeft nog een
aanvulling op deze beschrijving van Thomas: ‘Hier begint de lofzang van de
schepselen die Franciscus gemaakt heeft tot lof en eer van God, toen hij bij San
Damiano ziek lag.’ Nog meer details geven ons de Herinneringen: meer dan vijftig
dagen lag Franciscus ziek; hij kon het daglicht aan zijn ogen niet verdragen, noch het
licht van het vuur ’s nachts; hij kon bijna niet slapen wegens de pijn aan zijn ogen;
bovendien werd hij geplaagd door muizen, ‘een duivelse beproeving’, die hem zelfs
overdag geen rust lieten.
Uit de Herinneringen
vernemen wij ook dat het lied
van de schepselen in drie
fasen is ontstaan. De verzen
1-9 (en vers14?) in de winter
van 1224/1225, toen
Franciscus ziek lag te San
Damiano. In juni/augustus
1225 kwam daar de strofe
over de vrede bij naar
aanleiding van een ruzie
tussen de podestà Oportoli
Bernardi en bisschop Guido II
van Assisi. De ruzie dreigde
op een burgeroorlog uit te
lopen. Tenslotte heeft Franciscus kort voor zijn dood in 1226 de strofe over de dood
toegevoegd.
Over deze driedeling bestaat echter twijfel. Heeft men de lofzang in drieën geknipt?
Er bestond namelijk in die tijd een verlangen het woord van de heilige aan
biografische bijzonderheden vast te haken (Fioretti). Daarbij komt dat Fortini, die de
stadsarchieven van Assisi heeft doorzocht, geen aanwijzing vond voor een twist
tussen bisschop en podestà. Letten wij bovendien op de redactionele en geestelijke
eenheid van het lied en op de omstandigheden waaronder het ontstond, dan kan de
lofzang van de schepselen ook in één keer gecomponeerd zijn. Wat er ook van zij,
de laatste strofen horen bij het lied dat als een eenheid is te verstaan.
Uitgaande van de gegevens der bronnen mag men het ontstaan van het lied dateren
eind 1224 of begin 1225. De lofzang van de schepselen is het eerst bekende lied in
het Umbrisch. Aanvankelijk mondeling als gezang overgeleverd – schrijftaal was
Latijn – werd het waarschijnlijk pas na de dood van Franciscus opgeschreven. Esser
heeft de tekst gekozen uit het oudste handschrift van Assisi 338 (circa 1250). De
muziek die Franciscus zelf ervoor componeerde, is niet meer bekend.
Bij alles wat men over het zonnelied zegt, mag men niet vergeten dat de lofzang een
verkondiging en gebed is. Franciscus wist zich verbonden met heel de geschapen
werkelijkheid waarover hij zong in termen van broeder en zuster. Deze
verbondenheid lag ingebed in zijn mystieke overgave aan God. Zijn opgaan naar de
Heer doet hem beseffen dat geen mens waardig is zijn Naam te noemen.
Geschreven vanuit de beloften van het Koninkrijk Gods doorzindert een gevoel van
verlossing, van vrede en vreugde het lied. De lofzang is het lied van de verloste
mens, schepsel tussen de schepselen, en van de nieuwe schepping, zoals het
beschreven staat in het Boek der Openbaring: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
LOFZANG VAN DE SCHEPSELEN ( Zonnelied)
1. Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegening.
2. U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig U te noemen.
3. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, met al uw schepselen,
vooral heer broeder zon, die de dag is,
en door wie Gij ons verlicht.
4. En hij is mooi en stralend met grote luister.
Van U, Allerhoogste, draagt hij het zinnebeeld.
5. Geloofd zijt Gij, mijn Heer,
door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gemaakt,
schitterend, kostbaar en mooi.
6. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht
en door bewolkt en helder weer,
waardoor Gij uw schepselen in leven houdt.
7. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is en nederig en kostbaar en kuis.
8. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht.
En hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
9. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door zuster aarde,
onze moeder
die ons in leven houdt en leidt
en allerlei gewassen met kleurige bloemen
en kruiden voortbrengt
10. Geloofd zijt Gij, mijn Heer, door hen
die vergiffenis schenken door uw liefde
en ziekte en verdrukking dragen.
11. Gelukkig zij die dat zullen dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, zullen zij worden gekroond.
(vgl. Apk 2,9-11)
12. Geloofd zijt Gij, mijn Heer,
door onze zuster de lichamelijke dood,
waaraan geen levend mens ontsnappen kan.
13. Wee hen die sterven in doodzonde.
Gelukkig wie zij aantreft in uw allerheiligste wil,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
(vgl. Apk 2,11; 20,6.14)
14. Loof en zegen mijn Heer
en dank en dien Hem met grote nederigheid.
Welkom in deze laatste meditatieve viering van dit seizoen, waarin we ons lieten
inspireren door Franciscus van Assisi (1181 – 1226).
Reacties op de meditatieve vieringen of de nieuwsbrief kunnen gestuurd worden
naar Loes Smit: [email protected]
Abonneren op de nieuwsbrief kan via een e-mail
aan [email protected]
Over ons: De oecumenische werkgroep
meditatieve vieringen is een initiatief van leden uit
de katholieke en de protestantse kerk in Houten.
Momenteel bestaat de werkgroep uit Joop van
Impelen, Gieske Falger en Loes Smit
Plaats: De vieringen vinden plaats in de Katholieke
kerk van Houten aan de Loerikseweg.
Aanvang: 19.00 uur. De kerk is open vanaf 18.45
uur. De vieringen duren ongeveer een uur en na
afloop is er voor wie nog wil een gezellig kopje
koffie of thee.
Live muziek: We streven ernaar in elke viering
musici uit te nodigen die meditatieve muziek laten
horen. Vanavond spelen en zingen Binne Meijer en
Gert van Dongen onder meer het Zonnelied. Sommige liederen kunnen worden
meegezongen. Wilt u de liederen meezingen, dan is het verstandig om plaats te
nemen op het priesterkoor. Daar is genoeg licht om bij te kunnen lezen.
Collecte: Wij vragen een bijdrage in de kosten, die er gemaakt worden om de
meditatieve vieringen mogelijk te maken: verwarming kerk, boekje etc. Deze bijdrage
kunt u doen in het mandje op de tafel met de boeken.
Wees welkom en we houden je op de hoogte.