ecolor iso Paneel

Download Report

Transcript ecolor iso Paneel

toepassingsrichtlijnen
ecolor iso Paneel
Specifieke technische gegevens geldig voor
het geïsoleerde ECOLOR ISO paneel
Kijk voor de laatste versie op onze
website www.eternit.nl/golfplaten
en klik op een van de foto’s.
1
Tussentijdse wijzigingen voorbehouden.
Uitgave: april 2014
Hiermee vervallen alle vorige uitgaven.
© 2014 Eternit B.V.
Kijk voor de laatste versie op onze
website www.eternit.nl/golfplaten
en klik op een van de foto’s.
Niets uit dit drukwerk mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op andere
wijze zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Uitgever:
Eternit B.V.
Haven 12 7471 LV Goor
Postbus 17 7470 AA Goor
Tel. 0547-28 88 88
Fax 0547-28 87 77
E-mail [email protected]
www.eternit.nl
Inhoudsopgave
hoofdstukpagina
1
ECOLOR ISO 1.1Productsamenstelling3
3
1.1.1
Normalisatie
3
1.1.2
Managementsystemen
3
1.2Isolatie4
1.2.1
Isolatiepaneel
4
1.2.2
Afmetingen
5
1.2.3 Kleuren en afwerkingen
6
1.2.4 Normalisatie - certificaten
6
1.3Hulpstukken6
1.3.1 Hulpstukken van vezelcement
6
1.3.2 Hulpstukken andere dan vezelcement
8
1.4Lichtdoorlatende platen9
1.4.1 Bovenkant van de lichtplaat
9
1.4.2 Onderkant van de lichtplaat
9
1.4.3 Zijkant van de lichtplaat
9
1.4.4 Hulpstukken voor afwerking van de isolatie
9
1.5 afmetingen en samenstelling10
1.5.1
De lijm
11
1.5.2 Verlijmen van de isolatie aan de golfplaat
11
1.5.3 Verpakking – transport en opslag
11
2
Algemene montagegegevens 12
2.1Daken12
2.2Montage14
2.3Bevestigingen17
2.3.1 Plaats en aantal van de bevestigingen van de golfplaten en nokstukken
17
2.3.2 Montage van zonnepanelen
18
3Principedetails 19
4Veiligheid 22
4.1Montage22
4.2 Bewerking en demontage22
4.3Onderhoud en reiniging
5
Meer informatie 23
22
1
2
1.1
1. ECOLOR ISO
1.1 PRODUCTSAMENSTELLING
Brandreactie
Het ECOLOR ISO paneel is samengesteld uit de Ecolor
golfplaat en een isolatiepaneel. Dit laatste is verlijmd
met de golfplaat teneinde een geïsoleerd paneel te
verkrijgen. De twee onderdelen van het geïsoleerde
paneel, de golfplaat en de isolatie, worden hierna
afzonderlijk beschreven.
Vezelcement golfplaten van Eternit en de bijhorende
hulpstukken voldoen aan de eisen die worden gesteld
in NEN-EN 494 voor de klassering “reactie bij brand”:
- voor de gecoate golfplaten: “klasse A2-s1, d0”
- voor de golfplaten zonder coating: “klasse A1 s1, d0”
-In het kader van externe brandeisen Brooft1
voldoen de vezelcement golfplaten aan alle eisen.
Afmetingen en gewichten
Deze lengtes zijn verkrijgbaar:
lengte (mm)
1220
1525
1600
1830
2135
2440
gewicht ECOLOR ISO (kg)
18,8
23,6
24,8
28,4
33,2
37,9
Voorgeboorde gaten
X
X
X
X
X
X
Afgeschuinde hoeken
X
X
X
X
X
X
Zonder afgeschuinde hoeken
X
X
X
X
X
X
Afgeschuinde hoek voor onderkant
X
X
X
X
X
X
ECOLOR is een geregistreerde merknaam en wordt
officieel vermeld als ECOLOR®.
Geluidsisolerend
Mechanische eigenschappen
De hoge massa per m² dakoppervlak zorgt voor een
goede geluidsisolatie. Contactgeluiden van regen of
hagel worden gedempt.
Ecolor golfplaten voldoen aan de eisen die zijn gesteld
in de NEN-EN 494 (zie Toepassingsrichtlijnen Ecolor).
1.1.2 MANAGEMENTSYSTEMEN
1.1.1 NORMALISATIE
De golfplaten en de hulpstukken voldoen aan de eisen
zoals vermeld in de norm NEN-EN 494 – Geprofileerde
platen en hulpstukken van vezelcement voor daken Productspecificatie en beproevingsmethoden. Volgens
deze eis zijn de ECOLOR golfplaten geklasseerd als
C1X, wat de klassering is op basis van golfhoogte,
breuklast en buigmoment.
Golfplaten en hulpstukken worden geproduceerd
onder de normen ISO 9001, ISO 14001 en
OHSAS 18001.
In het kader van de Europese Verordening N° 305/
2011 (CPR) is er een DOP (prestatieverklaring)
opgesteld die terug te vinden is via www.infodop.com of
op de website www.eternit.nl en de website van de
leverancier van de isolatie www.recticelinsulation.be.
3
1.2
1.2 ISOLATIE
De isolatie is een PIR product (Poly-Iso-Cyanuraat)
1.2.1 ISOLATIEPANEEL
De isolatie bestaat uit een kern in Taufoam van
Recticel®. Dit product heeft een bijzondere celstructuur die borg staat voor een isolatiemateriaal
met grote stabiliteit, ook bij hogere temperaturen.
De isolatiepanelen zijn voorzien van een bekleding,
bestaande uit een licht gewafelde aluminiumfolie
zichtzijde witgelakt, achterzijde aluminium kleurig.
Randafwerking:
De randen worden voorzien van sponningen of een
zaagsnede in de langszijde van de platen
Specificatie isolatie en technische gegevens
Volumegewicht in de kern
Mechanisch gedrag
Eenheid
Kg/m³
kPa
- Druksterkte bij 10% vervorming CS(10/Y)150 volgens NEN-EN 826
Dampdiffusieweerstandsgetal van het Taufoam by Recticel®
Treksterkte loodrecht op het oppervlak: TR80 volgens NEN-EN 1607
Waterabsorptie lange termijn WL(T)2 volgens NEN-EN 12087
Brandgedrag end use volgens classification report NEN -EN 1287
Warmtegeleidingscoëfficient λD volgens NEN-EN 12667
Warmteweerstand RD (nieuwwaarde)
kg/cm²
µ
Pa
%
W/mK
1,5
50-100
≥ 80
<2
Euroclass B-s2, d0
0,024
- bij dikte 40 mm
m².K/W
1,65
- bij dikte 50 mm
m².K/W
2,05
- bij dikte 100 mm
Dimensionele stabiliteit DS(TH)8 volgens NEN-EN 1604
m².K/W
4,15
• Lengte- en breedteverandering
%
≤2
• Dikteverandering
%
≤6
• Lengte- en breedteverandering
%
≤1
• dikteverandering
Toleranties afmetingen
Haaksheid
Vlakheid
Lengte
Breedte
%
≤2
mm/m
mm/m
mm
mm
≤3
≤3
± 0-2
± 0-2
< 50 ± 2
Circa 30
>150
- Vochttest 48u, 70°C, 90% RV
- Vochttest 48 u, -20°C
Dikte
4
mm
>75 +5,-3
1.2
1.2.2 AFMETINGEN
De lengte van de isolatie is steeds gelijk aan de lengte
van de golfplaat minus de overlap van 200 mm.
Afhankelijk van de gewenste RC waarde kan worden
gekozen voor een isolatiedikte van 40, 50, 60, 80 of
100 mm.
Vooraanzicht vlakke sponning
1045 mm
20 mm
1045 mm
Vooraanzicht W3 sponning - enkel aan de zijkanten
(alleen op aanvraag)
werkende breedte 1047 mm
18 mm
20 mm
5
1.3
1.2.3 KLEUREN EN AFWERKINGEN
Normen
De geleverde ECOLOR ISO panelen hebben een witte
onderkant.
De producten zijn gecertificeerd volgens NEN- EN 13165.
1.2.4 NORMALISATIE - CERTIFICATEN
Keymark 001-BK-514-004-0023-W001ATG/H750.
Het is van belang dat alle isolatie, welke in direct
contact komt met de buitenlucht, wordt beschermd
tegen indringen van ongedierte en vogels.
1.3HULPSTUKKEN
1.3.1 HULPSTUKKEN VAN VEZELCEMENT
Een breed scala aan hulpstukken laat toe dat voor bijna
alle dakdetails een technisch goede oplossing met golfplaten te realiseren is. Deze hulpstukken hebben
dezelfde samenstelling als de golfplaat. Ook de afwerking is identiek. Afhankelijk van de dakhelling kan voor
een specifieke oplossing worden gekozen in overleg
met de afdeling Toepassingstechniek & After Sales.
Specifieke hulpstukken voor ECOLOR ISO worden
verderop omschreven.
Alle opgenomen gewichten zoals vermeld in de tabellen
hierna zijn gemiddelde gewichten. Het werkelijke
gewicht kan hiervan afwijken door bijvoorbeeld het
vochtigheidsgehalte.
Plaatsingsrichting:
altijd rechts naar links
Werkende breedte bij
toepassing van:
ECOLOR: 1047mm
K-NOK
α
5° t/m 45°
totale breedte (mm)
1147
massa (kg)
8,1
Afdichting in de nok:
- Oplossing met een gebogen metalen plaat (continu doorlopende isolatie)
- Toepassing van een geprofileerd onderstuk aan de onderkant van het dak bij toepassing van een open nok.
6
1.3
Voorbeeld:
Helling α = 20°
Openingshoek β = 140°
V-NOK
Voorbeeld:
Dakhelling α = 30°
Openingshoek β = 120°
Lengte L = 150 en 300 mm
Plaatsingsrichting:
rechts naar links
(zoals afgebeeld - mof rechts)
Werkende breedte bij
toepassing van:
ECOLOR 1047 mm
Bovenstuk
Uitvoering:
geen rechts en links
universeel vormstuk
MK-Topgevelstuk
α
5° t/m 45°
massa (kg)
5,0
Plaatsingsrichting:
rechts naar links
(zoals afgebeeld)
Onderzijde dient voorzien te
worden van een afdekplaat
D-Doorvoer
(niet leverbaar door Eternit)
7
1.3
1.3.2 HULPSTUKKEN ANDERE
DAN VEZELCEMENT
Geperforeerd onderstuk in aluminium
Maximale perforatie
met gaten
diam. 4 mm
1047
1047
Type 2: 180 mm ipv 50 mm
Ondersteuningsprofiel onderzijde dak, leverbaar in de lengtes 50 mm,
100 mm en 180 mm.
8
1.4
1.4 LICHTDOORLATENDE PLATEN
De lichtdoorlatende platen dienen dubbel of
driewandig te zijn.
1.4.1 BOVENKANT VAN DE LICHTPLAAT
1.4.3 ZIJKANT VAN DE LICHTPLAAT
De PIR van de links en rechts liggende panelen
moet beschermd worden (zie foto boven).
1.4.4 HULPSTUKKEN VOOR AFWERKING VAN DE ISOLATIE
Stoeltjesprofiel in de lengte van de plaat.
De lichtplaat wordt op de gording op dezelfde hoogte
als de PIR isolatie geplaatst. Dit kan een houten
blokje zijn. De PIR dient beschermd te worden met het
geperforeerde hulpstuk dat ook bij de nok wordt
toegepast. De ventilatie blijft 200 cm² / lm.
1.4.2ONDERKANT VAN DE LICHTPLAAT
Hier rust de lichtplaat op de onderliggende plaat. Er is
wel een geperforeerd-hulpstuk nodig zoals ook bij de
nok wordt toegepast. De ventilatie blijft 200 cm² / lm.
9
1.5
1.5 AFMETINGEN EN SAMENSTELLING
Zijaanzicht ter hoogte van de
golftop van de golfplaat
Bovenaanzicht
Dwarsdoorsnede van het paneel
Dwarsdoorsnede van het paneel met sponning
1095
Vooraanzicht 2 platen
Vooraanzicht 2 platen met sponning
10
1.5
1.5.1DE LIJM
De lijm is een PSA smeltlijm op basis van EVA, APAO en
rubber.
1.5.2VERLIJMEN VAN DE ISOLATIE AAN DE GOLFPLAAT
De isolatie wordt verlijmd aan de vezelcement
golfplaat met een lijm zoals boven omschreven.
1.5.3VERPAKKING – TRANSPORT EN OPSLAG
De geïsoleerde panelen worden om en om gestapeld
(negatieve stapeling).
Elke pallet bevat 14 ECOLOR ISO panelen in geval van
een isolatiedikte van 40mm. Maximaal 2 pallets hoog
stapelen.
Op de bouwplaats dienen de pallets in ieder geval
op een vlakke ondergrond geplaatst te worden en
afgedekt te worden met een luchtdoorlatend dekzeil.
Niet-afgedekte panelen, die in stapels opgeslagen
liggen, kunnen bij beregening kalkuitbloei vertonen,
die de afwerkingslaag kunnen beschadigen.
11
2
2 ALGEMENE MONTAGE- GEGEVENS
De ECOLOR ISO panelen kunnen toegepast worden
op zowel daken met een minimale helling van 5° als
gevels.
ONDERCONSTRUCTIE
Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld
voor de verwerking van ECOLOR ISO panelen profiel
Ecolor nr.76, bevestigd op een onderconstructie van
hout. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen
of verder advies, kan men terecht bij Eternit afdeling
Toepassingstechniek & After Sales.
Alvorens de panelen aan te brengen, dienen de betreffende bouwconstructies op veiligheid en draagvermogen te zijn onderzocht. Voorts wordt verwezen naar
de officiële algemene veiligheidsvoorschriften. Daken
van vezelcement mogen slechts belopen worden met
gebruikmaking van loopplanken.
2.1DAKEN
De draagconstructie dient te bestaan uit houten
gordingen met een minimale breedte van 70 mm.
Draagconstructie en ondergrond
De onderliggende, ondersteunende constructie opgebouwd uit houten gordingen en/of dakelementen dient
voldoende vlak, recht en haaks te zijn en dient te voldoen aan de eisen als gesteld in de NEN 6702 TGB
1990 “belastingen en vervormingen”.
Onderlinge hoogteverschillen tussen stuik- en langs
naden alsook tussen de dragende regels onderling
mogen niet groter zijn dan 10 mm. Doorbuigingen
groter dan 1/500 van de overspanning (ca. 2 mm/m1)
moeten ontoelaatbaar worden geacht.
Hoogteverschillen ten gevolge van doorbuiging, het
niet haaks zijn of onzorgvuldige montage van de
dragende regels kunnen het aanzicht van het uit
Ecolor golfplaten aangebrachte dak schaden.
De bevestiging van tengels en houten oplegregels
dient te voldoen aan de gestelde eisen van de NEN
6702, 6707 en NPR 6708. Windverbanden dienen te
worden ingelaten. Indien geen sprake is van een
onderdak kunnen er additionele eisen gesteld worden
aan de stijfheid van gordingen. Aan Ecolor golfplaten
kan geen schijfwerking ontleend worden. Het is derhalve
zaak de gordingen in dergelijke gevallen op dubbele
buiging te berekenen of andere passende maatregelen
te nemen. Bijvoorbeeld het toepassen van klossen of
trekstangen.
Minimale afmetingen
De minimale breedte van houten gordingen bedraagt
voor de bevestiging van panelen 70 mm.
Houtkwaliteit
De houtkwaliteit van houten dakonderdelen dient
minimaal Kwaliteitsklasse C overeenkomstig NEN
6760 en NEN 5466 (KVH 1980) te zijn.
12
2.1
Maatvoering draagconstructie en panelen
A: werkende lengte 200: lengteoverlap in mm
C: gordingsafstand –
eventueel paneel met tussengording
Tekening met verdeling van de panelen beginnende
onderaan het dakvlak en eventueel verzagen van het
laatste paneel aan de nok (tekening en tabel – eerste
afstand A – daarna standaardafstand C tot aan de nok).
Maximale gordingafstanden voor ECOLOR ISO
plaatlengte
(mm)
lengteoverlap 200 mm (B)
nuttige Lengte (A)
lengteoverlap 200 mm (B)
gordingsafstand (C)
1220
1020
1020
1525
1325
1325
1600
1400
1400
1830
1630
815
2135
967
967
2440
1120
1120
13
2.2
2.2MONTAGE
Daken
De plaats van de bovenste gordingen wordt zo bepaald
dat een voldoende overlap van het nokstuk over de
bovenste rij platen wordt verkregen. Aan hand van
onderstaande tabel en figuren kan men de juiste
plaats van de nokgording bepalen in functie van de
helling en het type nokstuk.
Plaats van de nokgording
Dakhelling in °
Verlengd
K-nokstuk
V-nokstuk
5
155
136
10
150
140
15
145
144
16
144
145
20
139
148
25
133
152
30
127
157
35
120
162
40
112
168
45
103
175
K-nok
De nokgordingen dienen gekoppeld te worden tot een starre verbinding. Dit teneinde bewegingen van de nokken en de bovenste panelen te vermijden.
1
14
2.2
Montage
1047
1047
1047
Uitzetten van de ECOLOR ISO golfplaten
volgens de ronddekken methode.
A: totale plaatbreedte - B: tussen 120 – 140 mm bij
gebruik van S-windveerstuk - B: tussen 80 – 100 mm
bij gebruik van M-windveerstuk.
Wanneer men op een zadeldak K- of V-nokstukken
gebruikt, mag de uitlijning van beide dakvlakken onafhankelijk van elkaar gebeuren.
Bij plaatsing van K-nokstukken wordt in de overlap en
de mof een soepele dichting aangebracht teneinde
een goede licht- en waterdichtheid te verkrijgen.
1047
1047
1047
Daken – ronddekken
Ronddekken is een systeem waarbij de plaatsing
begint vanuit de rechter benedenhoek van elk dakvlak.
De plaatsingswijze is onafhankelijk van de windrichting.
Het standaardgamma van de ECOLOR ISO golfplaten is
volledig aan deze plaatsingswijze aangepast.
Ronddekken met golfplaten
15
2.2
Afdichtingen
Plaats van de afdichting in de lengteoverlap
1.Kitsnoer
Foto: Plaats van de afdichtingen
16
2.3
2.3BEVESTIGINGEN
Dikte van de
isolatie
40
50
60
70
80
90
100
Diepte schroef
in de
onderconstructie
50
40
30
50
50
50
50
lengte schroef
180
180
180
190
200
210
220
2.3.1 Plaats en aantal van de bevestigers van de panelen en hulpstukken
Dakelementen
Plaats
Aantal
in het dakvlak
lengte-overlap
2
op dakzijkanten
lengte-overlap
3
op onderkant
onderste gording
3
nokstukken
lengte-overlap
3
in het dakvlak
tussengording
1
op dakzijkanten tussengording
1
Plaats op golftop
ECOLOR ISO Golfplaat
17
2.3
2.3.2 Montage van zonnepanelen
Bij het plaatsen van zonnepanelen op een bestaand
dak, gedekt met golfplaten, dient tenminste met het
volgende rekening te worden gehouden;
• Zonnepanelen mogen niet worden geplaatst op een dak met asbesthoudende golfplaten.
• De geldende voorschriften voor het plaatsen van
golfplaten - met name de plaats en het aantal
bevestigers - moeten strikt worden nageleefd.
Zie hiervoor onze toepassingsrichtlijnen op onze website.
• Vaak wordt bij het monteren van zonnepanelen het
golfplaten dak kapot gelopen. Het dak dient tijdens
de montage van de zonnepanelen voorzichtig, en
met behulp van een stevig bevestigde loopvloer
(planken, dakladders o.i.d.) te worden belopen.
Of een dak geschikt is om te worden voorzien van
zonnepanelen is niet ter beoordeling aan Eternit B.V.
Vooraf dient een constructieberekening te worden
gemaakt door een deskundig bedrijf voor wat betreft
de geschiktheid.
18
3
3PRINCIPEDETAILS
Bijgaande detailtekeningen zijn bij wijze van voorbeeld
toegevoegd.
geperforeerd onderstuk in rvs
muurplaat
Detail dakvoet
mogelijk afdekprofiel ter
bescherming van isolatie
M-windveer
Zijkant dak met M-windveerstuk
19
3
Aansluiting muur met bovenstuk
Zijaansluiting met muur 1. ECOLOR ISO
2. Schroef
3. Verholen goot
4. Zinken slab
20
Bovenaansluiting dakdoorvoer
1. Zinken slab
2. Zinken goot
3. B-onderstuk
4. Schroefbout
5. Houten keper
6. Onderdak
7. ECOLOR ISO
3
Hoekkeperafwerking
1. ECOLOR ISO
2. Verholen zinken bakgoot
3. Ruiter
4. Houten lat
5. Onderdak
Open kilgoot
1. ECOLOR ISO
2. Gootbodem
3. Zinken goot
4. Zinken klang
21
4
4 VEILIGHEID
4.1MONTAGE
Gezondheids- en veiligheidsaspecten:
Het plaatsen en onderhouden van daken met ECOLOR
ISO panelen moet gebeuren met aangepaste loopplanken, leuningen, vangnetten of veiligheidsgordels.
Rechtstreeks lopen op de panelen is verboden.
Tijdens de bewerking van de platen kan stof vrijkomen
dat de luchtwegen en ogen kan irriteren. Het gebruik
van een stofmasker, gehoorbescherming en een
veiligheidsbril wordt aangeraden. Afhankelijk van de
ruimte waarin wordt gewerkt of de toestellen die
worden gebruikt, moet een adequate stofafzuiging of
goede ventilatie worden voorzien. Langdurige blootstelling aan stof kan de gezondheid schaden.
4.2 BEWERKING EN DEMONTAGE
Bij de bewerking en het demonteren van asbestvrije
vezelcement producten is het aan te bevelen als volgt
te handelen:
•Zo mogelijk in open lucht of in een goed
geventileerde ruimte werken.
•Bij voorkeur handwerktuigen of stofarm gereedschap gebruiken, werkend op trage snelheden.
Verzagen:
De meest gebruikte werktuigen voor vezelcementgolfplaten zijn:
•stationaire zaagmachines, traagdraaiend met
zaagblad met hardmetalen vertanding.
•handcirkelzaag, traagdraaiend met zaagblad met
hardmetalen vertanding.
Boren:
•voor gaten: spiraalboor met hardmetalen punt
(of volledig in hardmetaal).
Opmerking: Zagen en boren dient te gebeuren in een
droge omgeving. Zaag- en boorstof moeten zo veel
mogelijk worden vermeden en ingeval ze toch voorkomen
onmiddellijk van de plaat worden verwijderd met een
droge microvezel stofdoek. Niet-verwijderd zaag- en
boorstof kunnen blijvende vlekken veroorzaken.
22
4.3ONDERHOUD EN REINIGING
Voor kleine verontreinigingen kan men de plaat afwassen
met een zacht huishoudmiddel of zachte zeepoplossing, gevolgd door spoelen met schoon water.
5
5 MEER INFORMATIE
Deze Algemene technische gegevens vervangen alle
voorgaande uitgaven. ETERNIT houdt zich het recht
voor deze Algemene technische gegevens te wijzigen
zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient
er zich van te vergewissen steeds de meest recente
versie van deze Algemene technische gegevens te
raadplegen. Geen enkele wijziging mag aan deze tekst
worden aangebracht zonder toestemming.
Meer technische informatie kan worden teruggevonden
in de ETERNIT documentatie, en op de ETERNIT website.
23
Eternit B.V. Haven 12 7471 LV GOOR
tel: 0547 - 28 88 88 fax: 0547 - 28 87 77
Internet: www.eternit.nl