Downloaden document

Download Report

Transcript Downloaden document

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
ALGEMENE DIRECTIE CIVIELE VEILIGHEID
OMZENDBRIEF VAN 3 JUNI 2014 BETREFFENDE HET ZONAAL/INTERZONAAL/PROVINCIAAL
DISPATCHINGSYSTEEM. (B.S. 17.07.2014)
Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs
Dames en Heren gouverneurs,
Deze omzendbrief is bestemd voor de prezones en de hulpverleningszones voor wat betreft hun
opdrachten exclusief de dringende geneeskundige hulpverlening zoals bepaald in artikel 1 van de wet
van 8 juli 1974 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.
1. De behandeling van noodoproepen bestemd voor de hulpdiensten
1.1. Algemene regel
Elke noodoproep voor dringende hulpverlening en bestemd voor de hulpdiensten komt in principe
binnen in een hulpcentrum (HC) 100/112. De wet voorziet niet dat hulpverleningszones noodoproepen
zouden kunnen ontvangen en het is dus niet wenselijk dat ze hieromtrent publiciteit maken bij de
burger.
De wet van 29 april 2011 houdende oprichting van de 112-centra en het agentschap 112 (de « wet
112 ») voorziet dat de HC 100/112 permanent de behandeling verzekeren van de noodoproepen naar
de nummers 100 en 112 voor wat betreft de dringende medische hulp en de diensten van de civiele
veiligheid.
De behandeling van de noodoproepen omvat de calltaking en de dispatching.
-
het aannemen van de inkomende noodoproepen,
het sorteren van de oproepen,
het via de oproep en andere bronnen verzamelen van geografische informatie en toestand van
de beller en de eventuele slachtoffers,
de eerste analyse van de noden,
de eerste bepaling van de graad van dringendheid.
De dispatching bestaat uit :
-
de aanduiding van de interventiediensten op basis van het principe van de snelste adequate
hulp (SAH),
het alarmeren en doorgeven van de interventie-gegevens en kritieke informatie aan deze
diensten,
de opvolging in real time van de uitvoering van de interventie,
indien nodig, de ondersteuning qua communicatie en informatie van de hulpdiensten.
Het principe van de wet 112 is dat de dispatching van de hulpdiensten gerealiseerd wordt door elke
discipline binnen het 112-centrum. Het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de
organisatie van de dispatching van de operationele diensten van de Civiele Veiligheid voorziet dan
ook dat de dispatching civiele veiligheid zich in het 112-centrum bevindt.
1.2. Afwijking van de algemene regel
De wetgever wilde echter dat de operationele organisatie van de hulpverlening op het niveau van de
hulpverleningszone gebeurt. De wet voorziet dat de zonale overheid er voor kan kiezen om de
dispatching van de hulpdiensten te organiseren op het niveau van de zone met haar eigen middelen.
Rekening houdend met de federale (HC 100/112) en lokale (brandweerdiensten en in de toekomst
hulpverleningszones) verantwoordelijkheden in de behandelingsketen van de oproepen naar de
hulpdiensten, is het nodig gebleken, indien dit voor een zone het geval zou zijn, om de rol van
iedereen te verduidelijken.
O. 3 juni 2014 p. 1/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
-
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
De operator van het HC 100/112 verzekert de calltaking van de oproep zijnde :
In deze hypothese leveren de HC 100/112 minstens de volgende diensten aan de zones inzake de
dispatching civiele veiligheid :
-
aannemen van de noodoproep en van de oproepgegevens (inclusief localisatie en identificatie
van het gebeurtenistype in de standaardgebeurtenistypelijst),
berekening van de SAH-aanbeveling op het CAD-systeem,
alarmering met het oog op de 1ste uitruk.
De hulpverleningszones verlenen vervolgens volgende diensten :
-
de vastlegging van de middelen en de personeelsleden die deel uitmaken van de uitruk,
het alarmeren van deze laatste,
bijhorende informatie-analyse,
opvolging en bijsturing,
coördinatie,
rapportering.
De taken van eenieder worden opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst.
Desgevallend zal de toepassing van het principe van de SAH gerealiseerd worden in twee
opeenvolgende stappen :
-
-
De HC100/112 identificeren met behulp van de CAD-systemen (Astrid of Citygis) de « snelste
1
2
zone » en de « territoriale zone » . Inactiviteit van een brandweer- en reddingspost dient
hiervoor doorgegeven te worden aan de HC 100/112.
Deze zones worden gealarmeerd (en geïnformeerd) en met behulp van haar
dispatchingsysteem worden de SAH-middelen geïdentificeerd waarna de personeelsleden
gealarmeerd worden en hun middelen geactiveerd worden, conform K.B. van 10 november
2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de
adequate middelen.
2. Oprichting van de zonale dispatching
De bestaande en toekomstige systemen, die minimaal zonaal en federaal (HC 100/112) aanwezig
zijn, moeten in de mate van het mogelijke complementair, op elkaar afgestemd en, in alle gevallen,
`technisch' compatibel zijn. De technische compatibiliteit moet zo garanderen dat de systemen op hun
interfaces data met elkaar kunnen uitwisselen, databases kunnen synchroniseren en
connectiviteitsmonitoring toelaten volgens gestandaardiseerde protocols en uniforme oplossingen.
Verder moet een voldoende compatibiliteit gegarandeerd worden met de systemen van de
aangrenzende zones teneinde de SAH-aanbevelingen snel en efficiënt te vertalen in de identificatie
van de nodige middelen (in real-time) op basis van hun beschikbaarheid, hun positie en de
uitrukplannen van de hulpverleningszones.
Deze bepalingen moeten de snelste adequate hulp (SAH) voorzien door de wet van 15 mei 2007
betreffende de civiele veiligheid garanderen. Om de compatibiliteit van de technologieën en de
procedures te verzekeren tussen de dispatchingsystemen en de HC 100/112 wordt gevraagd aan de
toekomstige hulpverleningszones om hun dispatchingsystemen zodanig te kiezen, te installeren, te
configureren en te beheren dat een aantal technisch-operationele garanties aanwezig zijn (zie bijlage
`Connectiviteit op het CAD-platform').
1
2
De hulpverleningszone waartoe de brandweer- of reddingspost behoort die snelst ter plaatse zal zijn.
De hulpverleningszone waar het incident plaatsvindt.
O. 3 juni 2014 p. 2/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Omdat de dispatching op zonaal niveau een element van de behandelingsketen van de oproep is,
moeten de compatibiliteit van de technologieën en de procedures tussen de zonale
dispatchingsystemen en de CAD-systemen in de HC 100/112 verzekerd worden.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Een groot aantal zonale operationele organisatieplannen voorzien de invoering van zonale
dispatchingsystemen. In het kader van de verbetering van de operationele werking van de
brandweerdiensten hebben een aantal prezones de nadruk gelegd op een beter beheer van het
gevolg dat gegeven moet worden aan de oproepen van de HC 100/112.
3. Samenvoegen van zonale dispatchings
Naast investeringen in soft- en hardware vereist de organisatie van een zonale dispatching veel
menselijke middelen wanneer men deze 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 wenst te laten functioneren.
Om deze redenen is het wenselijk dat de toekomstige hulpverleningszones de opportuniteit evalueren
om hun (toekomstige) zonale dispatchings te integreren in een provinciale dispatching. Het delen van
deze dienst begunstigt de toepassing van de SAH, met name door het feit dat dubbele uitrukken
vermeden kunnen worden en dat de interventies buiten de zonale grenzen beter gecoördineerd zullen
zijn. Deze samenvoeging zal bovendien toelaten om de investering te optimaliseren en dus om
schaalvoordelen te realiseren, wat aansluit bij de filosofie van de Commissie-Paulus.
Ik verzoek de toekomstige hulpverleningszones dan ook om samen te werken aan de creatie van een
gemeenschappelijke dispatching op provinciaal niveau. Een interessant, maar minder optimaal,
alternatief kan de creatie van een interzonale dispatching, gemeenschappelijk voor meerdere zones
van dezelfde provincie, zijn.
O. 3 juni 2014 p. 3/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Ik vestig uw aandacht op het feit dat de technische specificaties die voorzien zijn in de bijlage steeds
gewijzigd kunnen worden om rekening te houden met de evolutie van de technieken, maar ook om
optimaal te beantwoorden aan de vragen van de gebruikers van het systeem. In dit geval zult u
natuurlijk geïnformeerd worden over de toekomstige aanpassingen.
Met de meeste hoogachting.
CONNECTIVITEIT OP HET CAD-PLATFORM
Technische Specificaties
Om de compatibiliteit van de technologieën en de procedures te verzekeren tussen de zonale /
interzonale / provinciale systemen en de 112-centra, wordt gevraagd aan de prezones en aan de
zones om hun dispatchingsystemen zodanig te kiezen, te installeren, te configureren en te beheren
dat een aantal technisch-operationele garanties aanwezig zijn.
* ICT SYSTEEM
Het oproepsysteem omvat zeker de functie van een volwaardige alarmterminal en is in staat om de
XML-datastrings in de huidige vorm (zie bijlage XML) te ontvangen, te interpreteren en op correcte
wijze de mensen/middelen te alarmeren. Deze alarmering moet automatisch gebeuren of met
tussenkomst van een dispatcher. In het geval van automatische alarmering dient steeds een
bevestiging te worden gegeven aan het 112-centrum om te garanderen dat de alarmering werd
ontvangen en verwerkt.
De inhoud en vorm van de computerberichten die uitgewisseld worden tussen de 112-centra en de
dispatchings zullen vastgelegd worden op basis van een akkoord tussen de FOD Binnenlandse Zaken
en de Brandweerfederaties. Deze standaard moet gerespecteerd worden om de onderlinge
interoperabiliteit tussen de systemen te garanderen. Evaluatiemomenten zullen gepland worden en
zullen op regelmatige basis plaats hebben (de frequentie dient vastgelegd).
Deze wijzigingen/uitbreidingen zullen door de FOD Binnenlandse Zaken aan de leveranciers van de
oproepsystemen gecommuniceerd worden zodat zij deze kunnen implementeren. De
hulpverleningszones dienen zich hiervoor te organiseren, intern en in hun overeenkomsten met de
leveranciers, zodat de nodige expertise beschikbaar is en de test- en rollout-procedures doorlopen
kunnen worden.
Er zal een 2de punt voor ontvangst van deze XML moeten voorzien worden dat de functie van backup
voor de alarmering opneemt voor het geval het 1sterangs-XML-contactpunt faalt of niet beschikbaar
is. Daartoe moet zone/groep van zones een minimale backup installatie als uitwijkmogelijkheid
hebben. Wat deze moet omvatten en operationeel moet kunnen overnemen zal onderwerp zijn van
een afzonderlijke analyse. Dit punt van back-up kan gerust bij een naburige zone/ groep van zones
voorzien worden wanneer deze over de nodige capaciteit beschikt om gedurende enige tijd de
alarmen te verwerken.
Het oproepsysteem moet een minimaal monitoring- en notificatiemechanisme hebben. Het
dispatchsysteem moet in staat zijn om vast te stellen of het alarmeringssysteem buiten dienst is en
O. 3 juni 2014 p. 4/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Verder zullen de 112-centra het XML-systeem voor uitwisseling van informatie als principemechanisme voor alarmering hanteren. De bedoeling hiervan is de alarmering te versnellen door het
rechtstreeks uitsturen van de gegevens via XML waarbij de adressen en de gebeurtenistypes niet
meer telefonisch doorgegeven moeten worden. Dit laat toe om fouten te vermijden bij het doorgeven
van informatie. Het is dus belangrijk dat alle zones over een computersysteem beschikken dat in staat
is om XML datastrings te ontvangen en te verzenden zodat alle zones langs deze weg informatie
kunnen uitwisselen met elkaar en met de 112-centra. De alarmeringen die voordien volledig
telefonisch gebeurden zullen dus niet meer ondersteund worden. De XML-alarmering, gevolgd door
telefonische of radio-bevestiging kan wel verder gezet worden. Initiatieven zullen genomen worden om
te evolueren naar een geoptimaliseerde alarmeringsketen die standaard geen telefonische
bevestiging meer nodig heeft.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Vanaf de effectieve realisatie van de zonale / interzonale /provinciale dispatchsystemen zullen de 112centra de alarmerings- en informatieve XML's nog enkel versturen naar de oproepsystemen, dus naar
1 IP-adres voor de hele zone / groep van zones / provincie. Vanuit dit centrale punt kan de informatie
geheel of gedeeltelijk doorgestuurd worden naar lokale ontvangers. Het centrale systeem kan ook
gevoed worden door externe bronnen, dus vanuit andere zenders dan de CAD-systemen van de 112centra.
moet dat kunnen meedelen aan het 112-centrum via een systeem en/of procedure die met het 112centrum werd afgesproken. Deze procedures moeten 3 niveaus aankunnen :
niv 1
technische panne, maar het backup-systeem werkt
niv 2
kritische panne, het backup-systeem is beperkt maar OK, verminderde dienstverlening
niv 3
evacuatie of volledig buiten dienst
Het is evenzeer nodig om de monitoring te kunnen realiseren die de hele alarmeringsketen betreft,
d.w.z. vanaf de CAD in het 112-centrum. Voor deze volledige keten moeten de problemen onderzocht
en opgelost kunnen worden. Alle partijen dienen op de hoogte te zijn over hun taak en
verantwoordelijkheden in het kader van technische problemen.
* EVOLUTIE VAN DE STANDAARD
Wijzigingen in het XML-formaat of in de XML-protocols kunnen gepland en doorgevoerd worden,
alweer na overleg tussen de FOD Binnenlandse Zaken en de vertegenwoordigers van de
brandweerfederaties en voorafgegaan door voldoende en voldoende vroegtijdige communicatie. In
een dergelijke situatie staat de FOD Binnenlandse Zaken in voor de generieke testing van de
wijzigingen met elk van de leveranciers.
* OPTIMALISERING
Het dispatchingsysteem mag geenszins de SAH-berekening negeren en/of overschrijven door een
andere (eigen) SAH-berekening. Zij moet de door het 112-centrum opgemaakte SAH-aanbeveling
respecteren en vertalen in de identificatie van de middelen die bij de 1ste uitruk geactiveerd dienen te
worden.
In de toekomst zal het 112-centrum in de XML voor elke interventie de lijst van de 10 snelste posten
mee overmaken. De dispatchsystemen moeten zich hierop baseren om hun middelen uit te sturen in
functie van hun beheer.
Naast de conformiteit met de XML-datastring-protocols dienen de dispatchingsystemen zodanig
opgebouwd en/of ingesteld te worden dat:
-
-
-
ze voor het brandweer-luik gebruik maken van de gebeurtenistypelijst zoals die ook in de
CAD-systemen is ingevoerd. Deze lijst wordt in een jaarlijkse evaluatie-cyclus lichtjes
bijgestuurd en geoptimaliseerd. Bij de jaarlijkse verspreiding van de nieuwe versie van deze
gebeurtenissenlijst moet ook elke alarmterminal, later het dispatchingsysteem zonder uitstel
aangepast worden en voorzien van de nieuwe versie van de gebeurtenistypelijst; de volledige
lijst moet dus ingevoerd worden in elke zonale alarmterminal;
ze in functie van de beschikbaarheid van personeel en middelen de nodige manschappen
selecteren voor een interventie in overeenkomst met het juridische kader van de minimale
middelen;
ze op korte termijn kunnen overschakelen naar een nationale basiskaart (met `basic' GIS
applicaties) die vanuit het federale niveau, wellicht met het NGI als leverancier, beschikbaar
wordt gesteld van alle nooddiensten; het is de bedoeling dat alle systemen die door de
nooddiensten gebruikt worden werken met en op dezelfde, gemeenschappelijke basiskaart.
O. 3 juni 2014 p. 5/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Het dispatchsysteem bevat een personeelsmodule met het beheer van de beschikbaarheden en van
de inzetmogelijkheden (in functie van opleidingen, certificaten, e.d.). De beschikbaarheid moet
permanent gemonitord kunnen worden en altijd (dus ook locatie-onafhankelijk) raadpleegbaar zijn.
Elke zone moet steeds de organisatie van een uitruk kunnen garanderen in functie van de
beschikbaarheid van haar manschappen.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
* MINIMALE FUNCTIONALITEITEN VAN DISPATCHSYSTEEM
* TOEKOMSTIGE INTERCONNECTIE
De connectiviteit op de alarmterminal, later op het oproepsysteem mag voor de korte termijn nog
opgebouwd blijven op een ISDN-drager maar moet op langere termijn evolueren naar een xDSL-lijn
zodat de lijn permanent beschikbaar is, gemakkelijker automatische en permanente monitoring
toelaat, bi-directionele uitwisseling van datastrings (XML) toelaat en meerdere diensten kan
combineren. In dat kader kan de Http2Page een oplossing zijn omwille van de SDSL-drager die zijn
aanbiedt doch een gewone xDSL-lijn moet eveneens kunnen volstaan. Bovendien moeten de
gecombineerde oplossingen zoals Http2Page nog getest worden als drager voor de
dispatchsystemen.
* ONDERHOUD & SUPPORT
Met de leverancier van het oproepsysteem wordt een onderhoudscontract afgesloten dat moet
voorzien in
-
-
-
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
-
basis-monitoring van het `no break' deel van de operationele alarmerings- en datauitwisselingsketen met de inkomende en uitgaande berichten, de connectiviteit met andere
systemen (en/of firewalls) op de interfaces, de succesvolle doorgave naar de pagers (of andere
eindapparatuur) en de beschikbaarheid voor ontvangst van XML's vanuit de 112-centra;
een `logging' van de historiek van transmissie en receptie van data-berichten, van de
technische interventies op het systeem of de proces-keten, van de fouten die werden
gedetecteerd en de alarmen die hierbij gegeven werden; deze `logging' moet voldoende
informatie bevatten voor reconstructie, analyse en rapportering;
voldoende capaciteit voor testing en analyse bij technische problemen op de eigen installatie
(alarmterminal, oproepsysteem);
voldoende snelle interventies en herstelling bij falen van de eigen installatie (24/24 en 7/7, dus
ook tijdens weekends, nachten en feestdagen); indien dit nodig geacht wordt kan hierin
gestreefd worden naar een uniforme garantie overheen alle zones die dan verplicht op te
nemen is in alle onderhoudscontracten;
maximale analyse en interventie `op afstand', dus zonder tussenkomst op de site (wat tijds- en
kostenbesparend moet zijn); deze modaliteiten vereisen toegang op afstand op het systeem én
op de database;
regelmatige upgrades van de software wat meteen ook garandeert dat iedereen op de
standaard-pakketten werkt en geen customizing vraagt in functie van de eigen operationele
werkmethodes.
O. 3 juni 2014 p. 6/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
-
O. 3 juni 2014 p. 7/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
O. 3 juni 2014 p. 8/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
O. 3 juni 2014 p. 9/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Verduidelijking onderdeel"trips":
XML fase 1:
--> in gebruik in HC100 Leuven sinds Oktober 2009 en in HC100 Gent sinds Februari 2010.
Indien één alarmeringsterminal werd gebruikt voor de aansturing van 2 korpsen, dan was het niet
duidelijk op welk korps welke interventiecode van toepassing was.
Voorbeeld:
Voor een interventie worden de korpsen A en B gealarmeerd. In dit geval zenden wij 2 XML
berichten: één voor korps A, één voor korps B.
De alarmeringsterminal in korps A zorgt ook voor de alarmering van korps B. Beide XML
berichten komen aan in de alarmeringsterminal van korps A.
In deze 2 XML berichten staat een verschillende interventiecode (één korps als snelste,één korps als
bevoegde). Het onderdeel trips in beide XML berichten bevat echter steeds beide korpsen.
Hierdoor was het niet duidelijk op welk korps welke interventiecode van toepassing was.
XML fase 2:
--> in gebruik in HC100 Leuven sinds Oktober 2011 en in HC100 Gent sinds November 2011.
Om bovenvermeld probleem te vermijden wordt vanaf XML fase 2 enkel nog de bestemmeling van
het XML bericht in het onderdeel trips weergegeven.
O. 3 juni 2014 p. 10/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Hetzelfde principe is van toepassing voor de aansturing van de medische middelen. Er zal in elk XML
bericht telkens slechts één middel vermeld staan in het onderdeel trips.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Voorbeeld:
Voor een interventie worden de korpsen A en B gealarmeerd. In dit geval zenden wij 2 XML
berichten: één voor korps A, één voor korps B.
De alarmeringsterminal in korps A zorgt ook voor de alarmering van korps B. Beide XML
berichten komen aan in de alarmeringsterminal van korps A.
In deze 2 XML berichten staat een verschillende interventiecode (één korps als snelste,één korps als
bevoegde). In één XML bericht zal in het onderdeel trips enkel korps A vermeld staan. In het andere
XML bericht zal in het onderdeel trips enkel korps B vermeld staan. Hierdoor is steeds duidelijk op
welk korps welke interventiecode van toepassing is.
Beschrijving van de attributen:
Attribuut
Beschrijving
seqno
Gebeurtenisnummer
Brandweer: FxNNNNNNNNN
- F = brandweer
- x = provincie
- NNNNNNNNN = volgnummer
Medisch: MxJJDDDNNNN
- M = medisch
- x = provincie
- JJ = jaar
- DDD = dag van het jaar
- NNNN = volgnummer
streetname
Straat
houseno
Huisnummer
Wanneer een gebeurtenis wordt aangemaakt op een kruispunt, dan
bevat het veld streetname de eerste straat, en het veld houseno de
tweede straat voorafgegaan door #.
Postcode + “ “ + gemeente + “ “ + (deelgemeente)
streetcode
Unieke code van 8 karakters per straat: Postcode + uniek nummer
longitude, latitude
GPS-coördinaten van de interventie in decimale notatie
(graden, fractie van een graad). Formaat: WGS84.
numcasualties
Het (vermoedelijke) aantal slachtoffers.
In de CAD wordt het aantal slachtoffers pas ingevuld bij het
aanmaken van een transport naar het ziekenhuis, met andere
woorden na het versturen van het XML bericht. Hierdoor zal
numcasualties leeg zijn.
description
Omschrijving van het gebeurtenistype + omschrijving van het
Gebeurtenissubtype
remarks
Opmerkingen van de oproeper zoals genoteerd door de operator.
Eventuele opmerkingen die betrekking hebben op de locatie zullen als
eerste verschijnen. Nadien volgen alle andere opmerkingen die door
de operator werden ingevuld.
Overbodige
O. 3 juni 2014 p. 11/13
karakters
(100:,
112:,...)
worden
nu
verwijderd.
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
cityname
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Voorbeeld:
streetname="straat1"
houseno="#straat2"
Attribuut
Beschrijving
Er worden maximum 255 karakters opgenomen.
Ter info:
Sinds eind 2011 wordt in het HC100/112 de functionaliteit LBS
(Location Based Services) gebruikt als hulpmiddel bij het lokaliseren
van GSM-oproepen. Deze LBS voegt automatisch een opmerking toe
in onze dispatchingsoftware.
Voorbeeld:LBS[XY(10161779,20955622) :R=808m]
Deze LBS opmerking verschijnt op dit ogenblik ook in het veld
"remarks" van het XML bericht. Er werd gevraagd om deze opmerking
te verwijderen uit het XML bericht,maar we hebben nog geen zicht op
een datum van uitvoering.
callref
Identificatienummer van de oproep
date
Datum van de oproep
Formaat:jjjj-mm-dd
time
Tijdstip van de oproep
phoneno
Telefoonnummer van de oproeper
caliername
Naam van de oproeper
controlroomname
Naam van de HC100/112-centrale die de XML verstuurde
sectorcode
De beheerder van de CAD kan per korps en per deelgemeente
bepalen welke sectorcode moet worden verzonden.
interventioncode
De interventiecode zoals opgenomen in de lijst met gebeurtenistypes.
Hierop dient de alarmeringsterminal zich te baseren voor het activeren
van de correcte alarmering.
Brandweer:
- bevoegd niet snelst
- bevoegd snelst
- niet bevoegd snelst
- niet bevoegd niet snelst
Medisch:
- ZW
- PIT
- MUG
- MUGP
resourcename
= trip::resourcename
resourcecode
Leeg
O. 3 juni 2014 p. 12/13
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Indien er tevens geen deelgemeente beschikbaar is, dan wordt de
gemeente ingevuld.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Indien er geen specifieke sectorcode werd bepaald,dan wordt de
deelgemeente ingevuld.
Attribuut
Beschrijving
avlcode
ISSI van de AVL radio
servicename
= trip::servicename
trip::servicetype
Type van de voorgestelde dienst
Brandweer:
- BW
Medisch:
- MED
trip::servicename
Naam van de voorgestelde dienst (post)
trip::resourcetype
Ploegtype van het voorgestelde middel
Brandweer:
- BW
Medisch:
- ZW
- PIT
- MUG
- …
trip::resourcename
Ploegnaam van het voorgestelde middel.
trip::hospitalname
O. 3 juni 2014 p. 13/13
Bij medische ploegen zal ook de naam van het door de CAD
voorgestelde ziekenhuis worden ingevuld. Dit kan achteraf nog
gewijzigd worden door de operator in het HC100/112 tijdens
het aanmaken van een transport naar het ziekenhuis.
XVI
Kenniscentrum – Documentatiedienst
Medisch:
Ingeval van medisch is dit de naam van de ploeg zoals gedefinieerd in
de CAD.
FOD Binnenlandse Zaken – A.D. Civiele Veiligheid
Brandweer:
Ingeval van brandweer is dit de naam van de post aangezien wij
momenteel in CAD nog niet met brandweerploegen werken.