TELECOM VOOR DE TOEKOMST Kees Verhoeven Tweede

Download Report

Transcript TELECOM VOOR DE TOEKOMST Kees Verhoeven Tweede

TELECOM VOOR DE TOEKOMST
Kees Verhoeven
Tweede Kamerlid D66
30 januari 2014
Sneller internet voor iedereen
Als het aan D66 ligt, woont iedereen in 2020 in een huis met snel internet. Waar verschillende
programma’s tegelijk via 3d-televisie on demand te zien zijn, zonder dat dit invloed heeft op
de snelheid van het internet. D66 wil dat in 2020 internetbedrijven uit de hele wereld hun
nieuwe digitale diensten en producten als eerste in Nederland uitrollen. Zo wordt de
Nederlandse consument optimaal bediend en wordt de Nederlandse markt een proeftuin voor
nieuwe diensten en producten. Dat helpt om Nederland een vestigingsplaats te maken voor de
Europese hoofdkantoren van wereldspelers. In 2020 zou Nederland een voorloper moeten
zijn wat betreft ICT-infrastructuur. Dat biedt voordelen op het vlak van werkgelegenheid en
dienstverlening. Dat betekent dat we in 2020 de beste netwerken van de wereld moeten
hebben. Eén gigabit per seconde moet regel zijn in plaats van uitzondering. Dat is zo
belangrijk dat D66 de overheid oproept dit doel vast te leggen, wetgeving erop in te richten en
alle barrières weg te nemen. Als het gaat om internet heeft Nederland een goede
uitgangspositie. In internationale vergelijkingen doen we het goed.1 Maar we moeten onszelf
niet op de borst kloppen en tevreden achteroverleunen. We moeten juist zorgen dat we ook in
de toekomst tot de top blijven behoren.
Land
Gemiddelde snelheid
internet in Mbps
1. Zuid-Korea
14.0
2. Japan
10.8
3. Hong Kong
9.3
4. Letland
8.9
5. Zwitserland
8.7
6. Nederland
8.6
7. Tsjechië
8.1
8. Verenigde Staten 7.4
9. Zweden
7.3
10. Finland
7.1
Wereldwijd
2.9
Akamai, State of the internet 2013
1
Zie: Verhoeven (2012), D66: Digitale kansen voor de Nederlandse economie. Een digitale groeiagenda voor
procenten extra groei van het BBP https://www.d66.nl/wp-content/uploads/2012/07/D66-Digitalegroeiagenda.pdf
Infrastructuur als basis
Met het toekomstbeeld van snel internet voor ogen heeft D66 het kabinet begin vorig jaar
gevraagd om een visie op de telecommunicatiemarkt. Minister Kamp (EZ, VVD) heeft die
visie eind vorig jaar eindelijk gepresenteerd, maar het belangrijkste onderdeel ontbreekt.
Kamp gaat namelijk niet in op de vraag hoe Nederland in 2020 de beste internetinfrastructuur
van de wereld heeft. Die vraag staat voor D66 centraal. In de visie van Kamp zitten wel
ingrediënten die de discussie op weg kunnen helpen. Zo zijn de markten van televisie,
telefonie en internet de afgelopen jaren naar elkaar toe gekropen. Partijen bieden vrijwel
alleen nog alles-in-één-producten aan en ook consumenten willen niet anders.2 Deze alles-inéén-markt kan ontstaan omdat steeds meer zaken via het internet gaan lopen. Denk aan video
on demand en telefonie via het internet (VoIP). Nu de netneutraliteit wettelijk is vastgelegd in
Nederland3 kan iedereen vrij diensten op het internet aanbieden. De concurrentie op internet is
zo goed geborgd. De markt kan zo zijn werk doen en nieuwe uitdagers zullen zich blijven
aandienen met steeds weer nieuwe producten en diensten. Maar dit kan alleen met een
ijzersterke infrastructuur. En juist daar is de marktwerking en concurrentie nog lang niet
gewaarborgd. Er zijn maar een paar partijen actief, de toetredingsdrempels zijn hoog door de
hoge investeringskosten en het risico van monopoloïde gedrag blijft bestaan. Terwijl juist
gezonde concurrentie de nodige prikkels biedt om te investeren.
Vaker toegang tot de kabel
Het vaste telecomnetwerk van KPN is gereguleerd. De ACM (voorheen OPTA) heeft
vastgesteld dat KPN beschikt over zogenaamde ‘aanmerkelijke marktmacht’. Om die reden
moet KPN onderaannemers, zoals bijvoorbeeld Tele2, toestaan op haar – fijnmazige –
netwerk. Dat betekent dat ook andere telecommunicatiepartijen voor groothandelstarieven
gebruik kunnen maken van het KPN-netwerk. Zo kunnen zij diensten aanbieden aan
consumenten en zakelijke partijen. Deze partijen hebben vaak wel een – grofmazig –
nationaal netwerk van kabels op wijkniveau, maar missen het laatste stukje van de wijkkastjes
naar de voordeur. Op deze manier zijn er meer spelers dan netwerken en is meer concurrentie
en marktwerking mogelijk. Maar voor de kabel, de andere aanbieder op de alles-in-één-markt,
geldt deze toegangsverplichting nog niet. Terwijl, ook volgens de visie van Kamp, de markten
van koper/glasvezel en kabel naar elkaar toe trekken geldt voor de kabel een andere wet dan
2
Dit heet triple-play. Wanneer naast vaste telefonie, internet en televisie ook mobiele telecommunicatie wordt
meegenomen spreekt men van quadruple play. In deze notitie wordt voor de eenvoud gesproken over alles-inéén
3
In 2011 via een wetswijziging van Kees Verhoeven
voor het telefoonnetwerk. Kabel hoeft geen onderaannemers toe te staan en doet dit dus ook
niet. Vanwege het snel veranderende marktkarakter wil D66 dat voor de aanbieder van het
telefoonnetwerk en de aanbieder van het kabelnetwerk dezelfde regels bestaan. Alleen zo kan
eerlijk geconcurreerd worden. Onderaannemers kunnen dan ook overstappen en zo een extra
investeringsprikkel afgeven. Idealiter ontstaat er dan een race naar steeds betere prestaties.
Daar profiteert de consument van. België heeft deze stap begin dit jaar gezet.4
Opvallend is dat onderaannemers op de mobiele telecommunicatiemarkt wel gemeengoed
zijn. Daar zijn vier partijen met een netwerk actief5 en worden onderaannemers met scherpe
groothandelstarieven gelokt. Zij brengen immers honderdduizenden klanten met zich mee.
Goedkoper investeren in glasvezel
Echt investeren in nieuwe techniek kan natuurlijk alleen als er op straatniveau ook wat te
graven valt. Zo is glasvezel relatief duur, omdat glaskabels naar alle huizen getrokken moeten
worden onder de grond. Daarnaast is het openbreken van straten duur voor de aanleggende
partij. Dit alles wordt nog versterkt door administratieve procedures. Voor elke nieuwe aanleg
moet toestemming worden gevraagd en voor het werk dat ambtenaren daaraan besteden moet
ook betaald worden via leges. Soms proberen gemeentes hier zelfs nog geld op te verdienen.
Daarom werken we samen met lokale gemeenteraadsfracties van D66 om in hun gemeentes te
proberen de leges voor de aanleg van glasvezel op nul te zetten. Dat betekent dat de aanleg
van nieuwe generaties netwerken nog altijd duur is. Maar de gemeenten waar D66 het voor
het zeggen heeft, doen dan in ieder geval alles wat zij kunnen om het zo goedkoop mogelijk te
maken.
Op deze manier wil D66 de komende jaren de internetinfrastructuur een boost geven. Lokaal
én nationaal.
4
5
http://www.totaaltv.nl/nieuws/14771/concurrentie-op-kabel-eindelijk-mogelijk.html
Vodafone, KPN, T-Mobile en sinds de mobiele telecomveilig van 2013 ook Tele2