Naturalisatie van Amkreutz, Hubert Jozef en

Download Report

Transcript Naturalisatie van Amkreutz, Hubert Jozef en

ZITTING 1962—1963 — 7 0 3 0
Naturalisatie van Amkreutz, Hubert Jozef en 24 anderen
MEMORIE VAN TOELICHTING
Nr. 3
Onder verwijzing voor het overige naar de ingewonnen
ambtsberichten ') ten aanzien van de verzoeken om naturalisatie van Hubert Jozef Amkreutz en 24 anderen, moge de
ondergetekende het volgende aantekenen.
Hubert Jozef Amkreutz, de staatloze verzoeker genoemd in
artikel 1, onder 1, werd in 1914 te Kerkrade als Duitser geboren uit het huwelijk van een Duitse vader en een van geboorte Nederlandse moeder. Sinds zijn geboorte is hij onafgebroken in ons land woonachtig. Op 18 november 1938 werd
adressant ontslagen uit het Duitse staatsverband. Door haar
huwelijk met een staatloze behield zijn echtgenote haar Nederlandse nationaliteit. Zijn kinderen bezitten reeds het Nederlanderschap. Als mijnwerker verdient verzoeker het brood voor
zich en zijn gezin.
De Italiaanse verzoeker Mario Betti, genoemd in artikel 1,
onder 2, werd in 1931 te Illorai in Italië geboren en woont
sedert 1956 in ons land. Adressant is werkzaam als textielarbeider en treedt op als tolk voor de in het bedrijf werkzame
Italiaanse arbeiders.
De in artikel 1, onder 3, genoemde verzoeker Ngo Liang
Liem is van Indonesisch-Chinese herkomst. Hij werd in 1921
te Lasem in Indonesië geboren en is sinds 1949 in Nederland
gevestigd. Adressant is gehuwd met een van geboorte Nederlandse vrouw en is werkzaam als textieltechnicus.
De staatloze verzoeker Friedrich Johann Romer, genoemd in
artikel 1, onder 4, werd in 1912 te Kohlscheid in Duitsland
geboren uit het huwelijk van een Duitse vader en een van geboorte Nederlandse moeder. Verzoeker is sedert 1912 hier te
lande woonachtig. In 1937 werd hij ontslagen uit het Duitse
staatsverband. Adressant is gehuwd met een van geboorte
Nederlandse vrouw en voorziet als winkelier in het onderhoud
van zich en zijn gezin.
Boe Han Tan, de van Indonesisch-Chinese herkomst zijnde
verzoeker genoemde in artikel 1, onder 5, werd in 1927 te
Semarang in Indonesië geboren. Hij kwam in 1947 voor studiedoeleinden herwaarts en studeerde aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. In 1954 legde hij met goed gevolg het
ingenieursexamen af; in 1958 promoveerde hij tot doctor in de
landbouwwetenschappen. Adressant was daarna enige jaren als
research-ingenieur aan genoemde hogeschool verbonden. Thans
studeert hij pharmacie aan de Rijksuniversiteit te Leiden. In
zijn onderhoud is voorzien.
Egberdina Jacomina van Tongeren, de verzoekster genoemd
in artikel 1, onder 6, werd in 1878 te Arnhem als Nederlandse
geboren. In 1919 vertrok zij naar het toenmalige NederlandschIndië, van waaruit zij zich twee jaar later in de Verenigde
Staten van Amerika vestigde. In 1938 verkreeg zij door naturalisatie de Amerikaanse nationaliteit. Sedert 1952 woont zij
weer in Nederland. In het onderhoud van deze bejaarde verzoekster, die als verpleegster werkzaam is geweest, is voorzien.
De oud-Nederlander Hartog van der Veen, genoemd in artikel 1, onder 7, werd in 1889 te Meeden (Groningen) geboren.
Verzoeker emigreerde in 1939 naar de Verenigde Staten van
*) De ingewonnen ambtsberichten zijn met de overige bij deze
memorie van toelichting overgelegde stukken nedergelegd ter
griffie, ter inzage van de leden.
Amerika, waar hij in 1947 door naturalisatie de Amerikaanse
nationaliteit verkreeg. Sinds januari 1962 is hij weer in ons
land woonachtig. Adressant wenst in het Nederlanderschap
hersteld te worden. Hij heeft inkomsten uit vermogen.
De staatloze verzoeker Svend Angelo Wilken, genoemd in
artikel 1, onder 8, werd in 1924 te 's-Gravenhage geboren uit
het huwelijk van een Deense vader en een van origine Nederlandse moeder. Adressant, die sinds zijn geboorte in ons land
woont, onderscheidt zich niet van een geboren Nederlander.
Hij is gehuwd met een Nederlandse vrouw en voorziet als
correspondent in het onderhoud van zich en zijn gezin.
In artikel 2 wordt voorgedragen de Duitse verzoeker Leopold Chodzijnski, die in 1915 te Vlaardingen werd geboren uit
het huwelijk van een Duitse vader en een van origine Nederlandse moeder. Verzoeker woont sedert zijn geboorte in Nederland. Hij is gehuwd met een van origine Nederlandse vrouw en
voorziet als exploitant van een onderhoudsdienst in het onderhoud van zich en de zijnen. Zijn vrouw verkreeg door haar
huwelijk eveneens de Duitse nationaliteit, welke nationaliteit zij
door medenaturalisatie tot Nederlander niet zal verliezen. Teneinde te voorkomen dat deze vrouw, die op het bezit van het
Nederlanderschap prijs stelt, na naturalisatie van dubbele nationaliteit zal zijn, wordt zij in artikel 3 zelfstandig ter naturalisatie voorgedragen. Deze naturalisatie geschiedt uit billijkheidsoverwegingen kosteloos. De naturalisatie van haar man wordt
voorgesteld met uitsluiting van het rechtsgevolg van artikel 5,
vierde lid, van de wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap (Stb. 1892, 268).
In artikel 4 wordt voorgedragen de verzoeker Liang Bo
Kwee, die in 1923 te Probolinggo in Indonesië werd geboren
en van Chinese afkomst is. In 1946 kwam hij voor studiedoeleinden herwaarts; hij behaalde hier het einddiploma H.T.S. Na
het voltooien van zijn schoolopleiding trad hij in dienst van een
Nederlandse maatschappij, voor welke hij in 1953 werd uitgezonden naar Indonesië. Sinds 1960 is hij weer in Nederland gevestigd. Hij is gehuwd met een van geboorte Nederlandse
vrouw en voorziet als technicus — nog steeds bij dezelfde
onderneming — in het onderhoud van zich en de zijnen. Naar
de mening van de ondergetekende zijn er termen aanwezig tot
naturalisatie met afwijking van de wettelijke verblijfstermijn.
De in artikel 5 voorgedragenen worden voor kosteloze naturalisatie in aanmerking gebracht; de uit Indonesië afkomstige
verzoekers genoemd in artikel 5, onder 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en
10, omdat zij als gevolg van de gewijzigde staatkundige verhoudingen in Indonesië de Nederlandse nationaliteit buiten hun wil
hebben verloren; de verzoeker genoemd in artikel 5, onder 2,
omdat hij tot voor kort door de administratie als Nederlander
werd aangemerkt; de verzoekers genoemd in artikel 5, onder
11 en 12, omdat de door hen aan den lande bewezen diensten
daartoe aanleiding geven.
Theodorus Aronds Abrahams, de verzoeker genoemd in artikel 5, onder 1, werd in 1910 te Toegoe in Indonesië geboren.
Van 1950 tot 1962 woonde hij in Nieuw-Guinea, waar hij als
monteur werkzaam was bij de radiodienst van de P.T.T. Thans
woont hij in Nederland.
In artikel 5, onder 2, wordt voorgedragen de Belgische verzoeker Anthonius Hubertus Laurentius Boderie. Hij werd in
4
1899 te Meerssen (Limburg) geboren. Tot voor kort werd hij
door de administratie — zij het ten onrechte — als Nederlander aangemerkt. Adressant is gehuwd met een van origine
Nederlandse vrouw en verdient als elektricien het brood voor
zich en zijn echtgenote.
De in artikel 5, onder 3, genoemde verzoeker Markus Cornelies, werd in 1935 te Djakarta geboren en was van 1950 tot
1962 in Nicuw-Guinea woonachtig. Verzoeker heeft zich inmiddels in Nederland gevestigd.
Pieter de Groot, de verzoeker genoemd in artikel 5, onder 4,
werd in 1926 te Magelang in Indonesië geboren. Hij werd opgevoed door een Nederlands echtpaar, waarmee hij in 1939
naar Nederland kwam. Na de oorlog ging hij als O.V.W.-er
naar Indonesië; hij demobiliseerde in Nederland, waarna hij
zich in Indonesië vestigde. In 1961 kwam hij weer herwaarts.
Hij is gehuwd met een Nederlandse vrouw en werkt als elektricien. Zijn verzoek dateert van 16 oktober 1950 en voldoet
derhalve aan de overgangsbepaling van artikel 3 van de wet op
het Nederlanderschap.
John Ulrich Lucien Hünneman, de in artikel 5, onder 5, genoemde verzoeker werd in 1929 te Djatinegara geboren en was
van 1950 tot 1962 in Nieuw-Guinea gevestigd. Van 1946 tot
1950 diende hij in het K.N.I.L. Adressant is thans in Nederland woonachtig.
Robert Latoeperissa, de verzoeker genoemd in artikel 5,
onder 6, werd in 1932 te Semarang geboren. Ook deze verzoeker was van 1950 tot 1962 in Nieuw-Guinea gevestigd en is
thans hier te lande woonachtig.
De in artikel 5, onder 7, genoemde verzoeker Albert Maspaitella, werd in 1931 te Sawah Loento in Indonesië geboren en
vestigde zich in 1950 in Nieuw-Guinea. Adressant diende vrijvvillig bij de Koninklijke Landmacht en was in Nieuw-Guinea
als employé bij een luchtvaartmaatschappij werkzaam. Hij is op
1 september 1962 in Nederland aangekomen.
Mathias Michiels, genoemd in artikel 5, onder 8, werd in
1913 te Toegoe geboren en was van 1950 tot 1962 in NieuwGuinea gevestigd. Verzoeker voorzag daar als hoofdklerk bij
de Residentie Waterstaatsdienst in het gezinsonderhoud. Na de
indiening van zijn naturalisatie-verzoek zijn twee zoons van
adressant meerderjarig geworden. De ondergetekende acht het
billijk dat deze zoons alsnog in de naturalisatie van hun vader
zullen zijn inbegrepen; in verband hiermede worden zij in artikel 6 afzonderlijk voorgedragen. Beiden waren in overheidsdienst werkzaam; Christiaan als bedrijfsbeambte bij de P.T.T.
en Milton Maarthen als monteur bij de Gouvernements Autobusdienst. Thans woont de familie Michiels in Nederland.
In artikel 5, onder 9, wordt genoemd de verzoeker van
Ambonese herkomst Mozes Talahatu. Hij werd in 1930 te
Saparoea geboren en kwam in 1950 naar Nieuw-Guinea, waar
hij tot 1962 woonachtig was. Thans heeft hij zich in Nederland gevestigd.
Siauw Tik Tan, genoemd in artikel 5, onder 10, is van
Chinese afkomst. Verzoeker werd in 1933 te Djakarta geboren en is sedert 1950 in Nederland woonachtig. Hij volgde
hier te lande het onderwijs aan de Hogere Technische School
voor de Confectieindustrie te Amsterdam en is werkzaam ah
chef van een confectieatelier.
De Poolse verzoeker Hubert Viola, genoemd in artikel 5,
onder 11, werd in 1921 te Bablin in Polen geboren. Tijdens de
bezetting van Polen door de Duitsers werd hij in militaire
dienst opgeroepen omdat hij als z.g. volksduitser werd beschouwd. Aanvankelijk heeft hij zich aan de dienst kunnen onttrekken, doch in 1943 werd hij aangehouden en ingelijfd in het
Duitse leger. Begin 1944 werd verzoeker overgeplaatst naar
Nederland, waar hij dienst deed als ordonnans. Na zijn aankomst in Nederland zocht hij contact met de verzetsbeweging,
waarvoor hij verdienstelijk werk heeft verricht. Toen in het
voorjaar van 1945 bleek dat de Duitsers hem niet meer vertrouwden, dook hij tot de bevrijding onder. Na de oorlog
werkte hij tot 1948 in Nederlandse overheidsdienst; in laatstgenoemd jaar vertrok hij naar Liberia, waar hij tot 1962 als
landmeter werkzaam was. Verzoeker is thans weer in Nederland woonachtig. Hij is gehuwd met een Nederlandse vrouw
en voorziet als chef van een postkamer in het onderhoud van
zich en zijn gezin. Naar de mening van de ondergetekende
zijn er termen aanwezig tot naturalisatie met afwijking van de
wettelijke eis inzake de verblijfslermijn. Voorts meent de ondergetekende dat op deze verzoeker van toepassing is het gestelde
in de nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsontwerp tot naturalisatie van Braun, Franz Joseph Heinrich en 31
anderen (Zitting 1961—1962 — 6291).
De Amerikaanse verzoeker Charles John de Vriend, genoemd in artikel 5, onder 12, werd in 1927 te Newark (Verenigde Staten van Amerika) geboren. Zijn ouders waren Nederlander van geboorte maar hadden door naturalisatie de Amerikaanse nationaliteit verkregen. Enige maanden na zijn geboorte kwam hij met zijn ouders naar Nederland, waar hij sedertdien heeft gewoond. Lange tijd werd hij als Nederlander aangemerkt. Van 1946 tot 1949 diende verzoeker bij de Koninklijke Landmacht. Voor zijn dienst in Indonesië kreeg hij het
ereteken voor Orde en Vrede. Adressant is invalide; in het gezinsonderhoud wordt voorzien.
Met uitzondering van de Poolse verzoeker genoemd in artikel 5, onder 11, geldt ten aanzien van alle voorgedragenen dat
zij, hetzij omdat zij thans geen nationaliteit hebben, hetzij omdat zij hun nationaliteit door de voorgestelde naturalisatie zullen verliezen, na naturalisatie, niet van dubbele nationaliteit
zullen zijn.
De Minister
van Justitie,
A. C. W. BEERMAN.