Met één oog kan ik bijna alles zien

Download Report

Transcript Met één oog kan ik bijna alles zien

Praktische tips:
• zorg dat het licht aan de kant van het goede oog binnenkomt
• gebruik zo nodig taakverlichting
• zorg voor goed contrast (felle kleuren zijn beter dan
pasteltinten)
• leg boek of papier neer aan de kant van het goede oog
• zorg in een groep dat andere mensen aan de kant van het
goede oog zitten
• neem in een nieuwe situatie meer tijd om dingen te overzien
Met één oog kan ik
bijna alles zien
Meer informatie?
Wilt u meer informatie over Bartiméus en de diensten die
Bartiméus u kan bieden?
Kijk dan op: www.bartimeus.nl
Informatie over de gevolgen van
het kijken met één oog
Voor meer informatie
www.bartimeus.nl
of bel de Bartiméus Infolijn
0900 - 77 888 99 (lokaal tarief)
Kijken met één oog
Wanneer iemand het zicht in een oog verliest of wanneer een
kind maar één functionerend oog blijkt te hebben, is dat een hele
schrik. Er komen veel vragen naar boven over de gevolgen van
het kijken met één oog. Deze brochure zet voor u de feiten en de
gevolgen van het kijken met één oog op een rij, het laat zien wat
wel en niet kan en bevat een paar praktische tips.
Gezichtsveld
Als u maar één goed functionerend oog heeft, betekent dat
niet dat u ook meteen slechtziend bent. Elk oog produceert
namelijk een eigen beeld. De beelden van beide ogen worden
door de hersenen als het ware over elkaar heen gelegd
en samengesmolten tot een beeld. Het gezichtsveld, het
waargenomen gebied bij recht vooruit kijken, van mensen
met twee goed functionerende ogen is daardoor ongeveer 20
procent groter dan van mensen die maar met één oog kunnen
zien.
Dieptezien
Mensen met twee goed functionerende ogen die niet scheel
kijken, kunnen gebruik maken van stereoscopisch zien.
Stereoscopisch zien is het dieptezien dat ook met een 3D bril op
kan worden waargenomen.
Iemand met maar één goed functionerend oog en veel mensen
met een vorm van scheelzien missen dit stereoscopisch
dieptezien. Stereoscopisch zien functioneert het beste dichtbij.
Er is nog een andere manier om diepte in te kunnen schatten.
Voor het gemak noemen we dit het eenogig dieptezien. Dit
dieptezien is gebaseerd op ervaring. De verwerking hiervan vindt
plaats in de hersenen. Mensen die maar één oog hebben, maar
waarbij de hersenfuncties goed zijn, kunnen gebruik maken
van deze vorm van dieptezien. De diepte en afstand wordt dan
ingeschat op basis van grootte, snelheid, perspectief, schaduw
etc.
Praktische gevolgen van het kijken met één oog
Wanneer iemand vanaf zijn geboorte aangewezen is op het
eenogig dieptezien, wordt het stereoscopisch zien nauwelijks
gemist. Eenogig dieptezien wordt in dat geval ook gebruikt voor
de korte afstand.
Mensen die gewend zijn gebruik te maken van het stereoscopisch
zien, maar dit door verlies van het zicht in één oog moeten missen,
ondervinden hier zeker in het begin last van.
Ze kunnen de volgende problemen ervaren:
• moeite met het inschatten van diepte en afstand, met name
dichtbij
• evenwichtsproblemen
Vooral in het verkeer, bij overgangen van licht naar donker, bij
schaduwen en bij fijnmotorische handelingen zoals draad in een
naald steken, thee inschenken of een glas van de tafel pakken,
kunnen problemen worden ervaren.
Psychologische gevolgen van eenogigheid
Wanneer iemand het zicht in een oog verliest of wanneer een kind
maar één goed functionerend oog heeft komt er vaak angst en
zorg over het goedziende oog naar boven.
Volwassenen kunnen het gevoel hebben ‘niet compleet’ te zijn,
hun zelfvertrouwen kan afnemen en mensen kunnen onzeker zijn
wanneer ze buiten hun vertrouwde omgeving bewegen.
Wennen en aanpassen
Als volwassenen of oudere kinderen eenogig worden, zal het
een maand of drie duren voordat men zich heeft aangepast aan
de nieuwe situatie. Het overgebleven oog compenseert voor
het grootste deel het gezichtsverlies, de evenwichtsproblemen
verdwijnen en men leert steeds beter om het eenogig dieptezien
in te schakelen. Men merkt vaak wel dat het inschatten van
diepte en afstand meer tijd kost. Ook op de lange duur kan dit
nog wel eens problemen geven.
Door het hoofd wat te draaien naar de kant van het slechte
oog wordt het overgebleven gezichtsveld beter over de ruimte
verdeeld. Soms zullen mensen hun hoofd wat meer en vaker
draaien om nog beter overzicht over de ruimte te krijgen.
In de meeste gevallen kunnen na verloop van tijd veel zaken
weer opgepakt worden, zoals autorijden, sporten, tuinieren,
koken etc.
Bij kinderen wordt nogal eens een beschermbril aangeraden
ter bescherming van het goede oog. Het is van belang om bij
risicovolle activiteiten een beschermbril te dragen, bijvoorbeeld
bij het afsteken van vuurwerk of bij het beoefenen van bepaalde
sporten, zoals squash of darten.