Transcript inhoud - Filosofie

Ten geleide Freek Witteveen
Leeswijzer
Proloog: Gesprek over de wetten
9
11
19
DEEL I: POLIS - OVER DE WETTEN VOOR DE STAD
Hoofdstuk 1: De wet als kunstwerk
Hoofdstuk 2: De moeizame dialoog tussen kennis en macht
Hoofdstuk 3: De filosoof als wetgever: Plato
Hoofdstuk 4: Regime en vrijheid
Hoofdstuk 5: Panopticon, pannomion
25
39
54
70
85
DEEL II: NOMOS - TIEN GEBODEN VOOR DE WETGEVER
Hoofdstuk 6: Het eerste gebod: algemeenheid
Nomoi van Rousseau over de hoogste wet
103
Hoofdstuk 7: Het eerste gebod: algemeenheid
Nomoi van Van Zuylen en De Gouges over de revolutionaire wet
114
Hoofdstuk 8: Het eerste gebod: algemeenheid
(Anti)nomoi van Orwell over de virtuele wet
125
Hoofdstuk 9: Het tweede gebod: openbaarheid
Nomoi van Kant over de droom van een Europese rechtsorde
136
Hoofdstuk 10: Het tweede gebod: openbaarheid
Nomoi van Paine over de symbolische ordening van mensenrechten
148
Hoofdstuk 11: Het tweede gebod: openbaarheid
Nomoi van Pettit over republikeinse vrijheid en de wet
155
Hoofdstuk 12: Het derde gebod: vooruitzien
Nomoi van Dworkin over de betekenis van integriteit
167
Hoofdstuk 13: Het derde gebod: vooruitzien
Nomoi van Radbruch over de afweging van belangen
178
Hoofdstuk 14: Het derde gebod: vooruitzien
Nomoi van Waldron over de wet als archetype
187
Hoofdstuk 15: Het vierde gebod: begrijpelijkheid
Nomoi van More over de volmaakte wetskennis
194
Hoofdstuk 16: Het vierde gebod: begrijpelijkheid
Nomoi van Dewey over praktijkkennis
204
Hoofdstuk 17: Het vierde gebod: begrijpelijkheid
Nomoi van De Bono over de deugd van de eenvoud
213
Hoofdstuk 18: Het vijfde gebod: samenhang
Nomoi van Isidorus van Sevilla over de harmonische wetgever
226
Hoofdstuk 19: Het vijfde gebod: samenhang
Nomoi van Tribonianus over codificatie als project
236
Hoofdstuk 20: Het vijfde gebod: samenhang
Nomoi van Portalis over de reflectieve wetgever
241
Hoofdstuk 21: Het zesde gebod: redelijke verwachtingen
Nomoi van Vico over de topiek van de wetgever
251
Hoofdstuk 22: Het zesde gebod: redelijke verwachtingen
Nomoi van Hayek over de averechtse effecten van interventies
264
Hoofdstuk 23: Het zesde gebod: redelijke verwachtingen
Nomoi van Havel over de schijn van legaliteit
274
Hoofdstuk 24: Het zevende gebod: duurzaamheid
Nomoi van Hobbes over de gekunsteldheid van de orde
280
Hoofdstuk 25: Het zevende gebod: duurzaamheid
Nomoi van Simmel over de wederkerigheid van het vertrouwen
290
Hoofdstuk 26: Het zevende gebod: duurzaamheid
Nomoi van Geertz over de wet als symbolische orde
299
Hoofdstuk 27: Het achtste gebod: hanteerbaarheid
Nomoi van Montaigne over de bedachtzaamheid die een wetgever past
310
Hoofdstuk 28: Het achtste gebod: hanteerbaarheid
320
Nomoi van Oakeshott over een rechtsstaat zonder regelgevers, managers en
toezichthouders
Hoofdstuk 29: Het achtste gebod: hanteerbaarheid
Nomoi van Llewellyn over de realistische rechter
330
Hoofdstuk 30: Het negende gebod: autonomie
Nomoi van Bodin over de paradox van de gereguleerde zelfregulering
339
Hoofdstuk 31: Het negende gebod: autonomie
Nomoi van Guicciardini over het kleine verschil tussen beraadslagen en
beslissen
348
Hoofdstuk 32: Het negende gebod: autonomie
Nomoi van Selznick over het ideaal van responsieve regulering
258
Hoofdstuk 33: Het tiende gebod: regelgeleid gedrag
Nomoi van Tocqueville over subsidiariteit en mild despotisme
370
Hoofdstuk 34: Het tiende gebod: regelgeleid gedrag
Nomoi van Weber en Kaf ka over bureaucratie
381
’
Hoofdstuk 35: Het tiende gebod: regelgeleid gedrag
.
Nomoi van Foucault over de beheersbaarheidsmentaliteit
394
DEEL III: DEMOS - BURGERMACHT EN DENKKRACHT
Hoofdstuk 36: Wetten voor wetgevers
Hoofdstuk 37: Democratie als lege plaats en als open ruimte
Hoofdstuk 38: De toren van Babel en het.huis van de rechtsstaat
Hoofdstuk 39: De idolen van de wetgever
Nomoi van Bacon over de wet als kunstwerk
410
420
438
447
Hoofdstuk 40: De constitutionele dialogen
Epiloog: het gedicht van de wetgever
Verantwoording
Noten
Namenregister
Collages en miniaturen
459
468
471
473
493
497