Avondwake en overweging

Download Report

Transcript Avondwake en overweging

IN MEMORIAM JAN PEETERS
Jan werd op 26 Augustus 1934 in Waalre geboren; trad 9 september 1959 in onze orde; werd
in 1962 naar Rome gestuurd; werd daar op 12 februari 1966 priester gewijd; studeerde
theologie aan de Radbouduniversiteit; was ja-renlang godsdienstleraar in Mill; werd in juli
1985 ge-vraagd om pastor te zijn in Pattensen, waar hij al jaren-lang in de vakantietijd de
pastoor verving; in 2004 ging hij in Waalre wonen, dichtbij zijn familie en zijn ouderlijk huis;
in oktober 2013 werd bij hem ongeneselijke long-kanker geconstateerd en op 2 december
werd hij conven-tualis in Mariänhage, waar hij op 25 feburari 2014 stierf. Op 5 maart 2014
vertrouwden wij zijn lichaam toe aan ons kloosterkerkhof aldaar.
Openingswoord avondwake 3 maart 2014
Mgr. Josef Homeyer, de bisschop van Hildesheim, schreef bij Jans afscheid van de parochies
in Schulenburg-Pattensen, Nordstemmen en Poppenburg:
“Het is voor U, voor uw parochie en ook voor ons niet gemakkelijk afscheid te nemen.
In 1985 bent u op verzoek van de Parochieraad en het bestuur gevraagd om hier
naartoe te komen. Als priester hebt u hier dankzij de gaven die God u geschonken
heeft, de harte van veel mensen veroverd. U hebt hier echt religieus leven in de
parochie verdiept en uw menselijke warmte en vriendelijkheid hebben diepe indruk
gemaakt. Hoewel u steeds een beroep moest doen op andermans auto’s bent u een
Goede Herder geweest en hebt u op uw eigen persoonlijke manier gemeenschappen
samengebracht. In de laatste jaren bent herhaaldelijk zwaar ziek geweest.
Parochianen en familieleden hebben voor u gebeden en hebben u bezocht en
geholpen. Ik hoop dat u nog een keer bij mij wilt komen en dat ik u dan kan spreken.
Gods zegen over uw verdere levensweg.
Op zijn bidprentje staat:
Laat de Heer uw vreugde blijven;
ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.
Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen.
De Heer is nabij,
wees over niets bezorgd,
maar vraag God wat u nodig hebt en
dank hem in al uw gebeden.
Dan zal de vrede van God,
die alle verstand te boven gaat,
uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. (Fil. 4,4-7)
Een tekst die Jan op het lijf geschreven is: zo kennen we hem die laatste maanden: met een
diep godsvertrouwen, met een goed woord voor iedereen, vol humor (“Der kleine Rudi”),
evenwichtig, een herder voor al zijn mensen.
Zelf schreef hij voor het begin van zijn Augustijn zijn:
“Ik wil Augustijn worden omdat ik meen door Christus tot deze levensstaat geroepen te zijn.
Elke uitverkiezing is immers een vervolg van het niet te doorgronden mysterie van Gods
liefde voor ons. Als Hij me werkelijk roept, mag ik niet weigeren, ook al begrijp ik het niet. En
mocht in de toekomst – onverhoopt – blijken dat ik me toch vergist heb in mijn keuze dan is
daarmee niets verloren. Leven is in Gods hand en waar Hij me hebben wil, daar kom ik.
Omdat ik van nature een nogal gesloten karakter heb en omdat bij de Augustijnen de volle
nadruk ligt op het gemeenschapsleven, wil ik proberen om aan het gevaar te ontkomen, dat
ik me in mezelf opsluit. Ik geloof niet dat ik hiermee de gemakkelijkste weg kies, maar de
weg van de minste weerstand is maar zelden de beste.”
Mogen wij zeggen: dáár heeft hij werkelijk naar geleefd! Dat hebben wij de laatste maanden
mogen ervaren.
OVERWEGING
uitvaartviering 5 maart 2014
Op dit altaar staat een kaars: die moest er staan. Jan heeft hem bij zijn afscheid van
Pattensen gekregen van zijn misdienaartjes. Je zou er in deze grote kerk en temidden van al
het andere licht overheen kijken. Maar als je dichterbij komt, straalt ie licht en warmte uit:
een beeld van Jan?
Als je een mozaïek bekijkt is de lichtinval heel belangrijk: als de zon er op schijnt, licht het
anders op, dan wanneer de schemering invalt. Dat geldt denk ik ook als je alleen maar een
paar stukjes in je handen hebt. Als het over Jan gaat, heb ik die ook maar. En in mijn
gesprekken met zijn familie,met onze medebroeders en onze verpleging lijkt het wel of zij
ook alleen maar een handvol mozaïeksteentjes uit zijn verschillende levenslagen hebben.
Wie je ook spreekt: ze stralen in hun handen, maar ze vertellen verschillende verhalen al
naar gelang ze een zonnige of een donkerder licht laten schijnen. Een paar van die verhalen
die voor mij zo beeldend zijn, wil ik u doorgeven.
Allereerst een beeld van de jonge Jan: geboren met één blind oog. Hij gaat op de Philips
bedrijfsschool leren voor gasfitter. Slaagt met de hoogste cijfers. Mag zijn vak niet
uitoefenen, komt op kantoor terecht. Hij raakt verloofd, maar binnenin hem groeit het
verlangen om Augustijn en priester te worden. Uiteindelijk stemt zijn moeder ermee in. Jan
gaat na zijn werk bijles halen bij de fraters en enkele docenten aan het Augustinianum. Je
ziet hem lopen, thuis, van de ene kamer naar de andere, want er is temidden van een gezin
met 13 kinderen geen aparte studeerplek. Hij komt in de 4 e klas van het Gym binnen en
slaagt met prima cijfers.
Zijn kloosternaam wordt Simplicianus: in de 4e eeuw bisschop van Milaan en oude vriend en
leidsman van Augustinus. Vriend en leidsman van veel mensen zou Jan worden. In zijn naam
klinkt iets van simpel door, niet in de zin van minvermogend, maar van eenvoudig: zalig de
eenvoudigen: mensen die er zonder hoge pretenties alleen maar voor anderen zijn.
Dan zien we hem naar Rome gestuurd, begin zestiger jaren. Bij de Augustijnen staat hij
bekend als ‘n uitgebalanceerd persoon; voor een enkele professor was hij ‘te modern’: hij
haalde prima cijfers, maar moest zijn licentiaatsexamen over doen.
Dan komt hij terug in Nederland en gaat eerst theologie studeren aan de
Radbouduniversiteit. In die jaren vond een revolutie in de kerk, de orde en de samenleving
plaats. Hij is bescheiden, ietwat verlegen; heeft een natuurlijk overwicht en een eigen
mening, die hij vurig verdedigt maar nooit opdringt. Toch botst dat ook. We zien Jan met
onze bijna le-gendarische Jan van Dommelen bezig met zwaar werk in de tuin rond de villa,
zorgend dat er weer bloemen en struiken kunnen bloeien. Er zijn er die zeggen: hij kan beter
meer pastoraal werk doen. Hijzelf zegt: daar heb ik tijd voor God, voor God die een mysterie
is. Je kunt je afvragen: was hij een tuinman? In Duitsland deed zijn familie veel werk in de
tuin. Of kwam dat omdat Jan ouder werd, steeds minder ging zien? Het ligt aan het licht dat
je op hem doet schijnen.
In Nijmegen zien we Jan blijven als het klooster leegloopt: geen gemakkelijk tijd voor de zgn.
blijvers. In die tijden rijdt hij als godsdienstleraar op de Mulo in Mill met zijn brommertje en
zijn slechte ogen heen en weer, en door weer en wind: wat weten we eigenlijk van hem, die
zelden over zichzelf sprak maar overal buiten en binnen de kerk mensen aansprak en
verrijkte met ongelofelijk veel weetjes en vooral met wat binnen in hem leefde aan liefde die
hij thuis en van God ontvangen had. In die tijd ging hij ook vaak de pastoor vervangen in
Pattensen-Schulenburg. Parochianen vroegen of hij daar hun pastoor kon worden: ze waren
de parochianen in Mill voor. Jan ging en de meesten van ons verloren het contact met hem.
Níet zijn familie; níet zijn parochianen. Die droegen en dragen hem op handen. Hij kwam
achter zijn altaar vandaan en sprak mensen van dichtbij aan. Hij was ook buiten de kerk
actief: in de KAB: zalig de mensen die daadwerkelijk voor gerechtigheid opkomen. Toen men
hem eens vroeg of hij nog Augustijn was, antwoordde hij kort: “Hoe kun je daar aan
twijfelen: Ik ben en blijf Augustijn, ondersteun onze Orde financieel en bezoek
medebroeders in Nederland.”
Lag het aan de goede zorgen van zijn familie en met name van Drea en Cor dat Jan zich in
Waalre vestigde en dat het hem veel tijd en moeite kostte om hier in Mariënhage te landen?
Uiteindelijk heeft hij hier een thuis gevonden. Hij veroverde de harten van de medewerkers
en van ons Augustijnen. Hij paste zich wonderlijk snel aan. In Pattensen heette hij ‘der kleine
Rudi (Carrel)’ vanwege zijn woordspelingen, humor en gemak van praten. Dat heeft hij hier
tot het laatste volgehouden: niet bang voor de dood, wel voor benauwdheid en pijn. Die zijn
hem grotendeels bespaard gebleven. Hij leefde voor zover wij mogen weten: overgegeven
aan de handen van God: Hij zei o.a.:”als er daar zoveel rust is als hier, teken ik ervoor!”
Misschien mogen we dat de rode draad in het leven van Jan noemen: zijn diepe, door niets
te vertroebelen geloof in God. Daarin was hij een mens uit één stuk. Daarin doet hij me
denken aan Etty Hillesum die tijdens de 2 e wereldoorlog in het kamp Westerbork schreef:
“Er zijn mensen die nog op het laatste ogenblik stofzuigers in veiligheid brengen en
zilveren vorken en lepels in plaats van jou, mijn God. Er zijn mensen die hun lichamen
in veiligheid willen brengen, die alleen nog maar de huizen zijn voor duizenden
angsten en verbitteringen. En ze zeggen: ze zullen mij niet in hun klauwen krijgen. En
ze vergeten dat men in niemands klauwen is, als men in jouw armen is. Het enige wat
we kunnen redden is: een stukje van jou, God, in onszelf. En misschien kunnen we er
aan meewerken, jou op te graven in de geteisterde harten van anderen. Aan de
omstandigheden kun je niet al te veel doen, ze horen nu eenmaal bij dit leven. Daar
mag je ons later voor ter verantwoording roepen.”
Voor mij vat ze in deze woorden de kern van de Bergrede samen waaruit het evangelie van
vandaag komt dat ons aan de hand van enkele voorbeelden idealen schetst of liever één
ideaal: leven uit één kern, leven uit één stuk. Ik weet niet hoe het met u is, maar ik maak
idealen niet zo gemakkelijk waar; het is gemakkelijker ze te verliezen, ze aan te passen aan
wat haalbaar is. Idealen, zaligsprekingen vragen meer dan het gewone. Maar met dat woord
‘vragen’ zitten we op gevaarlijk gebied: op dat van de prestatie; op dat van wetten en
normen en regels en daar moeten we niet zoveel van hebben. Ik denk dat Jezus ons
allereerst wijst op mensen rondom ons, op onszelf: wat is het niet heerlijk als je mensen-uitéén-stuk ontmoet; mensen die van binnenuit leven; die je niet alleen met woorden, maar
door heel hun levenswijze iets zeggen. We leven in een wereld die ons ongelofelijk veel
aanbiedt en van ons vraagt: alles moet je genieten, kunnen vastpakken, anders is het de
moeite niet waard. Je leeft maar één keer en je moet bij je eigen diepste kern komen met
brokstukken uit allerlei rondzwevende humane en religieuze ideeën, die je op je eigen maat
snijdt. Er zijn al zoveel problemen in de grote wereld, in je eigen binnenwereld, in de wereld
om je heen: daar voel je je klein tegenover, machteloos. Je koestert je eigen kleine steentje,
zonder illusies. Of je wilt tenminste een steen verleggen of het resultaat zien van wat je
gezaaid hebt. Je aan iemand anders geven, je leven verbinden met een werk, een groot
ideaal, met God: dat is niet meer van deze tijd.
Maar diep in mijn hart zou ik niets te verliezen willen hebben en zó de koning te rijk bij God
willen horen. Ik zou mensen geen onrecht willen aandoen, maar vanuit compassie met hen
leven: hun harten veroveren en niet hun ledematen; ik zou me veel meer willen inzetten
opdat anderen tot hun recht komen. Ik zou geen onzuivere bedoelingen willen hebben en
eindelijk God willen zien. Maar nu haal ik het weer uit elkaar en maak er een prestatielijst
van. Het gaat om een grondhouding die vaak dwars staat op wat ik en anderen doen. Een
toebehoren aan God die wil dat alle mensen tot hun recht komen. Augustinus schrijft
daarover in de eerste lezing dat je dat niet in de koude kleren gaat zitten. Jan schreef daar
eens over: Ik geloof niet dat ik hiermee de gemakkelijkste weg kies. Maar de weg van de
minste weerstand is maar zelden de beste.'
GEBED OM VREDE
Verlos ons, Heer, van alle kwaad. Maak ons – waar wij maar kunnen – tot vredebrengers in
onze kleine wereld en in de grote; laat onze liefde steeds rijker worden aan inzicht en
fijngevoeligheid, aan moed om onszelf te geven. Wees barmhartig als we falen.
Geef ons zoveel van uw Geestkracht dat wij zo nodig kunnen veranderen. Maak ons steeds
meer tot vredebrengers, mensen-uit-één-stuk, zoals Jezus Messias. Geven wij elkaar ons
verlangen naar de vrede van Christus door.
tekst: P. Clement, OSA. Prior Provinciaal Nederlandse Augustijnen