Praktisch personenbelasting

Download Report

Transcript Praktisch personenbelasting

5
Inhoudstafel
Inhoudstafel
Voorwoord3
Inleidende begrippen
1
Belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting
1.1Rijksinwoners
1.2
Woonplaats of zetel van fortuin in België
A Fiscale woonplaats
B Zetel van fortuin
C Wettelijke vermoedens (art. 2 § 1, 1° tweede en derde lid WIB 1992)
2
Wereldwijd inkomen
3
Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
3.1
Algemene regel
3.2Uitzondering
4
Individuele aanslag of gemeenschappelijk aanslag
4.1Echtgenoten/Gehuwden
4.2
Wettelijk samenwonenden
4.3Alleenstaanden
4.4Kinderen
5
Volledige decumul
6
Berekening van de belasting (per belastingplichtige)
7
Progressieve belasting
8Aangiftetermijn
8.1
Gewone aangiftetermijn
8.2
Uitzonderlijke termijnen
9
Kladversie versus definitieve aangifte
10 Mogelijke gevolgen bij een laattijdig ingediende aangifte of bij niet-aangifte
25
25
25
25
25
26
26
27
27
27
27
28
28
29
30
32
33
33
35
36
36
36
37
37
1 Vak I: wijziging of eerste mededeling van uw bankrekening – telefoonnummer
1.1Bankrekeningnummer
1.2Telefoonnummer
39
39
39
2 Vak II: persoonlijke gegevens en gezinslasten
2.1 Basisbedragen van de belastingvrije som
2.2 Verhoging voor zware handicap 2.3 Verhoging voor kinderen ten laste 2.3.1Bedragen
2.3.2 Welke kinderen kan de belastingplichtige ten laste nemen?
2.3.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd AAlgemeen
B Eerste voorwaarde: deel uitmaken van het gezin
C Tweede voorwaarde: nettobestaansmiddelen D Derde voorwaarde: geen bezoldigingen genieten ten laste
van de belastingplichtige
2.4 Verhoging voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen kinderoppaskosten worden ingebracht
40
40
41
42
42
43
43
43
43
48
50
51
6
Inhoudstafel
2.5
Verhoging voor de opvang van bejaarden 2.5.1Bedrag
2.5.2 Welke bejaarden kan de belastingplichtige ten laste nemen?
2.5.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd
2.6 Verhoging voor andere personen ten laste
2.6.1 Bedragen 2.6.2 Welke ‘andere’ personen kan de belastingplichtige ten laste nemen?
2.6.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 2.7 Verhoging voor de alleenstaande met kinderlast
2.8 Verhoging bij huwelijk/wettelijke samenwoning
2.9 Aanrekening van de belastingvrije som
2.9.1Alleenstaanden
2.9.2 Gehuwden/wettelijk samenwonenden
2.9.3 Terugbetaalbaar belastingkrediet voor kinderlast
2.10Aangifte
A Persoonlijke gegevens
BGezinslasten
2.11Oefeningen
3 Vak III: inkomsten van onroerende goederen
3.1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag
3.1.1 Kadastraal inkomen
A Definitie van het kadastraal inkomen
B KI nog niet gekend
C Vrijstelling van het kadastraal inkomen
D Bevriezing van het kadastraal inkomen
3.1.2Brutohuur
3.2 Wie moet het onroerend inkomen aangeven?
3.2.1 Algemene principes
3.2.2 Speciale gevallen
A Verandering van eigenaar tijdens het belastbare tijdperk
B Wijziging van bestemming tijdens het belastbare tijdperk
3.3 Onroerende inkomsten van in België gelegen onroerende goederen
3.3.1 Eigen woning die men zelf betrekt (of een gedeelte ervan dat men zelf betrekt) of die men om beroeps- of sociale redenen niet zelf betrekt
AAlgemeen
B Eigen woning: code 1100-64/2100-34 en/of code 1101-63/2101-33
C Eigen woning niet betrokken wegens beroeps- of sociale redenen
D Woningaftrek voor de eigen woning
E Verrekening van de onroerende voorheffing
3.3.2 Onroerende goederen die de belastingplichtige voor zijn beroep gebruikt (code 1105-59/2105-29)
3.3.3 Gebouwen die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1106-58/2106-28)
3.3.4 Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1107-57/2107-27)
3.3.5 Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurd worden aan land- of tuinbouwers (code 1108-56/2108-26)
3.3.6 Gebouwen die verhuurd worden aan personen die ze gebruiken voor
hun beroepswerkzaamheid (codes 1109-55/2109-25 en 1110-54/2110-24)
52
52
52
52
54
54
54
54
55
56
56
56
56
57
59
59
65
69
71
71
71
71
72
72
73
73
74
74
77
77
78
78
79
79
80
82
83
85
86
89
91
91
92
7
Inhoudstafel
3.3.7 Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1112-52/2112-22 en 1113-51/2113-21)
3.3.8 Materieel en outillage die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1115-49/2115-19 en 1116-48/2116-18)
3.3.9 Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding (code 1114-50/2114-20)
3.4 Onroerende inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen
3.4.1 Brutohuur of brutohuurwaarde of ontvangen erfpacht- of opstalvergoeding
3.4.2Kostenforfait
3.4.3 Vrijgestelde inkomsten
3.4.4 Onroerend goed gelegen in land waarmee België al dan niet een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten
3.4.5 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België geen overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten
A In de EER gelegen eigen woning (code 1121-43/2121-13)
B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage
(code 1123-41/2123-11)
C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1124-40/2124-10)
D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen
(code 1125-39/2125-09)
3.4.6 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land
waarmee België wel een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting
heeft gesloten
A In de EER gelegen eigen woning (code 1133-31/2133-01)
B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage
(code 1130-34/2130-04)
C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1131-33/2131-03)
D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen
(code 1132-32/2132-02)
3.5Aftrekken
3.5.1 Betaalde erfpacht- en opstalvergoedingen
A Belastingplichtigen die als alleenstaanden worden belast
B Belastingplichtigen voor wie een gemeenschappelijke aanslag
wordt gevestigd
3.5.2Intrestaftrek
3.5.3Woningaftrek
3.5.4 Volgorde van aanrekening van de aftrekken op de onroerende inkomsten
3.6Oefeningen
4 Vak IV: bezoldigingen van werknemers
4.1Algemeen
4.1.1Definitie
4.1.2 Wie valt onder die categorie?
4.1.3 Tijdstip van belastbaarheid
4.1.4Indeling
4.2 Eigenlijke bezoldigingen (art. 31, tweede lid, 1° WIB 1992)
4.2.1 Belastbare bestanddelen
4.2.2 Vrijgestelde bestanddelen
A Kosten eigen aan de werkgever (art. 31, tweede lid, 1° WIB 1992)
B Werkgeversbijdrage woon-werkverkeer (art. 38, 9° WIB 1992)
C Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (‘loonbonus’)
95
96
97
97
97
98
98
99
99
99
100
101
101
102
102
103
103
104
104
104
104
105
105
105
106
108
111
111
111
111
112
113
113
113
114
114
117
120
8
Inhoudstafel
D Tussenkomst van werkgever in een pc-privé (‘pc-bonus’)
121
E Vrijgestelde schijf van ‘opzeggingsvergoedingen’ en
inschakelingsvergoedingen123
F Andere vrijgestelde inkomsten (art. 38 WIB 1992)
128
4.2.3Tarief
130
A Algemene regel
130
B Uitzondering: achterstallige bezoldigingen, achterstallige
loonbonus en sluitings­vergoedingen
130
C Bezoldigingen van de maand december (openbare overheid)
132
D Bezoldigingen uit gelegenheidsarbeid in de horeca
132
E Vestigingspremie voor huisarts in loonverband
133
F Uitzondering: stelsel van bezoldigde sportbeoefenaars,
scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders
133
4.2.4 Aangifte en loonfiche 281.10
134
4.3 Voordelen van alle aard (art. 31, tweede lid, 2° WIB 1992)
136
4.3.1Algemeen
136
4.3.2 Vaststelling van de waarde van het voordeel van alle aard
139
4.3.3 Forfaitaire ramingen
139
A Niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd
140
B Kosteloze beschikking over een onroerend goed
141
C Kosteloze beschikking over één enkele kamer
143
D Kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit
143
E Kosteloze beschikking over dienstboden, huispersoneel, tuiniers,
chauffeurs enz. 143
F Verstrekking van sociale maaltijden aan de personeelsleden
143
G Kosteloze beschikking over een firmawagen
144
HAandelenopties
149
I Kosteloze beschikking over bedrijfscomputer en internet
149
4.3.4 Tarief
149
4.3.5 Aangifte en loonfiche 281.10
149
4.4 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid
of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst
150
4.4.1 Vervroegd vakantiegeld
150
4.4.2Opzeggingsvergoeding
150
A Eigenlijke opzeggingsvergoeding
150
BNiet-concurrentievergoeding
150
C Morele schadevergoeding
151
4.4.3 Inschakelingsvergoeding 152
4.4.4 Tarief
152
A Vervroegd vakantiegeld
152
BOpzeggingsvergoeding
152
CInschakelingsvergoeding
153
4.4.5 Aangifte en loonfiche 281.10
153
A Vervroegd vakantiegeld
153
BOpzeggingsvergoeding
153
CInschakelingsvergoeding
153
4.5 Belastingstelsel voor beroepsinkomsten van sportbeoefenaars
155
4.6 Herstel van een tijdelijke inkomstenvermindering (art. 31, tweede lid, 4°
en art. 31bis WIB 1992)
160
4.6.1 Gewone vervangingsinkomsten
160
9
Inhoudstafel
4.6.2 Achterstallen van vervangingsinkomsten
4.6.3 Vervangingsinkomsten van de maand december (openbare overheid)
4.7 Vroeger verworven bezoldiging (art. 31, tweede lid, 5° WIB 1992)
4.8 Helper van zelfstandige
4.9 Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (code 1257-04/2257-71)
4.10Beroepskosten
4.10.1 Werkelijke beroepskosten (1258-03/2258-70)
A Kosten voor het woon-werkverkeer
B Kosten voor de beroepsverplaatsingen, andere dan het
woon-werkverkeer
C Huur van een woongelegenheid nabij het werk
D Kosten van een bureau
E Kosten voor bureaubenodigdheden en vakliteratuur
FStudiekosten
GVakbondsbijdrage
4.10.2 Forfaitaire beroepskosten
A Gewoon kostenforfait
B Aanvullend forfait voor verre verplaatsingen
(code 1256-05/2256-72)
4.10.3 Wijze van taxatie
APrincipe
B Vaststelling van het nettobedrag van de gezamenlijke en
de afzonderlijke belastbare beroepsinkomsten
4.11Huwelijksquotiënt
4.11.1 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten
4.11.2 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten
4.11.3 Geen toepassing huwelijksquotiënt
4.12Inhoudingen
4.12.1 Inhoudingen voor aanvullend pensioen 4.12.2 Bedrijfsvoorheffing 4.12.3 Inhoudingen voor de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid
4.13 Overuren die recht geven op overwerktoeslag
4.14 Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst
4.15Werkbonus
4.16 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen
4.17Oefeningen
5 Vak V: pensioenen
5.1 Belastbare inkomsten
5.1.1Algemeen
5.1.2 Pensioenen die betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid
5.1.2.1 Wettelijke pensioenen
5.1.2.2 Individuele pensioentoezegging zonder externe financiering APrincipe
B Fiscale behandeling van het gratis toegekende pensioen
COefeningen
5.1.3 Vergoedingen tot herstel van een bestendige inkomstenderving
APrincipe
BUitzondering
CTaxatieregime
DOefeningen
164
165
166
166
167
168
168
169
176
178
178
179
179
179
179
179
181
182
182
182
184
184
185
185
186
186
186
186
187
188
188
189
190
195
195
195
196
196
197
197
198
199
199
199
199
202
204
10
Inhoudstafel
5.1.4
Het vrij aanvullend pensioen van de zelfstandige
204
AAlgemeen
204
B Aftrekbaarheid van bijdragen
205
C Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen
zelfstandige205
5.1.5 Uitkeringen van levensverzekeringen
207
AAlgemeen
207
B Belastingstelsel van de uitkeringen inzake individuele
levensverzekeringen208
C De levensverzekering waarborgt (gedeeltelijk) een hypothecaire
lening
209
D De levensverzekering waarborgt geen hypothecaire lening
209
5.1.6 Collectieve (groepsverzekeringscontract en pensioenfondscontract)
en individuele pensioentoezeggingen (IPT) met externe financiering 210
AAlgemeen
210
B Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen uit
collectieve en individuele pensioentoezeggingen met externe
financiering 211
5.1.7 Uitkeringen bij het pensioensparen
214
AAlgemeen
214
B Belastbare inkomsten
214
C Vaststellen van de belastbare basis
215
D Taxatieregime
215
5.2 De taks op het langetermijnsparen
216
5.2.1Algemeen
216
5.2.2Toepassingsgebied
217
5.2.3 Het bevrijdende karakter van de taks
217
5.2.4 Belastbaar feit
217
5.2.5 Tarief van de anticipatieve heffing en pre-anticipatieve heffing
218
5.3Oefeningen
220
6 Vak VI: ontvangen onderhoudsuitkeringen
6.1Algemeen
6.2 Voorwaarden van belastbaarheid
6.3 Belastbaar bedrag en taxatieregime
6.3.1 Niet-gekapitaliseerde uitkering
6.3.2 Gekapitaliseerde uitkering
6.4Aangifte
6.5Oefeningen
221
221
221
226
226
226
227
228
7 Vak VII: inkomsten van kapitalen en roerende goederen
7.1 Roerende inkomsten: wat zijn dat?
7.2 Belastbaar bij wie?
7.3 Dividenden en intresten
7.3.1Algemeen
7.3.2 Niet-verplicht aan te geven dividenden en intresten
APrincipe
B Aan te geven + belastbaar bedrag (code 1160-04/2160-71,
1162-02/2162-69 en 1163-01/2163-68)
7.3.3 Verplicht aan te geven dividenden en intresten (code 1165-96/2165-66 tot en met 1446-09/2446-76)
229
229
229
230
230
231
231
232
233
233
11
Inhoudstafel
APrincipe
233
B Intresten van gewone spaardeposito’s bij EER-kredietinstellingen
(code 1151-13/2151-80)
233
C Dividenden uitgekeerd door erkende coöperatieve
vennootschappen (code 1165-96/2165-66 – code 1166-95/2166-65 –
code 1164-97/2164-67)
235
D Intresten en dividenden uitgekeerd door erkende vennootschappen
met een sociaal oogmerk (code 1167-94/2167-64 – 1168-93/2168-63–
1150-14/2150-81)236
E Andere inkomsten zonder roerende voorheffing
(code 1444-11/2444-78 – 1445-10/2445-77– 1446-09/2446-76)
236
7.4 Inkomsten uit de verhuring van roerende goederen (code 1156-08/2156-75)
238
7.5 Inkomsten uit lijfrenten of tijdelijke renten (code 1158-06/2158-73)
239
7.6 Belastingstelsel inzake auteursrechten en naburige rechten
240
7.6.1Algemeen
240
7.6.2 Beoogde inkomsten
240
7.6.3 Roerende inkomsten of beroepsinkomsten
241
7.6.4Kostenforfait
241
7.6.5Tarief
242
7.6.6 Roerende voorheffing
242
7.6.7 Verplichte aangifte van alle auteursinkomsten
242
7.6.8 Aangifte 243
7.6.9 Aangifte bij een gemeenschappelijke aanslag
244
7.7Oefeningen
246
8 Vak VIII: vorige verliezen en aftrekbare bestedingen
8.1 Nog aftrekbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken
8.2Onderhoudsuitkeringen
8.2.1Algemeen
8.2.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid
8.2.3Aangifte
8.3 Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982
tot 1988, in 2013 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald
8.4 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen
8.4.1Algemeen
8.4.2 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen op de inkomsten van echtgenoten (art. 105 WIB 1992)
8.5Oefeningen
9 Vak IX: intresten en kapitaalaflossingen van leningen en premies van individuele levens- verzekeringen die recht geven op een belastingvoordeel
9.1 Rubrieken IX.A en B: aftrek enige, eigen woning
9.1.1 Bestedingen die in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning
A Te vervullen voorwaarden opdat de intresten en kapitaal­aflossingen van leningen in aanmerking komen voor de aftrek
enige, eigen woning (art. 104, 9° WIB 1992 en art. 115 WIB 1992)
B Te vervullen voorwaarden opdat premies van een individuele
levensverzekering gesloten vanaf 1 januari 2005 in aanmerking
komen voor de aftrek enige, eigen woning (art. 104, 9° en
art. 115, § 1, 2°, 4° en 5° WIB 1992)
C Bijzondere gevallen
248
248
249
249
249
250
250
251
251
251
254
255
255
256
256
263
264
12
Inhoudstafel
9.2
9.3
9.4
9.1.2 Begrenzing van de aftrekbare bestedingen voor aftrek enige, eigen woning
266
9.1.3 Vrije verdeling bij echtgenoten
269
9.1.4 In de aangifte te vermelden bedrag en gegevens
269
Rubriek C: andere intresten dan die van aftrek enige, eigen woning
276
9.2.1 Gewone intrestaftrek
277
AVoorwaarden
277
BAangifte
278
9.2.2 Bijkomende intrestaftrek
280
AAlgemeen
280
B Voorwaarden van de lening (oud art. 104, 9 WIB 1992
en art. 526 WIB 1992)
281
C Voorwaarden over het doel van de lening (oud art. 115 WIB 1992
en art. 526, § 2 WIB 1992)
281
D Berekening van de bijkomende intrestaftrek
(oud art. 116 WIB 1992)
283
E Woning in onverdeeldheid
285
FAangifte
286
GHerfinancieringslening
291
9.2.3 Belastingvermindering voor groene intresten
293
A Voorwaarden waaraan een groene lening moet voldoen
293
B Fiscale voordelen van een groene lening
294
CAangifte
295
DFormaliteiten
295
Rubriek D: kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen aangegaan voor
het verwerven of (ver)bouwen van een woning
296
9.3.1 Gewone belastingvermindering voor het langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen
297
AVoorwaarden
297
B Begrenzing van de kapitaalaflossingen
298
CAangifte
300
DOpmerkingen
301
EHerfinancieringslening
301
F Meerdere hypothecaire leningen
302
G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening 303
H Schuldsaldoverzekeringspremie mee ontleend
304
9.3.2 Verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen voor kapitaalaflossingen
304
AVoorwaarden
304
B Begrenzing van de kapitaalaflossingen
305
CAangifte
308
DOpmerkingen
308
EHerfinancieringslening
308
F Meerdere hypothecaire leningen
308
G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening 308
Rubriek E: premies van individuele levensverzekeringen
308
9.4.1 De premie van een vanaf 1 januari 2005 gesloten levensverzekering komt
in aanmerking voor de aftrek enige, eigen woning als aan de volgende
voorwaarden is voldaan (nieuw art. 104, 9° WIB 1992 en nieuw art. 115,
§ 1, 4° en 5° WIB 1992):
309
13
Inhoudstafel
9.4.2
De premies van een individuele levensverzekering die in
aanmerking komen voor de belastingvermindering voor het
langetermijnsparen (art. 145/1, 2° en 145/4 WIB 1992)
309
AVoorwaarden
309
B Begrenzing van de premies
310
CAangifte
310
DOpmerkingen
311
E Antidatering van de verzekeringspremie
311
9.4.3 Premies van individuele levensverzekering die in aanmerking
komen voor verhoogde belastingvermindering bouwsparen
311
AVoorwaarden
311
B Begrenzing van de premies
312
CAangifte
313
D Praktische werkwijze voor ongehuwde mede-eigenaars
313
E Praktische berekeningswijze voor gehuwden en wettelijk
samenwonenden314
9.5 Bijzonder geval: combinatie ‘oude’ lening met ‘nieuwe’ lening die in aanmerking
komt voor aftrek enige, eigen woning (art. 526, § 2 en § 3 WIB 1992)
315
9.5.1Algemeen
315
9.5.2 Keuzeplicht 316
9.5.3 Gevolgen als de belastingplichtige kiest voor de aftrek enige, eigen woning 316
9.5.4 Gevolgen als de belastingplichtige niet opteert voor de aftrek enige, eigen woning 316
9.6 Bijzonder geval: combinatie ‘oude’ lening met ‘nieuwe’ lening die niet in aanmerking
komt voor aftrek enige, eigen woning
319
9.7 Fiscale korven
321
9.7.1 Oude fiscale korf (oud art. 145/6 WIB 1992)
321
9.7.1.1 Oude regeling
321
9.7.1.2 Situatie sinds aanslagjaar 2006
322
9.7.2 Nieuwe fiscale korf voor aftrek enige, eigen woning en bijdragen en
betalingen langetermijnsparen
323
9.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 325
9.8Oefeningen
327
10 Vak X: uitgaven die recht geven op een belastingvermindering
10.1Algemeen
10.2Giften
10.2.1Algemeen
10.2.2 Voorwaarden voor belastingsvermindering
10.2.3 Beperking van de aftrek
10.2.4Aangifte
10.3 Kosten van kinderopvang
10.3.1Algemeen
10.3.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid
10.3.3Onverenigbaarheid
10.3.4 Beperking van de aftrek
10.3.5Aangifte
10.4 Uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde eigendommen 10.5 Bezoldiging van een huisbediende
10.6Pensioensparen
10.6.1Principe
332
332
333
333
333
333
334
335
335
335
339
339
340
340
341
342
342
14
Inhoudstafel
10.6.2Voorwaarden
343
10.6.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering
343
10.6.4Aangifte
344
10.7 Aandelen van de vennootschap-werkgeefster
344
10.7.1Principe
344
10.7.2Voorwaarden
344
10.7.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering
344
10.7.4 Belastbaarheid bij vroegtijdige vervreemding
345
10.7.5Aangifte
346
10.8 Uitgaven betaald aan een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA)
346
10.8.1Algemeen
346
10.8.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering
346
10.8.3Aangifte
348
10.9Dienstencheques
348
10.9.1Algemeen
348
10.9.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering
349
10.9.3 Omzetting belastingvermindering dienstencheques in belastingkrediet
350
10.9.4Aangifte
351
10.10 Geregistreerde Winwinleningen
351
10.10.1Algemeen
351
10.10.2Voorwaarden
352
10.10.3 Berekening van de belastingvermindering
353
10.10.4Aangifte
355
10.10.5 Verrekenbaar, terugbetaalbaar maar niet overdraagbaar
356
10.11 Vlaamse belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten
356
10.11.1 Voorwaarden waaraan de renovatieovereenkomst moet voldoen 356
ARenovatieovereenkomst
356
B Voorwaarden voor het te renoveren goed
357
C Kredietgever van de renovatieovereenkomst
357
D Kredietnemer van de renovatieovereenkomst
357
E Registratie van de renovatieovereenkomst
358
10.11.2 Voor wie geldt de belastingvermindering?
358
10.11.3 Bedrag van de belastingvermindering
358
ABerekeningsgrondslag
358
B Percentage van de belastingvermindering
358
C Looptijd van het fiscale voordeel
358
DAangifte
359
10.11.4 Bijzonderheid: overdracht van belastingvermindering
359
10.12 Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven360
10.12.1Algemeen
360
10.12.1.1 Dakisolatie-uitgaven betaald in 2013
360
10.12.1.2 Overgedragen belastingverminderingen van uitgaven betaald in 2010, 2011 en 2012
361
10.12.2 Voor wie?
361
10.12.3 Wie moet de werken uitvoeren?
361
10.12.4 Werkelijke betaling van de uitgaven
362
10.12.5 Bedrag van de belastingvermindering
363
10.12.6 Overdrachtmogelijkheid voor het deel boven zijn maximumgrens
364
10.12.7 Omzetting van de belastingvermindering in een belastingkrediet
364
10.12.8Aanrekeningsvolgorde
366
15
Inhoudstafel
10.12.9Bewijsstukken
10.12.10Aangifte
10.12.10.1 Invullen rubriek X.K.1
10.12.10.2 Invullen rubriek X.K.2
10.12.11Voorbeelden
10.13 Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen
10.13.1Algemeen
10.13.2 Voor wie?
10.13.3 Wat is een ‘lage-energiewoning’, een ‘passiefwoning’ en een ‘nulenergiewoning’?
10.13.4 Belastingvermindering 10.13.5 Aangifte 10.15 Belastingvermindering voor vernieuwing sociale huurwoning
10.15.1Algemeen
10.15.2Voorwaarden
10.15.3 Bedrag en periode van toekenning belastingvermindering
10.15.4Formaliteiten
10.15.5 Bevriezing van het kadastraal inkomen
10.15.6Aangifte
10.16 Belastingvermindering voor inbraak- en brandbeveiliging in een particuliere woning 10.16.1Algemeen
10.16.2 Welke uitgaven komen in aanmerking?
10.16.3 Voor welke woningen?
10.16.4 Voor wie geldt de belastingvermindering?
10.16.5 Hoeveel bedraagt de belastingvermindering?
A Apart belaste eigenaars
B Samen belaste eigenaars
C Je wordt apart belast en bent als enige huurder
D Je wordt apart belast en bent medehuurder
E Samen belaste echtgenoten-huurders
10.17 Belastingvermindering voor aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen
10.18 Belastingvermindering voor elektrische voertuigen
10.18.1Algemeen
10.18.2Voorwaarden
10.18.3 Voor wie?
10.18.4 Bedrag van de vermindering
10.18.5Aangifte
10.19 Belastingvermindering voor de verwerving van obligaties van de ‘Caisse
d’investissement de Wallonie’
10.20Overzichtstabel
10.21Oefeningen
11 Vak XI: voorafbetalingen
11.1Algemeen
11.2 Voorafbetalingen per echtgenoot
11.3Aangifte
11.4Belastingvermeerdering
11.4.1Toepassingsgebied
11.4.2 Berekening van de belastingvermeerdering
11.4.3 Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen
11.5Bonificatie
367
367
367
368
369
371
371
371
372
372
373
374
374
374
375
376
376
376
377
377
377
379
379
379
380
381
382
382
383
383
385
385
385
386
386
387
388
388
389
393
393
394
394
395
395
395
396
396
16
Inhoudstafel
11.5.1Toepassingsgebied
11.5.2 Berekening van de bonificatie
396
396
12 Vak XII: verrekenbare woonstaatheffing 12.1 Doel van de Europese Spaarrichtlijn
12.2 Toepassingsgebied van de Europese Spaarrichtlijn
12.3 Geviseerde rente-inkomsten
12.4Informatie-uitwisseling
12.5Woonstaatheffing
12.6 Schuldenaar van de woonstaatheffing
12.7 Tarief van de woonstaatheffing
12.8 Belastbare grondslag voor de woonstaatheffing
12.9 Gevolgen voor de Belgische belegger
398
398
398
399
399
400
400
400
400
401
13 Vak XIII: rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland en juridische
constructies403
13.1 Rekeningen in het buitenland
403
13.2 Individuele levensverzekeringscontracten in het buitenland
403
13.3 Juridische constructies
404
14 Vak XIV: beroep en ondernemingsnummer
406
15 Vak XV: diverse inkomsten
15.1Algemeen
15.2 Toevallige winsten of baten
15.2.1 Voorwaarden van belastbaarheid
15.2.2 Belastbaar bedrag
15.2.3Taxatieregime
15.2.4Aangifte
15.3 Prijzen, subsidies … toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars
15.4 Inkomsten verkregen uit onderverhuring
15.4.1Algemeen
15.4.2 Belastbaar bedrag
15.4.3 Gemeubileerde onderverhuur
15.4.4Taxatieregime
15.4.5Aangifte
15.5 Inkomsten verkregen uit de toelating om reclamedragers op een onroerend goed
te plaatsen en vergoedingen ontvangen van gsm-operatoren
15.6 Loten van effecten van leningen
15.7 Verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten
15.8 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen
15.8.1Algemeen
15.8.2Toepassingsvoorwaarden
15.8.3 Belastbaar bedrag
15.8.4Taxatieregime
15.8.5Aangifte
15.9 Interne meerwaarden
15.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen
15.11 Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen
15.11.1Algemeen
15.11.2Toepassingsvoorwaarden
15.11.3 Belastbaar bedrag
407
407
409
409
410
410
411
411
411
411
411
412
413
413
414
414
414
414
414
415
416
417
418
418
418
419
419
419
421
17
Inhoudstafel
A Vervreemding van een gebouwd onroerend goed
B Vervreemding van een gebouw opgetrokken op een ongebouwd
onroerend goed
15.11.4Taxatieregime
15.11.5Aangifte
15.12 Vergoeding voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot van een zakelijke
zekerheidsovereenkomst of van een lening
15.13 Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan
onderzoekers
15.14Oefeningen
16 Vak XVI: bezoldigingen van bedrijfsleiders
16.1 Bedoelde personen
16.1.1 Eerste categorie: de mandatarissen
16.1.2 Tweede categorie: de zelfstandige directeurs en interne consultants
16.2Attractiebeginsel
16.3 Belastbare bezoldiging
16.3.1 Tijdstip van belastbaarheid
16.3.2Indeling
16.3.3 Eigenlijke bezoldiging
16.3.4 Voordelen van alle aard
16.3.5Huurherkwalificatie
APrincipe
B Voor wie geldt de maatregel?
C Geviseerde onroerende goederen
D De herkwalificatieregel
E Invloed van het huwelijksvermogensstelsel
FTarief
G Aangifte en loonfiche 281.20
16.3.6 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst
A Vervroegd vakantiegeld
B Opzeggingsvergoeding en inschakelingsvergoeding
16.3.7 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (of ‘loonbonus’)
16.3.8 Vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen
16.3.9 Vroeger verworven bezoldigingen die na het stopzetten van de beroepswerkzaamheid zijn verkregen
16.4 Vestigingspremie van het impulsfonds voor huisartsengeneeskunde
16.5 Sociale lasten
16.6Beroepskosten
16.6.1 Werkelijke beroepskosten
AAlgemeen
B Intresten van schulden voor de verwerving van aandelen
C Tenlasteneming van vennootschapsverliezen D Aangifte EAanrekening
16.6.2Kostenforfait
16.7Inhoudingen
16.8 Bezoldigingen van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband
16.9Werkbonus
421
421
422
423
425
425
426
427
427
427
428
428
429
429
429
430
430
431
431
431
432
432
433
436
436
436
436
436
438
438
438
438
439
439
439
439
439
441
442
442
442
443
443
443
18
Inhoudstafel
16.10 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen
16.11Oefeningen
444
445
17 Vak XVII: winsten uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen 447
17.1Toepassingsgebied
447
17.2 Belastbaar tijdstip
447
17.3 Berekening belastbare nettowinst 448
17.4 De eigenlijke exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) 449
17.4.1 Bedrijfseconomische brutowinst
449
17.4.2 De andere winstbestanddelen
449
A Loon van de handelaar
449
B Voordelen van alle aard
450
C Abnormale of goedgunstige voordelen
452
D Inkomsten van onroerende goederen met beroepskarakter
454
ESubsidies
455
F Terugbetaling van sociale bijdragen en aftrekbare belastingen
456
GMeeromzet
456
17.4.3 Vaststelling van de exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) in de praktijk
457
A De onderneming voert een regelmatige boekhouding
457
B De onderneming voert geen regelmatige boekhouding
458
17.5 Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt 460
17.6 Financiële opbrengsten (code 1602-47/2602-17) 461
17.6.1Principe
461
17.6.2 Wanneer worden roerende goederen en kapitalen gebruikt voor de uitoefening van de brutowinst?
461
17.6.3 Belastbaar roerend inkomen
461
17.6.4 Tijdstip van belastbaarheid
463
17.7 Meerwaarden (na aftrek van kosten van vervreemding)
(code 1603-46/2603-16 en 1604-45/2604-15) 464
17.7.1 Activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt 464
17.7.2 Indeling van de meerwaarden
465
17.7.3 De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarden
465
APrincipe
465
BUitzondering
465
C Tarief en aangifte
466
17.7.4 Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
466
APrincipe
466
BUitzonderingen
466
C Tarief en aangifte
467
17.7.5 Verwezenlijkte meerwaarden 467
APrincipe
467
B Het begrip ‘verwezenlijkte meerwaarde’
467
C Tijdstip van belastbaarheid
467
D Belastbaar bedrag van de verwezenlijkte meerwaarde
467
E Vrijgestelde meerwaarden
469
F Gespreid te belasten meerwaarden
475
G Belastbaar regime van de verwezenlijkte meerwaarden
481
HAangifte
482
17.8 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding
482
17.9 Compensatievergoedingen (code 1605-44/2605-14, 1618-31/2618-01 en 1610-39/2610-09) 4 83
17.9.1 Bedoelde vergoedingen
483
19
Inhoudstafel
17.9.2 Belastbaar regime van de compensatievergoedingen
A Regel: 33 %
B Uitzondering: 16,5 %
CVrijstelling
17.9.3Aangifte
17.10 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 17.10.1 Bedoelde vergoedingen
17.10.2 Vergoedingen wegens tijdelijke winstderving versus compensatievergoedingen
17.10.3 Belastbaar regime van de vergoedingen tot tijdelijke winstderving
17.10.4Vrijstelling
17.10.5Aangifte
17.11 Beroepskosten (code 1620-29/2620-96, code 1611-38/2611-08 en code 1606-43/2606-13) 17.11.1 Algemeen principe: art. 49 WIB 1992
A Tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen
B Om belastbare inkomsten te verkrijgen
C Verantwoord zijn wat het bedrag en de echtheid betreft
17.11.2 Kosten van onroerende goederen
17.11.3 Intresten van leningen
A Algemene regel B Beperking van de intresten in functie van de marktrente
17.11.4 Bezoldigingen van personeelsleden
A Algemeen B De lonen van personeelsleden
C Sociale lasten
D Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen
ouderdom en overlijden E Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (loonbonus)
F Opmaken van loonfiches 281.10 en een samenvattende opgave
17.11.5 Commissies, erelonen, vergoedingen en voordelen betaald aan derden
A Wanneer moet een fiche 281.50 worden opgesteld?
B Wanneer moet er geen fiche 281.50 worden opgesteld?
C Buitenlandse genieters
D Praktische richtlijnen voor de vermeldingen op de fiches
17.11.6Afschrijvingen
AAlgemeen
B Afschrijfbare basis
C Aanvang van de afschrijvingsperiode D Einde van de afschrijvingsperiode
EAfschrijvingsstelsels
F Afschrijving naar wens
GAfschrijvingspercentages
HAfschrijvingsexcedent
IAfschrijvingstekort
17.11.7 Voorziening voor vakantiegeld
17.11.8 Persoonlijke sociale bijdragen
17.11.9Verzekeringspremies
17.11.10Bijdragen voor een vergoeding bij arbeidsongeschiktheid
484
484
485
486
486
486
486
487
487
487
488
488
489
489
490
490
491
492
492
492
493
493
493
494
494
494
494
495
495
496
497
497
497
497
498
498
499
499
502
502
503
504
504
505
505
506
20
Inhoudstafel
17.11.11Premies van collectieve verzekeringen
506
17.11.12Belastingen
507
A Niet-aftrekbare belastingen en voorheffingen
507
B Aftrekbare belastingen
507
C Terugbetaling van belastingen
507
17.11.13Geldboeten
508
APrincipe
508
B Aftrekbare geldboeten
508
C Terugbetaling van boeten
509
17.11.14Kledingkosten
509
APrincipe
509
B Specifieke beroepskleding
509
C Niet-specifieke beroepskleding 510
17.11.15Restaurantkosten
511
APrincipe
511
B Wat zijn restaurantkosten?
511
C Restaurantkosten die voor 100 % aftrekbaar zijn
511
17.11.16Receptiekosten
512
APrincipe
512
B Wat zijn receptiekosten?
512
C Receptiekosten die voor 100 % aftrekbaar zijn
512
17.11.17Kosten van relatiegeschenken
513
APrincipe
513
B Wat zijn relatiegeschenken?
513
C Relatiegeschenken die voor 100 % aftrekbaar zijn
514
D Voordeel van alle aard
515
17.11.18Kosten met betrekking tot jacht, visvangst, jachten of 515
andere pleziervaartuigen en lusthuizen
515
APrincipe
515
B Kosten die voor 100 % aftrekbaar zijn
516
17.11.19Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften 516
overtreffen516
17.11.20Sociale voordelen
517
APrincipe
517
B Fiscaal regime 517
C Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger en
niet-aftrekbaar bij de werkgever
517
D Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger maar
wel aftrekbaar bij de werkgever (Com.IB 53/214)
519
17.11.21Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques
523
AMaaltijdcheques
523
B Sport- en cultuurcheques
524
CEcocheques
525
17.11.22Betalingen gedaan aan een belastingplichtige gevestigd in een belastingparadijs
526
17.11.23Autokosten
527
AWoon-werkverkeer
527
BBeroepsverplaatsingen
527
C Personenwagen of lichte vrachtwagen?
529
D Uitgewerkt voorbeeld
530
21
Inhoudstafel
17.11.24Kosten voor 120 % aftrekbaar 17.11.25Kosten van vervreemding van activa (code 1620-29/2620-96)
17.11.26Bezoldiging meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (code 1611-38/2611-08)
AToepassingsgebied
B Voorwaarden en beperkingen
C Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 17.11.27Andere beroepskosten (code 1606-43/2606-13)
17.12 Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen
voor risico’s en kosten (code 1609-40/2609-10)
17.12.1Algemeen
17.12.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen
17.12.3 Voorzieningen voor risico’s en kosten
17.12.4 Vrijstelling van opbrengsten ingevolge gerechtelijk reorganisatieplan
of minnelijk akkoord (code 1608-41/2608-11)
17.13 Economische vrijstellingen (code 1612-37/2612-07, 1613-36/2613-06, 1622-27/2622-94 en 1614-35/2614-05)
17.13.1Algemeen
17.13.2 Vrijstelling voor bijkomend personeel voor uitvoer en integrale kwaliteitszorg
APrincipe
BToepassingsgebied
C Berekeningswijze van de vrijstelling
D Terugneming van de vrijstelling
E Te vervullen formaliteiten
17.13.3 Vrijstelling voor ander bijkomend personeel
APrincipe
BVrijstellingsvoorwaarden
C Berekeningswijze van de vrijstelling
D Terugneming van de vrijstelling
17.13.4 Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs
17.13.5Investeringsaftrek
APrincipe
B Activa die in aanmerking komen voor investeringsaftrek
C Activa die uitgesloten zijn van de investeringsaftrek
D Eenmalige investeringsaftrek
E Gespreide investeringsaftrek
F Verhoogde investeringsaftrek
GPercentages
H Overdracht, buitengebruikstelling of wijziging van bestemming
van het actief
I Overdracht van de investeringsaftrek
JFormaliteiten
17.14 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (art. 86 WIB 1992)
(code 1616-33/2616-03)
17.14.1Toepassingsgebied
17.14.2Voorwaarden
17.14.3 Fiscale gevolgen van toekenning meewerkinkomen
17.15 Beroepsverliezen 17.15.1Principe
17.15.2 Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk
532
533
534
534
535
536
536
537
537
537
539
540
540
540
541
541
541
542
542
543
544
544
544
545
547
547
548
548
548
549
550
550
551
553
553
554
554
555
555
556
557
559
559
560
22
Inhoudstafel
17.15.3 Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken
17.15.4 Beroepsverliezen van de andere echtgenoot 17.16Huwelijksquotiënt
17.16.1Principe
17.16.2 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten
17.16.3 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten
17.17Oefeningen
561
561
562
562
562
563
565
18 Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
18.1Toepassingsgebied
18.2 Belastbaar tijdstip 18.3 Berekening belastbare nettobaten
18.4 Ontvangsten (code 1650-96/2650-66)
18.5 Ontvangsten sportbeoefenaar (code 1658-88/2658-58)
18.6 Ontvangsten opleider, trainer, begeleider
(code 1659-87/2659-57)
18.7 Achterstallige erelonen (code 1652-94/2652-64) 18.7.1Definiëring
18.7.2Tarief
18.8 Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65)
18.9 Meerwaarden (code 1653-93/2653-63 en 1654-92/2654-62) 18.10 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding
18.11 Vergoedingen en premies (code 1655-91/2655-61,
1667-79/2667-49 en 1661-85/2661-55) 18.12 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving
18.13 Sociale bijdragen (code 1656-90/2656-60)
18.14 Beroepskosten 18.14.1 Werkelijke beroepskosten (codes 1675-71/2675-41, 1669-77/2669-47
en 1657-89/2657-59)
18.14.2Kostenforfait
18.15 Economische vrijstellingen (code 1666-80/2666-50, 1678-68/2678-38 en 1662-84/2662-54)
18.16 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (code 1663-83/2663-53)
18.17Beroepsverliezen
18.18 Huwelijksquotiënt 18.19Oefeningen
571
571
572
573
574
574
578
580
581
581
581
581
581
582
19 Vak XIX: voorheffingen in verband met een zelfstandige beroepswerkzaamheid
19.1 Roerende voorheffing (code 1756-87/2756-57)
19.2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (code 1757-86/2757-56) 19.3 Bedrijfsvoorheffing (code 1758-85/2758-55)
19.4Belastingkrediet
19.4.1Principe
19.4.2 Eigen middelen
19.4.3 Aangroei van de eigen middelen
19.4.4Verrekening
19.4.5Formaliteiten
19.4.6Aangifte
584
584
584
585
585
585
585
586
587
587
587
574
575
575
575
576
576
576
577
577
577
577
578
23
Inhoudstafel
20 Vak XX: bezoldigingen van meewerkende echtgenoten en wettelijk samenwonende partners
20.1Algemeen
20.2 Voorwaarden en beperkingen
20.3 Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 20.3.1 Bij de geholpen echtgenoot
20.3.2 Bij de meewerkende echtgenoot
20.4Tarief
20.5Aangifte
588
588
588
589
589
589
589
591
591
21 Vak XXI: winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 21.1Algemeen
21.2Stopzettingsmeerwaarden
21.2.1Principe
21.2.2 Belastbaar bedrag van de stopzettingsmeerwaarde
21.2.3 Belastbaar regime van de stopzettingsmeerwaarden
A Algemene regel: 16,5 %
BUitzonderingen
21.2.4Voortzettingsstelsel
APrincipe
B Omstandigheden waarin de stopzetting moet gebeuren
C Facultatief karakter van het voortzettingsstelsel
D Gevolgen bij het afstand doen van het voortzettingsstelsel
E Gevolgen bij de toepassing van het voortzettingsstelsel 21.2.5 Inbreng in een vennootschap
APrincipe
B Facultatief karakter van de vrijstelling
C Gevolgen bij verzaking aan de vrijstelling D Gevolgen bij optie voor de vrijstelling
21.2.6 Inbreng in een landbouwvennootschap
21.2.7Aangifte
21.3 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 21.4 Premies en vergoedingen
21.5 Winst en baten verkregen of vastgesteld na de stopzetting
21.5.1Principe
21.5.2 Belastbaar tijdstip
21.5.3 Belastbaar regime
21.5.4Aangifte
21.6 Vergoedingen van alle aard die na de stopzetting zijn verkregen
21.6.1Principe
21.6.2 Belastbaar tijdstip
21.6.3 Belastbaar regime
21.6.4Aangifte
21.7 Beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (code 1696-50/2696-20 en 1697-49/2697-19)
21.7.1Principe
21.7.2 Kosten van vervreemding van activa (code 1696-50/2696-20)
21.7.3 Andere beroepskosten (code 1697-49/2697-19)
21.8Oefeningen
592
592
592
592
593
593
593
594
595
595
595
595
595
596
597
597
598
598
598
599
599
599
601
601
601
601
602
602
602
602
602
603
603
603
603
604
604
605
24
Inhoudstafel
22 Vak XXII: eerste vestiging als zelfstandige 607
23 Addenda 23.1 Belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens 23.1.1 Doel 23.1.2 Toepassingsgebied 23.1.3 Kwantitatieve beperkingen 23.1.4 Berekening belastingkrediet
23.2 Aanvullend belastingkrediet voor werknemers/
bedrijfsleiders in dienstverband
23.2.1 Doel en toepassingsgebied
23.2.2 Bedrag van het belastingkrediet
609
609
609
609
610
611
613
613
613
614
24 Globale oefeningen
615
Bijlagen623
1
Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2014
623
2
Loonfiche 281.10 van aanslagjaar 2014, inkomsten 2013
632
3
Voorbereiding van de aangifte (aanslagjaar 2014) 635