(c) Els Van Steenberghe - accenten - CC Sint

Download Report

Transcript (c) Els Van Steenberghe - accenten - CC Sint

theater
De ingrediënten van de koers zijn
dezelfde als die van de tragedie
Theater Antigone
met Dagboek
van een soigneur
Gent, een zonnige zomerdag. Lucas Van den Eynde waait als
eerste het café binnen waar we afspraken. Hij komt helemaal
uit Lier. “Met de auto, niet met het vliegtuig. Er is in Gent
amper plek om te landen”, lacht hij. Jawel, hij heeft een vliegbrevet en doorklieft al eens het Belgisch luchtruim. Terwijl
hij door de lucht vliegt, doorkruist Jos Verbist – ook van Lier
en naast acteur en regisseur ook artistiek leider van Theater
Antigone – België het liefst met de fiets. “Als het mooi weer
is, is het toch heerlijk om tachtig kilometer te fietsen?”.
Beide theaterhelden kennen elkaar al een leven lang en dat
is te merken aan de steken onder en boven water tijdens
het interview. De speelvogels worden enigszins in bedwang
gehouden door Tom Dupont, een generatie jonger en een
pak kalmer. Hij vliegt niet, fietst niet – “mijn vrouw wel, ze
richt binnenkort een wielertoeristenclub voor vrouwen op”
– maar voetbalde zich een weg naar de volwassenheid. Nu
voetbalt hij niet meer. Hij maakt theater. En hij is vader.
Wat kijk je bedrukt, Tom.
TOM DUPONT: “Ach, wat familiekwesties. Niets erg.”
Klaar je die kwesties uit in jouw stukken?
DUPONT: “Uitklaren is veel gezegd maar ‘familie’ is een
thema dat ik in mijn theaterwerk graag onderzoek. Enkele
jaren geleden schreef en regisseerde ik Christophe en Willy
(Bronks, 2008) over een vader-zoonrelatie. Dat het stuk zich
afspeelde op een voetbalveld, heeft niet alleen met mijn jeugd
te maken maar evengoed met het verlangen om die voetballertjes ook eens van het theater te laten proeven. Ik voetbalde
tot mijn 22ste in clubverband maar er was geen enkele medespeler die naar het theater ging.”
Wanneer wist je dat niet het voetbalveld maar het podium
jouw leven zou worden?
DUPONT: “Moeilijk te zeggen. Het waren van kindsbeen af
al twee grote passies. Misschien dacht ik wel dat theater een
beter medium was dan voetbal om de wereld te veranderen?
Jammer genoeg moet ik toegeven dat de wereld iets
complexer in elkaar zit dan ik toen dacht. Zowel voetbal
als theater kunnen mensen voor 90 minuten doen dromen,
hopen, lachen, huilen en ontnuchteren. Het is een live
gebeuren dat je samen beleeft, dat je deelt met anderen. Ik
heb al een paar jaar een abonnement op de Gantoise en zou
het voor geen geld meer kunnen missen. Zoals ik het theater
ook niet meer kan missen.”
Tom Dupont haat fietsen. Net daarom is
zijn respect voor de wielrennerij zo groot
en schrijft/regisseert hij er een stuk over:
Dagboek van een soigneur bij Theater
Antigone. Hij wordt geflankeerd door een
wielerfan en een wielertoerist, met name:
Lucas Van den Eynde en Jos Verbist.
In Dagboek van een soigneur focus je op de relatie tussen
twee broers. Ook autobiografisch geïnspireerd?
DUPONT: “Ik heb geen broer. Maar ik heb wel twee zoontjes
en het is zo pakkend en schoon om de haat-liefdeverhouding
tussen die twee te zien. Nu al! Ze zijn amper drie en vijf jaar
oud. Al is het ‘broergegeven’ niet de grootste aanleiding van
dit stuk. Dat is vooral mijn verlangen om iets over de koers
te schrijven. Ik haat fietsen maar mijn respect voor wielrenners is daardoor des te groter. Wat die renners allemaal doen!
Meer dan 200 kilometer op de fiets zitten en dan door je oortjes – of via een bordje langs de weg – vernemen dat je toch
niet voor de overwinning mag trappen zoals Gert Steegmans
begin juli tijdens het Belgisch Kampioenschap Wielrennen
in Wielsbeke meemaakte.”
JOS VERBIST: “Ongezien hoe kwaad hij zich maakte voor de
camera’s.”
8
accenten september 2014
TEKST: ELS VAN STEENBERGHE - FOTO: PAUL DE MALSCHE
“Ik focus in het stuk bewust niet
op de wielrenners. Zoals je het
niet over de koning maar over
de nar hebt, zo vertellen wij een
verhaal over de soigneurs in de
plaats van over de wielrenners.”
LUCAS VAN DEN EYNDE: “Ik heb de laatste twintig kilometer
gezien. Steegmans had toch gewoon kunnen en moeten winnen? Hij mocht toch zijn kans wagen? Die mensen rijden
een ganse rit op kop en dan op het einde… . (Met ongeloof)
Enfin, zo werkt het blijkbaar.”
DUPONT: “De tragedie is dat Steegmans geen contractverlenging krijgt en voelt dat ze geen vertrouwen meer hebben in
hem. Koers gaat vaak over geloof en vertrouwen. Al focus ik
in het stuk bewust niet op de wielrenners die al veel aandacht
krijgen. Zoals je het niet over de koning maar over de nar
hebt, zo vertellen wij een verhaal over de soigneurs in de
plaats van over de wielrenners.”
Wie zijn die soigneurs?
DUPONT: “Dat zijn de mensen die je net na de aankomst bij
de wielrenners ziet staan. Zij vangen de wielrenners op, dat
is hun moment de gloire. Veel soigneurs vinden hun taak
zelfs belangrijker dan de taak van de sportdirecteur die in
de oortjes en met de bordjes bevelen geeft. Elke wielrenner
heeft een soigneur, ook al is dat bij de amateurs vaak hun
moeder, vader of nonkel.”
VERBIST: “Wielrennen is typisch Belgisch omdat het een
underdogsport is. Als kleintje kan je met niets meer dan een
fiets en veel verbetenheid een hele grote worden. De hele
familie trekt er mee op uit als er een coureur in de familie
zit. Zoals de oudere broer van enkele van mijn jeugdvrienden. Hij won nooit, maar zijn familie en vrienden waren zijn
grootste fans. En na de wedstrijd werd hij in een bassintje
gezet en gewassen door zijn moeder. Ontroerend om te zien.
Het meegaan in die strijd van het individu tegenover de
massa, dat is toch het sap van het leven?”
Waarom zijn jullie Toms uitverkoren ‘soigneurs’?
DUPONT: “Dat is organisch gegroeid. Jos stelde Lucas als
tegenspeler voor en dat vond ik fantastisch.”
VERBIST: “We wilden altijd al eens broers spelen. Lucas en ik
hebben een lang verleden samen. We komen beiden uit Lier
en mijn moeder kocht voor ons gezin (we waren met negen)
soep bij Lucas’ vader die een soepbedrijfje had en met heerlijke soep rondging.”
VAN DEN EYNDE: (Schalks) “Toen mijn vader met die
soepkar rondging, kreeg Jos zoals elk kind een fruittoffee
van mijn vader. Jos heeft zeker een kilo snoep naar binnen
gekapt! Ruw geschat. En ik zag Jos’ oom spelen in het
amateurtheater van Lier. In 1986 speelden we voor het
eerst samen, in NTGents Peter Pan. In die productie werd
gevlogen. Niet machinaal maar manueel, met een Engelse
installatie. Elke ‘vliegende’ acteur had een levend tegenwicht
op de grond. Mijn tegenwicht was Jos. Ik beloofde hem een
accenten september 2014
9
theater
bakje witloof (zijn lievelingsgroente) als hij me altijd zacht
en goed zou laten neerkomen. Het werkte! Na de laatste
opvoering van Peter Pan stond ik met een bakje witloof in de
coulissen.” (Algemene hilariteit)
Naast witloof houden jullie ook van wielrennen en theater. Wat hebben die laatste twee met elkaar gemeen?
VERBIST: “De koers is een strijd alleen. Het is een competitiesport die al het schone en lelijke in de mens naar boven haalt.
Overwinning, verlies, nederlaag, kameraadschap, verraad:
alle ingrediënten van de wielerkoers zijn ook de ingrediënten van het theater.”
“Wat ze voorlopig niet gemeen hebben, is hun publiek. Met
deze voorstelling boren we een vorm en thema aan waarmee
we een breder publiek willen bereiken. Dat is onbedoeld
een politiek statement. Het theater heeft zo nood aan meer
publiek. In juni bezocht ik het Holland Festival in Amsterdam en van de 500 mensen in de zaal kende ik zeker de
helft. De andere helft was ook verbonden aan de kunst- en
cultuursector. Dat is problematisch! Maar men doet amper
moeite om meer mensen aan te spreken dan hetzelfde kringetje toeschouwers.”
VAN DEN EYNDE: “Voor een ander publiek spelen, kan nochtans zo veel deugd doen. Toen we met Blauwe Maandag
Compagnie Wilde Lea (1992) speelden, kwam daar een veel
breder publiek op af door de mond-tot-mondreclame. Een
geweldige ervaring!”
Hoe bereiden jullie dit stuk voor? Door je volop te verdiepen in wielersport en wielerhelden, bijvoorbeeld?
VERBIST: “We volgen de wielersport wat nauwgezetter en
denken wat vaker aan wielerfenomenen als Stan Ockers
of Roger De Vlaeminck maar meer niet. Het echte werk
gebeurt op de speelvloer.”
DUPONT: “Ook de tekst groeit mee tijdens het repeteren op
de vloer.”
Waar haal je de schrijfinspiratie?
DUPONT: “Ik interviewde verschillende soigneurs en excoureurs waaronder Nico Mattan. Het viel me op hoe vaak
die mensen van huis zijn, hoe hard hun privéleven daar
onder lijdt en hoe moeilijk het voor hen is om in te schatten
hoe close ze moeten/kunnen zijn met die wielrenners. Ik las
ook stapels boeken en we bekeken samen de documentaire
over wielrenner Dimitri De Fauw.”
VAN DEN EYNDE: “Wat een bewogen portret. Die man
pleegde zelfmoord omdat hij gebukt ging onder zijn talent én
een schuldgevoel. Want de Spaanse wielrenner Isaac Galvéz
overleed na een botsing met De Fauw op de wielerpiste.”
Het stuk heet Dagboek van een soigneur. Waarom?
DUPONT: “Dat heeft simpelweg met het verhaal te maken:
Lucas speelt een soigneur die niet meer meedraait aan de
wielertop maar geen afscheid kan nemen van de wielerwereld
en dus van parochiezaal naar parochiezaal trekt om er
lezingen te geven over het ‘soigneur zijn’ en het belang van
de soigneur. Jos speelt Lucas’ broer. Hij brengt zijn broer
naar elke zaal en wordt meegesleept in diens verlangen om
in de koerswereld te blijven hangen. Niet uit volle goesting,
evenwel. De twee zijn kameraden maar ze ergeren zich ook
aan elkaar. De zoon van Jos’ personage is ook wielrenner en
10
accenten september 2014
theater/muziek
woonde lang bij zijn nonkel. Meer verklap ik niet. Behalve
dat we in een eenvoudige setting spelen, mét video die vooral
ingezet wordt als een PowerPointpresentatie.”
Dan kan deze voorstelling evengoed in een parochiezaal
spelen?
DUPONT: “Jazeker. Alleen al om nog meer mensen te bereiken! Want ik ben een beetje een missionaris. Het is mijn missie om zoveel mogelijk mensen naar het theater te krijgen.
Theater is mijn geloof.”
Leg dat eens uit?
DUPONT: “Omdat het empathie genereert en de ervaring
veel sterker is dan film. Uiteraard is niet elke voorstelling
geslaagd maar je streeft er als theatermaker wel telkens naar
om een stuk te maken dat doet huilen van plezier en ontroering. Dat kan heel bevrijdend werken. Als je na zo een
ervaring de zaal verlaat, voel je je honderd man sterk.”
TEKST: ORLANDO VERDE - FOTO: MOUS LAMRABAT
SINCOLLECTIEF met
Rumble in da Jungle
Het essentiële gebaar van Junior Mthombeni
Leer je dat ook aan de deelnemers van het sociaalartistieke luik binnen Theater Antigone?
DUPONT: “Ik studeerde voor opvoeder en ging pas daarna
naar de toneelschool. Tijdens mijn stage als opvoeder merkte
ik dat de welzijnssector de mensen vaak benadert vanuit hun
problemen en beperkingen. Als theatermaker kan ik bezig
zijn met hun sterktes en talenten die deze mensen soms niet
eens zelf kennen. Dat werkt ook voor hen bevrijdend. Die
mensen bloeien open.”
Zou je niet meer willen doen voor hen?
VERBIST: (Fel) “Méér doen? Is het dan niet veel wanneer
je hun zelfbeeld en zelfvertrouwen opkrikt? Ik kan tal van
voorbeelden geven van mensen die als schuchtere, gesloten
en verkrampte wezens begonnen maar intussen door onze
sociaal-artistieke werking zelfverzekerde mensen werden
die gebeten zijn door het theater en dankzij dat theater
opnieuw gebeten zijn door het leven. Wat kan je nog meer
doen? Vroeger werden zulke mensen in de maatschappij geïntegreerd maar nu worden ze weg gemanaged, weg
gerationaliseerd.”
Kortom, theater is een ‘soigneur’ voor deze mensen.
Heeft de wereld nood aan meer soigneurs?
VAN DEN EYNDE: “Meer dan ooit.”
VERBIST: “Voor sommigen is Bart De Wever de ideale soigneur, voor anderen is dat Kris Peeters… .”
DUPONT: “De wereld heeft altijd nood aan soigneurs. En
vooral aan een mentaliteitswijziging. Sport staat op maatschappelijk vlak veel verder dan het theater. Kijk naar de
Rode Duivels, een sterke ploeg vol jongens uit alle klassen
en culturen van onze samenleving. Dat vind je niet in het
theater. Daar vind je vooral een middenklasse publiek. Wij
willen dit graag openbreken en een zo ruim mogelijk publiek
in het theater krijgen. Leve The Beatles!” (Lacht)
Theater Antigone – Dagboek van een soigneur
Dinsdag 7 oktober 2014 – 20u
Sint-Niklaas, Stadsschouwburg
info en tickets: 03 778 33 66 en www.ccsint-niklaas.be
Vrijdag 14 november 2014 – 20u
Beveren, CC Ter Vesten
UITVERKOCHT
Op 13 juli 2014 stierf Nadine Gordimer, Zuid-Afrikaanse schrijfster,
Nobelprijswinnares en politiek activiste. The Essential Gesture is een
van haar meest invloedrijke essays, een veelzijdige analyse van het
engagement, waarin ze vaststelt dat het werk van een schrijver - van
een maker, bij uitbreiding – zijn fundamentele geste is als sociaal
wezen, “the essential gesture by which he enters the brotherhood of man”.
accenten september 2014
11