Het rapport van de ecologische schouw op 11

Download Report

Transcript Het rapport van de ecologische schouw op 11

Fruittelerserf 43 6846 AC Arnhem

T

026-8446525

M

06-12971680

E

[email protected]

I

www.ecoquickscan.nl

memo

aan: van: datum: Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V.; de heer ing. G. Boekel ing. H.H.J. van der Burgt kenmerk: betreft: 16 september 2014 14071 bomencontrole, fases 1 en 2 van het project ‘Verdubbeling Oosterpark’ te Amsterdam

aanleiding

In Amsterdam wordt, door de Aannemingsmaatschappij Van Gelder B.V. (in opdracht van de Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost), fases 1 en 2 van het project ‘Verdubbeling Oosterpark’ uitgevoerd. Ter voorbereiding op het kappen van de bomen (vanaf week 38) is ecologisch adviesbureau ECOquickscan gevraagd een laatste controle uit te voeren naar voornamelijk verblijfplaatsen van vleermuizen. Broedvogels worden half september niet meer verwacht.

voorgeschiedenis

Voorafgaand aan de uitvoering van het project ‘Verdubbeling Oosterpark’ te Amsterdam is, gedurende de ontwerpfase, een flora en fauna onderzoek & ecologisch werkprotocol (Burgt, 2012 1 ) opgesteld. In het kader van deze rapportage zijn alle (te verwachten) soortgroepen onderzocht, waaronder (jaarrond beschermde) broedvogels en vleermuizen. Alle on derzoeken zijn uitgevoerd volgens de destijds geldende onderzoeksprotocollen, waaronder ‘het protocol voor vleermui zeninventarisaties’ (afgekort ‘vleermuizenprotocol’) dat is opgesteld door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdier vereniging, in overleg met de Dienst Landelijk Gebied en de Gegevensautoriteit Natuur (versies 2011 en 2012). Onderstaand zijn de algehele conclusie soortbescherming (Flora- en faunawet) en de conclusie ten aanzien van het voorkomen van vleermuizen in het park weergegeven zoals deze in de rapportage zijn opgenomen. De volledig conclu sie en rapportage van het vleermuizenonderzoek is na de lezen in het flora en fauna onderzoek & ecologisch werkproto col ‘Verdubbeling Oosterpark’ te Amsterdam (Burgt, 2012). algehele conclusie soortenbescherming Op basis van het nader onderzoek, de verspreidingsgegevens, de aanwezige habitattypen en biotoopeisen van de mogelijk in de omgeving voorkomende soorten worden er geen meer strikt beschermde planten- en/of diersoorten aangetast door de beoogde werkzaamheden (fases 1 en 2). Negatieve effecten worden dan ook niet verwacht. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet noodzakelijk. Zoals al eerder vermeld kunnen nesten van vogels worden verstoord als in het broedseizoen wordt gestart met werkzaamheden. Daarnaast dient wel altijd vol daan te worden aan de algemene zorgplicht. conclusie nader onderzoek naar vleermuizen Tijdens het nader onderzoek naar vleermuizen zijn in het plangebied meerdere baltsende gewone - en ruige dwerg vleermuizen waargenomen. Slechts twee baltsende ruige dwergvleermuizen zijn te herleiden naar twee vaste ver blijfplaatsen (bomen) in het park. De betreffende bomen blijven in de huidige plannen behouden ‘Verdubbeling Oosterpark’ niet te verwachten. 2 . Negatieve effecten op vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen, dan wel de functie als jachtgebied, zijn in het kader van het project

1 ecologisch adviesbureau voor natuur en landschap, Arnhem, 2012 (eindrapportage dateert van 8 oktober 2012). 2 Burgt, H.H.J. van der, Flora en fauna onderzoek & ecologisch werkprotocol ‘Verdubbeling Oosterpark’ te Amsterdam. ECOquickscan, De plannen zijn in de periode 2012 - 2014 wel beperkt gewijzigd. Met name het aantal te kappen bomen is in deze periode naar bene den bijgesteld (er zijn hierbij alleen bomen geschrapt uit de originele kaplijst; in het kader van het flora en fauna onderzoek is een grote re groep bomen onderzocht dan volgens de huidige kaplijsten worden gekapt). Dus ook in het plan dat momenteel wordt uitgevoerd blijven de bomen die van belang zijn voor de vleermuizen behouden; de bomen met de vaste rust- en verblijfplaatsen betreffen namelijk twee monumentale bomen.

ecologisch adviesbureau

ECOquickscan

is lid van het Netwerk Groene Bureaus

PAGINA 1 VAN 2

methode

Op 11 september 2014 zijn alle te kappen bomen gecontroleerd op geschikte verblijfplaatsen voor vleermuizen (en even tuele andere beschermde soorten). Deze controle heeft overdag plaatsgevonden met behulp van een verrekijker, ladder en endoscoop (aan een lange stok). Met de endoscoop kan in alle boomholtes gekeken worden die (potentieel) geschikt zijn voor vleermuizen. De camera (aan een lange stok) is voorzien van verlichting (om ook voldoende licht te hebben in de holte) en met een beeldscherm kan vanaf de grond in iedere holte gekeken worden. Aangezien vleermuizen overdag rusten/verblijven in hun verblijfplaats is op deze manier eenvoudig overdag vast te stellen of dat een boomholte (of vleermuis-/vogelkast) gebruikt wordt door een vleermuis of meerdere vleermuizen.

resultaten

Tijdens de controle viel op dat, ten opzichte van de eerdere plannen, er relatief veel bomen met een grotere doorsnede en/of andere natuurwaarde gespaard blijven en ingepast zijn in het huidige plan. De bomen die gekapt worden hebben veelal een beperkte doorsnede en bezitten nauwelijks holtes. Van alle gecontroleerde bomen heeft slechts één boom een natuurlijke holte. Wel zijn in twee andere bomen kunstmatige holtes aangetroffen in de vorm van één vleermuiskast en één nestkast voor boomkruiper. De drie (kunstmatige) holtes zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van vleermuizen. Onderstaand is per boom de globale ligging en zijn de bevindingen van de controle weergegeven. De drie bomen zijn tijdens de controle op tekening aangegeven. 1. Iep met vleermuizenkast nabij (ten oosten van) de muziekkoepel; geen vleermuizen aangetroffen. 2. Esdoorn met natuurlijke holte in een zijtak (niet op de hoofdstam) voor de voormalige school (toekomstige kin derdagverblijf); geen vleermuizen aangetroffen; tijdens de controle bleek de holte relatief ondiep. 3. Els met nestkast voor boomkruiper nabij de, meest oostelijke, hoek van het gebouw aan de Mauritskade 57 (voormalig gebouw van de Universiteit van Amsterdam); geen vleermuizen aangetroffen.

de drie onderzochte (kunstmatige) holtes; van links naar rechts; iep met vleermuizenkast, esdoorn met natuurlijke holte in een zijtak (rood omcirkeld) en els met nestkast voor boomkruiper

conclusie

Door het uitvoeren van de bomencontrole, waarbij geen vleermuizen (en/of andere beschermde soorten) zijn aangetrof fen, is ruimschoots invulling gegeven aan het zorgvuldig handelen in het kader van de Flora- en faunawet (wettelijke zorgplicht). De resultaten van de controle bevestigen de uitkomsten van het eerder uitgevoerde flora en fauna onderzoek (Burgt, 2012). De conclusie van het flora en fauna onderzoek blijft dan ook staan; negatieve effecten op beschermde soorten worden niet verwacht door de werkzaamheden van fases 1 en 2 van het project ‘Verdubbeling Oosterpark’ te Amsterdam. De functie die het park heeft als foerageergebied voor vleermuizen wordt niet aangetast door de werkzaam heden.

aanbevelingen

Voor de aanbevelingen (niet wettelijk verplicht) wordt verwezen naar het flora en fauna onderzoek (Burgt, 2012). In deze rapportage wordt onder andere geadviseerd de verwijderde kasten te herplaatsen en/of te vervangen door degelijke (houtbetonnen) nieuwe kasten. ecologisch adviesbureau

ECOquickscan

is lid van het Netwerk Groene Bureaus

PAGINA 2 VAN 2