Sleutel tot Equisetum (Paardenstaart) in de Benelux

Download Report

Transcript Sleutel tot Equisetum (Paardenstaart) in de Benelux

Sleutel tot Equisetum (Paardenstaart) in de Benelux en aangrenzende gebieden
(voorlopig niet in België of Luxemburg gevonden: E. ramosissimum; niet in Benelux: E. pratense, E. scirpoides)
1. a. Stengels witachtig, bruin of rozig, maar niet groen en terminaal met strobilus (=fertiel)...................................................................... 2
b. Stengels volledig groen, sommige deels fertiel of volledig steriel .......................................................................................................... 4
2. a. Sporenaar 4-8 cm lang; bladscheden met 15-35 tanden, die soms lichtjes samenhangen in groepjes van 2-3; stengel 10-35 cm
lang
..................................................................................................................................... E. telmateia (reuzenpaardenstaart)
b. Sporenaar minder dan 4 cm; bladscheden met minder dan 15 tanden................................................................................................. 3
3. a. Sporenaar 1-4 cm; scheden met 6-12 losse tanden; stengel 5-30 cm lang .............................. ....... E. arvense (akkerpaardenstaart)
b. Sporenaar 1-3 cm; scheden met tanden vergroeid tot 3-6 stompe lobben; stengel na de sporenverspreiding vergroenend en
vertakkend..................................................................................................................................... ........ E. sylvaticum (bospaardenstaart)
4. a. Zijtakken in kransen................................................................................................................................................................................ 5
b. .Zijtakken ontbrekend of niet in kransen........................................................................................................................................... ... 12
5. a. Stengels ivoorwit; ± 10 mm dik, glad, alleen onderaan niet vertakt, met 15-35 fijne ribben; bladscheden groen, ± 2 cm lang met 1535 tanden..................................................................................................................................... ........ E. telmateia (reuzenpaardenstaart)
b. Stengels groen, minder dan 10 mm dik, iets ruw, meestal bovenaan niet vertakt, minder dan 20 ribben; bladscheden en tanden
anders.......................................................................................................................................................................................................... 6
6. a. Scheden met minder tanden dan groeven; tanden vergroeid tot brede, stompe lobben, ribben afgeplat en voorzien van twee rijen
stekeltjes....................................................................................................................................................................... ......... E. sylvaticum
b. Scheden met evenveel tanden als groeven; tanden spits, ribben anders ............................................................................................. 7
7. a. Centrale stengel holte meer dan 2/3 en tot 4/5 van de diameter van de stengel; scheden met 8-30 tanden, zonder ribben .............. 8
c. Centrale holte ten hoogste 2/3 van de diameter der stengel; scheden met 5-12 tanden, tanden met ribben ...................................... 9
8. a. Centrale holte 2/3-4/5 van de diameter der stengel; tanden met zware top..................... .........E. x litorale (E. fluviatile x E. arvense)
b. Centrale holte 4/5 van de diameter der stengel; scheden met tanden zonder zwarte top ............................ ........ E. fluviatile (holpijp)
9. a. Onderste lid van de zijtakken veel korter dan de tegenoverstaande stengelschede; zijtakken hol .................................................... 10
b. Onderste lid van de zijtakken ten minste even lang als de tegenoverstaande stengelschede; zijtakken niet hol .............................. 11
10. a. Stengels meestal met 4-12 ribben; schedetanden groen met zwarte middennerf en driehoekige, zwartgevlekte, niet naar buiten
omgebogen tanden; centrale holte minder dan 1/2 van de stengeldiameter; sporenaar stomp.. ...............................................................
....................................................................................................................................... .........E. palustre (moeraspaardestaart, lidrus)
b. Stengels met 8-20 ribben; schedetanden eerst groen, later bruin met zwarte rand aan de basis; tanden zwart met smalle, vliezige
rand; centrale holte breder dan 1/2 van de stengeldiameter; sporenaar spits............................. ................................. E. ramosissimum
11. a. Steriele stengels groen; schedetanden groen tot zwart met smalle, vliezige zoom; zijtakken liggend tot opgericht, meestal met 4
ribben; tanden groen, spits, lichtjes naar buiten omgebogen; centrale holte 1/4-1/2 van de stengeldiameter.................. ....... E. arvense
b. Steriele stengels geelgroen; schedetanden bleekbruin met zwarte middennerf; zijtakken horizontaal of overhangend met 3 ribben
en 3 tanden; centrale holte ongeveer 1/2 van de stengeldiameter ........................................................... ...............................E. pratense
12 a. Sporenaar toegespitst; stengels dikwijls overwinterend....................................................................................................................... 13
b. Sporenaar stomp; stengels meestal niet overwinterend ...................................................................................................................... 16
13. a. Schedetanden aan de basis afbrekend; scheden met twee zwarte banden (aan top en basis); stengels zeer ruw ........... E. hyemale
(schaafstro)
b. Schedetanden blijvend, anders............................................................................................................................................................. 14
14. a. Stengel onregelmatig en dikwijls sterk vertakkend; centrale holte ± 1/2 van de stengeldiameter ...................... ...... E. ramosissimum
b. Stengel niet vertakt of alleen onderaan vertakt; centrale holte ± 1/4 van de stengeldiameter of ontbrekend..................................... 15
15. a. Stengel hol, holte 1/5-1/3 van de stengeldiameter; scheden klokvormig verwijd met zwarte dwarsband onder de 4-12 tanden; tanden
geheel wit of met zwarte middennerf ............................................................................................ ..... E. variegatum (bonte paardestaart)
b. Stengel niet hol; slechts 3-4 tanden..................................................................................................... ..............................E. scirpoides
16. a. Centrale holte ten minste 4/5 van de stengeldiameter; tanden zonder ribben............................................................... ...... E. fluviatile
b. Centrale holte minder dan 1/2 van de stengeldiameter; tanden met ribben ....................................................................................... 17
17. a. Valleculaire holten ongeveer even groot als de centrale holte; zijtakken hol; hun onderste lid veel korter dan de tegenoverstaande
stengelschede .................................................................................................................................................................... .......E. palustre
b. Valleculaire holten kleiner dan de centrale holte; zijtakken niet hol, hun onderste lid langer dan de tegenoverstaande stengelschede
..................................................................................................................................................................................... .......... E. arvense