Klik hier om het artikel te lezen.

Download Report

Transcript Klik hier om het artikel te lezen.

07 februari 2014, pag. 20
inmemoriam
Een tweede Eise Eisinga, maar dan met computer
O
p de boerderij bij Kûbaard wees zijn vader
alle sterren en planeten
aan in de pikdonkere
nacht. In die vooroorlogse jaren
ontstond de fascinatie van Hans
Noordmans voor de hemellichamen en hun bewegingen. Hij groeide uit tot ‘de tweede Eise Eisinga’
en ‘dé Friese amateur-astronoom
van de twintigste eeuw’.
Hans had een broer boven zich
en een onder zich. Volgens zijn
oudere broer Jaap was Hans ,,de
aardigste thuis’’. Hij was speels en
technisch. Als ze in de oorlogsjaren
de wol van beppes schapen zaten te
spinnen op de koestal, spon hij het
fijnste garen.
Na de ambachtschool en de mts
ging hij op de grote vaart. Hij was
tweede machinist maar deed aan
boord het werk van de eerste, omdat die altijd dronken was. Op het
zuidelijk halfrond genoot hij van de
sterrenhemel die daar anders is dan
hier.
Verkering trok hem naar de wal,
waar hij als technicus bij Shell ging
werken. De woonboot waarop het
jonge gezin met één kind woonde
in Pernis sloeg tijdens de watersnood van 1953 los en moest door de
marine in veiligheid worden gebracht. Voor Shell was Noordmans
niet alleen in de Rijnmond actief,
maar ook in Australië, Wales en
Hamburg.
Na zijn pensioen kwam hij terug
naar zijn geboortegrond, maar het
Kûbaard van zijn jeugd was erg
veranderd. Uiteindelijk woonde hij
met zijn tweede vrouw in Sneek,
waar hij 84 jaar na zijn geboorte
overleed.
Zijn hele leven had techniek zijn
grote belangstelling. Niet alleen in
de vorm van rekenmodellen over
de banen van planeten, maar ook
het praktische gepriegel om een
scheepje in een fles te bouwen.
Techniek en sterrenhemel ontmoeten elkaar in het planetarium
van Eise Eisinga in Franeker. Geen
wonder dat hij daar naartoe werd
getrokken. Hij tekende het hele
raderwerk in het plafond van het
wolkammershuis zorgvuldig na.
Gewoon omdat hij wilde weten hoe
Eisinga dat voor elkaar had gekre-
Hans Noordmans (1929-2014)
gen. Toen er in de jaren negentig
een grote renovatie nodig was, was
hij de aangewezen man om die te
leiden.
,,Hij was een zeer gedreven, superintelligente vakman’’, zegt uurwerkmaker Jacob ten Hoeve, die
nauw met hem samenwerkte. ,,Wat
hij allemaal in zijn hoofd had, was
onvoorstelbaar. Hij rekende op zijn
computer de banen van de planeten voor ons om in tandwielen.’’
Ze vulden elkaar goed aan, zegt
Ten Hoeve. Na de klus in Franeker
werkten ze nog samen aan de restauratie van kleinere planetaria en
het ontwerp van een modern astronomisch uurwerk.
Ook voor horlogemaker Christiaan van der Klaauw leverde Noordmans heel wat denkwerk. Dat is
terug te vinden in de clomplexe
astronomische horloges die Van
der Klaauw op de markt brengt.
,,Hij is erin geslaagd een tandwieltrein te berekenen die voor de
maan slechts één dag verschil in
11.000 jaar vertoont.’’
,,Deze man is niet te vervangen’’,
zegt Van der Klaauw. Dat beseft ook
directeur Adrie Warmenhoven van
het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium. ,,Zonder hem zag het planetarium er nu heel anders uit en was
het niet genomineerd voor de
Werelderfgoedlijst van Unesco.’’
Noordmans bracht het raderwerk
niet alleen terug in zijn oude staat
met originele materialen, maar
bracht ook kleine verbeteringen
aan. ,,Hij kwam erachter dat Eisinga
hier en daar wel wat had gesmokkeld’’, zegt zijn broer Jaap.
Gelukkig heeft de restaurateur
ook gedacht aan de mensen die na
hem de zorg voor het planetarium
hebben. Hij maakte een moderne
vertaling van het handboek van
Eisinga over het onderhoud van
zijn schepping. En hij maakte een
handig computermodel waarmee
na elke stilstand - voor onderhoud
of door een storing - alle planeten
snel in de juiste positie kunnen
worden gebracht. Dat scheelt heel
veel astronomisch rekenwerk.
Zonder aarzelen noemt Ten
Hoeve hem ,,de reïncarnatie van
Eise Eisinga’’. Warmenhoven omschrijft hem als ,,de tweede Eisinga;
hij kroop in diens huid om te begrijpen waarom die iets deed zoals
hij deed.’’ Zelf was hij te bescheiden
voor de vergelijking. ,,Eisinga hie
gjin kompjûter’’, zei hij relativerend.
CHIEL EVERS