Een stromende overstort

Download Report

Transcript Een stromende overstort

Een stromende
overstort
“ … en dit is inderdaad het ventiel van de
overstort.” Op tafel in zittingruimte D3 lag
een messingkleurig geval met een kaartje eraan. “Waaraan herkent u dat?”, vroeg de
rechter. “Dat is vrij simpel: u ziet daar binnen
een nippel, die hangt los en dat was ook zo
bij het ventiel dat ik toen heb gedemonteerd.
Bovendien ziet u hier een likje verf. Het viel
mij toen al op, dat enkele leidingen waren
geverfd terwijl ze helemaal niet in het zicht
lagen.” “En wat gebeurt er nou met zo’n defect ventiel volgens u?“ “Nou, da’s gewoon
niet best. Het water liep met een stroom uit
die overstort van de boiler. Normaal zou zo’n
ruimte binnen de kortste keren blank staan,
maar ja, in die kast zat het zo, dat het gewoon door een gat in de vloer de kruipruimte
in ging.” “En dat gebeurt weer als je dat ventiel er nu op zet?” “Zeker weten!” zei de getuige; hij merkte dat dat wel erg joviaal klonk:
“Ik bedoel, ja, meneer de rechter.”
De rechter maakte aantekeningen. Ton
Peters en zijn cliënt Marcel Tuinte zaten er
ontspannen bij. Na anderhalf jaar procederen
ging het eindelijk de goede kant op. Tuinte
had in februari 2009 een deel van zijn bedrijfspand verhuurd aan Van Santen. Volgens
het contract was Van Santen verantwoordelijk voor normaal onderhoud en moest hij gebreken aan het gebouw en installaties melden. Gas, water en electra liep via Tuinte: het
pand was niet echt gesplitst, dus Van Santen
had geen eigen meter. In april 2010 werden
de meterstanden doorgegeven en in mei viel
de rekening op de mat. Met het gas en
electra was niets aan de hand. De waterrekening was echter absurd hoog. Tuinte belde met Vitens of het wel klopte. Hij kreeg de
meterstanden van 2009 en de opgave van
2010 door. Daarmee checkte hij de meter en
de rekening van het jaar ervoor. Dat klopte.
Het eerste waar Tuinte aan dacht was een lei-
dingbreuk. Er was in de straat gewerkt aan een
glasvezelkabel en misschien had de grondwerker
ergens de waterleiding geraakt. Maar dan had de
meter niet zover kunnen doorlopen. Een paar dagen later nam hij opnieuw de stand op en weer was
er een enorm verbruik: bijna twee kuub per dag.
Zijn broer Ronnie, die nogal technisch was, zou op
onderzoek uitgaan. Ronnie liep alles na in de ruimtes van zijn broer, maar kon niks geks vinden. Toen
hij bij Van Santen ging kijken, hoorde hij meteen bij
binnenkomst in de keuken een ruisend geluid als
van een flink stromend beekje. Ronnie vroeg aan
Van Santen wat dat was. Tja, dat hoorde hij al veel
langer; hij wist ook niet waar het vandaan kwam.
Ronnie trok de kastdeurtjes open en kwam zo bij
de boiler. Daar kwam het geluid duidelijk vandaan.
Hij kroop er zo ongeveer op zijn kop in en ontdekte
dat aan de achterkant van de boiler uit de overloop
een flinke stroom water wegliep, via een gat
in de muur regelrecht de kruipruimte in.
“Heb je nou niet in de gaten gehad dat dat
geluid uit dat kastje kwam?”, vroeg Ronnie
aan Van Santen. Nee, zijn naam was haas en
hij wist van niets. De volgende dag stond de
loodgieter op de stoep. Die verving het overloopventiel. De loodgieter schudde met zijn
hoofd toen hij de keuken in ging: “Het lijkt
wel of de kraan gewoon openstaat.” zei hij
tegen Van Santen en Ronnie Tuinte. Bij de
kantonrechter herhaalde hij dat nog maar
eens.
Twee dagen na de reparatie gaf de watermeter
een normaal verbruik te zien. Toen Tuinte met
de rekening bij Van Santen kwam - bovenmatig
verbruik ad € 7.963,10 - was zijn naam nog
steeds haas. Volgens hem had het evengoed
aan de meter kunnen liggen. Hij was bovendien niet verantwoordelijk voor de installatie.
Als hij een ruisend geluid hoort, hoeft hij toch
niet te denken dat er ergens wat mis is. En die
loodgieter kan zoveel zeggen; voor hem was
het gewoon een ruisend geluidje.
In de procedure bij de kantonrechter ging de
discussie over de waarschuwingsplicht van
Van Santen. Voor de rechter ging het erom
hoe sterk dat geluid was geweest. Tja, zei de
advocaat van Van Santen, dat kunnen we nu
nooit meer weten. Daar had Ton Peters al rekening mee gehouden. Tijdens de mondelinge behandeling had hij het defecte over-
loopventiel bij zich. Dat werd meteen officieel
gedeponeerd met de mededeling dat de
loodgieter kan bevestigen dat dit het verwijderde ventiel is. “En, voegde Ton Peters
eraan toe, “volgens de loodgieter kan hij het
er zo weer opzetten; dan hoort u hoe het
geluid klonk dat de loodgieter hoorde.” De
advocaat van Van Santen bleef erbij dat dan
eerst maar eens bewezen moet worden dat
dit het bewuste ventiel was; Tuinte kon dat
wel ergens op een gemeentestort uit een
container hebben gevist.
Al te veel water hoefde
hij niet bij de wijn te doen
Toen de loodgieter zijn verhaal had gedaan,
begon de kantonrechter Van Santen en zijn
advocaat toe te spreken. Wilden ze werkelijk
dat het oude ventiel er weer op gezet werd?
Als het echt klonk zoals de loodgieter had
verklaard, dan had Van Santen wel degelijk
aan de bel moeten trekken. Misschien moest
Tuinte iets van zijn rekening laten zitten, omdat de boiler voor zijn rekening kwam. Al te
veel water hoefde hij uiteindelijk niet bij de
wijn te doen. De zaak werd geschikt tegen
betaling van € 7.000,00. Na afloop dronken
Ton Peters en de Tuintes nog wat in de Roode
Leeuw: koffie met een glas water voor de
advocaat en een wijntje voor de broers.