antwoord - Gemeente Diemen

Download Report

Transcript antwoord - Gemeente Diemen

ARCHIEF EXEMPLAAR
.Gemeente
lemen
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Uw brief van
Bijlagen
Beh.ambtenaar
Telefoonnummer
E-mailadres
UI14.05872
I. Spit
020 3144726
[email protected]
Aan
Partij van de Ouderen
Kerwin Lucasstraat 12
1112 LH DIEMEN
Onderwerp
Datum
Beantwoording schriftelijke vragen dd 10 september
2014
16 september 2014
VERZONDEN - 9 OKĨ 2014
Geachte heer Prins en mevrouw Raveling,
In reactie op uw brief van 10 september jl. doe ik u hierbij namens het college de gevraagde
antwoorden toekomen. In uw brief refereert u aan de aangekondigde raadsmemo over de
toekomst van de hulp bij het huishouden. Deze memo treft u bijgaand aan.
Vanuit het rijk wordt minder geld beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de hulp bij het
huishouden. Gemeenten zijn alleen verantwoordelijk voor die mensen die niet zelf in staat
zijn om hulp bij het huishouden in te schakelen. De gemeenten Diemen ontwikkelt beleid om
binnen de gestelde financiële kaders uitvoering te geven aan de Wmo en in het bijzonder het
verstrekken van hulp bij het huishouden. Het aanscherpen van het beleid voor de hulp bij het
huishouden achten we op dit moment niet nodig.
Hieronder zal nader ingegaan worden op de door u gestelde vragen:
1. Wat zijn de totaaluitgaven voor de hulp bij het huishouden in Diemen per jaar vanaf
2010?
2. Wat is het totaal aantal cliënten dat huishoudelijke hulp in Diemen ontvangen per jaar
vanaf 2010?
3. Wat is het gemiddelde bedrag voor huishoudelijke hulp per cliënt per jaar vanaf
2010?
•5êmĩB5êļ5B
•••JMqrtfem
2010
2011
«1.719.196,00 "~
« 1.768.667,00
2012
2013
«1.821.686,00
« 1.791.906,00
*
*
*
578
555
«3.152
«3.229
*Het aantal klanten in 2010 en 2011 is niet meer te achterhalen. In 2012 is de gemeente
Diemen overgestapt op een nieuw systeem. De oude bestanden zijn niet meer te
D.J. den Hartoglaan 1 * 1111 Z B Diemen * Postbus 191 * 1110 A D Diemen * Telefoon 020 - 3144888 * Telefax 020 - 3144 635 *
NL18BNGH0285001841 * www.diemen.nl
Ons kenmerk
: UI14.05872
Pagina
: 2
raadplegen. Ook het CAK (die de eigen bijdrage berekend) bewaart zijn gegevens maar
maximaal drie jaar. Ook daar zijn geen gegevens van 2010 en 2011 meer op te vragen.
4. Wat zal naar uw mening in 2015 het effect zijn van de aangekondigde bijstelling naar
1,5 miljoen euro voor het gemiddeld per cliënt te ontvangen bedrag aan
huishoudelijke hulp?
De aangekondigde bijstelling naar 1,5 miljoen zal niet direct gevolgen hebben voor het
gemiddeld per cliënt te ontvangen bedrag aan huishoudelijke hulp. In principe blijven klanten
die dat nodig hebben hulp bij het huishouden ontvangen. Door eerdere beleidskeuzes
worden de normen zoals het Centrum indicatiestelling zorg (Ciz) deze al in de AWBZ heeft
vastgesteld strak gehanteerd wat bij de herindicaties heeft geleid tot het verlagen van
indicaties. Klanten krijgen naar verhouding minder uren hulp bij het huishouden, maar nog
steeds voldoende om binnen de normen te komen tot het doel om te wonen in een schoon
en leefbaar huis. Daarnaast wordt vaker HH1 (lichte schoonmaakondersteuning) geïndiceerd
wat per uur goedkoper is dan HH2 (lichte schoonmaakondersteuning waarbij regie over het
huishouden nodig is). Ook het in overleg met de aanbieders verlagen van de tarieven per uur
heeft geleidt tot een lagere uitgave voor de hulp bij het huishouden per klant. Daarnaast
worden klanten meer dan voorheen gevraagd om hun eigen netwerk in te schakelen. Al deze
beleidskeuzes hebben en zullen leiden tot lagere uitgaven in zijn totaliteit. Daarbij is de
verwachting dat de uitgaven binnen de door het rijk gestelde financiële kaders zullen blijven.
5. Heeft u voor 2015 rekening gehouden met een mogelijke grotere vraag naar
huishoudelijke hulp in verband met het sluiten van verzorgingstehuizen waardoor
mensen langer zelfstandig thuis moeten blijven wonen?
In de integratie-uitkering Wmo is vanuit het rijk budget opgenomen ter compensatie van de
grotere vraag naar onder andere hulp bij het huishouden door het verder scheiden van
wonen en zorg. De huidige financiële kaders zouden voldoende moeten zijn om ook deze
doelgroep goed te kunnen bedienen.
Hoogachtend,
de secretaris.
w.
Koopmanschap
D J . den Hartoglaan 1 * 1111 Z B Diemen * Postbus 191 * 1110 AD Diemen * Telefoon 020 - 3144888 * Telefax 020 - 3144 635 *
NL18BNGH0285001841 * www.diemen.nl
**
IM
—^ . G e m e e n t e
Diemen
MEMO
Bestemd voor
Gemeenteraad
Van
Wethouder R.P. Grondel
Betreft
Korting Hulp bij het huishouden
Datum
18 september 2014
Aanleiding
Op 8 juli heeft de eerste kamer ingestemd met de nieuwe Wmo en daarmee met de korting op de
hulp bij het huishouden. Vanaf 2015 wordt de gemeente 3296 gekort op het budget voor de hulp bij
het huishouden in de algemene middelen. Voor de gemeente Diemen betekent dit een korting van
C616.313 op de integratie-uitkering Wmo. Het college heeft de uitspraak gedaan dat uitgegaan wordt
van het budget dat binnen komt.
Reeds ingezette bezuinigingsmaatregelen
De afgelopen jaren zijn al een aantal bezuinigingsmaatregelen ingevoerd.
1.
Alle klanten zijn aeherindiceerd
Alle klanten hebben de afgelopen jaren een herindicatie gehad, waarbij de normen streng zijn
toegepast. Daarbij is de indicatie veranderd naar uren in plaats van klassen. Voorheen werden de
klassen maximaal benut (bijv 3 uur), waar nu een klant vaak een indicatie van 2 uur krijgt. Ook zijn
klanten verschoven van hh2 naar h h l , omdat de regiefunctie niet nodig bleek te zijn
2.
Lagere tarieven door onderhandelingen met aanbieders
Bij het aangaan van de nieuwe contracten in 2013 is met de aanbieders onderhandeld over de prijzen
die gehanteerd werden. Op basis van de cijfers van 2012 zou daar vanaf 2014 een inkoopvoordeel
van C75.000 euro op jaarbasis uit volgen. Dit inkoopvoordeel is reeds ingeboekt in de
meerjarenbegroting vanaf 2015.
3.
Strenge controle PGB/ trekkingsrecht SVB
De controle op de PGB's is de afgelopen jaren heel nauwkeurig gebeurd,wat heeft geresulteerd in
het terugvorderen van het niet-besteed PGB. De afgelopen jaren is ongeveer C5.000 tot C15.000 per
jaar terug gevorderd. Vanaf 2014 worden alle PGB-budgetten overgemaakt naar de SVB, die deze
bedragen uitbetaalt. De niet-gebruikte bedragen worden automatisch terug gestort.
Ontwikkeling cijfers 2014
De cijfers van 2014 laten een daling van de uitgaven zien ten opzichte van vorig jaar. De verwachte
uitgaven lopen in de pas met de inkomsten in het gemeentefonds. Maar mede door de reeds
ingeboekte bezuinigingen en het niet volledig reserveren van het budget voor de Wmo wordt de
korting in het gemeentefonds hiermee niet volledig opgevangen in 2015 en verder. De verwachte
Ons kenmerk
Pagina
2
uitgaven voor 2014 zijn lager dan de inkomsten vanuit de integratie-uitkering Wmo. Volgens deze
verwachting blijven de uitgaven voor de hulp bij het huishouden binnen de beschikbare budgetten.
De vraag is of hiermee nog een verdere bezuiniging gewenst is en of dit in DUO-+ verband opgepakt
zou moeten worden. De urgentie om op dit moment te bezuinigen is minder groot. Gezien de taken
die op de gemeente af komen is het goed om te kijken of in de toekomst de hulp bij het huishouden
(hhl) op een goedkopere manier georganiseerd kan worden. Voor huidige klanten zou een
overgangsregeling moeten worden bepaald. Hiermee heeft de gemeente tijd om de nadere discussie
te voeren over de toekomst van de hulp bij het huishouden. Hieronder worden verdere
bezuinigingsopties nader uitgewerkt.
2015 en verder
In de Wmo 2015 zijn er andere mogelijkheden om de hulp bij het huishouden te organiseren. Het
organiseren van hulp bij het huishouden is vanaf 2015 geen wettelijk verplichte taak meer voor
gemeenten. De nieuwe Wmo maakt formeel onderscheid tussen algemene voorzieningen en
maatwerkvoorzieningen. Algemene voorzieningen kenmerken zich doordat zij in beginsel vrij
toegankelijk zijn. Dit houdt in dat er geen diepgaand onderzoek naar de behoeften,
persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers nodig is. Een algemene voorziening kan
bestaan uit diensten, activiteiten of zaken die toegankelijk zijn voor specifieke groepen of voor de
gehele bevolking. Aan de toelating tot een algemene voorziening gaat geen beschikking van de
gemeente vooraf, terwijl dat bij maatwerkvoorzieningen wel het geval is. Een maatwerk is specifiek
afgestemd op een bepaalde persoon. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om een voorliggende
voorziening te creëren. Bij een voorliggende voorziening wordt de voorziening volledig aan de markt
overgelaten. Hierdoor heeft de gemeente geen invloed meer op de uitvoeren van de huishoudelijke
hulp en kunnen klanten zich rechtstreeks wenden tot de aanbieder. Dit is mogelijk omdat vanaf 1
januari 2015 hulp bij het huishouden geen wettelijke taak van de gemeente meer is. Hierbij dient
onderscheid gemaakt te worden tussen HH1 (alleen schoonmaken) en HH2 waarbij naast
schoonmaken ook een vorm van regie nodig is. HH2 komt niet in aanmerking voor een algemene of
voorliggende voorziening en zal als maatwerkvoorziening door de gemeente aangeboden worden. De
hulp bij het huishouden maakt in dat geval onderdeel uit van het integrale ondersteuningsplan. Het
zal lastig worden om voor 1 januari 2015 hulp bij het huishouden op een andere te organiseren.
Afwegingen vooraf:
Voorafgaand aan de uiteenzetting van de verschillende alternatieve mogelijkheden is het van belang
om te kijken naar de verschillende factoren die van belang zijn bij het maken van een keuze. De
gemeente heeft als uitgangspunt dat iedereen die dat echt nodig heeft in staat zou moeten zijn om
kwalitatief goede hulp te kunnen ontvangen. De gemeente kijkt daarbij ten eerste naar de klant die
de hulp ontvangt. De gemeente wil toezien op een goed kwaliteitsniveau van hulp. Daarna hecht de
gemeente ook belang aan het personeel dat hulp biedt. Op het moment dat er veel ontslagen vallen
komt de rekening alsnog bij de gemeente met een hogere vraag naar bijstand. De gemeente heeft
niet direct belang bij het in stand houden van organisaties. Juist organisaties met veel overhead
drijven de kosten van de hulp bij het huishouden op.
Eigen bijdrage:
Voor een maatwerkvoorziening blijft de landelijke inkomensafhankelijke eigenbijdrage regeling van
toepassing op grond van het landelijk besluit Maatschappelijke ondersteuning 2015. Hierbij is sprake
van een cumulatieprincipe waarbij de verschillende soorten zorg/hulp/ ondersteuning opgeteld
worden en daarvan een maximale eigen bijdrage betaald wordt gebaseerd op het inkomen. De
gemeente kan voor een algemene voorziening een vergoeding van de cliënt vragen, de zogenoemde
tariefsbijdrage. De hoogte van deze vergoeding kan de gemeente zelf bepalen en mag
kostendekkend zijn. Mensen ondereen bepaalde inkomensgrens zouden een beroep kunnen doen
op de bijzondere bijstand. In principe betalen klanten kosten van hulp zelf, tenzij zij een laag inkomen
Ons kenmerk
Pagina
3
hebben. Hierbij wordt geen rekening gehouden met meerdere vormen van zorg. Klanten die met hun
inkomen net boven deze inkomensgrens komen betalen hierbij de hoofdprijs.
Keuzemogelijkheden
1. Individuele maatwerkvoorziening
Bij een individuele maatwerkvoorziening wordt het huidige systeem in stand gehouden. In het
huidige systeem zijn niet veel mogelijkheden meer om nader te bezuinigen. Een mogelijkheid om in
2015 de kosten verder naar beneden te brengen is het opleggen van een korting aan de aanbieders.
De gemeente Diemen is in juni 2013 nieuwe contracten aangegaan met de aanbieders van de hulp bij
het huishouden. Bij de onderhandeling van de nieuwe contracten is gevraagd aan de aanbieders of zij
de hulp voor een lager tarief zouden kunnen bieden. Hierin zijn de aanbieders in meer en mindere
mate op ingegaan. Bij het verlengen van het contract per 1 januari 2015 zouden de gemeenten
aanbieders kunnen dwingen om een x percentage van de prijs af te halen. Het is de vraag of dit voor
aanbieders mogelijk is en ook niet wenselijk gezien de kwaliteit van dienstverlening reeds naar
beneden is gegaan bij sommige aanbieders in verband met de lagere tarieven.
Daarnaast zouden consulenten nog meer samen met de klant kunnen zoeken naar de mogelijkheden
binnen de eigen kracht en het netwerk om de hulp bij het huishouden te organiseren (door kinderen,
buren, vrienden of kennissen). Bij deze maatregelen is sprake van een kaasschaafmethode en is de
kans groot dat de bezuiniging niet gerealiseerd zal worden.
2. Algemene voorziening
Bij een algemene voorziening stelt de gemeente geen indicatie meer. Cliënten met een probleem op
het gebied van het huishouden richten zich rechtstreeks tot de zorgaanbieder die de hulp bij het
huishouden levert. De zorgaanbieder voert een lichte toets uit of de cliënt tot de doelgroep behoort.
De cliënt en zorgaanbieder kijken samen wat nodig is. Met de zorgaanbieder heeft de gemeente
afspraken gemaakt over het te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, op basis van te
verwachte aantal cliënten en een gemiddeld aantal uren per week (bijvoorbeeld 2 of 2,5). Er worden
afspraken gemaakt over de (maximale) vergoeding aan de aanbieder waardoor de aanbieder
gestimuleerd wordt om innovatieve oplossingen te zoeken en cliënten aan te spreken op eigen
kracht en netwerk. Deze algemene voorziening zou alleen gelden voor HH1. HH2 zal komen te vallen
onder de begeleiding. Klanten komen dan voor HH1 niet meer in aanmerking voor een PGB, maar
gaan mee in de algemene voorziening. Bij een algemene voorziening kan de gemeente een bijdrage
vragen die kostendekkend is, maar er mag daarbij niet naar het inkomen gekeken worden. Gekozen
kan worden voor een bijdrage van de klant van C5 tot C20 waarbij het resterende bedrag door de
gemeente wordt betaald. Klanten die een inkomen hebben lager dan 13096 van de bijstand zouden
bijzondere bijstand aan kunnen vragen. Een algemene voorziening kan ingericht worden in de vorm
van een aanbesteding en in de vorm van een subsidierelatie. Door geen kostendekkend tarief te
vragen mist de gemeenten inkomsten van de klanten die het nu via de eigen bijdrage volledig zelf
betalen. De mogelijkheid om te werken met een staffel waarbij de kosten langzaam oplopen is hierbij
niet mogelijk.
Ervaring bij andere gemeenten leert dat bij dit alternatief de vraag is wat je doet als het gemiddeld
aantal uren niet voldoende is voor een cliënt. In zulke gevallen zul je terug moeten kunnen vallen op
een individuele maatwerkvoorziening.
3. Voorliggende voorziening
Bij een voorliggende voorziening wordt de hulp bij het huishouden volledig overgelaten aan de
markt. Hierbij is geen aanbesteding of subsidierelatie nodig. De VNG geeft deze optie als
mogelijkheid. HH1 valt daarmee in de commerciële sector en HH2 valt onder begeleiding. Indien het
voor de klant niet betaalbaar is, maar wel noodzakelijk, dan kan de klant bijzondere bijstand
Ons kenmerk
Pagina
4
aanvragen. Er vind dan een verschuiving plaats van het budget Wmo naar het budget bijzondere
bijstand. Ook in de uitvoering vindt een verschuiving plaats van het team Wmo naar het team Sociale
zaken. In 2014 heeft 6496 van de klanten een inkomen lager dan 1309Ó van het minimumloon. Dit zou
betekenen dat er jaarlijks 256 nieuwe aanvragen voor bijzondere bijstand worden gedaan. Ook
mensen die nu niet in aanmerking komen voor hh zouden hiervoor een aanvraag kunnen doen. Dan
zou een toets ingericht moeten worden of de hulp wel degelijk noodzakelijk is.
Het nadeel van deze variant is dat de klant BTW zal moeten betalen. Wmo-voorzieningen zijn vrij van
BTW zodra er bemoeienis is van de gemeente. Deze variant heeft grote inpact op de huidige cliënten
en hierover zou tijdig gecommuniceerd moeten worden. Er is dan ook de nodige weerstand te
verwachten, waarbij een goede overgangsregeling noodzakelijk is. De voordelen zijn dat het
waarschijnlijk de goedkoopste variant is, waarbij sprake is van ultieme marktwerking. Vraag en
aanbod vinden elkaar. Nadelen zijn dat de gemeente regie verliest en het lastig is om kwaliteitseisen
of andere voorwaarden te stellen. Ook zal de signaalfunctie hiermee niet goed geborgd meer zijn. Er
is gevaar op een mismatch tussen vraag en aanbod of gevaar op een monopoliepositie wanneer
slechts één aanbieder actief is in een bepaalde wijk. Ook bestaat het risico op ontslagen doordat er
geen sprake is van afnamegarantie. Hiermee komt de besparing op de kosten HH terug via de
achterdeur, de bijstand. Een ander nadeel van deze optie is dat op het moment dat er geen
bemoeienis van de gemeente is met deze voorziening, dat voor deze dienst BTW gaat gelden. De
klant is dan per saldo 2096 duurder uit.
Huishoudelijke hulp toeslag (HHT)
Met de invoering van de Wmo 2015 heeft Van Rijn C75 miljoen beschikbaar gesteld voor het behoud
van arbeidsplaatsen. De gemeente Diemen heeft een plan ingediend om voor deze middelen in
aanmerking te komen. Met dit plan zal een subsidieregeling in het leven geroepen worden om :
1. Een hht product in de markt te zetten.
Met de komst van de begeleiding komt er een grotere vraag naar hulp bij het huishouden
waar ook een stukje begeleiding nodig is. Door het invoeren van tussenvariant tussen hulp bij
het huishouden en begeleiding krijgen organisaties de mogelijkheid om hun hoger
gekwalificeerd personeel voorde hulp bij het huishouden in dienst te houden.
2. Verbeteren arbeidsparticipatie HH medewerkers door opleiden en bijscholen
Met een extra investering in het ontwikkelen van competenties en kennis van
thuiszorgmedewerkers zorgen we dat ook het arbeidsperspectief op lange termijn positief
beïnvloed wordt.
3. Pilot HH-voucher
Met een funanciele tegemoetkoming jkunnen mensen die niet in aanmerking komen voor de
reguliere Wmo HH toch huishoude;ijke hulp krijgen die wordt uitgevoerd door de
gecontracteerde hh-aanbieders. Voordelen van cliënten zijn levering door betrouwbare
partijen en vervanging tijdens ziekte en vakantie van de medewerker.
Voor dit plan wordt voor de gemeente Diemen voor 2015 en 2016 een half miljoen euro
aangevraagd. Dit plan moet voor 1 december 2014 nader uitgewerkt worden.
Ons kenmerk
Pagina
5
Bijlage 1: Cijfers
Tabel: Overzicht uren en klanten h h l
2012
2013
43.427
42.675
399
387
C908.000
C897.000
C914.000
C895.000
Uit dit overzicht blijkt een
gemiddeld aantal uren per
, klant van 2,1 uur.