CS1 - Gemeente Waalwijk

Download Report

Transcript CS1 - Gemeente Waalwijk

Raadsvoorstel
Agendanr: CS1
Kenmerk: 14-0047799
'
Datum collegevergadering: 1 juli 2014
Onderwerp:
Hulp bij het Huishouden m.i.v. 2015
0.Samenvatting:
Onder voorbehoud van goedkeuring door de 1e Kamer (juli 2014) zullen gemeenten vanaf 2015 tot
structureel 40% (€ 610 miljoen) worden gekort op hun budget voor de hulp bij het huishouden
(HbH). De procentuele korting in 2015 bedraagt 32% (€ 465 miljoen). Het budget voor HbH
maakt deel uit van de integratie-uitkering Wmo die in de meicirculaire 2014 is gepubliceerd.
Gezien de meicirculaire gaan we voor Waalwijk uit van een korting van € 1,395 miljoen in 2015 en
€ 1,83 miljoen in 2016 e.v. Zoals gesteld in het coalitieakkoord 2014-2018 zullen de
rijksbezuinigingen één op één worden doorvertaald.
Onderzocht is welke mogelijkheden er zijn om de aangekondigde bezuiniging op te vangen.
Forse ingrepen zijn nodig. Uitgegaan wordt van de Waalwijkse visie die uitgaat van eigen kracht en
eigen verantwoordelijkheid, hierbij wordt getracht de meest kwetsbare burger te ontzien.
Het college wil de lijn volgen zoals bij optie 1 is voorgesteld; een scenario waarbij eenvoudige
schoonmaakondersteuning tot 3 uur per week vanaf 1 januari 2015 wordt beschouwd als algemene
voorziening. Deze uren dienen door de burger zelf bekostigd te worden, tenzij deze hier financieel
niet toe in staat is. In dat geval kan een financiële tegemoetkoming worden aangevraagd via de
bijzondere bijstand (max. 3 uur/week á € 15 per uur gemaximeerd tot 48 weken/jaar). Indien
door de gemeente is vastgesteld dat bovenmatig (> 3 uur/week) beroep moet worden gedaan op
de eenvoudige c.q. lichte vorm van hulp of wanneer de cliënt aangewezen is op de zwaardere
variant van huishoudelijke hulp (HbH2), dan is sprake van een maatwerkvoorziening. Naar
verwachting levert het voorgestelde scenario voor 2015 een afdoende besparing op. Gaandeweg in
2015 kan worden vastgesteld in hoeverre de beoogde besparing voor 2015 –en mogelijk ook voor
2016- wordt behaald. Ons vertrekpunt is het systeem van HBH met inbegrip van de maatregelen in
dit voorstel de komende jaren verder zoveel als naar huidig inzicht mogelijk is te ontzien. Doel is
daarmee te voorkomen dat telkens aanvullende bezuinigende maatregelen nodig zijn. Om
tegelijkertijd de naar 1,83 miljoen euro oplopende bezuinigingstaakstelling op te vangen, zullen wij
te zijner tijd dan ook de beschikbare ruimte op het totale Wmo-budget betrekken.
1.Wat is de aanleiding?
Naar verwachting zullen gemeenten per 1 januari 2015 32% en vanaf 1 januari 2016 e.v. 40%
worden gekort op hun budget voor de hulp bij het huishouden (HbH). Voor Waalwijk wordt
uitgegaan van een korting van € 1,395 miljoen in 2015 en € 1,83 miljoen in 2016.
2.Wat willen we bereiken?
We willen de aangekondigde kortingen zoveel mogelijk besparen op de uitgaven voor HbH, waarbij
wij ons baseren op de uitgangspunten van de nieuwe Wmo (2015) en de Waalwijkse visie die
uitgaat van eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, en waarbij wordt getracht de meest
kwetsbare burger te ontzien.
In de nieuwe Wmo staan participatie en zelfredzaamheid centraal. Duidelijk wordt gesteld dat dit
een verantwoordelijkheid is van de mensen zelf. Gemeenten hebben wel een
resultaatsverplichting en zijn gehouden om beleid te maken om mensen te ondersteunen die niet
(volledig) zelf kunnen voorzien in hun zelfredzaamheid en participatie. Het Waalwijkse
coalitieakkoord geeft hieraan invulling door nadrukkelijk aan te geven dat een beroep zal worden
gedaan op de zelfredzaamheid van de inwoners van Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik, en dat
de inzet is om minder te ‘zorgen voor’ mensen en meer te ‘zorgen dat’ mensen zichzelf kunnen
redden, al dan niet met behulp van het eigen sociale netwerk. Uiteraard moet iemand voor wie dit
(nog) een onmogelijke opgave is niet aan zijn lot worden overgelaten, maar moet hij kunnen
rekenen op de overheid. De coalitiepartners kiezen voor een actieve samenleving waarin inwoners
zichzelf en anderen helpen en waarin huishoudens zich sociaal en economisch zelf kunnen redden.
Daarbij gaan we uit van eigen kracht van inwoners en hun sociale netwerk. Deze uitgangpunten
zijn meegenomen bij de afwegingen om te komen tot de keuze voor te nemen maatregel(en).
1
Een aantal mogelijkheden/scenario is onderzocht:
Optie 1. Huishoudelijke hulp als algemene voorziening, deels maatwerkvoorziening
De nieuwe Wmo maakt het mogelijk dat gemeenten voor eenvoudige schoonmaakondersteuning
verwijzen naar de particuliere markt. Indien uit het onderzoek dat de gemeente uitvoert blijkt dat
met eenvoudige schoonmaakondersteuning kan worden volstaan, is het voldoende dat de
gemeente een actuele sociale kaart 1 heeft met producten waarnaar verwezen kan worden en die
beschikbaar zijn. In principe dragen mensen de kosten van schoonmaakondersteuning zelf.
Er dient sprake te zijn van een passende oplossing. Indien de algemene voorziening niet
toereikend is, dan komt men in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. Voor mensen met een
laag inkomen kan een financiële tegemoetkoming in de kosten voor HbH een passende oplossing
zijn.
Dit zou kunnen via de bijzondere bijstand en/of via de Paswijzer. Een regeling via de bijzondere
bijstand verdient de voorkeur omdat de regeling meer uitgaat van de financiële draagkracht (eigen
kracht) dan de Paswijzer. Voor wat betreft de Waalwijkse variant wordt voorgesteld Hulp bij
Huishouden (HbH) als een maatwerkvoorziening te beschouwen indien door de gemeente is
vastgesteld dat bovenmatig (> 3 uur/week) beroep moet worden gedaan op de eenvoudige c.q.
lichte vorm van hulp (HbH1) of wanneer de cliënt aangewezen is op de zwaardere variant (HbH2).
De meest hulpbehoevenden worden hierdoor ontzien. HbH1 ≤ 3 uur/week wordt beschouwd als
algemene voorziening . Deze uren dienen door de burger zelf bekostigd te worden, tenzij deze
hier financieel niet toe in staat is. In dat geval kan een gemaximeerde financiële tegemoetkoming
worden aangevraagd via de bijzondere bijstand.
De gemeente Waalwijk kent ca. 1100 HbH cliënten, waarvan ruim 900 (82%) in aanmerking komt
voor eenvoudige schoonmaakondersteuning (HbH1), de overige cliënten (18%) ontvangen HbH2.
De gemeentelijke uitgaven voor HbH1 bedroegen in 2013 ca. € 2.470.000 (excl. Alfacheque +
PGB2) excl. opbrengst eigen bijdrage3. De uitgaven voor HbH2 lagen in 2013 op ca. € 885.000, dit
exclusief de opbrengst van de eigen bijdrage die de cliënt verschuldigd is.
De HbH1-cliënten kunnen als volgt worden ingedeeld (peiljaar 2013):
Indeling
HbH1
Zorg in
Natura
Alfacheque
PGB
Totaal
Aantal
cliënten
(afgerond)
765
Totaal aantal
uren/jaar
Uurtarief
121.641
€ 20,30
75
60
900
5.798
11.700
139.139
€ 17,50
€ 14,58
€
101.465
€
170.586
€ 2.742.051
Totaal aantal
uren/jaar
Uurtarief
35.400
€ 25,00
Totaal
(uren x
tarief)
€ 885.000
HbH2-klanten:
HbH2
Aantal
cliënten
(afgerond)
200
Totaal
(uren x
tarief)
€ 2.470.000
Globale doorrekening variant HbH1 als algemene voorziening tot 3 uur/week
1
Gemeente Waalwijk beschikt over een actuele digitale sociale kaart (‘Digitaal Startpunt Waalwijk’)
Bij de berekeningen zijn de Alfacheque- en PGB-klanten buiten beschouwing gelaten, dit
a.g.v. het ontbreken van relevante gegevens, dit met uitzondering van de berekening over de
uitvoeringskosten bij Zorgloket (incl. juridische ondersteuning): zie bijlage I
3
Eigen bijdrage: voor nadere uitleg: zie bijlage II
2
2
Uitgangspunten
- Gemeentelijke criteria HbH zijn van toepassing (samenstelling huishouden, medische
noodzaak e.d.)
- Criteria bijzondere bijstand zijn van toepassing (dus: vermogenstoets en
draagkrachtberekening)
Aanname
- 25%4 van de huidige HbH-klanten komt in aanmerking voor bijzondere bijstand
Voorstel voor vergoeding bijzondere bijstand
- Maximaal 3 uur per week, maximaal 48 weken/jaar5
- Maximaal uurtarief € 15,-6
Berekening kosten bijzondere bijstand o.b.v. bovenstaande:
- Maximale kosten per klant: 3 x € 15 x 48 (weken) = € 2.160 per jaar
Op basis van het gemiddeld aantal uren in de beschikkingen voor HbH van afgelopen jaar wordt
uitgegaan dat er per cliënt wekelijks gemiddeld 2,5 uur zal worden gedeclareerd (= gemiddeld
€ 1.800/jaar).
Stel 25% van de cliënten (225 personen) doet een beroep op bijzonder bijstand, en declareert het
gemiddeld aantal uren, dan bedragen de uitgaven voor bijzondere bijstand € 405.000.
Tabel: Berekening prognose besparing HbH 1e 3 uur algemeen gebruikelijk
Berekeningen voorgestelde bezuinigingen:
Besparing op basis van uren naar algemene voorziening (= totaal aantal HbH-uren dat alg. gebruikelijk wordt x uurtarief)
Verwachte uitgaven Bijzondere Bijstand (maatwerk) op basis van 25% van de 900
cliënten met een maximaal uurtarief van € 15,= (gem. 2,5 uur)
Ingeschatte verlaging opbrengst eigen bijdrage op basis aantallen geleverde uren:
Ontvangen eigen bijdrage HV 2013 € 600.981
Totaal geleverde uren 2013 157.041 uur (HbH1 -> 121.641 + HbH2 -> 35.400)
€ 600.981 : 157.041 uur = € 3,826905 gemiddelde eigen bijdrage per uur
Verwachte structurele bezuiniging
Eenmalige uitvoeringskosten gemeentelijke organisatie (Zorgloket en juridische ondersteuning)
3 uur
-2.198.165
405.000
414.393
-1.378.772
125.720
Conclusie: HbH1 (1e 3 uur) als algemene voorziening met bijzondere bijstand als vangnet levert
een structurele besparing op van € 1.379.000, aangenomen dat 25% van de cliënten een beroep
gaat doen op bijzondere bijstand bij een gemiddelde vergoeding van 2,5 uur/week. Er zijn
eenmalig extra kosten gemoeid voor uitvoering (Baanbrekers, Zorgloket en juridische
ondersteuning). De uitvoeringskosten voor het Zorgloket (incl. juridische ondersteuning) worden
4
40-50% van de HbH-klanten heeft een lager inkomen. Gezien de voorwaarden voor bijzondere
bijstand en de verwachting dat een deel van de cliënten een oplossing zal zoeken zonder de steun
van bijzondere bijstand, is de aanname dat uiteindelijk ongeveer 25% van deze regeling gebruik gaat
maken
5
Het is gebruikelijk dat het aantal ‘zorgweken’ op jaarbasis op 48 weken wordt gesteld,
dit vanwege feestdagen en vakantieperiodes.
6
De vergoeding van het uurtarief van € 15 wordt markconform geacht.
3
geschat op maximaal € 125.720. De werkelijke kosten tot maximaal dit bedrag zullen wij ten laste
te brengen van het Wmo-budget 2014. Dit zijn kosten die gemaakt moeten worden vanwege de
verandering van de regeling en dus incidenteel. I.v.m. met de verrekening via de GR-regeling zijn
de kosten voor Baanbrekers niet meegenomen. Wel is rekening gehouden met een structurele
verlaging van de opbrengsten eigen bijdrage (ca. € 414.000). Gezien de verwachte afname van
het aantal klanten dat in aanmerking komt voor HbH via de Wmo is de verwachting dat de
uitvoeringskosten voor deze voorziening voor het Zorgloket structureel omlaag gaan. Echter,
gezien de transities en de rol die het Zorgloket gaat vervullen bij de toegang zal pas in een later
stadium kunnen worden vastgesteld wat de gevolgen zullen zijn voor de hoogte van de
uitvoeringskosten.
In bovenstaande variant kan HbH2 worden gehandhaafd in 2015, evenals een deel van HbH1. Het
contract met de huidige aanbieders zal hiertoe met één jaar worden verlengd tot 1 januari 2016.
Klanten die nu meer dan 3 uur hulp hebben worden herbeoordeeld (dossier of huisbezoek) of dit
volgens het laatste indicatie document (januari 2014) ook nog van toepassing is. Bij minder dan 3
uur; nieuwe indicatie als algemene voorziening.
Klanten zullen worden verwezen naar de particuliere markt.
Bij meer dan 3 uur; eerste 3 uur algemene voorziening, meerdere uren als maatwerkvoorziening
aan te melden bij leverancier naar keuze.
Kanttekening:
De hoogte van de besparing zal afhangen van het aantal cliënten dat straks een beroep doet op
bijzondere bijstand. Vooralsnog wordt uitgegaan van 25% van de cliënten.
Optie 2. Alle HbH1 via de Alfacheque
Aanvankelijk leefde de gedachte dat het doorontwikkelen van de Alfacheque (nu uitgevoerd door
Baanbrekers/alfacheque Langstraat) een aantrekkelijke optie kon zijn in het omvormen van de
hulp bij het huishouden. Het is echter onzeker of de Alfacheque-constructie nog wel een optie is in
de nieuwe Wmo. Enerzijds lijkt de wettekst geen ruimte meer te bieden voor deze dienstverlening.
Anderzijds is er een commissie (Kalsbeek) ingesteld die zich heeft gebogen over een mogelijke
verbetering van de positie van huishoudelijke hulp binnen deze constructie. De huidige alfahulp is
in dienst van de klant en valt onder de versoepelde regeling Persoonlijke Dienstverlening aan Huis.
Deze regeling is niet in overeenstemming met een ILO-verdrag uit 2011, dat bepaalt dat er geen
verschillen mogen zijn tussen huishoudelijk werkers en andere werknemers. Inmiddels heeft de
commissie een rapport (‘Dienstverlening aan huis: wie betaalt de rekening?’) opgeleverd waarin
zij stelt dat gemeenten zich beter niet met de Alfacheque-constructie zouden moeten inlaten.
E.e.a. is nog niet uitgediscussieerd. Deze ontwikkelingen maken dat de doorontwikkeling van de
Alfacheque risicovol en wellicht niet juridisch houdbaar is.
Stel dat de Alfacheque wel blijft toegestaan binnen de nieuwe Wmo, dan komt –op basis van de
huidige tarieven en wanneer alle HbH1-klanten worden overgeheveld naar de Alfacheque- de totale
besparing op ca. € 340.000 (excl. opbrengst eigen bijdrage).
Een optie hierbij is om het Alfacheque-tarief te gaan verlagen. Per € 0,50 levert dat voor de
gemeente ca. € 60.000 extra besparing op. In dat geval ontvangt Baanbrekers minder geld. Wel
heeft Baanbrekers het voordeel van volumetoename én de mogelijkheid om bijstandscliënten in te
zetten voor levering hulp bij het huishouden.
Kanttekeningen: Het Alfacheque-systeem zoals door de gemeente Waalwijk wordt uitgevoerd
staat landelijk ter discussie. Ook zal de besparing ontoereikend zijn wanneer alle HbH1-klanten
worden overgeheveld naar de Alfacheque.
Optie 3. Generieke versobering van het aanbod
De gemeente zou het aanbod HbH kunnen versoberen. Er zijn al gemeenten die dit gedaan hebben
voor de bestaande doelgroep. Bijv. in plaats van standaard 3 uur hulp/week wordt standaard 2,5
uur toegekend. In dat geval wordt bij alle HbH-cliënten wekelijks 30 minuten zorg in mindering
4
gebracht. Gebaseerd op een uurtarief van 20,30 levert dit een besparing op van tenminste €
558.250.
Kanttekening: Vorig jaar vond onder HbH-cliënten reeds een herindicatie plaats, met als gevolg
een forse versobering op het aanbod van de voorziening voor een groot aantal bestaande
cliënten. De nieuwe regels zouden dan worden toegepast op de nieuwe cliënten. In dat geval
zullen de besparingen gedurende de 1e jaren slechts beperkt en dus ontoereikend zijn. Verder zou
deze maatregel voorbij gaan aan een maatwerkoplossing en doet het af aan het uitgangspunt van
eigen kracht.
Optie 4. Bepaling mate van hulp door zorgaanbieders met gekort budget
Een aantal gemeenten in Midden-Brabant overweegt een model waarbij de invulling van de zorg
bepaald wordt door de zorgaanbieders vanuit hun professionaliteit. De rol van de gemeente is aan
de poort, bij de beslissing of de klant toegelaten wordt tot Wmo-ondersteuning. De zorgaanbieder
stelt het aantal zorguren vast. De gemeente stelt een vooraf bepaald budget (60% van het
huidige budget) beschikbaar voor het verlenen van HbH.
Kanttekening: Bij deze optie komt de regie vooral bij de zorgaanbieders te liggen hetgeen afwijkt
van de Waalwijkse visie die uitgaat van het standpunt dat geleiding naar de zorg zoveel mogelijk
buiten de invloed van de aanbieders dient plaats te vinden. Daarnaast is het de vraag of de
aanbieders in staat zijn alle geïndiceerde cliënten adequaat hulp te bieden bij een budget dat
40% lager ligt dan het huidige budget.
Optie 5. Veranderen (verlagen) tariefstelling
De tariefstelling 2013 voor huishoudelijke verzorging bedraagt:
Tarief HbH1 -> € 20,30
Tarief HbH2 -> € 25,00
Op basis van een analyse op de facturen van perioden 4 en 11 van 2013 is het gemiddeld aantal
uren voor HbH1 -> 9.230 uur en HbH2 -> 2602 uur. Gemiddeld totaal 11.832 uur per 4 wekelijkse
periode. Indien de tarieven neerwaarts bijgesteld zouden kunnen worden bij de aanbesteding zou
dit een voordeel op kunnen leveren:
Bijvoorbeeld bij een neerwaartse tariefsaanpassing met € 2,50
11.832 uur maal € 2,50 (tariefsaanpassing) maal 13 (vier wekelijkse perioden) = € 384.540
besparing
Bijvoorbeeld bij een neerwaartse tariefsaanpassing met € 5,00
11.832 uur maal € 5,00 (tariefsaanpassing) maal 13 (vier wekelijkse perioden) = € 769.080
besparing
Kanttekening: Het betreft hier slechts een theoretische berekening. Indien wij een lager tarief
wensen, dan dient Hulp bij het Huishouden opnieuw te worden aanbesteed. Behalve dat hier veel
tijd mee is gemoeid is het stellen van een lager tarief (Zeeuws model) in het bestek geen garantie
dat met dat tarief daadwerkelijk een overeenkomst kan worden bereikt met een of meerdere
aanbieders.
5
VOORSTEL
Het college stelt u voor te besluiten om optie 1 te implementeren; een scenario waarbij
eenvoudige schoonmaakondersteuning (HbH1, Alfacheque en PGB) tot 3 uur per week vanaf 1
januari 2015 wordt beschouwd als algemene voorziening. In principe regelen en dragen mensen
de kosten van schoonmaakondersteuning zelf. Voor mensen met een laag inkomen is een
financiële tegemoetkoming in de kosten voor HbH mogelijk via de bijzondere bijstand. We gaan uit
van een vergoeding voor maximaal 3 uur schoonmaakondersteuning per week, maximaal uurtarief
€ 15,-.
Indien de klant op grond van indicatie in aanmerking komt voor meer dan 3 uur schoonmaakhulp
per week, dan worden de restant-uren (vanaf 3 uur) geleverd door de huidige zorgaanbieders,
conform huidige contractvoorwaarden.
HbH2 (gespecialiseerde zorg voor personen met beperkte regie vermogens) wordt gehandhaafd als
maatwerkvoorziening na herbeoordeling dossier.
Met bovengenoemd scenario verwachten we dat voor het jaar 2015 de besparingen voldoende
toereikend zullen zijn om de aangekondigde korting op te vangen.
Ons vertrekpunt is het systeem van HbH met inbegrip van de maatregelen in dit voorstel de
komende jaren verder zoveel als naar huidig inzicht mogelijk is te ontzien. Doel is daarmee te
voorkomen dat telkens aanvullende bezuinigende maatregelen nodig zijn. Om tegelijkertijd de naar
1,83 miljoen euro oplopende bezuinigingstaakstelling op te vangen, zullen wij te zijner tijd dan ook
de beschikbare ruimte op het totale Wmo-budget betrekken.
3.Waarom willen we dit bereiken?
Er dienen maatregelen te worden genomen om de aangekondigde korting op te vangen, daarnaast
wordt beoogd invulling te geven aan de landelijke en gemeentelijke uitgangspunten die uitgaan
van eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, en waarbij de meest kwetsbare burger zoveel
mogelijk wordt ontzien.
4.Beleidsvrijheid JA
Gemeenten worden vrijgelaten om hierop beleid te ontwikkelen.
5.Wat zijn de financiële consequenties?
Eenvoudige schoonmaakondersteuning (1e 3 uur) als algemene voorziening met bijzondere
bijstand als vangnet levert een structurele besparing op van € 1.379.000, aangenomen dat 25%
van de cliënten een beroep gaat doen op bijzondere bijstand bij een gemiddelde vergoeding van
2,5 uur/week.
6.Inspraak
Het plan is voorgelegd aan de Wmo Adviesraad. Een schriftelijke reactie van de Wmo Adviesraad
is bijgevoegd. Het college heeft hiervan kennisgenomen. Er zal nog met de Wmo Adviesraad in
contact worden getreden.
In de concept tekst van de Wmo 2015 is geen overgangsrecht voor de HbH-cliënten opgenomen.
Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur uit de Algemene wet bestuursrecht
moeten gemeenten cliënten een redelijke overgangstermijn bieden voordat hun voorziening wordt
beëindigd, veranderd of versoberd. De VNG schat in dat een overgangstermijn van een half jaar
voldoende is. Mede in dat kader hebben wij besloten de betrokken inwoners reeds op dit moment
te informeren over de landelijke ontwikkelingen, de aankomende bezuinigingen en dat wij de raad
een voorstel doen over het voorgenomen scenario, en nogmaals vóór 1 oktober a.s. met
specifiekere informatie.
7.Vervolgtraject besluitvorming (inclusief communicatietraject)
Behalve dat een communicatietraject wordt opgestart richting HbH-cliënten, worden thans ook de
huidige zorgaanbieders geïnformeerd over de plannen van de gemeente Waalwijk. In de
Waalwijkse variant kan HbH2 (gespecialiseerde zorg voor personen met beperkte regie
vermogens) worden gehandhaafd in 2015, evenals een deel van HbH1 (eenvoudige
schoonmaakondersteuning). Het contract met de huidige aanbieders is hiertoe met één jaar
6
verlengd tot 1 januari 2016.
8.Fatale beslisdatum JA, 18 september 2014
Reden: Cliënten en zorgaanbieders dienen tijdig schriftelijk op de hoogte gesteld.
9.Bijlagen bij dit voorstel
N.v.t.
10.Voorstel
Wij stellen voor
In te stemmen met optie 1; een scenario waarbij eenvoudige schoonmaakondersteuning tot 3 uur
per week vanaf 1 januari 2015 wordt beschouwd als algemene voorziening.
HET COLLEGE VAN WAALWIJK
de secretaris,
de burgemeester,
J.H. Lagendijk
drs. A. M. P. Kleijngeld
7
De raad van de gemeente Waalwijk;
gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 1 juli 2014,
BESLUIT:
In te stemmen met optie 1; een scenario waarbij eenvoudige schoonmaakondersteuning
tot 3 uur per week vanaf 1 januari 2015 wordt beschouwd als algemene voorziening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 september 2014.
DE RAAD VAN WAALWIJK
de griffier,
de voorzitter,
G.H. Kocken
drs. A. M. P. Kleijngeld
1