JF Magazine mei 2014

Download Report

Transcript JF Magazine mei 2014

magazine
Een uitgave van Stichting Jeugdformaat
Nummer 21 | Jaargang 6 | mei 2014
Digitale media:
even vanzelfsprekend
als nieuw
Jerry van Kampen,
verslavingsexpert Brijder
gezinshuisouder lianne
van der made
Anthony van
de jongerenraad
Ga erbij zitten en
toon interesse!
Ook in huis
whatsappen we
met elkaar
Mijn telefoon is
echt een onderdeel van mij
Van de redactie
inhoud
‘Jongeren groeien ermee
op, opvoeders moeten
digitale media adopteren’
aansluiting via digitale media
Volwassenen hebben als vanzelfsprekend een algemene kennisvoorsprong op jongeren. Dat is altijd
zo geweest. Vandaar ook dat opvoeders volwassen zijn. Maar in het geval van digitale media is dat
omgekeerd: jongeren hebben een voorsprong op volwassenen. Op opvoeders dus. Jeugdhulpverleners hebben hier in hun werk mee te maken en pleegouders zien ook dat kinderen veel bezig zijn op
computers, tablets en telefoons. Maar weten opvoeders wat er allemaal gebeurt op die schermpjes?
Digitale media zijn voor jongeren ‘als water uit de kraan’, voor volwassenen is het gebruik ervan minder voor de hand liggend. Maar wat kun je nu doen om ‘aansluiting’ te houden? Lees dit JF Magazine
voor tips en achtergronden!
Professor Mediaopvoeding Peter Nikken
Pagina 6
Vanuit beleidsmatig opzicht pleit Peter Nikken voor mediawijsheid bij jongeren én opvoeders. De 16-jarige Daniël
geeft een inkijkje in zijn digitale wereld en het spel dat
hij graag speelt - en minimaal 27 miljoen anderen met
hem. Verslavingsexpert Jerry van Kampen geeft duiding
aan het begrip verslaving in relatie tot internetgebruik en
gamegedrag. Want digitale media zijn even vanzelfsprekend
voor jongeren als nieuw voor sommige volwassenen.
Hoe digitaal ben jij? Doe de test op pagina 8!
En verder...
Digitale media bieden de jeugdhulpverlening talloze
kansen. De voornaamste uitdaging is om op een verantwoorde wijze de aansluiting met jongeren te houden.
kort nieuws
PAGINA 4
Veel leesplezier namens de redactie!
Marcel Paapst
Hoofd Marketing & Communicatie a.i.
Test: Hoe digitaal ben jij?
PAGINa 8
‘Ik ben Pieter, mag ik misschien
bij jou wonen?’
PAGINA 10
Dagboek van een pleegouder
PAGINA 15
column raad van bestuur
PAGINA 11
Daniël over Halo, tornado’s
en autisme
PAGINa 12
Interview met Anthony uit
de Jongerenraad
PAGINa 18
COLOFON
Nr. 21 - Jaargang 6 - mei 2014
JF Magazine is het blad van Jeugdformaat voor medewerkers en pleegouders. JF Magazine verschijnt drie keer
per jaar in een oplage van 2.100 exemplaren en wordt
kosteloos verspreid onder alle medewerkers, pleegouders, stagiairs en externe personen die nauw
aan de organisatie zijn verbonden. Verantwoordelijk
voor de uitgave van JF Magazine is de afdeling Marketing
& Communicatie.
Redactieadres
JF Magazine
Postbus 1178
2280 CD Rijswijk
T 070 351 2751
F 070 358 4076
E [email protected]
Via het redactieadres kun je reageren, suggesties voor
artikelen aanleveren en extra exemplaren aanvragen.
2
J F M AG AZ I N E
Hoofdredactie
Marcel Paapst
Eindredactie
Moniek Poerstamper
Redactie
Hugo van Eijk (beleidsmedewerker)
Brigitte Lussing (leidinggevende ambulante hulp)
Marlène Reeuwijk (VST-team pleegzorg)
Karin Toet (ambulant hulpverlener)
Fotografie
Beeldbank Jeugdformaat, Erwin Dijkgraaf (p12-14, p24),
Sicco van Grieken (cover, p6, p10, p18,19), Ruud Voest
(p7), Frank van Wijngaarden (p20).
Sociale media in een
gezinshuis
PAGINa 19
Aan dit nummer werkten verder mee
Richard Felix, Maureen Kaffa, Martine Klijn, Anouchka
Peters, Fred Venus, Marjolein van Vliet, Frank van
Wijngaarden.
Vormgeving
T2 Ontwerp, Katwijk
www.t2ontwerp.nl
Druk en verspreiding
DIMA drukkerij, Rijswijk
www.dimagroep.nl
Disclaimer
Auteursrechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hoofdredactie openbaar worden
gemaakt of verveelvoudigd.
N U MME R 21
‘Soms gamen kinderen met
een emmer op de kamer om in
te plassen’
PAGINA 20
m e i 2014
‘Die laptop is bijna de rode
draad in mijn werk’
PAGINA 23
De vier meest gestelde
vragen… en antwoorden!
PAGINa 22
collega in beeld
PAGINA 24
J F M AG A Z I N E
3
kort nieuws
Redactie JF Magazine zoekt
versterking!
Wist je dat...
We zijn op zoek naar nieuwe redactieleden die een bijdrage willen leveren
aan JF Magazine. Vind je het leuk om te
schrijven en ontmoet je graag interessante nieuwe mensen? Je kunt voor
het magazine bijvoorbeeld collega’s,
pleegouders, jongeren of ketenpartners
interviewen.
Volgtips voor Twitter,
Facebook en LinkedIn
JF Magazine komt drie keer per jaar
uit en het volgende nummer staat voor
september op de planning.
Wil je op de hoogte blijven van wat er gebeurt in de jeugdhulpverlening en bij Jeugdformaat? Hieronder vind je tips voor interessante organisaties, personen en groepen op
verschillende sociale media:
Jeugdzorg en transitie
Jeugdformaat en collega’s
@VNGjeugdzorg
@Jeugdformaat
Jeugdzorg 2.0 (groep)
@smwjf
@voordejeugd
@MTFCare
Ondernemen in de zorg (groep)
facebook.com/pleegzorgonline
@HetNJi
facebook.com/paulenlaura
@stijnverbruggen
facebook.com/JeugdformaatRR
@egerrits
@ingeborgwispelw
WIST JE DAT... afgelopen maand weer verschillende collega’s, jongeren en vrijwilligers
hebben meegelopen voor de collecte van
Nationaal Fonds Kinderhulp?
4
J F M AG AZ I N E
Heb je interesse? Stuur een e-mail naar
[email protected] of bel met
eindredacteur Moniek Poerstamper via
070 850 13 56.
Zelfgebakken
taarten voor
de Roparun
Zondag 7 april stond onze
collega Paula van Alphen
samen met onder andere
Jascha (jongere van de
Vreeburghlaan) met heerlijke, zelfgemaakte taarten
en andere lekkernijen op de
Home Made Market in Den
Haag. Ze haalden er 598
euro op voor de Roparun!
Heb jij deze kans gemist,
maar wil je Paula en de anderen van ons Roparun team
sponsoren? Ga naar www.
roparun.nl/teams/2013/246.
Ook een klein bedrag helpt!
De Roparun vindt plaats in
het Pinksterweekend met de
start op zaterdag 7 juni 2014
in Parijs en Hamburg en de
finish op maandag 9 juni op
de Coolsingel in Rotterdam.
Het is een estafetteloop van
meer dan 500 kilometer,
waarbij verschillende teams
geld ophalen voor mensen
met kanker. Wij doen voor
de zevende keer mee. Dus
steek je collega’s een hart
onder de riem en doneer!
N U MME R 21
Psychologische
zorg en jeugd- en
opvoedhulp
samen verder
Jeugdformaat en De Golfbreker gaan
samen hulp bieden in de wijk. Alle
kinderen, jongeren en hun ouders in de
regio Haaglanden krijgen zo één ingang
tot een breed jeugdzorgaanbod in hun
eigen omgeving, laagdrempelig en snel.
De Golfbreker is een dochterorganisatie
van De Jutters, waar kinderen, jongeren
en jongvolwassenen met psychische
klachten worden behandeld. Deze
beweging is ook een voorbereiding op
de ontwikkelingen die na 2014 door de
gemeenten worden nagestreefd. Zorgdirecteur Aubrey Spijker geeft leiding aan
het samenwerkingsverband.
WIST JE DAT... er een handige
nieuwe app is ontwikkeld
voor jongeren op weg
naar zelfstandigheid? Je
vindt er meer informatie
over op intranet, zoek op
‘Kwikstart’.
Bijna heel Nederland
aan de sociale media
Dit jaar is voor de vijfde keer het grootste onderzoek van Nederland naar
sociale media uitgevoerd. Inmiddels maken bijna negen van de tien Nederlanders gebruik van sociale media. De zogenaamde ‘Big Five’, de vijf meest
gebruikte kanalen in Nederland, in 2014 zijn Facebook, YouTube, LinkedIn,
Twitter en Google+. Enkele andere conclusies uit het rapport:
• Facebook is nog steeds het grootste platform met 8.9 miljoen gebruikers;
• Gebruik van Instagram is op dagelijkse basis gestegen met 347%;
• Zorgen om privacy rondom sociale media en het vertrouwen erin is grotendeels gelijk gebleven.
Bron: Nationale Social Media Onderzoek 2014
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
5
Jeugdzorg Nederland
Mediawijsheid
Professor Peter Nikken pleit voor
mediawijsheid bij jongeren én opvoeders:
‘Digitale media zijn als
water uit de kraan’
“We moeten met z’n allen accepteren dat digitale media de wereld van
de jongeren van tegenwoordig vormen. Deze generatie is opgegroeid met
chatten, games, internet en overal wifi. Digitale media zijn voor hen als
water uit de kraan.” Aan het woord is Peter Nikken. Hij is als specialist
media en opvoeding verbonden aan het Nederlands Jeugd instituut en
bekleedt als professor ook de leerstoel Mediaopvoeding aan de Erasmus
Universiteit in Rotterdam. Een man met kijk op de vraag hoe je moet
omgaan met digitale media in het contact met jongeren, maar ook hoe je
‘aangesloten’ blijft bij de jeugd van tegenwoordig.
D
at ouders en bijvoorbeeld
jeugdhulpverleners wel eens
moeite hebben om bij te blijven
op digitaal gebied vindt Nikken niet
verwonderlijk. De manier van communiceren is immers zo anders dan waarmee
de generatie 35+ is opgegroeid. De ontwikkelingen gaan razendsnel en de jeugd
heeft een voorsprong. “Maar ik denk wel
dat de traditionele vorm van opvoeden
door de gemedialiseerde samenleving
toe is aan een ander perspectief. Het is
noodzakelijk een inhaalslag te maken”,
zegt Nikken. “Als opvoeder, ouder of
hulpverlener zou je moeten weten wat
kinderen en jongeren bezig houdt. Pas
dan kun je de grote opvoedvraag: ‘wat
vinden wij goed voor onze kinderen?’
goed beantwoorden.” Want weet hij:
“Jongeren groeien er mee op, volwassenen maar vooral opvoeders moeten
digitale media adopteren.”
6
J F M AG AZ I N E
Mediawijsheid in pacht
Het gebruik van bijvoorbeeld social
media biedt volgens Nikken kansen voor
jongeren. “Denk aan socialisatie, het
opdoen van kennis en kunde, maar ook
aan het reguleren van emoties”, somt
hij op. “Als jongeren zich bijvoorbeeld
presenteren op Facebook en ze krijgen
positieve reacties in de vorm van ‘likes’,
dan geeft dat al snel het gevoel van: ‘ik
doe er toe’. Overigens besef ik ook dat
dit de andere kant op kan werken, maar
daarvoor hebben ook jongeren mediawijsheid nodig. Ze moeten snappen wat
de gevolgen kunnen zijn, positief maar
ook negatief.” Ouders en andere opvoeders hebben ook de mediawijsheid niet
in pacht. “Zij moeten dus ook weten wat
de mogelijkheden zijn.”
Het verbaast Peter Nikken niets dat een
16+coach bij Jeugdformaat soms hele
verhalen via Whatsapp binnenkrijgt. “Via
een app’je een boodschap versturen
over een ervaring is voor de jeugd soms
een stuk makkelijker dan iets dergelijks
vertellen in een persoonlijk gesprek.
N U MME R 21
Bovendien kun je zo’n berichtje versturen op ieder gewenst tijdstip en moet
je voor een afspraak soms een paar
dagen wachten. Voor jeugdhulpverleners ligt hier een kans om een manier
te vinden dit contact ook daadwerkelijk
te gebruiken, via een aparte app of iets
dergelijks.”
Nooit ‘in de plaats van’
In het oogcontact met jongeren zal de
kleine nuance altijd pas echt zichtbaar
en voelbaar zijn. Digitale media zullen
daar nooit voor in de plaats komen, maar
Peter Nikken denkt wel dat de kansen
om onder meer app’s in te zetten in de
jeugdhulpverlening ook echt benut moeten worden. “Je moet goed vastleggen
wat wel en wat niet kan. Maar dat doe
je ook als je een hulpverleningsrelatie
begint. Jongeren komen veelal niet uit
zichzelf naar de hulpverlening. Als ze dan
via een app-berichtje contact willen, dan
zou je de deur niet moeten dichtgooien.”
m e i 2014
Mediaopvoeding
Opvoeders hebben er allemaal mee te maken. Kinderen die veel naar de tv
willen kijken, alleen maar blij zijn als ze op een beeldschermpje mogen of
met een telefoon kunnen spelen. De opvoedingsvraag of intensief gebruik
van de digitale media problematisch is, lijkt echt een vraagstuk van deze
tijd. Toch is dat niet zo, volgens de specialist media en opvoeding Peter
Nikken. “Deze vragen stelden we onszelf ook in de jaren vijftig en zestig.
Toen ging het over iets nieuws als televisie. ‘Is langdurig tv kijken niet schadelijk? Wat doet dat met het brein van de jeugd?’ We stelden ons die vraag,
omdat we het gevoel hadden dat we er iets mee moesten in de opvoeding.
We kunnen nu concluderen dat de gevolgen allemaal wel meevielen.” Toch is
er echt wel wat veranderd. “Het media-aanbod is enorm uitgebreid en beeldschermen zijn niet meer weg te denken. Bovendien is de jeugd ook echt een
doelgroep voor producenten. Of media effect hebben op jeugdigen, en zo ja
in welke richting (schadelijk, dan wel stimulerend voor de ontwikkeling), is
afhankelijk van de mediaopvoeding door ouders en professionele opvoeders” Opvoeders van nu hebben te maken met een gemedialiseerde samenleving die compleet anders is dan die waarin zij zelf opgroeiden. “Daarom is
het niet vanzelfsprekend dat ouders en mede-opvoeders hun kinderen altijd
optimaal begeleiden bij het gebruik van de media.”
Lees meer op www.nji.nl/mediaopvoeding.
De wereld van de games en de social
media kent voor velen nog volop geheimen. Ongetwijfeld is dat binnen Jeugdformaat ook het geval. Professor Nikken
vindt bijscholing daarom noodzakelijk.
“Dat kan bijvoorbeeld met een goede
post-HBO-opleiding die Windesheim nu
ontwikkelt, maar hulpverleners kunnen
daarmee op een wat ander niveau ook
al beginnen”, stelt Nikken. “Binnen een
organisatie heb je altijd voorlopers. De
medewerkers die goed zijn ingevoerd
in bijvoorbeeld social media zouden
hun eigen collega’s in een paar sessies
kunnen bijscholen. Ik denk dat dat goed
helpt bij de manier waarop je met jongeren in contact staat. Met een beetje
kennis op dit vlak denkt de jongere al
snel: ‘jij bent toch niet helemaal van een
andere wereld. Jij snapt wat leuk is!”
ö Door marcel paapst
J F M AG A Z I N E
7
Zelftest
Puntentelling:
1.A=10B=5C=2
2.A=10 B=2C=5
3.A=2 B=10C=5
4.A=10 B=5C=2
5.A=5 B=10C=2
6.A=2 B=5C=10
7.A=10B=2C=5
in de twee jaar zoek je een nieuwe telefoon uit, als je abonnement afloopt. Maar voorop loop je zeker niet. Wil je tips over
wie te volgen op Facebook en Twitter? Bekijk de lijstjes die we
voor je opgesteld hebben op pagina 4.
Tussen de 14 en 25 punten?
Ga met je muis naar de
rechterbovenhoek..
1. Wanneer check jij voor het eerst je
sociale media?
5. Welke state of the art gadget heb jij
in huis?
A
In bed, met ogen half dicht zoek ik naar mijn telefoon. Ik
A
maak meteen een rondje langs de velden.
B
B Soms kijk ik ’s avonds na mijn werk even, maar er gaan
ook genoeg dagen voorbij waarop ik niet op Facebook
kom. C
C Tijdens het ontbijt, het ene oog op de krant, het andere
op mijn telefoon.6. A
2. Hoe is jouw relatie met je smartphone? B
C
A Innig, ik loop dan ook geregeld tegen lantaarnpalen,
auto’s en andere obstakels aan.
B Smartphone? Ik heb de Nokia 6230i uit 2005.
C Ik ben er wel blij mee, die Whatsappgroepjes zijn echt
7. handig.
A
3. Afspraak maken? Dan pak ik toch
even m’n…
B
A
B
C
C
papieren agenda van Lyreco.
telefoon met gesynchroniseerde Outlook agenda.
wacht, loop even mee naar m’n computer...
4. Hoeveel van je leven deel jij op
Facebook?
A
B
C
8
Ik deel foto’s van mijn kat, mijn maaltijden, mijn kat die
een maaltijd eet.. alles eigenlijk.
Ik ben een gluurder: vind het vooral interessant wat
andere mensen delen op Facebook.
Facebook is niks voor mij.
J F M AG AZ I N E
Veel verder dan mijn Samsung smartphone kom ik niet..
Ik heb een iJuice: een superhandige mini accu voor mijn
telefoon en tablet. Hij is maar 3 x 2 x 1 cm en heeft ook
nog een leuk kleurtje!
Ik heb zo’n superhandige citroenrasp thuis.
Hoeveel apps heb jij op je telefoon?
Je kent deze Planet Internet reclame van een paar jaar geleden
vast nog wel.. We willen niet zeggen dat het zo ernstig met je
is gesteld, maar het komt in de richting! Je leeft vooral offline,
hebt een voorkeur voor persoonlijk en face to face contact en
voelt er niets voor om 24/7 bereikbaar te zijn. Als collega’s
iets van jou gedaan willen krijgen, kunnen ze je het best even
bellen of langs je bureau lopen. Met mailen, Whatsappen, Facebooken en Instagrammen heb je weinig en je bent compleet
verknocht aan je papieren agenda. Lees eens het verhaal van
gezinshuisouder Lianne van der Made op pagina 19, misschien
begin je dan ook de positieve kanten van sociale media in te
zien! Online contact kan namelijk ook heel persoonlijk zijn en
een mooie toevoeging aan je leven offline.
Nul.
Ik heb Facebook, NS en de weeronline app.
Appmanagement kost me een paar uur per week, als ik
tijd had zou ik er zelf een bouwen.
Heb je ooit met een BN-er getweet?
Dat is zo tof aan twitter! Carice en ik zijn echt dikke vrienden (ze heeft nog niet gereageerd, maar dat komt vast
nog).
Ik zit niet op twitter, maar als ik daar wel zat.. waarom
zou ik contact opnemen met iemand die ik niet ken? Is
dat niet stalkerig?
Ik volg een paar BN-ers, heb wel eens een tweetje gestuurd en ook wel eens een reactie gehad.
Bekijk de punten op de pagina hiernaast,
tel ze op en vind uit welk type jij bent!
N U MME R 21
Meer dan 50 punten?
Jij snapt de wereld van onze
jongeren volledig!
Jij bent altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
Google glass, Snapchat, je volgt het op de voet. Cliënten
kunnen je 24/7 via Whatsapp bereiken, want je bent altijd
connected. Omdat je een NU.nl alert hebt ingesteld, krijg je
een melding op je smartphone bij belangrijk nieuws. Via twitter
volg je iedereen die wat te melden heeft over de jeugdzorg,
de transitie, maar ook over jouw buurt en de nieuwste films.
Op Facebook zie je wat je vrienden dit weekend gaan doen en
jij deelt er ook your every move. Kortom: je weet alles en je
volgers weten alles van jou! Maar het begint toch geen verslaving te worden? Lees de tips van expert Jerry van Kampen van
Brijder op pagina 20 en 21.
Tussen de 14 en 25?
Follow the leader!
Je Whatsappt met je vrienden en kinderen en je zit op Facebook. Maar waarom voelt iedereen zich toch zo geroepen om
zijn halve leven op internet te zetten? Af en toe like je een foto
of statusupdate van een vriend, maar verder doe je er weinig
mee. Je vindt het leuk om een beetje bij te blijven en één keer
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
9
Kindgerichte werving online
Column Raad van bestuur
“Ik ben Pieter, mag ik
misschien bij jou wonen?”
Jeugdformaat plaatst, steeds vaker
worden gezien, geliked én gedeeld.
Het betekent dat we een ‘luisterend
oor’ vinden, dat de lezer de informatie
interessant vindt. Dat de inhoud zo
waardevol is, dat hij onze informatie
deelt met zijn vrienden. Deze manier
van informatie doorgeven is niet helemaal nieuw, maar dat ze waardevol
is voor Jeugdformaat, is dat wel. Een
voorbeeld: de oproep vanuit Jeugdformaat om een pleeggezin te vinden
voor ‘Laila’ van drie jaar oud werd
13.944 keer gezien!
Groot bereik
“We merken dat we echt bekend zijn geworden in de regio en
steeds meer worden gevraagd door scholen en verenigingen om
voorlichting te geven”, vertelt Laura. “Dat komt deels door Facebook: dat vergoot ons bereik enorm. Maar het betekent wel dat
je 24/7 in de gaten moet houden wat er binnenkomt. Je moet
snel reageren, dat verwachten de mensen. En dingen kunnen
een heel eigen leven gaan leiden als je te lang wacht.”
Paul vult aan: “Het is ook ongeloofwaardig als we alleen binnen
kantoortijden zouden reageren. Wij verwachten met het pleegouderschap veel van mensen, dan moet je zelf ook veel geven.”
ö Door Moniek Poerstamper
Haar eerste
foto zag ik op
Facebook!
P
leeggezinnen werven op Facebook, kan dat wel? Onze
kindgericht wervers, Paul Donkers en Laura Julienne,
merken dat het veel emoties oproept, zowel positief
als negatief. “We reageren altijd op alle vragen en opmerkingen. Soms vinden mensen het belachelijk dat we kinderen op
Facebook zetten. Dan leggen we uit dat de nood hoog is en dat
we dus alle mogelijkheden aangrijpen om geschikte pleegouders te werven,” legt Laura uit.
De zoektocht naar een geschikt pleeggezin begint in het netwerk. Als daar geen passende oplossing is, gaan Paul en Laura
aan de slag met gerichte werving om een goed pleeggezin te
vinden. Sinds afgelopen zomer doen ze dat ook via Facebook
en Twitter. Ze plaatsen oproepjes van kinderen (onder een
andere naam en met een andere foto) die op zoek zijn naar een
pleeggezin. En dat werkt!
Extra bordje op tafel
Paul vertelt dat sommige oproepen wel 250 keer worden gedeeld en bijna 14.000 keer bekeken. “We krijgen veel reacties
van potentiële pleegouders die het gesprek met ons willen
aangaan. Ze reageren op dat meisje met die mooie ogen, dat
zo zielig kijkt. Vaak is het een reactie vanuit emotie, wat wel
betekent dat ze niet altijd even goed zijn voorbereid op wat
pleegzorg inhoudt. Het is niet alleen een extra bordje op tafel,
deze kinderen kunnen veel van je vragen.”
10
J F M AG AZ I N E
We zoeken momenteel een pleeggezin voor Pieter
in Delft, Delfgauw, Pijnacker of Rijswijk. Pieter* (11
jaar) is een rustige jongen, die anderen niet tot last
wil zijn. Af en toe wil hij nog echt even kind kunnen
zijn. Hij houdt van voetballen en vindt het heel leuk
om samen te koken. We zoeken pleegouders die
Pieter willen helpen om te leren omgaan met zijn
gevoelens en die openstaan voor contact met zijn
biologische ouders.
Meer weten?
Neem contact op met Paul en Laura via:
[email protected].
Kijk ook eens op www.facebook.com/paulenlaura
en like de pagina.
* Naam en foto van deze jongen zijn niet echt
N U MME R 21
De eerste foto van mijn jongste
kleindochter zag ik er. Dat mijn zoon
voor zijn werk onderweg was naar
Zuid-Afrika, zag ik er ook. Zo maar
twee voor mij belangrijke zaken komen
tussen de afspraken door tot mij via
Facebook. In onze familie treffen we
elkaar natuurlijk het liefst ‘echt’, face
to face dus, maar dat lukt lang niet
altijd. Digitale media en in mijn geval
dus Facebook, nemen een hele nieuwe
plek in binnen ons gezin. Gelukkig
zag ik mijn kleindochter vlak na haar
geboorte ook in levende lijve en mocht
ik haar vasthouden. En natuurlijk wist
ik dat mijn zoon een verre reis ging
maken. Maar hoe ‘leuk’ is het niet, als
je via Facebook de eerste foto van het
m e i 2014
kleine meisje ziet en dat je weet dat je
zoon net het vliegtuig is ingestapt?
Het is tegenwoordig gemakkelijk om
informatie te delen en de mogelijkheden om digitale media te raadplegen
zijn bijna onbeperkt en onbegrensd.
Terwijl dit voor informatieoverdracht
via de klassieke wijze bepaald niet
opgaat. Over ons eigen werk bijvoorbeeld kunnen we allemaal van alles
vertellen, of dat nu op een feestje is of
in ons dagelijks werk. Maar lang niet
altijd vind je het gehoor van geïnteresseerde luisteraars en vraag je je
af of je verhaal wel is aangekomen.
Vandaar dat ik het mooi vind om te
zien dat de berichten op Facebook die
Voor de jongeren die wij binnen
Jeugdformaat begeleiden, is informatie delen via social media ‘als water
uit de kraan’. Het is vanzelfsprekend.
Vandaar dat bijvoorbeeld onze voorzieningen worden voorzien van wifi.
Dat is dan wel weer een voorwaarde
om gemakkelijk en betaalbaar gebruik
te maken van social media. Voor ons
blijft het een uitdaging om te kijken op
welke wijze wij kunnen aansluiten bij
het gebruik van social media door jongeren. Maar laten we vooral van hen
leren. Laten wij ons, als volwassenen,
de manier waarop jongeren tegenwoordig communiceren eigen maken.
En binnen onze jeugd- en opvoedhulp
de mogelijkheden die de digitale media bieden waar mogelijk verantwoord
gebruiken.
De status updates van mijn zoon vanuit Zuid-Afrika geven mij een inkijkje
in zijn belevenissen die ik anders
waarschijnlijk had gemist. Facebook
is nu bij een groot deel van onze
samenleving een geaccepteerd middel.
Ik ben benieuwd op welke wijze mijn
kleindochter over pakweg vijftien jaar
communiceert via de digitale media.
Hoe dan ook, als jeugdhulpverleners
zullen we die dan ongetwijfeld weer
hele andere manier van communiceren
in de gaten moeten blijven houden!
Fred Venus
Voorzitter Raad van Bestuur
J F M AG A Z I N E
11
De (oud-)cliënt
“Als iemand me
aanraakt of iets
over mijn ouders
zegt, dan word ik
woedend.”
Is Daniël in het dagelijks leven dan
ook zo’n ‘gevaarlijke’ jongen? Met een
stoere blik vertelt hij dat hij met een
vriend wel eens aan ‘Parcours’ doet.
“Dat is dat je van muurtje naar muurtje
en soms zelfs van dak naar dak springt!”
Ik zeg voor de grap: ‘toch geen Jackass
nadoen hè’ en Daniel vertelt dat hij dat
heel grappig vindt, maar dat hij nog wel
verstandig is. “Mijn vriend wilde wel een
keer met een winkelwagentje van een
dak af gaan, maar daar deed ik toen niet
aan mee, hoor.”
Daniël, Halo-expert 070:
Deze keer geen oud-cliënt, maar een jongere die nog hulp van ons krijgt:
de 16-jarige Daniël. Daniël - “zeg maar Yolo, dat is mijn bijnaam” - verblijft
sinds ruim een half jaar in een logeerhuis in Delft. En dat hij inderdaad
volgens het ‘You only live once’ principe leeft, wordt direct duidelijk
uit de wishlist van drie dingen die hij nog eens wil doen in zijn leven:
bungeejumpen, uit een vliegtuig springen en de Kilimanjaro beklimmen.
Collega Karin Toet in gesprek met Daniël.
12
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
D
aniël houdt van gevaarlijke
dingen, zoals hij het zelf noemt.
Zoals tornado’s, die intrigeren
hem mateloos: die kracht en snelheid,
zomaar in de natuur, dat is toch gaaf!
Helaas hebben we in Nederland alleen
maar heel soms een kleintje, verzucht
hij. Maar hij heeft dus eigenlijk vier
dingen op zijn wensenlijst: een bezoek
aan Tornado Alley in de Verenigde Staten
mag ik er ook bij schrijven.
m e i 2014
Cola, chips en games
Daniël komt oorspronkelijk uit Den
Haag. Samen met zijn zus is hij, voor
hem totaal onverwacht, vorig jaar maart
uit huis geplaatst. Hij zal van zijn leven
niet vergeten dat ze bij de kinderrechter
te horen kregen dat ze afscheid moesten nemen van hun ouders. Ze zouden
een tijdje ergens anders gaan wonen.
Ja, hij vond ook wel dat er dingen niet
goed gingen thuis, maar toch. En hij
voelt zich iedere dag schuldig, want Daniël heeft het idee dat als hij bepaalde
dingen niet had verteld, ze dan gewoon
nog thuis waren.
Daniël vertelt honderduit en dat wordt alleen maar meer als we op het onderwerp
‘gamen’ komen: hij gaat helemaal los.
Want gelukkig mocht hij wel zijn X-Box
360 van thuis meenemen naar het logeerhuis: hierop spelen is zijn lust en zijn
leven. Daniël doet het liefst schietspelletjes, zogenaamde first person shooters,
en als het kan online. Hij heeft wel eens
met mensen uit Duitsland gespeeld en
met iemand uit Engeland. Als ik vraag of
hij zichzelf verslaafd zou noemen, kijkt
hij me beledigd aan: nee hoor, dat niet.
Hij heeft een keertje twee dagen achter
elkaar gespeeld, maar verder speelt hij
gewoon iedere dag een paar uurtjes.
“Als je verslaafd bent, dan kan je niks
anders meer doen. Dat is bij mij niet zo”,
zegt Daniël beslist. Neemt niet weg dat
hij gamen de beste vrijetijdsbesteding
vindt die hij kan bedenken. Ondertussen
snoepend van chips en cola.. dat is toch
het heerlijkst wat er is? Daniël kijkt er
helemaal blij bij.
Daniël vertelt heel open over het autisme dat bij hem is vastgesteld een paar
maanden geleden. “Mijn wereld stortte
wel een beetje in”, vertrouwt hij me toe.
Maar nu begrijpt hij wel waarom hij toch
altijd een beetje anders is geweest dan
andere kinderen. En waarom hij vaak
werd gepest. “Ik kijk anders naar dingen
dan andere mensen, specifieker”, legt
Daniël me uit. “Als het gaat om goed of
fout en iemand kiest fout, dan wil ik dat
Het liefst speelt hij het spel ‘Halo’ (zie kader pagina 14). Zijn game-naam is ‘Halo
expert 070’, want dat is hij ondertussen
wel na acht jaar ervaring met het spelen
van dit spel. Het liefst zou hij een keer
aan een Halo-wedstrijd meedoen in de
VS, daar droomt hij van. Net als van werken in de VS. “Ik wil voor 343 Industries
gaan werken, het bedrijf dat Halo-games
steeds verder ontwikkelt. Maar dan heb
ik nog wel heel wat stappen te gaan.”
Schuldgevoel
“Ik denk niet
aan de toekomst,
ik wérk er aan’”
veranderen. Ik ben geen vechter, maar
als iemand me aanraakt of iets over mijn
ouders zegt, dan word ik woedend.”
J F M AG A Z I N E
13
De (oud-)cliënt
HEt dagboek
Dagboek van een pleegouder
Werken aan de toekomst
Zijn stage bij afdeling Informatisering &
Automatisering bij Jeugdformaat is daarin
stap één. Daarna wil hij een ICT-opleiding
op het ROC gaan volgen (eerst nog wel
even zijn opleiding op de praktijkschool
afmaken), een paar jaar werkervaring
opdoen en dan gaat hij misschien wel
een kansje wagen in de VS. Ik ben onder
de indruk dat hij zo goed weet wat hij wil.
“Tja”, zegt Daniël, “ik denk niet aan de
toekomst, ik wérk er aan.” Mooier heb ik
het nog niet gehoord.
En toekomst betekent voor Daniël ook
huisje, boompje, beestje. Met twee
kinderen. Daniël heeft al twee jaar verkering en zijn vriendin wil eigenlijk vijf kinderen. Daniël vindt dat wat veel. “Eerst
maar eens beginnen met een hond”,
zegt hij, “want dat vraagt ook al heel wat
aan opvoeding en verzorging. En je moet
er altijd rekening mee houden. Als dat
goed gaat, wie weet.” Daniël lacht breed.
ö Door Karin Toet
“Gegil van alle kanten:
de meeuwen, de meiden
en wij die bulderen van
het lachen!”
Diana van Amerongen is netwerkpleegouder. Haar pleegdochter Daniëlle*
(11 jaar) is tevens haar nichtje en ze kent haar al haar hele leven.
Ook voor Diana’s anderhalf jaar jongere dochter Lara is Daniëlle heel
vertrouwd. Momenteel komt Daniëlle om de week in het weekend bij hen
thuis, maar in de toekomst is het de bedoeling dat zij voltijd bij Diana en
Lara komt wonen.
Halo: het spel
Halo is een populair sciencefiction videospel waarvan wereldwijd meer
dan 27 miljoen kopieën zijn verkocht. Halo 3 had een omzet van 170 miljoen Amerikaanse dollars... in de eerste 24 uur!
Halo speelt zich af in het jaar 2552. Reizen met snelheden groter dan die
van het licht is dan mogelijk en de mensheid heeft een deel van het heelal
gekoloniseerd, maar is ook in oorlog
met een verbond van buitenaardse
rassen. Als speler kun je verschillende voeruigen besturen, variërend
van gepantserde jeeps (Warthog),
tanks (Scorpion), zweeftuigen
(Ghost) en een vliegtuig (Banshee),
die allemaal door de speler kunnen
worden bestuurd.
Het spel is ontwikkeld door Bungie en uitgegeven door Microsoft Game
Studios. Het wordt gerekend tot de beste first-person shooters op een
spelcomputer ooit uitgegeven. Na het succes van de hoofdtrilogie volgden
meerdere andere spellen, boeken en twee stripromans.
14
J F M AG AZ I N E
m e i 2014
J F M AG A Z I N E
15
HEt dagboek
Vrijdag
Daniëlle is vrij van school vanwege een
studiedag, dus ze gaat met me mee naar
mijn werk. We rijden meteen de file in.
Wat een drama die snelweg, maar het
is een mooi moment om eens zonder
al teveel prikkelingen een gesprek aan
te gaan! Daniëlle woont doordeweeks
nog in een pleeggezin en daar gaat het
niet lekker. Sinds kort weet ze dat ze
opnieuw ergens anders gaat wonen.
Ditmaal in een gezinshuis om weer vaste
grond onder de voeten te krijgen. “Zo
meissie, hoe gaat het nu bij jou thuis?”
Deze simpele vraag is genoeg om heel
veel ellende over me heen te krijgen,
maar ondanks alles is het fijn om te
merken dat ze nog steeds zo open en vrij
is om haar frustraties en ervaringen te
verwoorden en te delen met mij.
geval voor tieners en ouders. Die tijd is
gelukkig geweest.
We rijden naar Zeeland en daar brengen
we het weekend door samen met Lara
en mijn ex-man, met wie ik gelukkig een
goede band heb. Tijdens de rit hebben we
het over Daniëlle‘s ervaringen in het gezinshuis. In de weken voor de herplaatsing
zag ze er erg tegenop en zag ze overal
spoken. Ieder positief geluid van mijn kant
werd afgeserveerd met een negatief antwoord. Heel begrijpelijk, want haar vorige
plaatsing heeft ze beslist niet als prettig
ervaren. Ik vraag haar hoe het nu is na
een volle vakantieweek daar te hebben
doorgebracht. Ze is positief, maar ‘ze zijn
wel heel erg streng hoor! Tijdens het voetballen moeten we zelfs in de speelkamer
naast de tv-kamer zachtjes praten!’
“Vandaag zijn de familiebanden
vooral leuk: we vieren carnaval
in Heerlen.”
Zondag
Daniëlle heeft vandaag een wendag bij het
gezinshuis waar ze de komende periode
gaat wonen om tot rust te komen. De
gezinshuisouder vraagt of ik Daniëlle weer
kan oppikken om haar terug te brengen
naar haar pleegmoeder, en of 19.30 uur
goed is. Ik heb geen idee: dat is een
vraag die ze misschien beter kan stellen
aan haar huidige pleegmoeder. Zoals ik
eigenlijk al verwachtte, wil zij dat Daniëlle
om 19.00 uur thuis is zodat ze nog even
samen de dag kunnen afsluiten. Anders
heeft de pleegmoeder het gevoel dat ze
alleen maar komt om te slapen. Jammer,
want voor ons is dit niet zo handig.
Vrijdag
Ik pik Daniëlle op bij haar pa, waar ze
gezellig mee heeft gegeten en lekker
heeft bijgekletst. Heel fijn dat dit weer
mogelijk is. Hiervoor waren het steeds
begeleide bezoeken en die bezoekkamers zijn een groot drama. In ieder
16
J F M AG AZ I N E
We komen in het donker aan en wat
een heldere hemel! Ongekend, wat een
hoop sterren. Ik krijg er spontaan een
overenthousiaste bui van en kan niet
meer stoppen met kakelen. Nadat we
de andere twee begroet hebben, is zo’n
beetje het eerste wat Daniëlle vertelt dat
ik toch wel een heel rare tante ben die
spontaan dronken wordt van de hemel!
Zaterdag
Het is hier prachtig weer en de dames
hebben al bekokstoofd wat te doen vandaag! Zwemmen staat op het programma.
Maar eerst willen we naar de ‘Straô’, een
folkloristisch ritueel waarbij de hoeven
van paarden in de zee worden gewassen. Helaas kunnen we het festival niet
vinden - iets wat voor ons zeer gewoon
is - en eindigen we bij het strand. Hier
ontdekken we al spoedig een ongeasfalteerd spoor en dat moeten we toch maar
volgen. Dit resulteert in een wandeling
van ruim twee uur, waarin de meiden aan
duinrollen, -surfen en glijden doen. Hierna
vullen we onze hongerige magen en we
zetten de dames af bij het zwembad. Een
perfecte omgeving voor mijn twee waterratten. ’s Avonds maken we zelf pizza’s en
de kids gaan volledig uitgeput slapen.
Zondag
Lara en Daniëlle vermaken zich met de
skelter en de space scooter, zodat mijn
ex-man en ik even lekker kunnen hardlopen. Het weer is nog steeds prachtig
en bij terugkomst zitten de meiden
lekker aan de chips en voor de tv. ‘Hmm,
dames eerst maar eens lunchen!’
Krabben vangen staat er voor vanmiddag
op het programma, maar eerst maken
we zelf hengels. We improviseren met
touw, knijpers en gerookt spek en na
veel zoeken gaan we op pad. Overal
vinden we de skeletten van krabben, dus
met de vangst moet het wel goedkomen.
Nou, heel veel wind en hengelen verder...
geen enkele krab te bekennen. Kennelijk
hebben de meeuwen zich tegoed gedaan
aan de gehele populatie. Maar mijn
liefste pleegdochter bedenkt dat het dan
wel handig is om wat spekreepjes aan de
meeuwen te voeren. Ongelofelijk! Waar
eerst slechts twee meeuwen waren,
komt nu werkelijk de hele kolonie zeemeeuwen aanzetten! Brutaal als ze zijn,
jagen ze de meiden krijsend na. Gegil
klinkt nu van alle kanten: de meeuwen,
de meiden en wij die bulderen van
het lachen.
Maandag
Vanavond ga ik naar de cursus ‘Positiever
verder met je pleegkind’, die vanuit De
Jutters wordt gegeven. Daarnaast volg ik
ook nog bijeenkomsten voor beginnende
pleegouders bij Jeugdformaat. Het levert
behoorlijk wat regel- en meetwerk op om
alles, naast mijn baan, zo in te plannen
dat het voor iedereen leuk blijft. Maar
de ervaringen en ook de handvatten die
ik hier krijg aangereikt, zijn zo goed dat
ik dit er graag voor over heb. Zo kan ik
samen met mijn dochter toewerken naar
de tijd dat Daniëlle voltijd bij ons komt
wonen.
N U MME R 21
Zaterdag
Dat ik de tante van Daniëlle ben, maakt
het soms heel erg gemakkelijk om snel
te schakelen met ouders, grootouder,
andere pleegouders of overige familie.
Door die familiebanden is het soms ook
heel moeilijk om niet bevooroordeeld te
zijn of dingen niet ongemerkt te informeel te laten verlopen. Maar vandaag
zijn de familiebanden vooral leuk. We
vieren carnaval in Heerlen. Lara en ik
gaan naar mijn moeder, waar Daniëlle’s
oudere zus ook woont. Daniëlle komt
samen met haar moeder, mijn zus. We
slapen allemaal bij oma. Wat een gekrakeel: zes kippen op het nest!
m e i 2014
Wel extra leuk, want dit biedt mij de kans
Daniëlle nogmaals te zien buiten onze
weekendregeling om. Bovendien kan
ik eens zien hoe het gaat wanneer mijn
pleegdochter samen met haar moeder is.
We genieten, maar het is vooral ook heel
vermoeiend. De kids genieten het meest
van de optochten en de ongekende hoeveelheid snoep die rond wordt gestrooid.
Zondag
Terug naar huis. Onderweg wordt er luid
meegezongen met de radio en gekletst
over het afgelopen weekend. We eten
bij mijn ex-man en daarna breng ik
pleegkindlief terug naar het gezinshuis.
Daniëlle ziet haar kans schoon en laat
Lara, nadat ze dit keurig gevraagd heeft,
haar kamer zien en de twee lieve poezen.
Gelukkig loopt het op dit moment prima
in het gezinshuis en ik ben blij dat mijn
nichtje eindelijk toekomt aan kind zijn.
Tegenwoordig komt ze met verhalen
en nieuwe ervaringen bij ons thuis en,
voorzover ik kan zien, zit ze prima in haar
vel. ö Redactie Marlène Reeuwijk
* De naam ‘Daniëlle’ en de foto (pagina
15) zijn niet echt.
J F M AG A Z I N E
17
Jongerenraad en digitalisering
gezinshuis online
Anthony (17) woont in de 16+voorziening
Bananengaarde en zit in onze Jongerenraad
Gezinshuisouder Lianne van der Made:
“Mijn telefoon is echt
een onderdeel van mij”
A
nthony is bijna vergroeid met zijn smartphone. “Ik doe
vooral veel met Facebook, Instagram, Whatsapp en
Snapchat [een app waarmee je foto’s kunt delen die
na een paar seconden worden verwijderd red.]. En als er iets
nieuws is, probeer ik dat altijd uit. Maar bellen en live afspreken
doe ik ook nog steeds, hoor. Je kunt via Whatsapp, ondanks
alle smileys, niet altijd goed de toon inschatten. En het is toch
persoonlijker als je je vrienden echt spreekt.”
“Ook in huis Whatsappen
we met elkaar”
Streng leidt tot stiekem
Het team van de Bananengaarde deelt een smartphone die
op het kantoor ligt. “Dat is wel heel handig. Als je wat later
bent, kun je even Whatsappen. Dat kost niks en je hoeft niet te
bellen.” Anthony vindt het niet nodig dat hulpverleners zich veel
met het digitale leven van jongeren bemoeien. “Voor kinderen onder de twaalf is het wel goed dat het in de gaten wordt
gehouden en dat ze bijvoorbeeld niet op bepaalde websites
kunnen, maar daarna is dat echt niet meer nodig. Zeker bij
jongens niet, want wat kan er gebeuren? En als hulpverleners
er heel streng in zijn, gebeurt het toch stiekem.”
Laptops met verschillende rechten
In de vergaderingen van de Jongerenraad komen onderwerpen
als de digitalisering van het hulpverleningsplan en internet op
de voorzieningen ook aan bod. “We vinden dat alle locaties
wifi moeten hebben. Op de meidencrisisopvang kan dat een
probleem zijn, omdat daar meisjes wonen die vanwege loverboys niet op bepaalde websites mogen”, zegt Anthony. “Ik heb
voorgesteld om daar laptops met verschillende rechten neer te
zetten. Met nummer 3 kun je bijvoorbeeld niet op Facebook en
Twitter, met nummer 5 mag je overal op. Dat komt dan overeen
met de afspraken die je maakt.” ö Door Moniek Poerstamper
Wat is Snapchat?
Snapchat is een sociale app waarmee je elkaar foto’s
kunt sturen die na een aantal seconden verdwijnen.
Dus foto’s waarbij je een lelijk gezicht trekt, kun je
eindelijk voor de grap delen met je vrienden!
De app is populair bij jongeren, juist vanwege het feit
dat de foto’s niet blijvend zijn. Maar.. in drie seconden
kun je een printscreen te maken, waardoor de foto blijft
bestaan. En natuurlijk zijn hackers ook alweer volop
aan de gang.
18
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
L
ianne van der Made en Martijn Plomp vangen in hun
gezinshuis in Bodegraven drie kinderen op van 6,
11 en 15 jaar. En zeker bij de twee oudsten spelen
Whatsapp, Facebook en andere sociale media een rol. Als
gezinshuisouders gaan zij er vol in mee. “Martijn heeft een
kreet opgenomen op zijn telefoon die hij vanuit de keuken via
Whatsapp verstuurt naar Melissa als ze boven zit: ‘We gaan
éééten!’”, vertelt Lianne.
Foto’s liken
Zij ziet vooral de toegevoegde waarde van al deze apps en
netwerken. “We merken bijvoorbeeld dat Facebook heel erg
helpt in het contact met ouders en familie. Jesse van 11 chat
altijd op maandagavond met zijn moeder via Facebook. Eerder
hadden ze de afspraak om één keer in de week te bellen en
dan was hij altijd chagrijnig en kwam er weinig uit. Het chatten
vindt hij leuk”, merkt Lianne. “Hij kan iets langer nadenken
over een antwoord en speelt tegelijk een spelletje op de
computer.”
Vooral veel lol
m e i 2014
“Melissa en Jesse hebben ons toegevoegd als vrienden op
Facebook. Zo krijgen we mee wat ze daar doen”, aldus Lianne.
“Als Melissa een leuke nieuwe foto plaatst, dan like ik die en als
ze iets plaatst waarover ik mijn twijfels heb, dan ga ik daar ’s
avonds het gesprek over aan. Doordat het onderwerp ook vaak
ter sprake komt als het over leuke dingen gaat, kan dat heel
gemakkelijk.”
Ook zelf zijn Lianne en Martijn actief op Twitter en Facebook.
Lianne: “We gebruiken het vooral als positieve publiciteit voor
het gezinshuis. We zijn zelf heel enthousiast over het werk dat
we doen, maar merken dat we vaak vragen krijgen als: ‘Is het
niet zwaar?’ We willen laten zien dat wij vooral veel lol hebben
met de kinderen. Natuurlijk zijn er ook serieuze en moeilijke
momenten, maar we maken er met zijn vijven het beste van.”
ö Door Moniek Poerstamper
J F M AG A Z I N E
19
Verslaving aan internet en gamen
Jerry van Kampen, verslavingsexpert van Brijder:
“Soms gamen kinderen met een emmer op de
kamer om in te plassen”
“O
uders zijn vaak erg bang voor een verslaving. Natuurlijk is het veel als je kind drie uur per dag zit te gamen
en is het beter als hij buiten zou spelen”, zegt Jerry,
“maar als de schoolresultaten niet achteruitgaan en het kind
sport en vriendjes heeft, is er niet per definitie sprake van
verslaving.” Hij legt uit dat Brijder een risico-inventarisatie
heeft om na te gaan in hoeverre een kind of jongere verslaafd
is. Heeft het kind bijvoorbeeld last van rusteloosheid of irritatie
als hij niet op internet kan en is er sprake van slaaptekort of
verminderde hygiëne? Ook de mate waarin een kind kan voldoen aan dagelijkse verplichtingen en of het in gedachten altijd
bij het gamen is, spelen mee.
Begrip en regels
Vaak is het gelukkig nog niet zo ver en kun je volgens Jerry als
(pleeg)ouder echt wel het één en ander doen. Hij adviseert
bijvoorbeeld: “Ga er eens bij zitten als je kind zit te gamen
of op Facebook zit en toon interesse. Een kind voelt zich
dan begrepen, je kunt er samen over praten en je leert er de
positieve punten van in te zien. Daarna kun je duidelijke regels
stellen, bijvoorbeeld dat hij niet iedere dag mag gamen en dat
de telefoon tijdens het eten en ’s nachts uit moet.” Als ouder,
docent of hulpverlener is het belangrijk om op de hoogte te
zijn van sociale media en wat hier gebeurt. Jerry: “Kinderen
moeten worden ingelicht over de gevaren ervan. En ze moeten
weten dat als ze iets tegenkomen als cyberpesten of loverboys
op internet, ze altijd bij een volwassene terecht kunnen.”
Digitale vrienden
‘Mijn kind zit wel drie uur op een dag achter een computerspel, is dat
normaal? Hij wil als we gaan eten zijn telefoon niet wegleggen, wat
doe ik daar aan?’ De laatste jaren merkt Jerry van Kampen van Brijder
Verslavingszorg dat er steeds meer vragen binnenkomen van bezorgde ouders
over het internetgebruik en gamegedrag van hun kinderen. Ook op scholen
en onder meer bij Jeugdformaat geven Jerry en zijn collega’s voorlichting aan
jongeren, waarin dit onderwerp steeds vaker aan de orde komt.
“Er zijn situaties bekend van kinderen die bij het gamen een
emmer op de kamer hebben staan om in te kunnen plassen.
Ook in het geval van sociale media kan het heel heftig zijn”,
vertelt Jerry. “Sommige meisjes zetten om 3 uur ’s nachts hun
wekker om te checken of ze berichtjes hebben.” Vooral bij
gamen is de risicogroep heel duidelijk. “Het overgrote deel van
de verslaafden zijn jongens. ADHD, ADD, autisme, onzekerheid
of een sociale fobie speelt daar regelmatig een rol in. Vaak
doen ze spellen die met een moeilijke naam Massively Multiplayer Online Role-Playing Game heten”, legt Jerry uit. “Daarin
speel je met een community, dus je maakt vrienden. En er
is sprake van continued triggering: het spel blijft je uitdagen
en het is nooit uitgespeeld. Jongeren voelen zich daar prettig
bij en krijgen complimenten van hun vrienden, die ze in het
20
m e i 2014
J F M AG AZ I N E
N U MME R 21
gewone leven misschien niet krijgen. En dus blijven ze maar
doorspelen, want je vrienden laat je toch niet in de steek?”
Achterliggende oorzaak
In dit soort gevallen – als het echt uit de hand loopt – geeft
Brijder leefstijltrainingen. Hierin praat een behandelaar met een
jongere over de voor- en nadelen van zijn of haar gedrag. “Voordelen van gamen kunnen bijvoorbeeld zijn dat jongeren nieuwe
contacten leggen en dat ze een leuk tijdverdrijf hebben. Maar
aan de andere kant hebben ze veel ruzie met ouders, kunnen
ze zich slecht concentreren op school en zien ze vrienden uit de
buurt steeds minder”, somt Jerry op. “We proberen inzicht te geven in het gedrag en alternatieven te vinden. Daarnaast zoeken
we naar de achterliggende oorzaak. Vaak is het overmatig gamen
of internetgebruik een symptoom van een groter probleem waar
aan moet worden gewerkt.” ö Door Moniek Poerstamper
Chatten over verslaving
Heeft jouw (pleeg)kind of een jongere waar je mee
werkt problemen door overmatig gamen of ander internetgebruik? Op de website van Brijder vind je meer
informatie. Ook kan een jongere hier op werkdagen
tussen 13 en 19 uur chatten met een medewerker
van Brijder of het Trimbos Instituut.
Ga naar www.brijderjeugd.nl.
J F M AG A Z I N E
21
De helpdesk
Digitaal werken
De vier meest gestelde
vragen… en antwoorden!
Met computerproblemen kun je terecht bij collega’s Richard Felix en
Maureen Kaffa van de Helpdesk. Maar sommige dingen kun je zelf
oplossen of je kunt ervoor zorgen dat je de juiste gegevens bij de hand
hebt als je de Helpdesk belt. De vragen en meldingen die Richard en
Maureen het meest tegenkomen:
1
Ik ben mijn wachtwoord
vergeten / het is vergrendeld.
Met stip op 1! Bel de Helpdesk, zodat je
wachtwoord gereset of ontgrendeld kan worden. Zorg
voor een reset dat je je personeelsnummer bij de hand
hebt (dit is het nummer dat je gebruikt om te printen
en dat op je loonstrookje staat). Kies hierna zelf een
nieuw wachtwoord dat niet te ingewikkeld is.
3
Ik heb problemen met thuis inloggen.
Soms gebeurt het dat een collega die thuis een nieuwe
computer heeft of een computer waarop automatische
updates zijn uitgevoerd, niet meer in de Jeugdformaat omgeving
kan inloggen. Ga na of je de juiste programma’s op je computer
hebt staan. In principe is een browser zoals Internet Explorer,
Google Chrome en/of Safari én een Java installatie voldoende.
De site zal zelf de ontbrekende software aanbieden!
4
Mijn laptop of stekkertje is kapot.
Richard en Maureen helpen je hier graag
bij. Maak van tevoren even een afspraak,
dan zorgen ze dat ze genoeg tijd voor je hebben.
J F M AG AZ I N E
“Die laptop is bijna de
rode draad in mijn werk”
Ze was één van de eerste ambulant hulpverleners bij Jeugdformaat die twee
jaar geleden een laptop kregen. Suzanne Koeman weet inmiddels bijna
niet beter, maar is nog steeds enthousiast over de manier van werken die
mogelijk is geworden met de komst van de draagbare computer. “Ik doe
echt heel veel met die computer. Ik heb hem altijd bij me”, aldus Suzanne.
“Die laptop is bijna de rode draad in mijn werk. Erg hè!”
name via hun mobiele smartphone. Het
online invullen van aanmeldformulieren
gaat daarmee toch minder gemakkelijk. “In de coachingsgesprekken met
jongeren speelt de laptop dan ook een
grote rol”, zegt Suzanne. “Even een
aanmeldformulier invullen voor Woonnet
Haaglanden door een jongere is dan zo
gebeurd. En ik zit er naast, zodat ik er op
kan toezien dat het ook goed gaat.”
2
Hoe stel ik mijn
Jeugdformaat e-mail
in op mijn telefoon?
Met een aantal simpele stappen
kun je je account synchroniseren
op je smartphone. Zoek op intranet
het document ‘Opstartinstructie
Samsung’. Hierin staat een duidelijke uitleg over het instellen van je
e-mailaccount op je smartphone.
Tip!
Storing op je PC? Start de computer
even opnieuw op en kijk de bekabeling
na: zit alles goed vast waar het hoort?
Dat kan nooit kwaad en lost een groot
deel van de problemen al op!
t
a
a
m
r
o
f
d
g
u
e
J
k
s
e
d
Service
070 850 11 11
22
16+coach Suzanne Koeman en haar computer:
N U MME R 21
Uitkomst
S
uzanne Koeman is 16+ coach in
Zoetermeer en ze doet dit werk
nu zo’n tweeënhalf jaar met veel
plezier. “Het is een leuke doelgroep
waarmee ik werk. Je kunt als coach echt
het gesprek met de jongeren aangaan.
Ze hebben vaak al een behoorlijke
geschiedenis in de jeugdhulpverlening
en weten dus goed wat ze willen en niet
willen”, merkt Suzanne op. “Ik denk dat
ik makkelijk kan aansluiten bij de jongeren. Maar als coach ben ik er ook niet
voor om ze te vertellen wat ze precies
moeten doen. Ik sta veel meer naast ze
en help ze om hun doelen te bepalen. Ik
heb echt een leuke baan.”
m e i 2014
‘Ideaal toch?’
De laptop van Jeugdformaat gaat bij Suzanne altijd mee. “Zit ik in een gesprek
met een jongere, bijvoorbeeld bij een
opleiding, en er komt een vraag over
een dossier, dan klap ik hem even open.
Sinds de komst van de computer loop ik
niet meer rond met dikke dossiers van
jongeren. Die gegevens staan in mijn
computer. En als iemand een document
nodig heeft, dan kan ik het vanaf iedere
plek direct e-mailen. Ideaal toch?”
Erg online
Jongeren uit de 16+ doelgroep zijn over
het algemeen ‘erg online’. Maar dan met
Suzanne merkt dat het jongeren vaak
makkelijker afgaat om via een digitaal berichtje een bepaalde gemoedstoestand te
benoemen dan in een persoonlijk gesprek.
“Iets via je smartphone van je af schrijven
is vaak makkelijker voor hen. Soms ontvang ik een lang bericht via Whatsapp van
een jongere. Maar dat is niet de geëigende
weg om in contact te zijn met hen. Ik antwoord dan niet inhoudelijk, de privacy is
via Whatsapp immers niet gegarandeerd.
Die berichten plak ik dan in mijn dossier,
om er vervolgens in een persoonlijk contact op terug te komen.” Hoewel Suzanne
het persoonlijke en menselijke contact
veruit prefereert boven het digitale, ziet ze
wel toekomst in een mobiele mogelijkheid
om in verbinding met haar cliënten te
blijven. “Als ik aan mijn jongeren denk, dan
weet ik dat mobiel contact via een app of
iets dergelijks een uitkomst zou zijn!” ö
Door Marcel Paapst
J F M AG A Z I N E
23
Collega’s in beeld
Michella Schotborgh
en Michelle Oldenboom-Adoptie
Michella Schotborgh (rechts) is ambulant
hulpverlener en Michelle Oldenboom-Adoptie (links)
gedragswetenschapper.
Onze droom: Ooit terugkeren naar Curaçao en
live onze bijdrage leveren aan het eiland en onze
mensen.
Mooiste boek: Michella: boeken van de schrijver
Khaled Hosseini, Michelle: Dubbelspel van F.M.
Arion, het beschrijft op een bijzondere manier de
thema’s die een rol spelen in de Curaçaose cultuur.
Thee / koffie: Allebei verse muntthee!
Na de middelbare school zijn Michelle en Michella
los van elkaar naar Nederland gekomen om te
studeren. Samen met collega’s van Sint Maarten
en Bonaire vormen zij nu de kerngroep Netwerk
Caribische Gedragswetenschappers (NCG).
Onze passie... We willen een brug slaan tussen
de collega’s hier en in het Caribisch deel van het
Koninkrijk. Samen werken we aan verbetering en
ontwikkeling in de jeugdhulpverlening door kennis
en informatie te delen.
Zo doen we dat... Op Facebook hebben we een besloten groep waarvan psychologen en orthopedagogen lid kunnen worden. We discussiëren over allerlei
onderwerpen, beantwoorden vragen van elkaar en
plaatsen interessante artikelen of informatie. Ook
verzorgen we lezingen en workshops gerelateerd
aan cultuur, taal en integratie. Onze wens is deze
lezingen ook op de eilanden te gaan geven.
Dit geef ik mijn collega’s graag mee...
Intercultureel werken is niet zozeer een methode van
werken, maar een basishouding en een manier om
bewust naar je zelf en de wereld om je heen te kijken.
Benieuwd welke onderwerpen er spelen in
de jeugdhulpverlening op Curaçao? Michelle
en Michella vertellen er meer over op
www.jeugdformaat.nl/curacao ö Door Brigitte Lussing