Antwoord - Gemeente Waalwijk

Download Report

Transcript Antwoord - Gemeente Waalwijk

SGP-fractie
Zuidhollandsedijk 44
5161 HL SPRANG-CAPELLE
ons kenmerk
Z14-002829
behandeld door
uw schrijven
e-mail
uw kenmerk
telefoonnummer
*14-0013830*
Mevr. P. Butter
[email protected]
0416 683814
doc.nr. RSO-14-0013830
verzonden
D14-003109
onderwerp
beantwoording
vragen SGP
beantwoording schriftelijke vragen art. 37 RvO
over mantelzorgwoningen
Mantelzorgwoningen beantwoording
vragen SGP Mantelzorgwoningen
Geachte heer Tiemstra,
U heeft ons op 17 februari 2014 vragen gesteld op basis van artikel 37 RvO over
mantelzorgwoningen. In deze brief beantwoorden wij uw vragen.
Vraag 1: Op welke wijze vindt momenteel monitoring plaats van de
mantelzorgproblematiek binnen de gemeente Waalwijk en tot welke conclusies leidt dat
op dit moment?
Antwoord: Onze gemeente subsidieert twee organisaties op het terrein van
mantelzorgondersteuning, te weten Contour de Twern en Expertisecentrum Familiezorg.
Monitoring gebeurt door hen middels cliëntsysteembegeleiding, coaching en training van
andere organisaties en casuïstiekbesprekingen met zorg-, welzijns- en
vrijwilligersorganisaties. Daarnaast is de ouderencoördinator betrokken bij
mantelzorgproblematiek.
Vanuit monitoring van mantelzorgondersteuning komt een aantal punten naar voren:
 ten aanzien van cliëntsysteembegeleiding is er nog te weinig aandacht voor alle
gezinsleden en hun onderlinge relaties (familiezorg), de zorg draait vaak met name
om de zieke of de ziekte;
 organisaties werken steeds meer samen bij de aanpak van mantelzorgproblematiek;
 vroegtijdige signalering en inzet op de 0de lijn is noodzakelijk gezien de complexiteit
van de problematiek. Vaak worden situaties pas laat gemeld, waardoor intensieve
zorg nodig is.
Vanuit het beleidsveld Volkshuisvesting/Wonen heeft mantelzorg ook nadrukkelijk de
aandacht in het kader van wonen met zorg en welzijn. Met de provincie hebben alle
gemeenten uit het Hart van Brabant gebied in december 2013 de ‘Regionale Agenda
Wonen’ vastgesteld. Daarin wordt voor beschermd wonen, verzorgd wonen en geschikt
wonen geïnventariseerd wat er beschikbaar is, welke opgaven we hebben tot en met
2022 en wat voor gevolgen dat heeft voor plannen en realisatie. Daarnaast is in de
gemeente Waalwijk in 2013 tezamen met de externe zorgpartners een Geschikt Wonen
Onderzoek (GWO) uitgevoerd. Vanaf 2014 is dit onderzoek ingezet om met het oog op
onder andere mantelzorg aan huis te kijken welke voorzieningen waar nodig zijn en hoe
wij als gemeente hierin regie kunnen voeren.
1/4
Vraag 2: Hoe beoordeelt u op dit moment het huidige gemeentelijk beleid ten aanzien
van mantelzorg, welke verbeterkansen signaleert u en hoe gaat u deze invullen?
Antwoord: Het gemeentelijke beleid is gebaseerd op lokaal onderzoek naar de
ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers en het beschikbare aanbod. Op basis hiervan
zijn er prestatieafspraken vastgelegd met het Expertisecentrum familiezorg en met
Contour de Twern. Waar nodig worden prestatieafspraken bijgesteld.
De inzet van familiezorg (gericht op systemische en relationele benadering) met daarbij
een aanpak vanaf de 0de lijn kan nog verder gestalte krijgen. Het Expertisecentrum
familiezorg draagt hieraan bij door coaching en training van vrijwillige en professionele
organisaties.
In de nieuwe Wmo, die ingaat op 1 januari 2015 is het bevorderen van mantelzorg één
van de doelen. Er dient nog meer aandacht te zijn voor de eigen kracht, het eigen
netwerk en voor het vroegtijdig signaleren van zorgsituaties. Daardoor kan
mantelzorgondersteuning in een vroeg stadium worden ingezet om opschalen naar
intensieve zorg te voorkomen, maar ook om overbelasting van mantelzorgers te
voorkomen en tegen te gaan. Om de bestaande en nieuwe groepen mantelzorgers
adequate ondersteuning te bieden, dient een integraal zorgplan (1 gezin, 1 plan) te
worden ingezet als instrument om afspraken op maat te maken met vrijwilliger,
zorgvrager, zorgaanbieder en mantelzorger. Hierbij is niet de zorgvrager leidend, maar
de gehele zorgsituatie en dus het eigen netwerk. Het gaat hierbij om het vergroten van
de zelfredzaamheid en eigen kracht.
In de Woonvisie 2010 – 2019 is nadrukkelijk aandacht gegeven aan de realisatie van
voldoende en gevarieerde vormen van zelfstandig wonen voor senioren en zorgvragers.
In de uitvoering van dit beleid is ruimte voor de zorgvraag in de markt door hierop
gerichte woonwensen te honoreren. Het gemeentelijke en provinciale beleid bieden
voldoende mogelijkheden en deze kunnen ingevuld worden door concrete bouw- of
verbouwinitiatieven in de markt.
Vraag 3: Bent u bekend met beleid dat door andere gemeenten in ons land is ontwikkeld
met betrekking tot mantelzorgwoningen; wat vindt u hiervan?
Antwoord: Wij zijn op de hoogte van diverse regelingen binnen gemeenten en beleid dat
gemeenten hebben op het gebied van het ruimtelijk toestaan van mantelzorgwoningen.
Ook Waalwijk heeft RO-beleid en Woonbeleid ontwikkeld. Dit strekt qua gebruik verder
dan bij andere gemeenten, omdat dit niet per definitie mantelzorg hoeft te betreffen,
maar ziet op inwoning van ouderen bij hun kinderen of andersom (ook als er geen
mantelzorg nodig is). Dit is dus ruimer dan mantelzorg. Dit beleid heeft zijn juridische
vertaling gekregen in het bestemmingsplan ‘buitengebied’ en wordt voor het overige
grondgebied gehanteerd als toetsingskader voor concrete verzoeken. Vanuit wonen
vindt afstemming plaats in zowel De Langstraat verband (Heusden, Loon op Zand en
Waalwijk) als in Hart van Brabant verband.
Daarnaast werken wij zo mogelijk mee aan specifieke projecten die op het gebied van
mantelzorg worden ontwikkeld. Recentelijk heeft Futura in Landgoed Driessen een
dergelijk bouwplan ingediend. Daar nemen wij een positieve grondhouding in.
14-0013830
2/4
Vraag 4: Welke belemmeringen ( bouwregelgeving, bestemmingsplannen, tijdsbeslag
procedures, etc..) ziet u momenteel voor inwoners van onze gemeente die wegens
omstandigheden een mantelzorgwoning willen plaatsen? Bent u bereid om deze
belemmeringen scherp te definiëren en een actieplan op te stellen om deze op korte
termijn weg te nemen?
Antwoord: Zoals aangegeven is voor inwoning een beleidslijn ontwikkeld. Zo moet de
mantelzorgwoning een ruimtelijk geïntegreerd onderdeel uitmaken van de aanwezige
woning en mag er functioneel geen sprake zijn van een volledig zelfstandige woning.
Deze beleidslijn biedt naar onze mening voldoende ruimte om mantelzorg vanuit
ruimtelijk oogpunt te faciliteren. Verzoeken die (nog) niet rechtstreeks mogelijk zijn op
grond van het geldende bestemmingsplan maar wel binnen het beleid passen, moeten
wij toetsen aan ‘een goede ruimtelijke ordening’. Dit betekent dat wij moeten afwegen of
er sprake kan zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, zowel voor de
betreffende aanvrager als voor de omgeving. Om die reden moeten wij een aantal
aspecten beoordelen, zoals geluid, hinder voor omliggende bedrijven en externe
veiligheid. Ook moet worden voldaan aan de provinciale verordening ruimte.
Vraag 5: Welke beleidsvrijheden hebt u momenteel, welke mogelijkheden ziet u, om
gehoor en uitvoering te kunnen geven aan de wens om tot mantelzorgwoningen te
komen wanneer concrete verzoeken u hieromtrent bereiken?
Antwoord: De gemeente heeft een hoge mate van beleidsvrijheid. Wel zal steeds, zoals
ook hierboven is aangegeven, moeten worden getoetst aan ‘een goede ruimtelijke
ordening’ waaronder de genoemde milieu-planologische aspecten, maar ook regelgeving
van hogere overheden, zoals de provinciale verordening ruimte. In procedurele zin zal de
concrete aanvraag steeds bepalend zijn voor de procedure die gevolgd moet worden.
Indien een zelfstandige woning wordt toegevoegd, vereist de landelijke regelgeving dat
daarvoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure wordt gevolgd.
Bij de verschillende oplossingen voor facilitering van zorg aan huis wordt vanuit wonen
positief geadviseerd op zowel aanpassingen binnen de bestaande woning alsook bij de
realisatie van tijdelijke ‘zorgunits’ (zoals mantelzorgwoningen en kangoeroe woningen).
Vraag 6: Bent u bereid om de samenleving actief te informeren, met name diegenen die
het meest met mantelzorg te maken hebben, hoe u mantelzorgers wenst te
ondersteunen en hoe u als gemeente de ontwikkeling van mantelzorgwoningen mogelijk
kunt maken?
Antwoord: In ruimtelijke zin willen wij de beleidslijn verder vertalen in de
bestemmingsplannen, waardoor er rechtstreekse bouwmogelijkheden ontstaan dan wel
een afwijkingsbevoegdheid in het bestemmingsplan wordt opgenomen, zodat aanvragen
voor mantelzorgwoningen via de reguliere procedure kunnen worden vergund.
Vanuit woonbeleid is het GWO uitgevoerd met alle partners in het veld. Samen met hen
wordt afgestemd en bekeken wie welke rol moet pakken voor wat betreft daadwerkelijke
uitvoeringen. Ook is inmiddels in De Langstraat verband een project gestart waarin
gebruik gemaakt gaat worden van de zogenaamde ‘huistest.nl’. De gemeente faciliteert
hiermee particuliere woningeigenaren die de huidige woonsituatie willen checken op
levensloopbestendigheid. Via de module Huistest.nl wordt geïnventariseerd,
geconcludeerd, geadviseerd en – als men wil – ook geoffreerd en gerealiseerd door
externe marktpartijen.
14-0013830
3/4
Vraag 7: Op welke termijn kunt u de raad een beleidsvoorstel toezeggen, met betrekking
op het mogelijk maken van mantelzorgwoningen in onze gemeente?
Antwoord: Zoals al eerder is aangegeven, is dit beleid inmiddels ontwikkeld en juridisch
vertaald in het bestemmingsplan buitengebied. Op het gebied van de ruimtelijke
regelgeving wordt door de minister van Infrastructuur en Milieu momenteel een wijziging
voorbereid van de mogelijkheden tot vergunningvrij bouwen en gebruiken van
gebouwen. In deze wijziging wordt het gebruik van (bij)gebouwen tot een oppervlakte
van 70 m2 ten behoeve van mantelzorg onder bepaalde voorwaarden mogelijk gemaakt,
zonder dat daarvoor toestemming van de gemeente noodzakelijk is. Deze regelgeving zal
landelijk gaan gelden en zou moeten voorzien in de behoefte tot het kunnen bieden van
mantelzorgwoningen.
Deze wijziging is inmiddels in ontwerp opgesteld. Binnen afzienbare termijn zal de
minister de daarover door de leden van de Tweede Kamer gestelde vragen beantwoorden
en de regeling eventueel aanpassen. De verwachting is dat deze wijziging per 1 juli 2014
in werking treedt. Vooralsnog willen wij niet op deze nieuwe regeling vooruitlopen, maar
juist hierbij aansluiten Daarbovenop willen wij de (ruimere) mogelijkheden van inwoning
in stand houden.
Medio 2014 zijn er vanuit Volkshuisvesting/wonen beleidsvoorstellen die voorzien in een
nadere uitwerking van het GWO samen met de externe zorgpartners én facilitering van
particuliere huiseigenaren door middel van de inzet van Huistest.nl.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN WAALWIJK,
de secretaris,
de burgemeester,
J.H. Lagendijk
drs. A.M.P. Kleijngeld
14-0013830
4/4