Project - Reuzen en dwergen

Download Report

Transcript Project - Reuzen en dwergen

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem
voorjaar 2011
Reuzen en dwergen
Een project met GPS-en over bomen.
We gaan op zoek naar Reuzen (grote bomen) en naar kleine dwergen (de zaailingen
van de bomen). We proberen verschillen tussen de bomen te ontdekken en waar de
zaden van de bomen terecht zijn gekomen.
Doelgroep: Midden- en Bovenbouw Basisonderwijs.
Plaats: De Sprankelse bossen.
Organisatie: verdeel de klas in 5 groepen en deel de materialen uit. Bepaal het tijdstip
van terugkeer. Leg de werking van de GPS uit en zoek Waypoint 1.
Laat elke groep nu bij een andere poot van de viersprong beginnen; de volgorde van de
Waypoints is onbelangrijk.
Er zijn totaal 14 waypoints waar een boom staat en waar opdrachten gedaan worden.
Sommige bomen zijn dubbel. Er zijn 9 soorten bomen.
Kopieer voor elke groep het blad: Opdrachten bij Reuzen en dwergen
Veel plezier
werkgroep Scholenwerk IVN-Veldhoven/Vessem
Voorjaarsproject 2011: Reuzen en Dwergen.
Projectbeschrijving
Plaats: De Sprankelse Bossen.
Neem de weg van Veldhoven naar Steensel, sla na Koningshof en De Buitenjan linksaf de
Turfweg in. Ga bij Knooppunt 43 de brede
zandweg met verhard fietspad op.
Rij ongeveer 500 meter door tot kruispunt met
bankje.
Organisatie: verdeel de klas in 5 groepen en
deel de materialen uit. Bepaal het tijdstip van
terugkeer. Leg de werking van de GPS uit en
zoek Waypoint 1.
Laat elke groep nu bij een andere poot van de
viersprong beginnen; de volgorde van de
Waypoints is onbelangrijk.
Er zijn totaal 14 waypoints (WP) waar een
boom staat en waar opdrachten gedaan
worden.
Sommige bomen zijn dubbel. Er zijn 9 soorten bomen.
Kopieer voor elke groep het blad: Opdrachten bij Reuzen en dwergen
Materialen voor elke groep in een rugzak:
-GPS met toelichting
-blad: Uitleg bij het gebruik van de materialen uit de rugzak
-hoogtemeter
-papier en krijt (schorsafdruk)
-meetlint
-rolcentimeter (om de omtrek van de stam te meten)
-opdrachtenblad
-zoekblad boombladeren
-plankje met potlood
Opdracht bij elk WP:
-meet de hoogte van de boom
-meet de omtrek
-bepaal de leeftijd van de boom
-maak een schorsafdruk
-pluk een blad of naaldentakje van de boom om na te tekenen
-zoek zaailingen en gebruik je zoekkaart om te ontdekken van welke boom ze zijn.
-gespreksopdracht o.l.v. de gids: Kun je bedenken hoe de zaailingen hier gekomen zijn?
Vogels? Wind? Eekhoorns? Mensen?
Hebben ze een goede plaats om uit te groeien?
Pag.2
Voorjaarsproject 2011: Reuzen en Dwergen.
WP reus
1
start
2
tamme kastanje
3
Amerikaanse eik b
4
beuk b
5
beuk
6
Douglas spar
7
lariks
8
berk
9
grove den
10 grove den b
11 Amerikaanse eik
12 lijsterbes
13 gewone eik
14 tamme kastanje b
b=tweede boom
dwergen
Lijsterbes
Amerikaanse eik
Am. eik, lijsterbes, braam
lijsterbes, berk, grove den
lijsterbes, berk
Am. eik
Am. eik, braam
Uitleg bij het gebruik van de materialen uit de rugzak
GPS:
Zie de aparte uitleg in Bijlage 2
Hoogtemeter en meetlint:
Als je de boom gevonden hebt, ga je een stuk achteruit zodat je de top van de boom kunt
zien. Ga ongeveer op het punt staan waar de top neer zou komen als de boom omvalt.
Kijk door het pijpje naar de top van de boom. Loop nu voor of achteruit tot het touwtje met
de kraal precies loodrecht hangt. Laat iemand anders daar naar kijken.
Meet vervolgens met het lint de afstand tot de stam van de boom. Tel hierbij je eigen
lengte op. Nu weet je de hoogte van de boom. Noteer dat.
Diktemeter:
Meet met het meetlint de omtrek van de boom. Doe dit op ooghoogte.
Noteer dat in cm.
Pag.3
Voorjaarsproject 2011: Reuzen en Dwergen.
Leeftijd van de boom:
Bepaal de leeftijd van de boom ongeveer. Neem het getal van de omtrek, zet er een nul
achter en deel dit door 25. De uitkomst is ongeveer de leeftijd van de boom.
Bij een naaldboom kan je het aantal takkransen tellen. Noteer dat.
Schorsafdruk:
Neem een vel papier en een krijtje. Wrijf met de platte kant van het krijtje over het papier,
dat je tegen de stam houdt. Begin zachtjes een afdruk te maken. Knip op school het
mooiste stukje uit en plak dat op je opdrachtenblad.
Zoekkaart:
Zoek in de buurt van je boom naar dwergen. Dat zijn zaailingen van deze of andere
bomen. Bepaal met behulp van de zoekkaart hoe deze dwergen heten.
Noteer dat.
Bladtekening:
Teken het blad van de reus. Begin met de hoofdnerf. Let goed op de bladrand.
Let bij een naaldboom op de plaats en de stand van de naalden.
Pag.4
Voorjaarsproject 2011, Reuzen en dwergen
Bijlage 1: Invulformulier voor de opdrachten bij Reuzen en dwergen
nr.
WP
reus
naam van de
boom
hoogte
in cm.
dikte
in cm.
leeftijd
van de
boom
tekening van het blad
namen:…………………………………………
afduk
van de schors
5
dwergen
namen van de zaailingen
Voorjaarsproject 2011, Reuzen en dwergen
nr.
WP
reus
naam van de
boom
hoogte
in cm.
dikte
in cm.
leeftijd
van de
boom
tekening van het blad
afduk
van de schors
6
dwergen
namen van de zaailingen
Voorjaarsproject 2011: Reuzen en Dwergen.
Bijlage 2: Uitleg GPS
GPS is een afkorting het staat voor het engelse Global Positioning System. De naam is in
het engels omdat het systeem is uitgevonden door het Amerikaanse leger. Het is de naam
voor een systeem waarmee je kan bepalen waar je op dat moment precies bent. Dit klinkt
raar maar als je bijvoorbeeld op zee bent of midden in een bos dan lijkt alles om je heen
precies hetzelfde.
Het werkt met 32 satellieten die hoog boven de aarde
rondcirkelen. Deze satellieten zenden signaaltjes uit. Deze
worden opgevangen door kleine ontvangers. Ontvangers
zoals die bij dit project horen. De ontvanger kan met die
signaaltjes bepalen hoe ver die satelliet precies weg is. Als
de ontvanger maar genoeg signaaltjes krijgt van
verschillende satellieten kan die dus ook precies bepalen
waar op de aardbol hij zelf is. Deze ontvangers hebben
vaak ook landkaarten in het geheugen, op het scherm zie
je dan ook de kaart met daarop aangegeven waar je op
dat moment zelf loopt. Handig toch!
Bovendien, als je gaat lopen met zo’n GPS ontvanger dan kan die ook gebruikt worden als
kompas en aangeven in welke richting je loopt.
De GPS ontvanger kan ook gebruikt worden om een route aan te geven. Als je
bijvoorbeeld in het apparaat een punt aangeeft waar je naar toe wil (dat noem je een
waypoint) dan geeft de kompasnaald precies aan welke richting je in moet voor de kortste
weg naar je bestemming.
Bij dit project maken we gebruik van ontvangers van het merk Garmin, type Oregon300.
Hieronder vindt je een korte gebruiksaanwijzing. Neem deze ook mee tijdens de excursie,
zo kun je niet verdwalen!
Aanwijzingen bediening GPS:
1. Aanzetten:
druk op de knop aan de rechterkant.
2. wacht op goede satelliet ontvangst
(de kleine streepjes midden onderaan het scherm worden groen, hoe
meer hoe beter.)
3. raak op het scherm “waarheen?” aan.
4. Kies “”waypoints”
En kies in het lijstje het juiste waypoint.
7
Voorjaarsproject 2011: Reuzen en Dwergen.
5. Het punt wordt nu getoond op de kaart
Druk op “ga”.
6. Om op kompas te lopen druk je eerst op het kruisje linksonder, en daarna
op “kompas”.
Als je nu gaat lopen geeft de wijzer de richting aan die je moet volgen.
Boven in het scherm zie je de afstand tot je bestemming. Als je minder dan
10 meter bent genaderd hoor je een pieptoon.
7.Als je nu een nieuw waypoint wil kiezen druk je eerst op het kruisje
linksonder en daarna op “waarheen?”. Druk op “andere zoeken” en ga weer
verder met stap 4 van deze beschrijving
8