schoolgids 2014 2015 - De Amersfoortse Berg

Download Report

Transcript schoolgids 2014 2015 - De Amersfoortse Berg

Schoolgids

A. 3 Stichting “Onderwijsgroep Amersfoort” 3 Postadres 3 Schoolleiding Inspectie van het Onderwijs Medezeggenschapsraad 4 Ouderraad 4 Stichting “Vrienden van De Amersfoortse Berg” 4 3 4 B. DATA EN TIJDEN Jaaragenda Schooltijden Vakantierooster C. 5 D. Rapport 6 Lessentabel 8 Afrondingsregels Bevorderingsregels/revisie/doubleren/maximale verblijfsduur 10 Doubleren in twee opeenvolgende klassen van een afdeling Bevordering vanuit de brugklas Plaatsing in een tweede klas Bevordering vanuit de tweede en derde klas Toelating tot een hogere afdeling na het examen Vakkenpakket Eindexamenresultaten Vensters 10 10 11 11 Bevordering vanuit de vierde klas Havo en Vwo en vijfde klas Vwo 12 13 Overstappen binnen de tweede fase 13 14 E. Regeling 18 Mentoren/coördinatoren/conrectoren 18 Decaan/zorgstructuur/ Zorgcoördinator /dyslexie/grenzen aan de begeleiding 19 gescheiden Verlofregeling bij niet-religieuze feestdagen, Klachtenregelingen 20 Algemene klachten Klachten over (seksuele) intimidatie, agressie 21 Meldpunt vertrouwensinspecteurs Klachten over de eindexamens 21 F. 22 Leefregels 22 Absentieregeling/spijbelen/te laat komen/verwijdering uit de les 23 Docent Missen van een proefwerk/ roosterwijzigingen/ klassenavonden/schoolkrant Regeling externe schorsing en verwijdering van leerlingen in het openbaar voortgezet onderwijs 24 25 G. Kosten voor excursies/werkweken, leermiddelen, ondersteunende leermiddelen en boeken 25 Bijlage 1: faciliteiten voor dyslectische leerlingen Bijlage 2: pestprotocol Bijlage 3: leerlingenstatuut 1

Een mooi schooljaar!

Beste leerlingen en ouders, Aan het begin van het schooljaar heet ik alle nieuwe leerlingen van harte welkom op De Amersfoortse Berg. Met deze schoolgids willen wij iedereen goed informeren over hoe een aantal belangrijke zaken is geregeld. Dit schooljaar starten wij met ongeveer 1350 leerlingen en wij zijn er van overtuigd dat het een mooi en leerzaam schooljaar zal worden. Allereerst valt ons nieuwe gebouw op. In onze achtertuin staat een prachtig nieuw gebouw dat ons de extra ruimte geeft die zo nodig is. Verder zullen wij dit jaar volop verder gaan met ons ambitieuze schoolplan om ons onderwijs nog beter te maken. Wij vinden een persoonlijke groei van onze leerlingen en medewer kers belangrijk. Kinderen moeten in onze snel veranderende samenleving een eigen plek kunnen krij gen. Op onze school is een prettige sfeer, waar iedereen zichzelf kan en mag zijn. Sommige kinderen hebben meer begeleiding nodig dan andere kinderen. Uiteraard krijgen deze kinderen de begeleiding die zij nodig hebben . Veilig/zorgzaam, je gekend weten en je thuis voelen zijn voor ons belangrijke voorwaarden om leerlingen een succesvolle schoolloopbaan te geven.

Deze schoolgids is voor het cursusjaar 2014-2015. Met ingang van het volgend cursusjaar zal De Amersfoortse Berg geen MAVO brugklas meer starten. De 4 typen brugklassen die wij in het schooljaar 2015-2016 formeren zijn: HAVO, VWO-HAVO, VWO en VWO bèta.

Namens alle medewerkers van de school wens ik iedereen een prachtig schooljaar toe. F.J. Brokers Rector 2

Stichting Onderwijsgroep Amersfoort

• • • • SG De Amersfoortse Berg maakt deel uit van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort. Onder deze stichting vallen de volgende scholen voor openbaar en speciaal voortgezet onderwijs: • De Amersfoortse Berg (mavo, havo, vwo, vwo-bèta) • ’t Atrium (mavo, havo, vwo, tweetalig vwo) Mulock Houwerschool (cluster-4 onderwijs: speciaal (voortgezet) onderwijs) leerweg) • Trivium College: locatie praktijkonderwijs • • De Sprong (cluster-4 onderwijs: speciaal (voortgezet) onderwijs) Stedelijk gymnasium Johan van Oldenbarnevelt (categoriaal gymnasium) Trivium College: locatie Trias (vmbo basis- en kaderberoepsgerichte en gemengde Trivium College: locatie Mondriaan-vmbo leerwegondersteunend onderwijs Vathorst College (vmbo-t, havo, vwo) Deze scholen hebben elk een eigen onderwijskundig profi el en een eigen doelgroep leerlingen. De scholen hebben de openbare signatuur en vallen onder het bevoegd gezag van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort.

Alle scholen binnen de Onderwijsgroep Amersfoort staan voor: • Breed onderwijsaanbod van hoge kwaliteit • • • • Gericht op de capaciteiten van de leerling Innovatie Maatschappelijke oriëntatie Respect en veiligheid Problemen en klachten die niet op schoolniveau kunnen worden afgehandeld, kunnen aan de voorzitter van het college van Bestuur, de heer K. de Boer [email protected], worden voorgelegd.

Postadres school

Hugo 3818 tel. 033 – 4618845 033 E-mail : [email protected]

De schoolleiding

Brokers H.J. van den Bos J.G. van Dongen C.K. de Vries Mw. M.L. Mossink

Afdelingsleider

conrector Financiën/Beheer conrector mavo conrector havo conrector vwo [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Mevrouw J.H.A. Busser, [email protected], is als afdelingsleider van de brugklas verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de brugklas.

3

Medezeggenschapsraad

In de Medezeggenschapsraad (MR) kunnen personeel, ouders en leerlingen meepraten en meebeslissen over het beleid van de school. In de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) staat vermeld welke instemmings- en adviesbevoegdheden de geledingen in de MR op de verschillende beleidsterreinen hebben. De reglementen van de Medezeggenschapsraad liggen op school ter inzage.

De geledingen zijn als volgt in de MR vertegenwoordigd: • personeel: vijf leden van het onderwijzend personeel en een lid van het onderwijsondersteunend personeel; • ouders/leerlingen : totaal 6 leden De MR is bereikbaar via de secretaris de heer Serto: [email protected]

De voorzitter van de MR is de heer Dubbink.

Ouderraad

De taken en bevoegdheden van de ouderraad worden omschreven in het Huishoudelijk Reglement Ouderraad van scholengemeenschap De Amersfoortse Berg, dat op aanvraag wordt toegezonden.

Tot de belangrijkste taak van de ouderraad behoort het bevorderen van contact tussen ouders en school.

De ouderraad is bevoegd vragen te stellen aan de rector en/of aan de docenten over de algemene gang van zaken op school en over het door de docenten gegeven onderwijs. Tenminste éénmaal per jaar is er een algemene ouderavond.

Meerdere malen per jaar vergadert de ouderraad samen met de afdelingsleider van de brugklas mevrouw J. Busser en een vertegenwoordiger van het personeel. Ouders die niet direct lid willen worden van de ouderraad, maar toch daadwerkelijk binnen de school willen meehelpen, kunnen zich opgeven voor één of meer werkgroepen. De werkgroepen organiseren de kerstviering, een schaatsmiddag, receptie geslaag den e.d.

Contactadres : [email protected]

Stichting “Vrienden van De Amersfoortse Berg”

Het doel van de “Stichting Vrienden van De Amersfoortse Berg” is het behouden van het specifi eke karakter van De Amersfoortse Berg, een school waar uw kinderen een goed leer- en leefk limaat vinden. Daartoe beheert de Stichting een fonds.

De “Stichting Vrienden” zal zich in het begin van het nieuwe schooljaar tot u wenden met een verzoek om uw vrijwillige bijdrage. Het gironummer van “Stichting Vrienden” is: 2 8 8 0 5 7.

Het bestuur van de Stichting “Vrienden van De Amersfoortse Berg”: • voorzitter : de heer R.I. Sijmonsma • • • • secretaris penningmeester lid namens de school lid namens het personeel : de heer F. Willenborg : mevrouw E. den Hartog : mevrouw J.H.A. Busser : de heer A.G. Serto

Inspectie van het onderwijs

Voor vragen aan de Inspectie van het Onderwijs: tel. 0800-8051.

E-mail: [email protected] 4

Jaaragenda

De activiteiten worden vermeld in de agenda van Magister en gepubliceerd in de Bergberichten.

Schooltijden 50 minutenrooster 40 minutenrooster

1e lesuur: 2e lesuur: 3e lesuur: Pauze 4e lesuur: 5e lesuur” Pauze 6e lesuur 7e lesuur Pauze 8e lesuur 9e lesuur 08.15 - 09.05 uur 09.05 - 09.55 uur 09.55 - 10.45 uur 10.45 - 11.00 uur 11.05 11.55 12.45 13.15 14.55 15.05 15.50 - 11.55 uur - 12.45 uur - 13.10 uur - 14.05 uur 14.05 - 14.55 uur - 15.00 uur - 15.50 uur - 16.35 uur 1e lesuur: 2e lesuur: 3e lesuur: Pauze 4e lesuur: 5e lesuur: Pauze 6e lesuur: 7e lesuur: Pauze 8e lesuur: 9e lesuur: 08.15 - 08.55 uur 08.55 - 09.35 uur 09.35 - 10.15 uur 10.15 10.35 11.15 11.55 12.25 13.05 13.45 13.55 14.35 - 10.30 uur - 11.15 uur - 11.55 uur - 12.20 uur - 13.05 uur - 13.45 uur - 13.50 uur - 14.35 uur - 15.15 uur LET OP!

Op elk moment kunnen er roosterwijzigingen zijn, waardoor ook een 9e uur ingeroosterd kan worden.

Op de dinsdagmiddag zijn de uren na het 7e lesuur niet ingevuld met lessen. Die uren zijn gereserveerd voor andere activiteiten die niet wekelijks plaatsvinden. Het is van belang ook op die uren dus geen vaste afspraken buiten de school te maken. Leerlingen moeten tot 16.35 uur beschikbaar zijn voor school.

Vakantierooster 2014-2015 /SG De Amersfoortse Berg

Start schooljaar Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie 2e paasdag Meivakantie Hemelvaart 2e pinksterdag Studiedag Zomervakantie : dinsdag 2 september 2014 : maandag 20 oktober t/m vrijdag 24 oktober 2014 : maandag 22 december 2014 t/m vrijdag 2 januari 2015 : maandag 23 februari t/m vrijdag 27 februari 2015 : maandag 6 april 2015 : maandag 27 april t/m vrijdag 8 mei 2015 : donderdag 14 mei en vrijdag 15 mei 2015 : maandag 25 mei 2014 : dinsdag 9 juni (studiedag medewerkers school. Kinderen hebben geen les.) : maandag 13 juli t/m vrijdag 21 augustus 2015

(1 studiedag kan nog worden ingepland)

5

Schoolstructuur

De Amersfoortse Berg is een scholengemeenschap met de afdelingen mavo, havo, vwo en vwo-bèta. Het eerste jaar kent drie soorten brugklassen: havo/mavo, vwo/havo en vwo- bèta. Alle tweede en volgende klassen zijn homogeen ingedeeld.

Als een leerling kiest voor vwo-bèta, dan kiest hij/zij voor 3 jaar. Het onderwijs is onderdeel van onze maatschappij en dient aan te sluiten bij de ontwikkelingen die in deze maatschappij plaatsvinden. Verwerving van kennis en vaardigheden dient zoveel mogelijk in een maatschappelijke context te geschieden.

De leerling staat centraal in het onderwijs. Hij/zij heeft recht op goed onderwijs, in een omgeving die inspireert en geborgenheid biedt. Hij/zij is daarbij in toenemende mate medeverantwoordelijk voor zijn eigen leerproces.

6

Lessentabel

Ned Fra 1 1A+ 2M 2H 2A

2A+

3M 3H 3A 3A+ 4M 4H 4A 5H 5A 4 3 3 2 3 3 3 3 3 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 2 3 4 4 3 3 2 3 4 3 3 Dui Eng Gsn Aak 3 2 2 2 2 2 3 3 2 2 3 3 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 3 2 2 2 4 3 4 3 3 4 3 3 2 3 2 2 4 2 3 3 3 3 3 3 wis/wia 4 Wib Wic nat/nse Sck/nst Anw Bio 2 Tcn 2 Eco Mno Mae Muz Hdv Tek Ckv 1 1 2 3 1 2 2 1 1 2 3 2 2 2 1 1 1 4 2 2 2 1 1 1 4 2 2 2 1 1 1 3 2 1 1 1 1 1 1 4 3 2 2 4 3 3 3 1 3 3 2 2 2 1 1 1 3 3 2 2 2 1 1 1 3 2 1 2 2 1 3 4 4 4 4 2 4 4 4 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3 3 2 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 4 4 3 4 4 3

3

3

3

3 4 3 3 3

3

3 3 3 3 2

3

Lov Lo2 Pro,nlt Stl 3 1 3 4 1 3 1 1 Rek 0,5 0,5 0,5 Inf 0,5 0,5 2 Med 1 1 2 1 1 2 4 1 2 3 1 3 1 2 1 2 4 1 2 2 1 2 1 1 2 2 1 1 1 1 2 3 1 1** 6A 3 3 3 2 3 3 3 3 1 3 1 3 3 3 3 3 3 3 ** niet verplicht voor leerlingen met wiskunde B eventueel combinatie wiskunde A en B 7

Toetsen A. Klassen 1 t/m 3 (uitgezonderd 3 mavo)

Een toets zoals bedoeld in deze tekst is een toetsing zonder welke het rapportcijfer niet kan worden berekend. Toetsvormen zijn proefwerken, werkstukken, scripties, tekeningen, verslagen, spreekbeurten en dergelijke. Een proefwerk is de toetsing van een hoeveelheid leerstof, die meer is dan de leerstof voor een les. Een proefwerk moet tenminste een week van tevoren worden opgegeven. Werkstukken, scripties, tekeningen, verslagen en dergelijke worden ingeleverd op een ruim van tevoren medegedeeld tijdstip.

Er is een maximum gesteld aan het aantal toetsen dat een leerling kan maken: per dag maximaal 2 proefwerken die voorbereiding vereisen, per week maximaal 5. Deze maximering geldt in beide gevallen niet als er sprake is van een proefwerkweek. Minimum aantal toetsen per jaar in de onderbouw: Aantal lesuren per vak per week min. aantal grote toetsen per jaar 4 6 3 6 2 5 1 of 2 gedurende een half jaar 3 Indien het minimum aantal toetsen door omstandigheden niet kan worden gegeven, heeft een leerling het recht één door hem gemaakte toets die met een cijfer lager dan 6,0 werd gewaardeerd, te herkansen. De docent bepaalt na overleg met de leerling het tijdstip waarop de herkansingstoets wordt gemaakt. Indien het cijfer voor de tweede gemaakte versie 6,0 of hoger is, wordt het defi nitieve cijfer tenminste een 6,0. Is de tweede versie onvoldoende, dan wordt het defi nitieve cijfer het hoogste van de beide cijfers.

Elke theoretische toets wordt met een cijfer gehonoreerd. Een praktische opdracht kan worden gehonoreerd met een cijfer, of met één der volgende beoordelingen: ‘voldoende’, ‘goed’. Wanneer een praktische opdracht niet naar behoren is gemaakt en niet wordt gehonoreerd met een cijfer, wordt geen honorering gegeven. Een praktische opdracht is in dat geval pas afgehandeld als deze minimaal met ‘voldoende’ is beoordeeld. Zogenaamde handelingsdelen die in orde zijn bevonden, worden gehonoreerd met de omschrijving “naar behoren”.

Als een leerling een praktische opdracht of handelingsdeel niet heeft ingeleverd op het van tevoren afge sproken tijdstip, dan worden ouders en leerlingen hiervan in kennis gesteld en dient dit zo spoedig moge lijk na dit tijdstip te gebeuren. De conrector bepaalt de termijn en kan de leerling als sanctie opleggen dat het werk op school na de lessen onder toezicht wordt gedaan. De docent behoudt het recht aanvullende maatregelen te treff en.

Gemiste toetsen kunnen ingehaald worden wanneer de reden van absentie naar beoordeling van de con rector valide is. Als een leerling ook op het inhaalmoment de toets mist, wordt de gemiste toets met het cijfer 1,0 gewaardeerd. In het geval dat dit leidt tot kennelijke onbillijkheid, neemt de leerling contact op met de betreff ende conrector; deze komt tot een uitspraak.

Toetsen kunnen niet herkanst worden, behalve wanneer het minimum aantal toetsen niet is afgenomen. Als een leerling voor een vak niet voor alle toetsen een beoordeling heeft behaald, kan voor dat vak geen cijfer of geschreven oordeel op het rapport worden vastgesteld en is het dus mogelijk dat een leerling niet kan worden bevorderd.

8

B. Andere klassen

het betreff ende Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).

Voor toetsen in de klassen 3 en 4 mavo, 4 en 5 havo en 4, 5 en 6 vwo gelden de regels van

Rapport

Aan het eind van het schooljaar ontvangt de leerling het rapport. De cijfers op dit rapport zijn berekend aan de hand van de behaalde cijfers over het gehele jaar en zijn afgerond op hele getallen. Behaalde cijfers kunnen een verschillende weging hebben voor de berekening van het rapportcijfer. Deze wegingen zijn voor de leerling controleerbaar.

Afrondingsregels

a. Rapportcijfers Voor alle leerlingen, behalve 4 mavo, 5 havo en 6 vwo, wordt uitsluitend aan de hand van het rapport beslist over de bevordering.

De berekening van elk cijfer op dat rapport gebeurt in 2 stappen.

Eerst wordt van de cijfers (voor proefwerken, verslagen, spreekbeurten, enz.) het gewogen gemiddelde berekend en afgerond op 2 decimalen, daarna wordt afgerond op een geheel getal. Op het rapport komen dus alleen gehele getallen te staan. (Bijv. 6.49 wordt 6, maar 6.50 wordt 7!) b. Eindcijfers voor het schoolexamen voor vakken zonder een centraal examen Algemene natuurwetenschappen (alleen vwo) en maatschappijleer Voor bovenstaande vakken gaat de berekening als volgt: Eerst wordt van de cijfers (voor proefwerken, verslagen, spreekbeurten, enz.) het gewogen gemiddelde berekend en afgerond op 1 decimaal, daarna wordt er afgerond op een geheel getal. Dit getal staat op de cijferlijst bij het diploma.

Eindcijfer profi elwerkstuk Voor het bepalen van het combinatiecijfer wordt het resultaat behaald voor het profi elwerkstuk, afgerond op een geheel getal.

Eindcijfer combinatievak 5 havo/6 vwo 5 havo: het cijfer voor het combinatievak bestaat voor de afdeling havo uit het gewogen gemiddelde van het cijfer voor het profi elwerkstuk en dat voor maatschappijleer. Beide onderdelen worden eerst afgerond op een geheel getal. Het gemiddelde van deze getallen wordt wederom afgerond op een geheel getal. Dit getal staat op het diploma.

6 vwo: voor de afdeling vwo bestaat het cijfer voor het combinatievak uit het gewogen gemiddelde van de cijfers voor ANW, maatschappijleer en het profi elwerkstuk. De drie onderdelen worden eerst afgerond op een geheel getal. Het gemiddelde van deze getallen wordt wederom afgerond op een geheel getal. Dit getal staat op het diploma.

c. Eindcijfers voor het examen voor vakken met centraal examen De berekening van de eindcijfers en de bijbehorende wijze van afronden is beschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting(PTA).

9

Bevorderingsregels

Een leerling wordt bevorderd als is voldaan aan de bevorderingsnorm. Voorwaarde daarbij is dat voor alle vakken het rapportcijfer of de eindwaardering is vastgesteld.

De rapportvergadering moet de leerling bespreken wanneer het rapport niet aan de bevorderingsnorm voldoet en binnen de bespreekzone valt. In de andere gevallen wordt de leerling niet bevorderd binnen de afdeling. Wel kan de leerling evt. bevorderd worden naar een klas in een andere afdeling. In bijzondere gevallen kan er worden afgeweken van de bevorderingsregels.

Revisie

Wanneer een bevorderingsbeslissing is genomen en ouders of verzorgers veronderstellen dat bijzondere omstandigheden waarvan de docentenvergadering onkundig was een grote invloed hebben gehad op het presteren van de leerling, kunnen zij revisie van de beslissing aanvragen. De rector beslist of de aangevoer de argumenten voldoende zijn om de beslissingsvergadering te heropenen. Een verzoek tot revisie wordt bij de rector schriftelijk ingediend.

Doubleren

Wanneer een leerling niet wordt bevorderd heeft deze het recht opnieuw in een klas van hetzelfde leerjaar in dezelfde afdeling plaats te nemen. Indien op school de overtuiging bestaat dat de leerling de gevolgde opleiding niet met een diploma kan afsluiten, zal de school adviseren een ander leertraject te volgen.

Maximale verblijfsduur

Voor de eerste drie leerjaren geldt een maximale verblijfsduur van vijf jaar.

Doubleren in twee opeenvolgende klassen van een afdeling

Indien een leerling blijft zitten in twee opeenvolgende klassen van één afdeling zal deze leerling als regel de toegang tot het onderwijs in dezelfde afdeling worden ontzegd. Bij toepassing van deze regel zijn de brugklassen en de eindexamenklassen uitgezonderd.

Bevordering vanuit de brugklas

Het cijfer voor rekenen wordt niet meegeteld in de bevorderingsnormen van klas 1 naar klas 2 omdat dit cijfer niet de status heeft van een vak-cijfer, maar van een vaardigheids-cijfer.

Een leerling komt voor de bevordering in aanmerking indien voor alle vakken op het rapport maximaal één 5 is gehaald en de andere cijfers en/of beoordelingen tenminste voldoende zijn.

De volgende rapporten behoren tot de bespreekzone: 5 4* 5 + 5 + 5* (geldt niet voor doubleurs) + 3* * de cijfers/beoordelingen voor alle andere vakken zijn tenminste voldoende.

In alle andere gevallen wordt de leerling niet bevorderd.

Een leerling uit de vwo-bèta brugklas met een onvoldoende voor het vak “project” zit ALTIJD in de bespreekzone, óók als alle andere vakken voldoende zijn. Argument: projectles is een wezenlijk en onderscheidend onderdeel van vwo-bèta. Een leerling met een onvoldoende voor project kan dus wel bevorderd worden naar 2 vwo-bèta, maar hij/zij zou ook in 2 vwo of in 2 havo geplaatst kunnen worden.

Brugklas vwo/havo: Als een leerling niet bevorderd kan worden naar een tweede klas havo, dan mag hij de brugklas een jaar over doen. Het is echter ook mogelijk dat de leerling naar een tweede klas mavo wordt bevorderd. De docentenvergadering geeft hierover een advies.

10

Plaatsing in een tweede klas

Brugklas vwo-bèta De leerling die is bevorderd vanuit een brugklas vwo-bèta, wordt automatisch geplaatst in een tweede klas vwo-bèta. Voor de leerling die is bevorderd vanuit een brugklas vwo/havo of havo/mavo hangt de plaatsing af van de som (S) van de rapportcijfers voor de vakken Nederlands, Frans, Engels, geschiedenis, aardrijks kunde, wiskunde en biologie.

Brugklas havo/mavo De leerling die is bevorderd heeft recht op plaatsing in 2 mavo. Indien S = 52 of meer: de leerling heeft recht op plaatsing in 2 havo. Indien S = 50 of 51: de leerling is in principe geplaatst in 2 mavo, maar wordt besproken. Brugklas vwo/havo De leerling die is bevorderd heeft recht op plaatsing in 2 havo. Indien S = 52 of meer: de leerling heeft recht op plaatsing in 2 vwo. Indien S = 50 of 51: de leerling is in principe geplaatst in 2 havo, maar wordt besproken.

Bevordering vanuit de tweede en derde klassen

Het cijfer voor rekenen (als dit in de klassenlaag gegeven wordt) wordt niet meegeteld in onderstaand artikel a. en b. omdat dit cijfer niet de status heeft van een vak-cijfer, maar van een vaardigheids-cijfer.

a. Een leerling komt voor de bevordering in aanmerking indien voor alle vakken op het rapport: tenminste voldoenden zijn gehaald; slechts één keer 5 is gehaald*; slechts twee keer 5 is gehaald*; slechts één keer 4 is gehaald*. * de cijfers/beoordelingen voor alle andere vakken zijn tenminste voldoende.

b. De volgende rapporten behoren tot de bespreekzone: 4 + 5 * 5 + 5 + 5 * 4 + 4 * 4 + 5 + 5 * 5 + 5 + 5 + 5 * 3* 3 + 5 * * de cijfers/beoordelingen voor alle andere vakken zijn tenminste voldoende.

c. Voor havo/vwo geldt: een leerling met meer dan één tekort** voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde zit altijd in de bespreekzone.

** een vijf is één tekort; een vier is twee tekorten; een drie is drie tekorten.

d. In alle andere gevallen wordt de leerling niet bevorderd binnen dezelfde afdeling. Wel zou een bevordering kunnen plaatsvinden naar een hogere klas in een andere afdeling (bijv. 2 havo > 3 mavo of 3 vwo > 4 havo).

11

Bevordering vanuit 4 havo en 4 en 5vwo

Het cijfer voor rekenen (als dit in de klassenlaag gegeven wordt) wordt niet meegeteld in artikel c omdat dit cijfer niet de status heeft van een vak-cijfer, maar van een vaardigheids-cijfer.

a. In 4 havo, 4 en 5 vwo moeten alle onderdelen van het PTA zijn gedaan en tellen alle behaalde resultaten mee bij de bevordering.

b. Bevordering vindt plaats op grond van het rapport.

c. Een leerling is bevorderd indien: 1. voor alle vakken van het vakkenpakket een cijfer of waardering in woorden tot stand is gekomen 2. voor de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde maximaal één tekort* is behaald en voor alle vakken een 6 of hoger is behaald of voor één vak een 5 is behaald en voor alle andere vakken een 6 of hoger, of voor één vak een 4 is behaald en voor alle andere vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de cijfers 6,0 of hoger bedraagt, of voor twee vakken 5+5 of 5+4 is behaald en voor alle andere vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de cijfers 6,0 of hoger bedraagt.

* een vijf is één tekort; een vier is twee tekorten; een drie is drie tekorten.

d. Een rapport valt binnen de bespreekzone indien het vermeerderen van één cijfer met één punt zou leiden tot bevordering.

e. Wanneer een rapport niet aan de bevorderingsnorm voldoet en binnen de bespreekzone valt is de leerling niet bevorderd; de leerling wordt besproken en de vergadering kan besluiten op goede gronden deze leerling te bevorderen hoewel niet aan de bevorderingsnorm is voldaan.

f. In alle andere gevallen wordt de leerling niet bevorderd.

g. In bijzondere gevallen kan er worden afgeweken van de bevorderingsregels.

Verder geldt: als CKV in klas 4 niet met tenminste een voldoende wordt afgesloten, telt het eindresultaat mee als een 5. Met CKV kunnen geen compensatiepunten verdiend worden.

Hetzelfde geldt voor het vak Lichamelijke Opvoeding.

12

Toelating tot een hogere afdeling na het examen op De Amersfoortse Berg

Van 4 mavo naar 4 havo De leerling die geslaagd is voor het examen mavo kan worden toegelaten tot 4 havo onder de volgende voorwaarden: • • • Het gemiddelde van de cijfers op de eindlijst 4 mavo is minimaal 6,8.

De docenten adviseren positief.

Het mavo pakket sluit aan op havo - profi el Van 5 havo naar 5 vwo De leerling die geslaagd is voor het examen havo kan worden toegelaten tot 5 vwo onder de volgende voorwaarden: • • • • • • • De verblijfsduur in het havo inclusief het examenjaar mag niet meer dan vijf jaar zijn.

Het gemiddelde van de cijfers op de eindlijst 5 havo is minimaal 7.

De leerling kiest dezelfde vakkencombinatie of een vergelijkbare vakkencombinatie als in het havo.

De leerling haalt de 4 vwo-stof voor de diverse vakken in.

De leerling krijgt een vrijstelling voor de vakken algemene natuurwetenschappen, culturele en kunstzinnige vorming 1 en maatschappijleer.

De docenten adviseren positief.

Bij leerlingen van een andere school geldt tevens dat de informatie van de school van herkomst door onze school positief beoordeeld moet zijn.

Overstappen binnen de tweede fase

Van 5 vwo naar 5 havo De overstap van 5 vwo naar 5 havo is in principe mogelijk, maar wel afh ankelijk van het profi el/pakket en het advies van de vakdocenten.

13

Vakkenpakket

3 mavo In de derde klas mavo zijn de volgende vakken verplicht: Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, economie, geschiedenis, kunstvakken1 en lichamelijke opvoeding. De leerling kiest daarnaast minimaal één van de zes keuzevakken: groep 1: handvaardigheid ,tekenen,lo2,muziek groep 2: Frans, aardrijkskunde.

Van de hierboven genoemde vakken kiezen de leerlingen één of twee vakken.

Leerlingen die twee vakken kiezen mogen slechts één vak uit groep 1 en één vak uit groep 2 kiezen. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om zowel handvaardigheid als tekenen te kiezen. Een en ander wel onder voorbehoud van de beschikbaarheid van een passende onderwijsruimte en een voldoende keuze voor een bepaald vak.

4 mavo Daarnaast kiest de leerling 3 keuzevakken uit de vrije ruimte.

De leerling doet centraal examen in zeven vakken. Examenvakken moeten ook in klas 3 gevolgd zijn. Naast de verplichte algemene vakken kiest de leerling een sector met 2 daarbij behorende sectorvakken. Natuurkunde kan niet zonder wiskunde gekozen worden

Procedure voor het laten vallen van het 7e vak

conrector en de decaan van de mavo.

Na de tweede toetsweek (januari) kunnen leerlingen een vak laten vallen. Ouders dienen daartoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de conrector. Op dat verzoek volgt altijd een gesprek met de Uitgangspunten bij het laten vallen van het 7e vak: bijlessen worden gecoördineerd door de conrector en de mentoren van 4 mavo.

Het laten vallen van het 7e vak wordt alleen toegestaan als de leerling zich voldoende heeft ingezet voor het vak (dit ter beoordeling van de vakdocent) én als de leerling voor een goede slagingskans extra hulp nodig heeft voor (een) ander(e) vak(ken). De vrijkomende uren worden vervangen door verplichte extra lessen in een ander cluster en/of extra huiswerkhulp en /of individuele bijlessen. Die huiswerkhulp en 14

MAVO

Sector Verplichte algemene vakken Techniek Economie Zorg & Welzijn Landbouw

Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding Kunstvak Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding Kunstvak Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding Kunstvak Nederlands Engels Maatschappijleer Lich. Opvoeding Kunstvak

Bij de sector verplichte vakken Keuze vakken behorend bij de sector

(1 vak kiezen)

Wiskunde Natuurkunde

Keuzevakken in de vrije ruimte

(3 vakken kiezen)

Frans Duits Geschiedenis Aardrijkskunde Economie Wiskunde Frans Duits Biologie Wiskunde Geschiedenis Aardrijkskunde Economie Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Handvaardigheid Tekenen Muziek Wiskunde Natuurkunde Biologie Lichamelijke opvoeding 2

15

4 en 5 havo

NT NG EM CM

: Natuur & Techniek : Natuur & Gezondheid : Economie & Maatschappij : Cultuur en Maatschappij 4 Profi elen NT NG EM CM

A Gemeenschappelijk deel

(verplicht) Nederlands Engels Maatschappijleer CKV* LO*

B Profi eldeel

(verplicht) Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde

C Keuzedeel bij het profi el

NT, NG, EM; kies 1 vak CM:kies 2 vakken; 1 cultuurvak + 1 maatschappijvak Biologie Nederlands Engels Maatschappijleer CKV* LO* Wiskunde A of B Biologie Scheikunde Natuurkunde Aardrijkskunde

D Keuze examenvak

kies 1 vak Duits Frans Aardrijkskunde Economie M & O* Kunstvak* Duits Frans Aardrijkskunde Natuurkunde Economie M & O* Kunstvak*

* CKV : Culturele en Kunstzinnige Vorming LO : Lichamelijke Opvoeding M & O : Management en Organisati e Kunstvak : Handvaardigheid òf Tekenen òf Muziek

Nederlands Engels Maatschappijleer CKV* LO* Wiskunde A of B Economie Geschiedenis Duits of Frans Aardrijkskunde M & O* Duits Frans Aardrijkskunde Biologie M & O* Kunstvak* Nederlands Engels Maatschappijleer CKV* LO* Geschiedenis Duits of Frans Aardrijkskunde Economie Kunstvak* Duits of Frans Frans of Duits Aardrijkskunde Biologie M & O* Economie Wiskunde A of B Kunstvak* 16

4, 5 en 6 vwo

NT NG EM CM

: Natuur & Techniek : Natuur & Gezondheid : Economie & Maatschappij : Cultuur en Maatscappij

4 Profi elen NT NG EM

A Gemeenschappelijk deel

(verplicht)

B Profi eldeel

(verplicht) Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer CKV* AN* LO* Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde

C Keuzedeel bij het profi el

NT, NG, EM; kies 1 vak CM:kies 2 vakken; 1 cultuurvak + 1 maatschappijvak Biologie NLT* Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer CKV* AN* LO* Wiskunde A of B Biologie Scheikunde Natuurkunde Aardrijkskunde NLT 2 Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer CKV* AN* LO* Wiskunde A of B Economie Geschiedenis Duits of Frans Aardrijkskunde M & O*

D Keuze examenvak

kies 1 vak Duits of Frans Aardrijkskunde Economie M & O NLT* 1 Biologie Kunstvak* * CKV ANW LO M & O NLT Kunstvak : Culturele en Kunstzinnige Vorming : Algemene Natuurwetenschappen : Lichamelijke Opvoeding : Management en Organisati e : Natuur, Leven & Technologie : Handvaardigheid òf Tekenen òf Muziek

EINDEXAMENRESULTATEN

mavo 2009 2010 2011 2012 92 % 96 % 95 % 92 % 99 % 96 % 84 % 90 % 93 % 95 % 98 % 89% 2013 90 % 94% 97% 2014 97% 86% 95% Duits of Frans Aardrijkskunde Natuurkunde Economie M & O 1 NLT 2 Kunstvak* Duits of Frans Aardrijkskunde Biologie M & O Kunstvak* 1 M & O kan niet i.c.m. NLT 2 NLT kan niet zonder Natuurkunde

CM

Nederlands Engels Frans of Duits Maatschappijleer CKV* AN* LO* Wiskunde A of C evt. Wiskunde B Geschiedenis Aardrijkskunde Economie Kunstvak* Duits of Frans Duits of Frans Aardrijkskunde Biologie M & O Economie Kunstvak* 17

VENSTERS VOOR VERANTWOORDING

Onze school legt graag verantwoording af over de resultaten. Dit doen wij via “Vensters voor Verantwoording” en via het “Schoolkompas”.

Het Venster voor De Amersfoortse Berg is te bereiken via de site: www.schoolvo.nl . Via de kaart is de school te vinden. Schoolkompas is te vinden op de website www.schoolkompas.nl

Mentoren

Het begeleiden van leerlingen houdt in dat een leerling terzijde wordt gestaan bij problemen die zijn/haar functioneren op school en daarmee zijn/haar prestaties nadelig beïnvloeden. De belangrijkste taak in de begeleiding berust bij de mentor. De begeleiding vindt plaats op twee terreinen: • schoolprestaties (kennis en vaardigheden); • persoonlijk welbevinden ( gedrags- en gevoelsaspecten).

Coördinatoren en conrectoren

De school kent zes afdelingscoördinatoren. De afdelingscoördinatoren coördineren in overleg met en onder verantwoording van de conrector de dagelijkse gang van zaken van een of meerdere jaarlagen. De afdelingscoördinatoren zien toe op een goede uitvoering van de schoolregels en zien er op toe dat leerlingen zich houden aan de gemaakte afspraken o.a. met betrekking tot verzuim.

Decaan

De decaan informeert en adviseert leerlingen en ouders bij de verschillende keuzemomenten tijdens hun schoolcarrière. Voor leerlingen in de onderbouw gaat het om de keuze van het vakkenpakket of pro fi el. Voor de bovenbouwleerlingen staat de oriëntatie op vervolgopleiding of beroep centraal. Hiertoe organiseert hij in de periode november-maart informatieavonden voor ouders en examenkandidaten en een reeks keuzebegeleidingsactiviteiten voor de leerlingen van onderbouw en bovenbouw. De decaan isbelast met de organisatie van de studie- en beroepenvoorlichting binnen en buiten de school in samen werking met het vervolgonderwijs, oud-leerlingen en andere scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. In het examenjaar vindt met de examenkandidaten een afsluitend gesprek plaats over het vervolg na het examen. De decaan is ten alle tijden bereid keuzeproblemen met leerlingen en/of ouders te bespreken. Afspraken kunnen telefonisch of per e-mail worden gemaakt.

De decanen: mavo de heer R. Steen havo en vwo de heer T.A.A.M. Vermeulen [email protected] [email protected] Verdere informatie is te vinden op de website van de school onder het kopje: Begeleiding

Zorgstructuur

Het is belangrijk dat een leerling zich prettig en veilig voelt op school. Het gaat er dan niet alleen om dat een leerling goede cijfers haalt, maar ook dat hij of zij met plezier naar school gaat en ‘lekker in z’n vel zit’. Voor de meeste leerlingen geldt dat zij hun schoolperiode zonder al te veel problemen doorlo pen. Als het echter niet zo goed of lekker loopt, is het belangrijk dat leerlingen weten dat zij op verschil lende plekken binnen school terecht kunnen. Nog belangrijker is dat zij weten bij wie ze terecht kunnen en waarvoor.

18

De leerlingen krijgen een boekje uitgereikt met informatie over wie welke hulp aanbiedt. Vaak is de meest logische weg om de mentor aan te spreken of de conrector omdat zij ook kunnen helpen of doorverwijzen. Een leerling kan echter ook meteen terecht bij de persoon die hem of haar verder kan helpen.

De zorg wordt gecoördineerd door de zorgcoördinator (zie hieronder). In het zorgboekje, dat ook bij de zorgcoördinator opgevraagd kan worden, vindt u informatie over: • de mentor • begeleiding zorgcoördinator • counselors (leerlingbegeleiders) • vertrouwenspersoon • sociaalverpleegkundige GGD • remedial teacher • motorische remedial teacher • faalangstreductie training/examenvrees training • toezichthouders • BHV’-ers

Zorgcoördinator

Eens per maand komt er een Zorg-Advies-Team (ZAT) bij elkaar waarvan de zorgcoördinator , mevrouw J. Voorsluijs, voorzitter is. In dit ZAT kunnen allerlei vragen gesteld worden aan een team van experts (GGD-jeugdverpleegkundige, bureau jeugdzorg, leerplichtambtenaar, WUL-consulente van Sovee en de conrectoren) om de leerling optimale hulp te kunnen bieden.

Ook leerlingen met een zorgarrangement krijgen, in samenwerking met de mentor en conrector, begeleiding via de zorgcoördinator.

U kunt mevrouw J. Voorsluijs bereiken middels het algemene telefoonnummer van de school of via de mail [email protected].

Dyslexie

Wat is dyslexie?

In algemene zin is dyslexie een stoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van lezen en/of spellen op woordniveau. Een dyslectische leerling is een leerling die offi cieel dyslectisch is verklaard door een erkende deskundige. Waar hier wordt gesproken over een externe c.q. erkende deskundige geldt dat de er sprake is van registratie bij de beroepsgroep. Een kopie van het onderzoeksrapport dient in het persoonlijk dossier van de leerling opgenomen te worden.

Voor de faciliteiten die dyslectische leerlingen kunnen krijgen zie bijlage 1 van deze schoolgids.

Grenzen aan de begeleiding

Leerlingen kunnen problematiek met zich meedragen, waardoor ze aangewezen zijn op extra zorg: begeleiding en/of voorzieningen. Wanneer de problematiek valt in een vastgesteld beeld waarvoor extra zorg geïndiceerd is, krijgt de leerling een eigen budget: het Zorgarrangement.

Dit arrangement kan ingezet worden in een school voor speciaal onderwijs die bij de betreff ende problematiek past of in het regulier onderwijs. In het laatste geval krijgt de leerling meestal ambulante begeleiding.

Onze school zal bij aanmelding van een zorgleerling aan de hand van het dossier beoordelen of er mogelijkheden zijn om de gewenste zorg te (laten) bieden. Zorg kan niet geboden worden als blijkt dat de school onvoldoende voorzieningen kan treff en om adequaat tegemoet te komen aan de specifi eke hulpvragen. Dit geldt zowel voor de fysieke omgeving als voor orthopedagogische en didactische eisen die uit de hulpvraag voortvloeien.

19

Indien er sprake is van een problematiek waardoor de veiligheid van de leerling zelf of die van medeleerlingen en/of personeel in het geding komt, wordt de leerling niet toegelaten. Dit geldt ook voor gedrag waardoor anderen binnen de organisatie belemmerd worden in de onderwijsparticipatie. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om actingout-gedrag, problematisch gedrag t.g.v. alcohol- of drugsverslaving of gedrag dat voortkomt uit psychiatrische problematiek waarvoor een meervoudige behandeling plaatsvindt.

Indien de school leerlingen afwijst zal zij de ouders wijzen op andere (speciale) onderwijsvoorzieningen voor leerlingen met specifi eke hulpvragen.

Voor het (digitaal)

pestprotocol

zie bijlage 2

Regeling gescheiden ouders

De school is wettelijk verplicht beide ouders op een zelfde manier van informatie te voorzien. Er kunnen problemen ontstaan met informatieverstrekking aan gescheiden ouders met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden en de met gezag belaste ouder zich daartegen verzet. Het is de wettelijk plicht van de verzorgende ouder de andere ouder op de hoogte te houden van be langrijke zaken die hun kinderen betreft en daarmee ook de schoolontwikkeling. Dit is geregeld in artikel 377b Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. De school wil partij zijn voor alle betrokkenen en heeft er voor gekozen beide ouders op dezelfde wijze te informeren. Hiermee wil de school een voorbeeldfunctie vervullen, loyaliteitsproblemen bij leerlingen erkennen en een verbindende rol spelen. De informatie voorziening kan op deze manier geen rol spelen in het scheidingsproces of in de omgangsregeling na de scheiding. Er wordt geen informatie verstrekt indien het belang van het kind zich hiertegen verzet. Gelet op bovenstaande zal op zijn of haar verzoek (schriftelijk) ook het adres van de niet verzorgende ouder in de schooladministratie worden opgenomen. Hij of zij zal op basis van deze adresgegevens door de school op de hoogte worden gesteld van de algemene schoolinformatie en kindgebonden informatie (b.v. wachtwoord voor Magister en uitnodigingen voor ouderspreekavonden). Voor zover informa tie aan de leerling wordt meegegeven wordt dit niet ook nog per post verstuurd en wordt dit niet in tweevoud meegegeven. Als het op basis van een gerechtelijke uitspraak of anderszins niet is toegestaan informatie te verstrekken, dient dat schriftelijk aan de rector te worden overlegd. Beide ouders zijn bij individuele oudergesprekken welkom. Hier worden echter geen afzonderlijke tijdstippen voor afgespro ken. De school beschouwt het als taak van de ouders de school als partner in de opvoeding in te lichten over de gang van zaken bij de echtscheiding voor zover dat een omgangsregeling, het adres van de niet-verzorgende ouder en andere voor de school relevante zaken betreft.

Verlofregeling bij niet-christelijke religieuze feestdagen

Het is belangrijk het onderscheid duidelijk te maken tussen religie en cultuur. Vaak zijn aan religieuze feestdagen meerdere dagen gekoppeld die onderdeel uitmaken van de cultuur van een land of volk. Het christelijk Kerstfeest bestaat uit twee religieuze feestdagen (25 en 26 december), maar hier wordt een vakantieperiode aan gekoppeld van in totaal twee weken. De leerplichtwet spreekt nadrukkelijk niet van culturele feestdagen maar uitsluitend van religieuze feestdagen. Voor het Suikerfeest wordt daarom bijvoorbeeld maximaal één verlofdag verleend.

Klachtenregelingen

In het algemeen zullen klachten over de dagelijkse gang van zaken op school met de betrokkenen kun nen worden opgelost. Maar hoe nauwkeurig we ons werk ook willen doen, het is mensenwerk. Fouten en verschil van mening zijn mogelijk. Het indienen van een klacht over seksuele intimidatie, agressie en geweld, discriminatie, schoolexamen en centraal examen en van klachten waarvoor reeds een wettelijke voorziening bestaat, dient te gebeuren bij de desbetreff ende klachtencommissie of volgens bestaande juridische procedures te worden afgehandeld.

20

Algemene klachten

Onderstaande regeling betreft klachten over de gang van zaken op school, over een docent of een lid van het onderwijs ondersteunend personeel. Klachten worden in principe behandeld door de betreff ende conrector. De conrector bevestigt binnen twee werkdagen aan de klager dat de klacht ontvangen is en informeert de rector over de klacht. De conrector neemt de klacht in behandeling. Mocht dat niet tot een oplossing leiden, dan kan de klacht worden voorgelegd aan de rector. De rector onderzoekt de klacht en probeert binnen een periode van zeven schooldagen een oplossing voor het gerezen probleem te vinden. Indien de rector meer tijd nodig heeft dan zeven schooldagen om het probleem op te lossen, doet de rector de klager daarvan mededeling en wordt de periode met nogmaals zeven schooldagen verlengd. De rector heeft het recht een ingediende klacht voor te leggen aan een interne klachtencommissie. De samenstelling van de interne klachtencommissie hangt af van de aard van de klacht. De commissie bestaat uit tenminste drie leden waaronder een lid van de schoolleiding. De interne klachtencommissie adviseert de rector. De rector neemt een besluit. De klager kan tegen dit besluit bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag: De heer K. de Boer, voorzitter College van Bestuur 1771 3800 BT Amersfoort De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, behoudens het gestelde in het reglement voor het schoolexamen ten aanzien van klachten over het schoolexamen. Klachten moeten schriftelijk, en ondertekend door de klager, worden ingediend. De afh andeling van een klacht geschiedt volgens een protocol. Dit protocol en de regeling klachtafh andeling liggen ter inzage op school.

Klachten over (seksuele) intimidatie, agressie en geweld, discriminatie

In het geval van een klacht over (seksuele) intimidatie, agressie en geweld, discriminatie wordt de klacht in behandeling genomen door één van de twee schoolvertrouwenspersonen: mevrouw L. Dollekamp en de heer H. Brune. Deze zijn tevens de contactpersonen voor de Landelijke klachtencommissie. Samen met een van deze contactpersonen wordt dan een oplossing gezocht. Een oplossing kan zijn dat de klacht offi cieel wordt ingediend bij de rector, bij het bestuur, of bij de Landelijke Klachtencommissie. Klachten kunnen worden ingediend door leerlingen, oud-leerlingen en ouders/verzorgers. De contact personen zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Alleen daar waar de contactpersonen een klacht aan anderen moeten doorgeven, wordt die informatie ver strekt.

Meldpunt vertrouwensinspecteurs

Bij het Meldpunt vertrouwensinspecteurs kunnen betrokkenen bij het onderwijs terecht voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld, psychisch geweld, grove pesterijen, discrimi natie en extremisme. Het telefoonnummer is 0900-1113111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief).

Klachten over de eindexamens

Voor klachten over de eindexamens staan de regels in het PTA-reglement Eindexamens, zoals vermeld op onze website. In eerste instantie kan men zich wenden tot de interne klachtencommissie, zoals beschreven in het PTA. Bij offi ciële klachten met betrekking tot het eindexamen kunt u zich richten tot de Commissie van beroep voor klachten m.b.t. eindexamen, Postbus 1771, 3800 BT Amersfoort.

21

Leefregels

Jullie zitten op een hele leuke school en dat willen we graag zo houden. Daarom zijn er regels en afspraken om het schoolleven voor iedereen zo plezierig mogelijk te laten verlopen. Lees ze goed door en handel ernaar. Onze school blijft dan de leukste school van Amersfoort!

ETEN EN DRINKEN…mag alleen in de pauzeruimtes: dus in de aula’s en in de hal en natuurlijk buiten. Energydrank en grootverpakkingen (chips, koeken en dergelijke) zijn in de school niet toegestaan.

TUSSENUREN…in een tussenuur ga je naar één van de aula’s. Wandelen door de school levert overlast op. Bij mooi weer kun je natuurlijk ook lekker buiten gaan zitten. Maar ook daar moet je erop letten dat je de andere leerlingen niet stoort. ALS JE PER ONGELUK EEN KEER TE LAAT BENT…dan ga je meteen naar de les. Als je meer dan 15 minuten te laat bent, kan de leraar beslissen je niet meer toe te laten in de les. Uiteraard word je, ook als je wel wordt toegelaten, altijd “te laat” gemeld. In Magister kun je zien of je je vroeg (07.45 uur) moet melden de volgende dag. ALS JE DE LES WORDT UITGESTUURD…meld je je direct bij de receptie. Je schrijft daar op waarom je er bent uitgestuurd en je krijgt de rest van het lesuur corvee. Uiteraard ga je aan het eind van de les naar de docent terug om te praten over wat er is gebeurd en lever je bij hem/haar de rode kaart weer in. ALS JE ZIEK BENT… bellen je ouders voor 8.00 uur naar school. Ben je weer beter, doe dan altijd meteen de eerste dag dat je weer beter bent (!) een door je ouders geschreven absentiebriefj e in de brievenbus in de hal. IN DE PAUZE... ga je gezellig naar de pauzeplekken of naar buiten. Brugklasleerlingen blijven altijd op het schoolterrein. De fi etsenstalling, de garderobe en de omgeving van de kluisjes zijn geen pauzeruimtes. WAARDEVOLLE VOORWERPEN…laat je gewoon thuis. Zet je fi ets op slot en maak gebruik van je kluisje. De school is niet verantwoordelijk voor vermissing van of schade aan jouw eigendommen. ROKEN en ALCOHOL… wij zijn een rookvrije school. Dat betekent dat er in school en op het school terrein niet mag worden gerookt. Uiteraard zijn ook alcohol, drugs, waterpijp en wapens verboden. JE MOBIELTJE... moet uitgeschakeld en opgeborgen zijn tijdens de lessen, tenzij de docent toestemming geeft om hem te gebruiken. Tijdens toetsen is je mobiel uiteraard ook uitgeschakeld en opgeborgen. Foto’s en fi lmpjes maken binnen school is niet toegestaan. Buiten de lessen mag je best muziek luisteren, maar niet met boxen of andere geluidversterkers. PESTEN EN VECHTEN… is heel vervelend en daarom wordt dit niet geaccepteerd. Dit geldt eveneens voor het via het internet of sociale media intimideren of beschadigen van anderen. Heb je problemen ga dan naar je mentor, coördinator of naar de schoolleiding. Doe dit ook als je ziet dat anderen gepest worden. Dit kan ook anoniem. JE SCHOOLPAS…neem je altijd mee naar school om te laten zien als er op school naar gevraagd wordt. SCHOOL…kan tot 16.35 uur duren. Maak je afspraken dus na deze tijd.

Sommige regels en afspraken zijn zo logisch en vanzelfsprekend, dat we ze niet in bovenstaand rijtje leef regels opnemen. We verwachten dat je met respect omgaat met anderen en met hun bezittingen, zowel van leerlingen als van medewerkers van de school. Ga ook zorgvuldig om met de gebouwen, de lokalen en het interieur. Na jullie komen er weer leerlingen die er gebruik van maken. Houd de school netjes, veilig en gezellig.

De uitgebreide schoolregels en het leerlingenstatuut kun je lezen op www.amersfoortseberg.nl onder het kopje schoolgids (bijlage 3).

22

Absentieregeling

Als de leerling wegens ziekte niet op school kan komen, bellen de ouders voor 08.00 uur naar school. Als onduidelijk is of een leerling de volgende dag ook nog ziek is en dat wel blijkt te zijn, moet de volgende dag opnieuw worden gebeld. Als de leerling weer beter is, geven ouders altijd een briefj e mee waarin staat dat hun kind weer beter is. De leerling levert (op de dag van terugkomst!) het briefj e in bij de receptie of deponeert het in de brievenbus in de hal.

Als de leerling op school ziek wordt, moet deze zich vóór het verlaten van de school bij de receptie afmelden. Bij terugkeer op school moet de leerling wel het door ouders ingevulde gele briefj e inleveren dat de leerling bij zijn afmelding aan het loket heeft ontvangen.

In geval van absenties die vooraf bekend zijn (bijvoorbeeld doktersbezoek), moet de absentie bij voorkeur vooraf gemeld worden met een briefj e van ouders.

Een verzoek voor bijzonder verlof kan een week voor het verlof schriftelijk bij de conrector worden inge diend. Deze besluit of dit verlof ook wordt verleend en zorgt er voor dat het verlof administratief wordt verwerkt. Formulieren hiervoor kunt u vinden op de website.

Ten aanzien van de gymnastieklessen geldt de volgende regeling: als een leerling om gezondheidsrede nen niet deel kan nemen aan de gymnastiekles, moet dit in een brief aan de gymnastiekdocent kenbaar worden gemaakt, eventueel vergezeld van een medische verklaring. De docent bepaalt of de leerling bij de les aanwezig moet blijven of dat deze een vervangende opdracht krijgt.

Spijbelen

Bij spijbelen is er altijd contact met de ouders, vindt een gesprek met de leerling plaats en wordt een sanctie opgelegd. Niet afwezig gemeld staat gelijk aan ongeoorloofd verzuim. Een leerling die ongeoor loofd heeft verzuimd, krijgt een mail op zijn leerling-account, van de verzuimcoördinator of de verzuim coördinator zoekt de leerling op. Voor de afdelingen brugklas en mavo loopt de absentenregistratie via de mentor en de coördinator. De leerling meldt zich voor de afh andeling van absenties in de stilteruim te. Als een leerling zich niet meldt in de stilteruimte legt de coördinator een sanctie op. Leerlingen die zich moeten melden in de stilteruimte moeten werken aan het huiswerk tenzij de surveil lant constateert dat een leerling hier misbruik van maakt of om andere redenen besluit de leerling ander werk te laten doen. Leerlingen kan ook opgelegd worden om te helpen bij corvee.

Bij herhaald spijbelen vindt er opnieuw een gesprek met de leerling en ouders plaats, wordt melding gedaan bij leerplicht, kan een leerling worden geschorst of kunnen er andere maatregelen worden genomen wanneer daartoe aanleiding bestaat. Dit ter beoordeling van de conrector.

Te laat komen

Het eerste lesuur begint om 08.15 uur. Dan moet de leerling dus gereed zijn om aan de les te beginnen.

Verwijdering uit de les

Uitgangspunt: het laten halen van een rode kaart is een middel om de leerling te doordringen van het feit dat hij/zij zich heeft misdragen in een les. Tevens dient de leerling zich bewust te zijn van de moge lijke consequenties bij herhaling. Een rode kaart dient gegeven te worden indien er sprake is van ernstig misdragen.

Docent afwezig

Wanneer een docent bij het begin van de les niet aanwezig is, blijven de leerlingen wachten bij het lo kaal. Na tien minuten gaan maximaal twee leerlingen bij de receptie vragen wat er moet gebeuren. N.B. Het verhaal dat de leerlingen na tien minuten weg mogen, is dus niet waar!

23

Missen van een proefwerk

Wanneer de leerling in de onderbouw weet dat hij/zij een proefwerk niet zal kunnen maken, meldt deze dat tevoren aan de docent. De docent bepaalt of en wanneer de leerling dat proefwerk moet inhalen. Uiteraard moet worden voldaan aan de regels over het minimum aantal proefwerken per jaar.

Voor het missen van toetsen in de bovenbouw gelden aparte regels; zie daarvoor het Programma van Toetsing en Afsluiting.

Roosterwijzigingen

Er dient rekening mee gehouden te worden dat door roosterwijzigingen in de loop van het jaar de lestijden zullen veranderen. De leerlingen in alle klassen moeten ervan uitgaan dat er lessen gegeven kunnen worden van 08.15 uur tot 16.35 uur (1e t/m 9e lesuur). Op de dinsdagmiddag zijn, als regel, de uren na het 7e lesuur niet ingevuld met lessen. Die uren zijn gereserveerd voor andere activiteiten die niet wekelijks plaatsvinden. Het is verstandig ook op die uren geen vaste afspraken buiten de school te maken.

Klassenavonden

Klassenavonden zijn avonden door de leerlingen van een klas georganiseerd voor leerlingen van die klas (geen introducés).

Klassenavonden worden op school gehouden. Voor buiten school georganiseerde avonden wenst de school geen verantwoordelijkheid te dragen, tenzij deze uitdrukkelijk door de rector aanvaard is, waarvan aan de ouders schriftelijk mededeling gedaan wordt. Klassenavonden worden georganiseerd in overleg met de klassenmentor. De klassenmentor is aanwezig gedurende de gehele klassenavond. Als de klassenmentor verhinderd is, kan in overleg met de klassenmentor een andere docent gevraagd worden aanwezig te zijn. Bij de gehele klassenavond is een docent aanwezig.

De schoolkrant

De schoolkrant is een blad dat gemaakt wordt door leerlingen en bestemd is voor de leerlingen. Het redactiestatuut: De redactie kent de naam van de schrijver indien deze meent anoniem of onder pseudoniem te moeten schrijven. De redactie is niet verplicht de naam aan derden bekend te maken. Artikelen die beledigend zijn voor personen die met de school te maken hebben (leerlingen, personeel, ouders, bestuur) worden niet geplaatst. Artikelen die discriminerend zijn met betrekking tot geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, nationaliteit e.d. worden niet geplaatst. Pornografi sche artikelen en afb eeldingen worden niet geplaatst.

24

Regeling externe schorsing en verwijdering van leerlingen in het openbaar voortgezet onderwijs: Schorsing

Een besluit tot schorsing wordt genomen door de conrector in overleg met de rector. De rector kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de betrokkene en aan de ouders, voogden of verzorgers van de betrokkene bekendgemaakt. De (con)rector stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Schorsing houdt door gaans het verbod tot toegang tot de school in.

Verwijdering op grond van bij herhaling overtreden van voorschriften en bij wangedrag

Wanneer een leerling bij herhaling de voorschriften van de school overtreedt dan wel zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag in of buiten de school (dit laatste voor zover dit in relatie staat met de eigen school) wordt de rector hiervan op de hoogte gesteld c.q. neemt de rector hiervan kennis. De rector besluit of de procedure “verwijdering leerlingen” wordt gestart. De schriftelijke neerslag van deze procedure ligt op school ter inzage.

Een leerplichtige leerling wordt pas defi nitief uitgeschreven wanneer een andere school bereid is gevonden de leerling in te schrijven.

Verwijdering op grond van onvoldoende vorderingen

Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd.

Aan het eind van het schooljaar geldt de regel zoals vermeld onder het kopje Doubleren in twee opeen volgende klassen van een afdeling van het onderdeel Onderwijs.

Communicatie

De ouders/verzorgers van de leerlingen worden zo goed en adequaat mogelijk op de hoogte gebracht van zaken rondom hun kind en de school.

Kosten voor excursies/werkweken, leermiddelen, ondersteunende leermiddelen en boeken.

De kosten voor werkweken, excursies en de verbruiksmaterialen voor de vakken worden door de ouders gedragen. Hetzelfde geldt voor ondersteunende leermiddelen zoals woordenboeken, atlas, rekenmachine en literatuur. De rector kan op verzoek van de betrokken ouders en na toetsing gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling verlenen. De boeken worden door school gratis uitgeleend. Ook de verzendkosten voor de levering van de boeken door Van Dijk Educatie worden niet in rekening gebracht. Kosten ten gevolge van tussentijdse wijzigingen zoals het overstappen naar een andere afdeling of een wisseling van vakken worden wel in rekening gebracht. Alle eventuele ontstane schade aan boeken wordt in mindering gebracht op nog aan wezige borg, anders worden deze in rekening gebracht.

Tegemoetkoming studiekosten

Het is mogelijk om in bepaalde situaties in aanmerking te komen voor tegemoetkoming in de studiekosten. Informatie hierover kunt u vinden in de folder van de OCW-DUO. Deze folder is te verkrijgen op school bij de decaan, of bij OCW-DUO via Internet: www.ocwduo.nl.

Inlichtingen over studiebeurzen en toelagen worden verstrekt door: Regionaal Steunpunt Studiefi nanciering tel. 050 – 5997755 Stichting Leergeld Amersfoort www.leergeld.nl/amersfoort T.A.A.M. Vermeulen, decaan tel. 033 – 4618845 Voor een overzicht van de medewerkers van Scholengemeenschap De Amersfoortse Berg, zie bijlage 4 25

Faciliteiten voor dyslectische leerlingen

1. Het centraal examen (CSE) Er wordt uitgegaan van de wettelijke regelingen m.b.t. het centraal schriftelijk examen. Bij het centraal examen wordt standaard voor op school aangemelde dyslectische leerlingen verlenging van examentijd aangevraagd. De leerling krijgt maximaal een half uur extra tijd per toets. Na toestem ming door de schoolleiding kunnen dyslectische leerlingen gebruik maken van hulpmiddelen. Een verkla ring van een erkende deskundige dient voor de betreff ende leerling onderbouwd aan te geven waaruit extra hulpmiddelen en faciliteiten dienen te bestaan. Voorbeelden van mogelijk toegestane hulpmidde len zijn onder andere een laptop, een leesliniaal, een daisyspeler en Kurzweil (of een ander softwarepro gramma dat tekst omzet naar spraak). De leerling draagt hier zelf zorg voor. Iedere dyslectische leerling moet, ook als de leerling al gebruik maakt van hulpmiddelen, voor 15 oktober van het examenjaar ken baar maken aan de examensecretaris van de school dat inzet van hulpmiddelen bij het centraal examen gewenst is.

Voor de praktische uitvoerbaarheid van bovenstaande moet de leerling ook met de mentor voor 15 okto ber overleg hebben gevoerd. Het betreft een interne toetsing waarbij de mentor, de betreff ende docen ten en de zorgcoördinator betrokken worden. De zorgbehoefte en de praktische uitvoerbaarheid worden hierbij meegewogen en uiteindelijk neemt de schoolleiding het besluit.

2.Het schoolexamen en voortgangstoetsen 3. 4. Ook bij het schoolexamen en voortgangstoetsen kunnen dyslectische leerlingen gebruik maken van facili teiten zoals onderstaand is beschreven.

A. 1. Bij toetsen die schriftelijk worden afgenomen: De faciliteiten die de school biedt staan grotendeels gelijk aan de faciliteiten waarvan op grond van de wettelijke regelingen bij het Centraal Schriftelijk Examen door de leerling gebruik gemaakt mag worden. tijdsverlenging bij toetsen: 20% van de vastgestelde toetstijd 2. toetsen hebben een puntgrootte 12 en lettertype Arial. Ingaande onderhavig protocol geldt dit voor alle toetsen en voor alle leerlingen en er is daarmee geen uitzondering meer voor leerlin gen met dyslexie. Iedere leerling krijgt dus conform de wettelijke regelingen bij het CSE bij elke toets hetzelfde toetspapier. Indien lettertype Arial in redelijkheid niet mogelijk blijkt, dan zal een zoveel als mogelijk alternatief worden geboden in overleg met de schoolleiding en voor de toetsen die (nog) niet in Arial 12 zijn, wordt in overleg met de betreff ende dyslectische leerling een oplossing gezocht.

aangepaste beoordeling van spelfouten in het geval er specifi ek op spelling wordt getoetst. N.B. Spelfouten tellen in het CSE in beperkte mate wel mee!!

gebruikmaking van hulpmiddelen voor dyslectische leerlingen voor zover die ook bij het CSE onder voorwaarden worden toegestaan. De leerling draagt hier zelf zorg voor. Voorbeelden zijn: een laptop, een reading pen, een daisyspeler en Kurzweil. De noodzaak van het gebruik van het extra hulpmiddel moet worden ondersteund door een verklaring van een erkende deskundige.

2. B. 1. Bij toetsen die digitaal worden afgenomen: De faciliteiten die de school biedt staan gelijk aan de faciliteiten waarvan op grond van de wettelijke rege lingen bij het Centraal Schriftelijk Examen (CSE) door de leerling gebruik gemaakt mag worden. Tijdsverlenging bij toetsen: 20% van de vastgestelde toetstijd Indien uit een verklaring van een erkende deskundige blijkt dat de leerling door een zeer ernstige beperking, mede gekoppeld aan dyslexie, niet goed kan omgaan met het toetsen per computer, dan zal in overleg met de schoolleiding naar een passende oplossing worden gezocht. In het algemeen zal er dan sprake zijn van meer beperkingen dan alleen dyslexie. Het streven zal in dit geval zijn zoveel als mogelijk digitaal te toetsen doch met gebruik van ondersteunende hulpmiddelen of aanpassingen. 26

Begeleiding dyslexie: De mentor bespreekt met enige regelmaat de vorderingen van de dyslectische leerling. Daarnaast inventariseert hij of zij de behoefte aan hulp en draagt hij of zij er zorg voor dat de leerling kan beschikken over een faciliteitenpasje. De leerling kan op vertoon van deze kaart gebruik maken van de faciliteiten die voor hem of haar van toepassing zijn. Regeling m.b.t. ontheffi ng 2e vreemde taal: Voor informatie over deze zeer bijzondere regeling wende men zich tot de verantwoordelijke conrector.

27

Protocol pesten

Plagen of pesten?

We plagen allemaal wel eens of we worden geplaagd. Plagerijen zijn niet kwaad bedoeld. Plager en geplaagde zijn aan elkaar gewaagd; ze houden elkaar over en weer voor de gek. Bij pesten ligt het anders. Tussen pester en gepeste is dit evenwicht er niet. De pester heeft de overmacht. Pesten gebeurt vaak in groepsverband. Pesten kan lichamelijke en psychische klachten veroorzaken en iemand voor het leven beschadigen. Het is een probleem van alle leeftijden.

Preventieve maatregelen

Elke mentor bespreekt aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en verwachtingen in de klas. In een mentorles wordt specifi ek aandacht aan het onderwerp “pesten” besteed.

Achtergronden van pestgedrag

De gepeste Pesters kiezen de kwetsbaarste in de groep als slachtoff er. Dit zijn vaak de kinderen die niet in staat zijn om voor zichzelf op te komen. Zij lopen dus meer risico. De gepeste wordt gepakt op diens zwakke plek (uiterlijk, accent, dik, slim, niet slim). Ook kan de gepeste “anders” zijn dan de groep. Slachtoff ers van pesten praten zelden uit zichzelf hierover, maar zwijgen houdt het pesten juist in stand. De pester maar “een grapje”. De pestkop pest meestal om onzekerheid te verbergen en macht te krijgen. Het kan zijn om de eigen frustraties af te reageren, uit onmacht of jaloezie. De pester voelt zich doorgaans niet schuldig; het is De omstanders Omstanders zijn voor een deel meelopers die zelf ook pesten en voor een deel kinderen die doen of ze niets merken. Dit, uit angst om zelf gepest te worden. Uit angst voor hun eigen veiligheid grijpen ze niet in, maar voelen zich wel schuldig hierover. Omstanders leggen de schuld regelmatig bij de gepeste zelf en zeggen dat hij of zij het zelf uitlokte.

Manieren van pesten

Met woorden • • • • • • • Belachelijk maken, uitlachen Kleineren, vernederen Schelden, bijnamen geven Roddelen Gemene briefj es, e-mails, sms-berichtjes Via internet Bedreigen Lichamelijk • • • Achterna lopen Klem zetten of opsluiten Trekken, duwen, schoppen, slaan Anders • • • Doodzwijgen of buitensluiten bij gesprekken of activiteiten Spullen aftroggelen of geld afpersen (Dierbare) bezittingen afpakken of vernielen Pesten is onacceptabel. Wij nemen bij signalen m.b.t. pesten onze waarden respect, veiligheid en verantwoordelijkheid in acht.

28

Signalen

De volgende signalen kunnen er op wijzen dat een kind wordt gepest: • • • • • • • • • • • • Niet meer naar school, sportclub of vereniging willen, uitvluchten verzinnen Niets meer vertellen over school Geen klasgenoten meer mee naar huis nemen Slechte prestaties leveren Niet betrokken worden bij groepswerk op school In de pauze veel alleen staan Slaapproblemen, nachtmerries, bedplassen Concentratieproblemen Somber, futloos of teruggetrokken gedrag Lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid, overgeven Spontane huilbuien Blauwe plekken • Beschadigde of kwijtgeraakte spullen.

Vakdocenten en het OOP hebben een signalerende functie. Wanneer zij een vermoeden van pesten heb ben dan wordt van hen verwacht dat zij melding doen bij mentor of conrector om hulp en overleg in gang te zetten.

Stappenplan na een melding van pesten

De mentor • Wanneer pesten plaatsvindt in klassenverband, dan praat de mentor eerst met de gepeste en later met de pester apart. Vervolgens praat de mentor met beide leerlin gen en probeert tot goede afspraken te komen. De mentor gebruikt hierbij bij voorkeur de ‘No Blame’ methode. De mentor licht de ouders in van de gepeste en de pesters.

• Indien het meerdere pesters betreft kunnen z.g. neutrale leerlingen hierbij betrokken worden.

• • • • Eventueel volgt een groepsgesprek.

De mentor bespreekt de verwachtingen en consequenties.

De mentor praat zo nodig met de klas.

Indien het probleem zich herhaalt, meldt de mentor het gedrag aan de afdelingsleider van de betreff ende leerling(en). De mentor overhandigt het dossier met daarin de ge beurtenissen, gemaakte afspraken en een inschatting van het sociaal gedrag van de gepeste.

De coördinator of conrector • • • • • • • De coördinator of conrector neemt de rol van de mentor over wanneer het pest gedrag zich herhaalt en/of wanneer het pesten het klassenverband overstijgt.

De coördinator of conrector houdt zo nodig gesprekken met alle betrokkenen.

In contact met de gepeste wordt gekeken of hij/zij sociaal gedrag vertoont waardoor hij/ zij een gemakkelijk doelwit vormt voor pesters.

Indien dit het geval is, wordt contact opgenomen met de zorgcoördinator voor een eventuele doorverwijzing voor een SoVa training. In dit geval wordt altijd contact met de ouders opgenomen. Ook de pester kan advies voor doorverwijzing krijgen.

De coördinator of conrector neemt eventueel disciplinaire maatregelen om het pestgedrag te stoppen. De zorgcoördinator kan door mentor of coördinator of conrector ingeschakeld worden.

De coördinator of conrector koppelt alle informatie terug naar de mentor.

29

Protocol digitaal pesten

Pesten is van alle tijden. Bij digitaal pesten of cyberpesten heeft het terrein zich alleen verplaatst naar internet. Veel kinderen hebben ervaring met digitaal pesten. Door het bespreekbaar maken, kan er meer begrip ontstaan tussen pesters en kinderen die gepest worden. Het gevaar van digitaal pesten is dat de interpretatie niet altijd goed overkomt. Maar vooral: eenmaal op internet geplaatst is altijd op het internet!

Digitaal pesten is onacceptabel. Wij nemen bij signalen m.b.t. pesten onze waarden: respect, veiligheid en verantwoordelijkheid in acht.

Preventieve maatregelen

Elke mentor bespreekt ergens aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en verwachtin gen in de klas. In een mentorles wordt specifi ek aandacht aan het onderwerp “digitaal pesten” besteed. Er wordt een klassencontract opgesteld waarbij er met de klas duidelijk afspraken worden gemaakt (zie voorbeeld in de bijlage).

Achtergronden van pestgedrag

De gepeste De kinderen die gepest worden, zijn vaak kwetsbare kinderen uit de groep. De gepeste maakt meestal deel uit van de “vriendengroep” waarin ook de pesters zich bevinden. Om niet buiten de sociale groep te vallen geeft de gepeste over het algemeen veel informatie over zichzelf. Dit is vaak intieme informatie waarbij de gepeste zichzelf soms letterlijk bloot geeft. De pester De pester pest meestal om onzekerheid te verbergen en macht te krijgen. Het kan zijn om de eigen f rustraties af te reageren, uit onmacht of jaloezie. De pester voelt zich doorgaans niet schuldig; het is maar “een grapje” en overziet de consequenties van het handelen niet. De sociale groep Reageren is op internet zeer laagdrempelig. Met het indrukken van een toets kan al een mening worden ondersteund. Hierbij wordt vaak niet nagedacht over de consequenties. Hierdoor kan de olievlekwerking van een negatief bericht zeer groot zijn.

Manieren van digitaal pesten Signalen

• • • • • Het verspreiden van fi lmpjes Het verspreiden van foto’s Het plaatsen van nare opmerkingen Schelden Bedreigingen Specifi ek voor online pesten: • • • Dwangmatig online zijn Veel intieme informatie geven Intensief gebruik Hyves/Facebook/Twitter/MSN Let op: Kinderen die online worden gepest worden ook vaak offl ine gepest! 30

Leerlingenstatuut Algemeen

Begrippen In dit statuut wordt bedoeld met: leerlingen ouders leraren bestuur leerlingenraad oop directie/schoolleiding behartigt : ouders, voogden, feitelijke verzorgers : alle leerlingen die op De Amersfoortse Berg staan ingeschreven : personeelsleden met een onderwijstaak : personeelsleden met een andere taak dan onderwijsgevenden : de rector en conrectoren : bestuur van de Onderwijsgroep Amersfoort : een uit en door leerlingen gekozen groep, die de belangen van leerlingen medezeggenschapsraad : de raad als bedoeld in art.4 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs Procedure Het leerlingenstatuut wordt door de leerlingenraad opgesteld. Deze legt het ter bespreking voor aan de medezeggenschapsraad. Na goedkeuring wordt het aan het bestuur voorgelegd.

Geldigheidsduur Elke geleding kan bij de leerlingenraad voorstellen doen tot wijzigingen in het statuut. Die brengt deze voorstellen in de Medezeggenschapsraad.

Toepassing Het leerlingenstatuut is bindend voor alle geledingen genoemd met uitzondering van het bestuur.

Publicatie Het statuut ligt ter inzage op school bij de schoolleiding en bij de voorzitter van de leerlingenraad. Het is ook op de website te zien. 3.

Regels betreff ende het onderwijs

1. Het geven van onderwijs Leraren zijn verplicht behoorlijk onderwijs te geven. Het gaat hierbij om presentatie en uitleg van de leerstof en goede coördinatie tussen verschillende vaksecties over de te behandelen lesstof.

Als een onderwijsgevende naar het oordeel van een leerling of groep leerlingen zijn taak niet op 2. verantwoorde wijze vervult, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de schoolleiding.

Het volgen van onderwijs Van de leerlingen wordt verwacht, dat zij zich inspannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. Daartoe behoort het zich op de juiste wijze voorbereiden op de les, o.a. door het maken van huiswerk en het bij zich hebben van de juiste boeken en materialen. Een leerling die de goede voortgang van een les verstoort, kan verplicht worden de les te verlaten.

Onderwijstoetsing Een leerling heeft het recht van te voren te weten, hoe het cijfer van een te maken toets meetelt bij het berekenen van het rapportcijfer. Een toets die voorbereiding behoeft en de leerstof van meer dan één les omvat, moet tenminste één week van te voren zijn opgegeven. De vorm waarin een toets wordt gegeven, moet voor de leerling herkenbaar zijn en van te voren aan de leerling worden meegedeeld. De leraar kijkt een toets binnen tien werkdagen na. Voor een werkstuk geldt een termijn van zes weken. Een leerling heeft recht op nabespreking van een gemaakte toets. Een volgende toets mag pas gegeven worden nadat de voorgaande is besproken, indien deze betrekking heeft op dezelfde stof.

31

4. 5. Een leerling heeft altijd het recht op inzage in een door hem of haar gemaakte toets. Een leerling mag beschikken over een door hem of haar gemaakte toets, tenzij deze tot het (school)examen behoort. Wanneer een leerling wenst te beschikken over het gemaakte werk kan de docent beslissen een kopie van het werk te verstrekken en het origineel te bewaren.

Gemaakt werk voor het (school-)examen wordt niet ter beschikking van de leerling gesteld.

De normen van de beoordeling worden meegedeeld en zo nodig toegelicht. Wie het niet eens is met de beoordeling van een toets, de normen in aanmerking genomen, tekent eerst bezwaar aan bij de betreff ende onderwijsgevende. Is de reactie van deze niet bevredigend, dan wendt de leer ling zich tot de eigen conrector.

a. Toetsen kunnen niet zomaar tussentijds worden verplaatst.

b. Alle behaalde cijfers dienen voor de laatste proefwerkweek in Magister te zijn vermeld.

Vrijheid van meningsuiting

De in de grondwet en internationale verdragen vastgestelde vrijheid van meningsuiting wordt door iedereen gerespecteerd.

Wie zich in woord en/of geschrift beledigd voelt, kan een klacht indienen. Er is een mededelingenbord waarop leerlingen, leerlingenraad en andere leerlingenorganisaties mededelingen van niet-commerciële en niet-politieke aard kunnen ophangen. Deze mededelingen mogen niet kwetsend zijn voor anderen.

Bijeenkomsten

De in de grondwet en internationale verdragen vastgestelde vrijheid van vergadering wordt door ieder een gerespecteerd.

De directie van de school mag niet zonder gegronde reden een bijeenkomst van leerlingen verbieden.

Anderen (onderwijsgevenden, directieleden en ouders) worden alleen toegelaten op een vergadering van leerlingen met toestemming van deze leerlingen.

De directie is verplicht voor een bijeenkomst van de leerlingenraad een ruimte ter beschikking te stellen, binnen de feitelijke mogelijkheden van de school, behalve als er gegronde redenen voor weigering zijn.

De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten en kunnen aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade.

Leerlingenraad

Aan de leerlingenraad (L.R.) wordt zo mogelijk een vaste ruimte ter beschikking gesteld en in ieder geval, indien nodig, een afsluitbare kast.

Voor activiteiten van de L.R. worden drukfaciliteiten ter beschikking gesteld. Activiteiten van de L.R. kun nen, indien nodig, tijdens de lesuren plaatsvinden. Leden van de L.R. kunnen voor hun vergaderingen in incidentele gevallen, na toestemming van de conrector, vrij krijgen.

De begeleidend docent is de heer Reijneker ([email protected])

Leerlingenregistratie

Op 1 september 2001 is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van kracht geworden. Ieder heeft het recht om te weten wat er met zijn persoonsgegevens gebeurt, mag de eigen gegevens inzien en cor rigeren.

Iedere school is wettelijk verplicht om een leerlingenadministratie te voeren, waarin gegevens omtrent de leerling en zijn/haar ouders zijn opgenomen. In het belang van de leerling kunnen in bepaalde gevallen gegevens doorgegeven worden aan externe instanties, zoals de Werkgroep Uitgebreide Leerlingenzorg (WUL) en Trajectbureau Onderwijs Eemland.

32

Er is op school een leerlingenregistratie, die onder verant woordelijkheid van de directie staat. De directie wijst een administratief medewerker aan, die verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer hiervan.

Daarnaast bestaat een persoonlijk dossier voor elke leerling, waarin gegevens opgenomen zijn, die te maken hebben met het totale functioneren van de leerling op school.

Voor inzage in het digitale leerlingendossier wordt aan de leerlingen en ouder(s) een inlognaam en wachtwoord verstrekt.

Voor nadere informatie over de Wet bescherming persoonsgegevens kunt u zich richten tot het bestuursbureau.

Ordereglement

De directie stelt een ordereglement op en legt dit ter instemming voor aan de Medezeggenschapsraad (M.R.). Iedereen is verplicht orderegels na te leven. Het beleid met betrekking tot maatregelen, ook disciplinaire, tegen ongeoorloofde afwezigheid van leerlingen wordt door de directie vastgesteld. Een voorstel daartoe wordt aan de M.R. voorgelegd. Leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster, tenzij andere regelingen zijn getroff en. Tijdens pauzes, roostervrije uren en lesuitval zijn de leerlingen niet verplicht op school te blijven of de school te verlaten. Brugklasleerlingen daarentegen mogen het schoolterrein niet verlaten onder schooltijd, behalve als zij naar de sportvelden moeten fi etsen . Een leerling kan bij de coördinator in beroep gaan tegen een aan hem of haar opgelegde straf. De volgende instantie is de schoolleiding. De leerling kan tegen een straf die opgelegd is door de di rectie in beroep gaan bij het Bestuur. Bij het opleggen van de straf dient er een zeker verband te bestaan tussen de aard van de overtreding en de straf. Ook moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de zwaarte van de straf en de overtreding. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt.

Kleding

De leerlingen worden geacht zich zodanig te kleden dat het leerproces niet belemmerd wordt en een goede communicatie tussen docent en leerling kan plaatsvinden.

Goederen

Waardevolle goederen en sieraden die in verband met de veiligheid niet mogen worden gedragen tijdens de les lichamelijke opvoeding bergt de leerling op in zijn of haar kluisje. De school behoudt zich het recht voor kluisjes te controleren. In bijzondere gevallen kunnen deze goederen ter bewaring worden gegeven aan de docent lichamelijke opvoeding. Deze is echter niet verantwoordelijk voor deze goederen, ook niet in geval van diefstal of vernieling.

Kluisjes

Van de leerling wordt verwacht, dat hij/zij op een ordelijke manier met zijn/haar kluisje omgaat. Bescha digingen kunnen in rekening worden gebracht. Bij een vermoeden van misbruik behoudt de school zich uitdrukkelijk het recht voor kluisjes te controleren.

ORDEREGLEMENT VOOR LEERLINGEN

De school gaat met haar leerlingen op weg door het stimuleren van beschaafd gedrag, respect hebben voor en luisteren naar elkaar en het naleven van regels. De school is in zekere zin een samenleving in het klein. Daarbij hoort dat er een normstellend kader is en dat de vastgestelde regels worden gehandhaafd en nageleefd door het management, de medewerkers en de leerlingen van de school.

33

Mediaprotocol

Uitgangspunt van het mediaprotocol zijn de algemeen geldende waarden en normen op onze school. Daarnaast en in samenhang hiermee wordt er van uit gegaan dat de gedragsregels in de mediatheek, computerlokalen etc. niet afwijken van de gedragsregels in de lokalen. Dit betekent concreet dat onder de schoolregels ook de volgende afspraken vallen: Gamecomputers, i-pods, mobiele telefoons en aanverwante apparatuur moeten in lokalen en studieruimtes (onder andere de mediatheek) uitgeschakeld zijn. Een uitzondering kan worden gemaakt als, met goedkeuring van de docent of surveillant, deze apparatuur ten behoeve van het onderwijs wordt gebruikt. Nergens in het schoolgebouw of de directe omgeving mogen boxen worden aangesloten op deze apparatuur.

Gamecomputers, i-pods, mobiele telefoons en aanverwante apparatuur moeten tijdens afname van toetsen, voordat de toets wordt uitgereikt, uitgeschakeld zijn en in de tas zitten. Als op welke manier dan ook blijkt dat de apparatuur niet uitgeschakeld en/of zichtbaar is, wordt dat aangemerkt als mogelijke fraude en wordt de toets ongeldig verklaard c.q. het cijfer 1 toegekend. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de schoolleiding foto’s of fi lmpjes te maken in en rondom het schoolgebouw of te publiceren op bijvoorbeeld het internet. Voor het gebruik van computers geldt dat deze alleen mogen worden gebruikt voor schoolwerk. Dit moet aantoonbaar zijn bij en verifi eerbaar door de docent of begeleider. In het bijzonder: niet chatten, geen sekssites, geen games, geen software installeren en geen fi lms, muziek en dergelijke downloaden. Eventuele sancties kunnen variëren van het innemen van apparaten voor een of meerdere dagen tot en met schorsing en in het uiterste geval verwijdering, dit laatste ter beoordeling van de rector.

Alcohol/Drugs etc.

De Amersfoortse Berg is sinds juni 2012 offi cieel een alcoholvrije school. Dat betekent dat er bij geen enkele gelegenheid dus ook niet bij de schoolfeesten alcohol wordt geschonken. Ook geldt dat leerlin gen die voorafgaand aan een activiteit elders alcohol hebben gebruikt de toegang tot het schoolfeest en dergelijke ontzegd wordt. Bovendien is het onderstaande reglement van toepassing.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder: a. b. c. De school: De Amersfoortse Berg; Leerlingen: alle leerlingen van De Amersfoortse Berg; Personeel: al het personeel van De Amersfoortse Berg;

Artikel 2: Regels

1. Alcohol a. b. c. Het in bezit hebben, het onder invloed zijn of het drinken van alcohol is tijdens schooltijd en tijdens leerling-gerelateerde activiteiten (dus ook ouderavonden) verboden voor leer lingen en personeel.

Na schooltijd is het voor leerlingen verboden in de school of op het schoolterrein alcohol in bezit te hebben of te drinken; Na schooltijd is het voor personeel verboden in de school of op het schoolterrein alcohol te drinken in het bijzijn van leerlingen; 2. Drugs a. Het in bezit hebben, het onder invloed zijn en het gebruiken van drugs is tijdens school tijd en tijdens activiteiten waaraan leerlingen deelnemen verboden voor leerlingen en personeel.

b. c. Na schooltijd is het voor leerlingen verboden in de school of op het schoolterrein drugs in bezit te hebben of te gebruiken; Na schooltijd is het voor personeel verboden in de school of op het schoolterrein drugs te gebruiken in het bijzijn van leerlingen; 3. Roken is te allen tijde verboden in school en op het gehele schoolterrein voor zowel gasten, leerlingen als personeel.

34

Artikel 3: Handhaving

a. b. De school zorgt voor handhaving van dit reglement; Daartoe is het de school toegestaan gebruik te maken van alcoholtesters en drugstesters, het controleren van de inhoud van tassen, zakken en kluisjes.

Artikel 4: Maatregelen

a. b. Leerlingen, van wie wordt geconstateerd dat zij bovengenoemde regels m.b.t alcohol en drugs hebben overtreden, wordt een disciplinaire straf opgelegd. Dat kan inhouden: een interne schorsing (de leerling wordt dan de toegang tot de lessen voor enige tijd ontzegd), een externe schorsing (de leerling wordt de toegang tot de school voor enige tijd ontzegd) of een defi nitieve verwijdering van school. Voor deze maatregelen wordt verder verwezen naar de procedures “schorsing leerling” en “verwijdering leerling”.

Bij overtreding van bovengenoemde regels door een personeelslid, zal er een gesprek plaatsvinden met de rector, waarin de overtreding en de te treff en disciplinaire maatre gelen worden besproken.

Groepsvorming

In de schoolmaatschappij is sociale samenhang heel belangrijk. De school kent tal van activiteiten die gericht zijn op het vermogen van leerlingen zich sociaal en emotioneel goed te ontwikkelen: het brug klaskamp, tal van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, sportactiviteiten, projecten, excursies etc. In de context van sociale samenhang wil de school voorkomen dat leerlingen groepen gaan vormen op basis van taal, etnische achtergrond etc. Zij zouden daarmee andere leerlingen kunnen uitsluiten. Dergelijke groepsvorming kan ontstaan door, of in ieder geval als eff ect optreden bij het spreken van een andere taal dan Nederlands.

Veiligheid

De leerling gedraagt zich in, rond en in de directe omgeving van de gebouwen van De Amersfoortse Berg op een manier die niemand tot last is. Het is daarom verboden om: in, om of in de directe omgeving van de school te stoeien of te vechten in, om of nabij school te gooien met voorwerpen in de richting van mensen of gebouwen anderen te beledigen, lastig te vallen of te bedreigen (zowel fysiek als verbaal) grove taal te gebruiken aanstootgevende kleding te dragen (te beoordelen door de schoolleiding) in het bezit te zijn van wapens en alles wat daar volgens wettelijke regelingen onder verstaan kan worden vuurwerk bij zich te hebben of te (doen) ontsteken in en rondom de school goederen te verhandelen zich niet te houden aan opgelegde instructie met betrekking tot het werken met machines zich zodanig te gedragen dat er gevaar voor medeleerlingen en/of personeel van De Amersfoortse Berg ontstaat.

Overtreding kan leiden tot verwijdering van school. Dit ter beoordeling van de directie Er wordt altijd een verwijderingsprocedure opgestart in de volgende gevallen: eenleerling zich schuldig maakt aan diefstal een leerling verdovende middelen gebruikt, verhandelt of bij zich draagt een leerling in het bezit is van een wapen en alles wat daar volgens wettelijke regelingen onder verstaan kan worden.

35