Beantwoording schriftelijke vragen Groenlinks inzake GSM en UTS

Download Report

Transcript Beantwoording schriftelijke vragen Groenlinks inzake GSM en UTS

Postbus 74019
1070 BA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 252 4365
G e m e e n t e Amsterdam
Stadsdeel Zuid
Retouradres: Postbus 74019, 1070 BAAmsterdam
Fractie van GroenLinl<s
Datum
25 maart 2014
Betiandeld door
F.Nieuwenhiuis
Bijlage(n)
1
Kopie aan
deelraad stadsdeel Zuid
Onderwerp
Beantwoording vragen Groenlinks GSIVl en UTS antennes TA2014-000023
Geachte raadslid.
Op 18 februari heeft u schriftelijke vragen gesteld ten aanzien van UIVITS en GSM
antennemasten. In deze brief kunt u onze reactie op deze vragen lezen.
Inleiding
In uw brief schrijft u dat GroenLinks steeds meer signalen ontvangt van bewoners uit ons
stadsdeel over de negatieve stralingsinvloed van UMTS- en GSM-antennemasten op de
gezondheid van degenen die hier dichtbij wonen en/of werken. De risico's zullen in uw
ogen nog groter worden bij het uitrollen van het zwaardere 5G-netwerk (de 5de generatie
mobiele/draadloze netwerl<en) via nieuwe antennemasten en het opwaarderen van
bestaande antennemasten. Daarbij schrijft u dat de stralingslimieten in Nederland zeer
soepel zijn in vergelijking met andere landen. U heeft ons zeven vragen gesteld ten
aanzien van het beleid rond plaatsing, uitbreiding en opwaardering van UMTS- en GSMantennemasten in stadsdeel Zuid.
Voor de beantwoording van de vragen hebben wij advies ingewonnen bij de
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied alsmede informatie van de GGD Amsterdam
gebruikt.
Vraag 1
Wat is de meest recente beleidsnota, welk uitgangspunt is van het beleid van Zuid ten
aanzien van het plaatsen, het uitbreiden en het opwaarderen van UMTS- en GSMantennemasten in ons stadsdeel?
Antwoord 1
Stadsdeel Zuid heeft geen aanvullend lokaal beleid t.a.v. het plaatsen, het uitbreiden en
het opwaarderen van UMTS- en GSM antennemasten. Een eventuele plaatsing of
uitbreiding van antennes vindt plaats op basis van toetsing aan het Nationaal
Antennebeleid.
Internet: www.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
25 maart 2014
Pagina 2 van 6
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuid
Voor de plaatsing van antennes is in 2002 iiet Nationaal Antennebeleid opgesteld. Het
doel van dit beleid is het binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefnnilieu en
veiligheid stimuleren en faciliteren van voldoende ruimte voor antenne-opstelpunten.
Om er voor te zorgen dat netwerken voor mobiele communicatie snel gebouwd kunnen
worden, heeft de rijksoverheid er in het Nationaal Antennebeleid voor gekozen een groot
gedeelte van de antenne-installaties omgevingsvergunningvrij te maken.
Voor antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie die niet hoger zijn dan 5 meter
(gemeten vanaf de voet van de installatie) is geen omgevingsvergunning nodig voor de
bouwactiviteit en de planologische gebruiksactiviteit. Dit zijn bijvoorbeeld antennes voor
GSIVl en UMTS. Aan de vergunningsvrijheid van een deel van deze antennes zijn
aanvullende voorwaarden gesteld. Deze staan in het Antenneconvenant. Dit convenant is
een pakket aan afspraken tussen mobiele operators, de VNG, het ministerie van EZ en
ministerie van VROM.
Ook andere antenne-installaties zijn onder bepaalde voorwaarden
omgevingsvergunningsvrij voor de genoemde activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn kleine
schotelantennes, antennemasten voor C2000 (het communicatiesysteem voor
hulpverleningsdiensten) en de masten voor elektronische waarschuwing en alarmering bij
rampen, de zogenaamde WAS-masten en antenne-installatie van radiozendamateurs.
Voor antenne-installaties hoger dan 5 meter is een omgevingsvergunning voor de
activiteit bouwen nodig. De enige uitzondering hierop zijn de installaties voor het
communicatiesysteem G2000. Ook voor het bouwen van antenne-installaties kleiner dan
5 meter op gemeentelijke-, provinciale- en rijksmonumenten of in beschermde stads- of
dorpsgezichten is voor de activiteit bouwen van een bouwwerk een omgevingsvergunning
vereist.
In voormalig stadsdeel Oud-Zuid gold het beleidskader 'Antenne-installaties voor mobiele
telecommunicatie' dat op 28 juni 2000 was vastgesteld door de toenmalige stadsdeelraad,
in dit beleidskader waren richtlijnen opgenomen voor de plaatsing van antenne-installaties
op bouwkundig, stedenbouwkundig en welstandelijk gebied. Door het vaststellen van het
Nationaal Antennebeleid in 2002 heeft het destijds vastgestelde beleidskader van OudZuid aan kracht ingeboet en is daarom niet meer geactualiseerd.
Vraag 2
Is één van de doelstellingen binnen dit beleid om geen vergunningen af te geven voor
UMTS- en GSM-antennemasten op zogenaamde "gevoelige" bestemmingen, zoals
woningen, scholen, kinderdagverblijven, verzorgingshuizen, zwembaden, mede in het
kader van het zogenaamde "voorzorgsprincipe"?
Antwoord 2
Er gelden geen bijzondere regels voor de plaatsing van antennes op zogenaamde
'gevoelige' bestemmingen.
Internationaal zijn er op basis van wetenschappelijke informatie blootstellingslimieten voor
elektromagnetische velden vastgesteld. Deze limieten zijn door de Europese Unie
aanbevolen en worden door de Nederlandse overheid gehanteerd. De
blootstellingslimieten (referentieniveaus) bieden bescherming tegen de wetenschappelijk
bewezen negatieve effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden: het
opwarmingseffect. Ze geven de maximale waarden aan waaraan iemand blootgesteld
mag worden gedurende 24 uur per dag, zijn hele leven lang.
Internet: vwvw.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
2
25 maart 2014
Pagina 3 van 6
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuid
Blootstellingslimieten kunnen worden vertaald in afstanden ten opzichte van de antenneinstallaties voor mobiele telecommunicatie. Dit betreft afstanden voor, onder en achter de
antenne, waarbinnen de limieten kunnen worden overschreden. Het gebied binnen deze
afstanden mag niet voor het algemeen publiek toegankelijk te zijn.
In het Antenne-convenant is afgesproken dat de limieten niet overschreden mogen
worden op vrij toegankelijke plaatsen en aan de buitenkant van een woning (bij het
zogenaamde gebouwcontour). Een antenne-installatie wordt altijd zo opgesteld dat
mensen niette dicht bij een antennepaneel kunnen komen. Hierdoor worden op de plek
waar mensen wonen de blootstellingslimieten niet overschreden. Alleen heel dichtbij een
antenne-installatie worden de blootstellingslimieten overschreden. De algemene stelregel
voor antenne-installaties voor mobiele telefonie is: er is kans op overschrijding van de
blootstellingslimieten voor het algemene publiek tot drie meter direct vóór een
antennepaneel en tot een halve meter direct onder het paneel.
Het "voorzorgsprincipe" is een principe uit de Europese milieuwetgeving en geldt ook in
Nederland. Het moetworden toegepast als er sterke aanwijzingen zijn dat een ingreep,
bijvoorbeeld het plaatsen van antenne-installaties, ernstige effecten heeftop het milieu of
onze gezondheid.
Zolang de hierboven beschreven blootstellingslimieten niet worden overschreden, zijn er
geen aanwijzingen dat de elektromagnetische velden van antenne-installaties ernstige
effecten op de gezondheid hebben. Daarom wordt in het Nationaal Antennebeleid het
voorzorgsprincipe bij antenne-installaties niet gehanteerd. Er gelden dus geen bijzondere
regels voor de plaatsing van antennes op zogenaamde "gevoelige" bestemmingen.
Vraag 3
In welke mate hebben bewoners en werkers nabij te plaatsen, uit te breiden en/of op te
waarderen UMTS- en GSM-antennemasten, instemmingsrecht hierop?
Antwoord 3
In het Antenneconvenant is het instemmingsrecht van bewoners van een woongebouw
geregeld door een instemmingsprocedure. De instemmingsprocedure is ingesteld om
huurders van een woongebouw te informeren en te betrekken bij de besluitvorming
omtrent het plaatsen van een antenne-installatie voor mobiele telecommunicatie (GSM en
UMTS). Bijvoorbeeld om overlast te voorkomen van monteurs die zo nu en dan door het
gebouw lopen. Het voorkomen van negatieve effecten op de gezondheid is door de
rijksoverheid gewaarborgd door de gehanteerde blootstellingslimieten.
Als een antenne-installatie voor mobiele telecommunicatie (GSM en UMTS) op het dak
wordt geplaatst van een woongebouw met bewoners met een individueel huurcontract en
de mast is niet hoger dan vijf meter, moet naast de toestemming van de eigenaar door de
operator een instemmingsprocedure gestart worden onder de bewoners. Per huisadres
wordt een instemmingsaanvraag verstuurd, ongeacht het aantal bewoners op dit adres.
Als meer dan de helft van de huisadressen aangeeft bezwaren te hebben tegen de
plaatsing, mag de installatie niet omgevingsvergunningvrij worden geplaatst. Deze
procedure is in lijn met de bezwaren- en beroepsprocedure van bijvoorbeeld
bouwvergunningsaanvragen: iemand die bezwaren heeft moet actie ondernemen en zijn
protest kenbaar maken.
Voor werkers in (kantoor)gebouwen geldt overigens geen instemmingsprocedure.
Voormalig stadsdeel Oud-Zuid heeft na een expertmeeting in 2006 een brief verstuurd
naar het Ministerie om te verzoeken dat bewoners van verzorgingstehuizen gelijk gesteld
worden met huurders met huurovereenkomst en aandacht te vragen voor de rechtspositie
van bewoners van belendende woningen, die ook niet onder de instemmingsprocedure
vallen.
Internet: www.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
3
25 maart 2014
Pagina 4 van 6
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuld
Voor antenne-installaties waarvoor wél een omgevingsvergunning noodzal<elijl< is, moet
een belangenafweging gemaakt worden. De toelichting van de invoeringswet Wabo geeft
aan dat een ontheffing binnen de reguliere voorbereidingsprocedure weliswaar niet meer
ter inzage hoeft worden gelegd, maar geeft ook aan dat art. 4.7 en 4.8 van de Awb wel
van toepassing zijn. Hierin staat het volgende:
•
Artikel 4:7: 'Voordat een bestuursorgaan een aanvraag tot het geven van een
beschikking geheel of gedeeltelijk afwijst, stelt het de aanvrager in de gelegenheid zijn
zienswijze naar voren te brengen indien de afwijzing zou steunen op gegevens over
feiten en belangen die de aanvrager betreffen, en die gegevens afwijken van
gegevens die de aanvrager ter zake zelf heeft verstrekt.'
•
Artikel 4:8: 'Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een
belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting
bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zijn
zienswijze naar voren te brengen indien de beschikking zou steunen op gegevens
over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en die gegevens niet door
de belanghebbende zelf terzake zijn verstrekt.'
Belanghebbenden die niet in de gelegenheid zijn gesteld om hun zienswijze in te dienen
kunnen nu alleen nog maar bezwaar maken tegen de verleende beschikking, waarna de
beschikking open staat voor beroep.
De gemeente is verplicht alle aanvragen voor omgevingsvergunningen bekend te maken
in een eigen blad of een lokale krant (bijvoorbeeld een Huis-aan-Huiskrant).
Wanneer een uitbreiding van een antenne-installatie plaats vindt op een bestaande
bouwvergunningsvrije antenne-installatie, is er geen instemming van de bewoners nodig.
De antenne-eigenaar gebruikt dan het reeds bestaande frame of de al aanwezige palen
om bijvoorbeeld een gsm-antenne uit te breiden met UMTS.
Als een mobiele operator een nieuwe paal of een nieuw frame opstelt voor een antenne,
is wel instemming vereist. Ook als een operator een antenne-installatie wil uitbreiden
waarvan hij zelf geen eigenaar is, is instemming nodig.
Vraag 4
Welke afspraken zijn er met de providers gemaakt over het plaatsen, het uitbreiden en het
opwaarderen van UMTS- en GSM-antennemasten in Zuid?
Antwoord 4
Er zijn geen afspraken gemaakt met providers over het plaatsen, uitbreiden en
opwaardenen van UMTS- en GSM antennemasten in stadsdeel Zuid. Wel wordt jaarlijks
door de providers, verenigd in de Mobiele netwerkoperatorsgroep (Monet) een
plaatsingsplan voor Stadsdeel Zuid vastgesteld. Dit plaatsingsplan geeft inzicht in de
spreiding van bestaande en zoekcirkels voor nog te bouwen antenne-opstelpunten ten
behoeve van mobiele communicatienetwerken in Stadsdeel Zuid. Het gaat hier uitsluitend
om de vergunningsvrije antenne-installaties. Betreffend plaatsingsplan ontvangt het
stadsdeel elk jaar. Conform de wens van voormalig stadsdeel Oud-Zuid wordt bij de
bespreking hiervan aangegeven dat het stadsdeel het wenselijk vindt als de antennes niet
bij gevoelige bestemmingen worden geplaatst. Geconstateerd kan worden dat in het
algemeen de providers zich daar goed aan hebben gehouden.
Vraag 5
Welke gevolgen zullen de zwaardere stralingsdoses van de nieuwe 5G-netwerken hebben
op het beleid ten aanzien van plaatsing, uitbreiding en opwaardering van UMTS- en GSMantennemasten in ons stadsdeel?
Internet: vwvw.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
4
25 maart 2014
Pagina 5 van 6
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuid
Antwoord 5
Uit wetenschiappelijl< onderzoel< blijkt dat de elektromagnetische velden die antenneinstallaties produceren een verwarmend effect hebben. Om te voorkomen dat ons lichaam
zo veel opwarmt dat dit effect heeft op de gezondheid, zijn blootstellingslimieten opgesteld
(zie ook antwoord 2). Op plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek kan men niet zo
dicht bij een antennepaneel komen dat de blootstellingslimieten worden overschreden.
Er is de laatste jaren discussie ontstaan over eventuele andere gezondheidseffecten dan
opwarming van het lichaam. Sommige mensen zijn bang dat diverse
gezondheidsklachten, zoals hoofdpijn, slapeloosheid en duizeligheid, veroorzaakt worden
door elektromagnetische velden van antennes. Regelmatig wordt er onderzoek gedaan
naar deze klachten in relatie tot antennes. Er zijn verschillende organisaties die de
onderzoeken op het terrein van antennes en gezondheid analyseren en beoordelen. Dit
zijn onder andere de Gezondheidsraad en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In
alle adviezen die van de Gezondheidsraad zijn verschenen, geeft ze aan dat
gezondheidseffecten op korte termijn van antennes niet zijn aangetoond.
Ook de GGD Amsterdam meldt hierover: "Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat hun
gezondheidsproblemen worden veroorzaakt door deze antennes. Zij hebben zeer
uiteenlopende gezondheidsklachten zoals hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieverlies.
Onderzoek heeft niet aangetoond dat de RF-EM-velden afkomstig van antennes deze
gezondheidseffecten kunnen veroorzaken."
Over gezondheidsklachten door langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden is
nog niet veel bekend, omdat de antennes er pas relatief kort zijn. Zowel de
Gezondheidsraad als de GGD Amsterdam geven aan dat deze klachten niet te
verwachten zijn. De sterkte van deze velden is in het algemeen zo laag dat
gezondheidsproblemen niet worden verwacht. Uit onderzoek naar effecten van andere
bronnen van radiogolven (zoals radio en tv zenders) blijkt geen verhoogde kans op lange
termijn gezondheidseffecten zoals kanker.
In beide gevallen geldt dat de blootstellingslimieten niet mogen worden overschreden. Om
overschrijdingen te voorkomen, zijn afspraken over de plaatsing van antenne-installaties
gemaakt in het Antenne-convenant. Antenne-installaties voor de nieuwe 5G-netwerken
zullen moeten voldoen aan de eisen met betrekking tot plaatsing, zoals vastgelegd in het
Antenne-convenant. Daardoor zal ook rond deze antennes de blootstellingslimiet niet
worden overschreden.
Vraag 6
Zijn er nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksuitkomsten op het gebied van de gevolgen
van straling vanuit UIVITS- en GSM-antennemasten in het algemeen en op de
gezondheidstoestand van de omwonenden van deze masten in stadsdeel Zuid in het
bijzonder?
Antwoord 6
De eventuele gevolgen van straling op de gezondheid zijn reeds onder antwoord 5
beschreven. Er zijn geen nieuwe onderzoeken bekend.
In voormalig stadsdeel Oud-Zuid is in 2006 een expertmeeting gehouden, waarin
uitgebreid is ingegaan op de effecten van UMTS- en GSM antennemasten in relatie tot de
volksgezondheid. Aan de orde zijn toen gekomen de uitkomsten van het uitgevoerde
Cofam 2 onderzoek in Zwitserland en het standpunt van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Uit het onderzoek in Zwitserland is gebleken dat
bij korte termijn blootstelling aan UMTS geen effecten op de volksgezondheid zijn waar te
nemen. De uitkomst van het Zwitsers onderzoek is in lijn met het standpunt van de WHO.
Internet: www.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
5
25 maart 2014
Pagina 6 van 6
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Zuid
Vraag 7
Hebben de onder punt 6 genoemde ontwii<l<elingen en onderzoel<suitl<omsten ertoe geleid
dan wel zullen die ertoe leiden, dat het beleid van plaatsing, uitbreiding en opwaardering
van UMTS- en GSM-antennemasten in stadsdeel Zuid wordt herzien?
Antwoord 7
Zoals reeds beschreven onder antwoord 6, zijn er geen nieuwe ontwikkelingen of
onderzoeken bekend die tot andere inzichten met betrekking tot plaatsing, uitbreiding en
opwaardering van UMTS- en GSM-antennemasten leiden. Deze activiteiten zullen dus
conform het Nationaal Antennebeleid worden getoetst.
Hoogachtend,
Het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid
Intemet: vwvw.zuid.amsterdam.nl
E-mail: [email protected]
6