Transcript Praktische informatie – ouderavond faculteit GMW Adres Faculteit

Praktische informatie – ouderavond faculteit GMW
Adres
Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Grote Kruisstraat 2/1
9712 TS Groningen
Routebeschrijving: www.rug.nl/staff/location/2211.
Parkeermogelijkheid
Er is zeer beperkt parkeergelegenheid aan de Grote Kruisstraat. Wij raden u aan uw
auto te parkeren in een van de 3 parkeergarages op loopafstand van de faculteit:
parkeergarage Circus aan de Korreweg, parkeergarage Boterdiep of parkeergarage
Ossenmarkt.
Huishoudelijke zaken:
Wanneer u de het Heymansgebouw binnenkomt, bevindt de kantine zicht recht voor
u. U kunt uw jas meenemen naar de kantine. Bij de zaal waar de opleidingsspecifieke
lezingen gehouden worden bevinden zich garderobes.
De toiletten bevinden zich direct links en rechts in de gangen van het
Heymansgebouw (begane grond en 1e t/m 4e etage) en in de nabijheid van de
collegezalen in het Muntinggebouw waar de presentaties worden gehouden (zowel
op de boven- als op de benedenverdieping). Vlakbij de grote collegezalen is het
aantal toiletten beperkt. Aan de andere zijde van het Muntinggebouw, te bereiken
via de glazen traverse, bevinden zich meer toiletten.
De faculteit
De faculteit GMW bestaat uit verschillende gebouwen. Psychologie is gehuisvest in het
Heymansgebouw, Sociologie in het Boumangebouw en Pedagogische Wetenschappen
in het Nieuwenhuisgebouw. In het Muntinggebouw bevinden zich een aantal
onderwijsruimtes, zoals de zalen waarin deze ouderavond plaatsvindt. Studenten
hebben daarnaast college in de Bloemstraat en op het Zerniketerrein.
faculteit gedrags- en
maatschappijwetenschappen
De Hortustuin
Achter het Heymansgebouw bevindt zich de Hortustuin. Deze botanische tuin werd
aangelegd door apotheker en medisch student Henricus Munting (1583-1658).
In 1626 kocht H. Munting van de stad Groningen 100 roeden (1420 m2) grond aan de
Roosenstraet. Dit stuk grond werd verder uitgebreid door een naastliggend tuintje te
huren, en later nog door een tweede stuk grond te kopen dat bijna tweemaal zo groot
was als de originele tuin. Het is niet duidelijk of dit deel ooit in gebruik genomen is
door Munting.
Door zijn liefde voor tuinen en planten heeft
Munting tijdens de eerste jaren van het bestaan van
de tuin kosten noch moeiten gespaard. In deze jaren
verzamelde en plaatste hij vele inheemse,
subtropische en tropische planten. Dit was mede
mogelijk door zijn vele connecties in het buitenland,
opgedaan tijdens reizen in zijn jeugd. Een goed
voorbeeld hiervan is een Arundo indica (een bonte
Bamboe of Bamboeachtige), een plant afkomstig van
de Caribische eilanden. Deze plant werd gezonden
door monsieur Robin uit Parijs, de zoon van een
kennis van Munting.
Zestien jaar lang verzorgde Munting zijn tuin zelf. In
1642 zocht hij steun bij de universiteit,
waarschijnlijk doordat de kosten steeds hoger
werden, of omdat hij zijn tuin wilde delen met
andere liefhebbers. De academici zagen al snel dat
de tuin een waardevolle toevoeging zou zijn voor de
universiteit. De universiteit begon dan ook hetzelfde
jaar nog met het subsidiëren van Muntings werk, in
ruil voor verleende diensten. In 1646 werd een catalogus gepubliceerd, onder de naam
‘Hortus en een medicinale schatkamer’.
In 1691 kwam de Hortustuin in bezit van de Rijksuniversiteit Groningen die het
omvormde tot Hortus botanicus, een tuin voor wetenschappelijk onderzoek.
In 1967 verhuisden de planten uit de tuin naar de Hortus Haren.
In de loop der jaren werd de tuin kleiner en veranderde van vorm, vooral door
nieuwbouw van de universiteit.
De tuin herbergt nog steeds veel soorten dieren en vooral planten, waaronder
verschillende soorten stinsenplanten, zoals de keizerskroon, daslook en de
winterakoniet.
Bron: In en om een botanische tuin, Hortus Groninganus 1626-1966
Auteur: Dr. Ch. H. Andreas
Publicatie: B.V. Erven B. van der Kamp 1976
2›2