Gemeente Almelo

Download Report

Transcript Gemeente Almelo

Geo-afdeling zoekt samenwerking en integratie
Almelo op weg naar plateau van rust
Door Remco Takken
Geodata integreren in NGdW, een enthousiast team
en een goed stappenplan bracht de Gemeente
Almelo in de voorhoede van de BAG en de BGT.
André Weeink, Hoofd van de GIS-afdeling van de Gemeente
Almelo, ziet vier onderwerpen die afstemming behoeven
met de gemeentelijke organisatie. Ten eerste: het afdeling
overstijgende karakter van geodata, ten tweede de processen
en organisatie die veranderen bij wetswijzigingen zoals die
van de BGT, ten derde de techniek, en tot slot de realisatie,
gegevensopbouw en het beheer. “Geo is leidend in verschillende processen. De BAG en de BGT zijn afdeling overstijgend.
Dat betekent dat onze geo-afdeling multidisciplinair moet
leveren, in plaats van ‘alweer zo’n wettelijke verplichting’
opvolgen. Bestuurders zien wel die kaarten, maar ze zien niet
wat er precies gebeurt om ze op orde te krijgen. Om het
bewustzijn te laten groeien, moet je echter wel ‘uit je hok’
komen en laten zien hoe en waarom het zo belangrijk is.
De techneuten blijven te vaak hangen in de techniek.
Neem de tijd!”
Langlopende visie
Wie het verhaal van Almelo in ogenschouw neemt, ziet
direct dat er een langlopende visie schuilgaat achter de
verschillende keuzes die zijn gemaakt. Al in 1999 werd door
Almelo een WOZ-kaart gerealiseerd. De aanschaf van NGdW
in 2005 zorgde voor een vroeg besef dat gegevensintegratie
technisch gezien mogelijk was, en praktisch gezien nuttig. Er
kwam een gegevenswoordenboek, de voorloper van de
huidige objectencatalogus. Vanaf de eerste geluiden over de
komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie,
verdiepte Almelo zich in de impact die deze verandering zou
gaan hebben op de bestaande processen. Rond die tijd
maakte Almelo deel uit van de eerste negentig gemeenten
van Nederland die de integratie van de Basisregistratie
Adressen en Gebouwen in de Grootschalige Basiskaart
hadden gerealiseerd.
Teamopbouw
Weeink benadrukt de zorgvuldige teamopbouw in zijn
gemeente. “We hebben hier een enthousiaste club en het is
zaak om dat enthousiasme te behouden. Je kunt het niet
alleen. Als er bij ons iemand ziek is, gaat het proces gewoon
door. We hebben een goede BGT-beheerder en hetzelfde geldt
voor de afdeling Openbare Ruimte.” In de jaren negentig was
er al de wens om de ICT-omgeving rondom Beheer Openbare
Ruimte (BOR) te integreren met de geo-afdeling, maar, zo
geeft Weeink aan: “De deur zat dicht. Om te beginnen waren
ze bang dat ze hun werk zouden kwijt raken. BOR en Geo
waren toen nog verschillende afdelingen: twee kantoren,
twee werelden. De BOR-afdeling besloot twee jaar geleden de
kaart af te nemen van geo. Dan moet je ze duidelijk maken
dat hun focus weer naar ‘buiten’ gaat, terug naar de kern van
hun vak. Met goede argumenten onderbouwen en gezamenlijk draagvlak creëren, daar gaat het om. Zo werd iedereen
langzaam voorbereid op de BGT.” Het project liep direct ‘na’
de integratie van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen
(BAG). De keuze voor het beheerpakket GBI van Oranjewoud
bracht het proces in een stroomversnelling. Dit pakket
‘communiceert’ en is ‘bewezen’, aldus Weeink. Zo kon er een
begin worden gemaakt om de bestaande Grootschalige
Basiskaart op te werken naar de toekomstige Basisregistratie
Grootschalige Topografie. Te beginnen met de groenvlakken.
Weeink: “BOR gaf aan waar de gegevens klopten en waar
niet, en zag dat de integratie van ‘Groen’ en ‘Grijs’ (wegbeheer)
goed verliep. Zo werd de kaart wijk voor wijk objectgericht.”
Massimiliano Bareman
en André Weenink:
“Een enthousiast
team en een goed
stappenplan”
Stappenplan
Weeink: “Het is belangrijk dat je je stappenplan goed
door­loopt. We beschikken dan over een landmeetkundige
organisatie waarmee we alles met onze eigen mensen
kunnen doen. En dus hebben we ook toegewerkt naar de
realisatie van een objectgerichte kaart.”
Kaart- en databeheer
Het toekomstscenario ziet er eenvoudig uit: het beheer zal
een kwestie zijn van ‘bijhouden’. Massimiliano Bareman,
Account Manager bij NedGraphics herkent dat: “Als je een­maal de top van de berg hebt bereikt en je data is op orde, dan
kom je uit op een plateau waar je rust krijgt.” De systemen
staan in het centrum van de verspreiding van de kaart­
objecten. De ‘regels’ bepalen of een mutatie wordt toegelaten
en de signalen van de basisregistraties gaan de systemen
in. Weeink is tevreden over de huidige gang van zaken:
“Een groot voordeel van het gebruik van NGdW is dat de
regelgeving voldoet aan de verwachtingen. Daar hoef je je
niet druk over te maken.”
Samenwerking
De Gemeente Almelo werkt ook samen met andere bronhouders van de BGT, zoals met het omringende waterschap
Regge en Dinkel. Weeink signaleert: “Ze hebben alles opnieuw
laten inmeten door een extern ingenieursbureau, maar het
is lastig voor ze om vlakken te genereren. Wij helpen ze
daarbij en maken de gegevens BGT-proof.” Uiteindelijk wil
men de BGT in de regio Twente gezamenlijk opbouwen en
beheren. “Op dit moment doen veertien gemeenten mee, er
is een stuurgroep, een projectgroep en er zijn werkgroepen.
Er wordt een gezamenlijk bestek opgesteld door betreffende
gemeenten. Dit bestek komt binnenkort op de markt, waarna
marktpartijen zich kunnen inschrijven. Weeink ziet het als
volgt voor zich: “We denken aan een ‘gemeenschappelijke
bak’ waar de BGT in gaat. Vanuit die centrale omgeving zal
de regionale BGT aangeleverd worden aan het SVB-BGT.
In Twente is de benodigde kennis en knowhow er gewoon.”
Toekomst
Wie de huidige BGT-kaart beziet, waar waterlopen daad­
werkelijk onder wegvakken doorlopen, ziet niet alleen een
systeem waarmee beheerkosten op een efficiënte manier
kunnen worden berekend. Een goede objectgerichte kaart
staat ook aan de basis van een toekomstige 3D-kaart.
Weeink denkt dat hiermee straks ook de faalkosten en het
doorrekenen van ontwerpvarianten voor nieuwbouw,
middels het BouwInformatieModel (BIM), zijn uit te zetten.
Het nieuwe stadhuis van Almelo is al in varianten gepresenteerd in een 3D-omgeving, waarbij omliggende hoogbouw
is meegewogen, het effect op de zon, schaduw en parkeren,
maar ook de groene omgeving en de BOR-kosten. Weeink
besluit met de woorden: “3D zegt een bestuurder zoveel
meer, maar uiteindelijk zal hij of zij vragen naar de beheerkosten en de mogelijke besparingen.” Het fundament voor
die informatie komt uit het centrale beheersysteem voor
de topografie van onze gemeente.