Verslag deelsessie Schiedam Ad Slooter

Download Report

Transcript Verslag deelsessie Schiedam Ad Slooter

LPB Expert Sessie 23 januari, Schiedam. Deelsessie Schiedam
Deelsessievoorzitter: Ad Slooter. Aantekeningen: Edwin Broekman
(enkele aanvullingen later toegevoegd door Schiedam en Eindhoven, n.a.v. vragen deelnemers)
Vragen uit de groep:
1. Hoe leg je de relatie met bestaande (bewoners)netwerken in de brede betekenis (dus ook
kerken, sportverenigingen e.d.)?
2. Wat houdt casemanagement in?
3. Hoe voorkom je het risico op ‘aanbodgericht werken’ bij sociale wijkteams, wordt een sociaal
team niet ook snel een nieuw geïnstitutionaliseerde laag?
4. Wie geeft sturing aan de signaalfunctie van het sociale wijkteam?
5. Hoe zorg je voor ‘matches’ bij het uitgangspunt ‘wederkerigheid’?
6. Is het wel reëel dat je winst kunt boeken door de professionele capaciteit op gezinnen met
meervoudige problematiek te verminderen, bijvoorbeeld vanuit eigenkracht/samenkracht?
Antwoorden of op de vragen / suggesties
Vraag 1
Kijk of je nieuwe technieken of methodieken kunt benutten, zoals de dienstencheque uit België.
Gewoon er op af, spreek mensen aan op straat of andere vindplaatsen
Blijf je netwerken ook onderhouden, blijf ook na een 1e contact zichtbaar
Zoek aansluiting bij bijvoorbeeld kerken of sportverenigingen die zich ontwikkelen tot brede
wijkvoorziening
Zet bewoners in hun kracht door hun denkcapaciteit in te zetten bij de evaluatie en doorontwikkeling
van de sociale wijkteams.
Vraag 2
(Eindhoven)
Allereerst noemen we het geen casemanagement. Daarnaast is de vraag lastig te beantwoorden
omdat dat wat een generalist doet heel breed is en niet vast ligt in modellen en nog zeker niet in
methodieken. De kern is dat je aansluit bij de vraag van de bewoner en samen op zoek gaat naar wat
nodig is en zinvol. Dat leidt dus altijd tot maatwerk.
Vraag 3
(Eindhoven)
Dit is elke dag weer een uitdaging. Het begint bij het eerste gesprek met een bewoner. We leggen
duidelijk uit hoe WIJeindhoven werkt, wat we verwachten van bewoners en hoe we ondersteuning
vorm geven. Eigen regie van bewoners is cruciaal en de generalist sluit hierbij aan. Het is van belang
je tempo aan te passen aan dat van de bewoner en de natuurlijke neiging tot hulpverlenen te
onderdrukken.
Vraag 4
In Eindhoven en Schiedam stuurt de gemeente, als onafhankelijke partij, de sociale teams aan.
(Eindhoven)
In Eindhoven geeft de gemeente sturing aan het transformatieproces, ofwel het inrichten van
WIJeindhoven. Dat is de periode tot het moment dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor de
decentralisaties. De positie van de teamleider is een hele belangrijke. Deze vertaalt dat wat in de
teams wordt opgehaald uit de buurt naar collectieve signalen.
Vraag 5
In Schiedam heb je een Servicepunt Vrijwilligers en op wijkniveau bijvoorbeeld Buurtkracht Oost
waar vraag en aanbod vanuit de wijk/stad bij elkaar wordt gebracht. Een casemanager of andere
professional of bewoner kan daar dus ook een vraag of signaal adresseren.
Eindhoven:
Door voortdurend coachen, casuïstiekbesprekingen en het samen optrekken door generalisten is er
uitwisseling van mogelijkheden mensen in te zetten op basis van wederkerigheid. Als je in je team
bespreekt wat je zoekt bij een “klant” roept er altijd wel iemand in het team : “Ik weet wel iemand
die dat kan”.
We willen een sociale marktplaats ontwikkelen waar vraag en aanbod samenkomen. Maar dat
ontwikkelen moet nauw aansluiten bij wat er is en waar energie zit. We willen niet iets optuigen
waar geen behoefte aan is. De praktijk is leidend.
Vraag 6
Zie antwoord op dilemma 3
Alleen het stellen van deze vraag vind ik al bijzonder. De vragensteller gaat ervan uit dat dit niet kan.
Iedereen heeft ergens die eigen kracht zitten. Soms duurt het wat langer voor je die aan kunt boren
of moet je belemmeringen wegnemen. Maar als je die eigen kracht aanboort en mensen pakken zelf
iets op wordt ook snel trots zichtbaar en daar groeien mensen van. Ze zijn soms verrast dat ze veel
meer kunnen dan ze zelf denken.
Dilemma’s
1. Hoe integraal is integraal? Betrek je het fysieke domein er ook bij (schoon, heel en veilig)?
2. En hoe breed is daarmee de rol van de casemanager gerelateerd aan zijn/haar beschikbare
capaciteit in uren?
3. Wordt het verwachte effect van eigenkracht/samenkracht niet overschat?
4. Hoe krijg je de professionele ondersteuning daar waar het echt nodig is?
5. We weten gewoon nog heel veel niet?
Dilemma 1
Een gemeente bepaalt zelf hoe breed de scope is bij integraliteit. Eindhoven kiest voor een brede
scope binnen het sociale domein (zorg, welzijn, sport, kunst en cultuur). Schiedam kiest voor een
‘opgave-gerichte’ aanpak (afbakening). De inrichting van de wijkondersteuningsteams (sociale teams)
is dus afhankelijk van waar in een wijk de grootste opgaven liggen. Dat verschilt dus per wijk.
Dilemma 3 en 4
Het zal een lastige opgave zijn om bezuinigingen op professioneel werk 1-op-1 te vervangen door
eigen kracht/samenkracht. Ervaringen in het land laten wel zien dat als je daar gericht op investeert
en een beroep op bewoners en hun omgeving doet, je resultaten boekt op de inzet van bewoners.
Kunnen ze dan iets zelf niet, wie in hun sociale netwerk kan dit dan opvangen? Dat vraagt wel een
goede manier van aanspreken. In Eindhoven blijkt dat de vraag “wie ben je, wat drijft je?” tot heel
andere gesprekken leidt, dan te beginnen met “wat is het probleem, wat is je probleem”?
De professionele inzet kan zich dan richten op mensen die zijn aangewezen op professionals.