Shopping mall Which shop?

Download Report

Transcript Shopping mall Which shop?

Jessie J
Niveau 3a | Song 11 | Lesson B
1
Shopping mall
Worksheet
read
Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen.
Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?
The Tower - Shopping mall
1 Bookshop
Blackwell’s
Waterstones
2 Clothes shop
H&M
Zara
New look
3G
ift shop
Joy gift shop
Gifts & more
6 Restaurant
4 Pharmacy
Lloyds
5 Post office
7 Shoe shop
Post office Warners
2
Which shop?
8 Sports shop
McDonald’s
Aroma Restaurant
Great Outdoors
JD Sport
9 Toy shop
Clarks
Size
Toys R Us
read
Kijk naar het informatiebord bij opdracht 1. De verschillende soorten winkels hebben een nummer,
bijvoorbeeld voor bookshop staat een 1. Kijk nu naar de voorwerpen hieronder. In welke winkel kun
je ze kopen? Zet het cijfer van de juiste winkel in het hokje.
book
cars
© Groove.me
shoes
body lotion
card
hamburger
high heels
dress
hockey stick
watch
Pagina 1
Jessie J
Niveau 3a | Song 11 | Lesson B
3
Where should I go?
Worksheet
speak
Kies allebei vier voorwerpen uit opdracht 2. Vraag elkaar om de beurt waar je moet zijn als je dat
wilt kopen. De ander geeft antwoord. Kijk goed naar het voorbeeld. Vul een ander woord in op de
plek van de onderstreepte woorden. Gebruik de zinnen uit de flash info.
Flash info
I want to buy a ...
I am looking for a shop that sells …
Where should I go?
You should go to …
4
It’s over there
Ik wil een … kopen.
Ik zoek een winkel die … verkoopt.
Waar moet ik naartoe gaan?
Je moet naar … gaan.
speak
aZ
et de Engelse zinnen in de goede volgorde. Zet een 1 voor de zin die je als eerste zegt, een 2
voor de zin daarna en ga zo verder.
How do I
get there?
Go straight on,
then turn left.
You can go to Joy gift
shop. It’s next to Zara.
Where can I find a
gift shop, please?
b Voer nu samen het gesprekje.
© Groove.me
Pagina 2
Jessie J
Niveau 3a | Song 11 | Lesson B
5
To the shop
write
Worksheet
speak
a Kies allebei een winkel van de plattegrond op bladzijde 1. Zet een kruisje bij de ingang van de
shopping mall. Schrijf nu op hoe je van de ingang naar de winkel loopt die jij hebt uitgekozen.
b Wijs je klasgenoot de weg naar de winkel die jij hebt gekozen, lees je route hardop voor. Komt hij
of zij op de juiste plaats uit?
c Kies nu een andere winkel. Vraag dan aan je klasgenoot waar die winkel is.
Je klasgenoot wijst met behulp van de plattegrond de weg. Kijk nog eens naar
opdracht 4 voor een voorbeeldgesprek.
6
Draw them
words
Welke woorden uit les A en les B vind je nog moeilijk? Kijk naar de lijst words to know. Kies vier
woorden uit. Teken ieder woord in een vakje en schrijf het Engelse woord met de vertaling eronder.
De tekening helpt je om het woord te onthouden.
© Groove.me
Pagina 3
Jessie J
Niveau 3a | Song 11 | Lesson B
7
Word spider
Extra
words
Kies een winkel. Bedenk zelf zoveel mogelijk voorwerpen die je in deze winkel kunt kopen.
Schrijf ze op in de woordspin (in het Engels!).
8
Why?
read
a Waarom gaan kinderen naar een shopping mall?
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Why do young kids go to a shopping mall?
Dave (12) I always go to the mall with my friends. There’s nothing else to do.
We have no money, so we hang around and talk.
Lorena (13) I like to go to the mall, it’s cool! Me and the other girls go shopping and
get some food. It is fun!
Yusuf (12) You can get together in the mall, and it’s better than being home.
Wie zegt wat? Zet een kruisje bij de juiste naam.
Dave
Lorena
Yusuf
1 In de shopping mall kun je iets eten.
2 Het is beter dan thuis zitten.
3 Waar moet je anders naartoe gaan?
4 Ik ga graag winkelen.
5 Meestal hang ik een beetje rond. b Ga jij wel eens naar een shopping mall? Wat doe je daar, en met wie? Schrijf het op in het Engels.
9
Your shopping mall
write
*
Hoe ziet jouw ideale shopping mall eruit? Maak een informatiebord zoals op bladzijde 1.
Teken een plattegrond en schrijf de winkels erbij.
© Groove.me
Pagina 4
Jessie J
Niveau 3a | Song 11 | Lesson B
Worksheet
Words and phrases
Words to know
price
sale
high heels
need
price tag
cash
watch
mobile phone
prijs
uitverkoop
hoge hakken
nodig hebben
prijskaartje
contant geld
horloge
mobieltje
shopping mall
bookshop
clothes shop
gift shop
pharmacy
post office
restaurant
shoe shop
winkelcentrum
boekwinkel
kledingwinkel
cadeauwinkel
drogist
postkantoor
restaurant
schoenenwinkel
camera
happiness
camera
geluk
sports shop
toy shop
sportwinkel
speelgoedwinkel
Phrases
What would you like?
I would like a watch.
Which do you prefer?
The blue watch or the green watch?
I prefer the blue watch.
I can’t wait to wear this watch!
Wat zou je graag willen?
Ik zou graag een horloge willen.
Wat heb je liever?
Het blauwe horloge of het groene horloge?
Ik heb liever het blauwe horloge.
Ik kan niet wachten om dit horloge te dragen!
Where can I find the bookshop, please?
It’s next to the clothes shop.
How do I get there?
Go straight on, then turn left.
It’s over there, on the right.
Waar kan ik de boekwinkel vinden?
Het is naast de kledingwinkel.
Hoe kom ik daar?
Ga rechtdoor, sla daarna linksaf.
Het is daar, aan de rechterkant.
Gebiedende wijs
Als je wilt zeggen dat iemand iets moet, zet je het werkwoord vooraan in de zin.
Dit is hetzelfde als in het Nederlands.
Om te zeggen dat iemand iets niet moet doen, zet je er don’t voor.
Go to the supermarket. Don’t go to the supermarket. © Groove.me
Ga naar de supermarkt.
Ga niet naar de supermarkt.
Pagina 5