ZANGDIENST - Boersma Internet

Download Report

Transcript ZANGDIENST - Boersma Internet

Zingen: Gez. 255:1,4 (Liedboek voor de Kerken 1973)
1. Ere zij aan God, de Vader,
4. Halleluja, lof, aanbidding
ere zij aan God, de Zoon,
brengen englen U ter eer,
eer de Heilge Geest, de Trooster,
heerlijkheid en kracht en machten
de Drieeenge in zijn troon.
legt uw schepping voor U neer.
Halleluja, halleluja,
Halleluja, halleluja,
de Drieeenge in zijn troon!
lof zij U, der heren Heer!
Dankgebed
Inzameling van de gaven
1 e collecte is bestemd voor Gospel
recording Nederland(MC)
2 e collecte is bestemd voor de Derde
Predikantsplaats
Zingen: Gez. 390:1,3 (Liedboek voor de Kerken 1973)
1.’k Wil U, o God, mijn dank betalen,
U prijzen in mijn avondlied.
Het zonlicht moge nederdalen,
maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.
Gij woudt mij met uw gunst omringen,
meer dan een vader zorgdet Gij,
Gij, milde bron van zegeningen:
zulk een ontfermer waart Gij mij.
Heenzending en Zegen
Amen van de gemeente op de dienst: Gez. 288:1,8 (Liedboek voor
de Kerken 1973)
8. Dan zal het loflied schallen
1. Eens komt de grote zomer
rondom de gouden troon,
waarin zich ‘t hart verblijdt.
dan heffen wij daar allen
God zal op aarde komen
met grote vreugde aan:
met groene eeuwigheid.
lof zij en eer en sterkte
De hemel en de aarde
de Vader en de Zoon,
wordt stralende en puur.
de Geest om al zijn werken
God zal zich openbaren
zij lof van nu voortaan.
in heel zijn kreatuur.
Bij de uitgang is de collecte bestemd voor Pastoraat en Eredienst
Denkt u om de zendingsbussen bij de uitgang?
De volgende Eredienst is vastgesteld voor zondag 23 Februari
Aanvang: 10.00 uur, Voorganger: ds. G.H. Fredrikze te Ermelo
Aanvang: 19.00 uur, Voorganger: ds. H. Eschbach te Amersfoort
8
ZANGDIENST
Liturgie voor de Eredienst van de Hervormde Gemeente
‘De Hoeksteen’ op zondag 16 februari 2014 om 19.00 uur.
Voorganger: ds. A.H. van Veluw
Ouderling van dienst: mevr. Willy Fix
Organist: dh. Gerwin van der PLaats
Muzikanten: Sander Zwier, Frowienke Kok-Marskamp,
Marja Marskamp en Gera Marskamp
Kosters: Jan en Berta Aarten
Thema: ‘Looft God, looft hem overal’
Zingen voor de dienst:
- Gez. 409:1,2,4,5 (Liedboek voor de Kerken 1973)
2. God heeft u uitverkoren
1. Laat ons de Heer lofzingen,
en uw geloof gebouwd,
juicht, al wie bij Hem hoort!
Hij heeft een eed gezworen
Hij zal met trouw omringen
aan elk die Hem vertrouwt:
wie steunen op zijn woord.
dat Hij hen zal omgeven
Al moet ge hier ook dragen
met sterkte als een wal,
veel duisternis en dood,
dat Hij wie met Hem leven
gij hoeft niet te versagen,
de zege schenken zal
Hij redt uit alle nood.
4. Daarom dan niet versagen,
maar moedig verder gaan!
De Heer doet redding dagen,
Hij trok uw lot zich aan.
Wie lijdt, - God zal het merken,
‘t is alles Hem bekend;
Hij zal zijn kindren sterken
met woord en sakrament.
5. Daarom lof zij de Here,
in wie ons heil bestaat,
Hem die ons toe wou keren
zijn liefelijk gelaat.
Hij moge ons behoeden,
elkander toegewijd,
en schenke ons al ‘t goede
nu en in eeuwigheid.
- Gez. 434:1,2,3,5 (Liedboek voor de Kerken 1973)
1. Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere.
Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren.
Komt allen saam, psalmzingt de heilige naam,
looft al wat ademt de Here.
2. Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven;
heeft u in ‘t licht als op adelaarsvleuglen geheven.
Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt,
Hij heeft zijn woord u gegeven.
3. Lof zij de Heer die uw lichaam zo schoon heeft geweven,
dagelijks heeft Hij u kracht en gezondheid gegeven.
Hij heeft u lief, die tot zijn kind u verhief,
ja, Hij beschikt u ten leven.
5. Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen,
christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen.
Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust.
Alles wat ademt zegt: Amen.
Welkom en mededelingen
Zingen: Gez. 320 (Liedboek voor de Kerken 1973)
1. Zingt een nieuw lied voor God de Here
2. Kinderen van éénzelfde Vader,
en weest van harte zeer verblijd.
komt nu tesaam van zuid en noord.
God wil alhier met ons verkeren,
Van oost en west treden wij nader
hier wordt een huis voor Hem bereid.
tot dit welaangename oord.
Hij heeft de hand
Kracht van de jeugd,
en het verstand
breng nu verheugd
gezegend voor het werk,
de stenen bij elkaar.
de bouw van Christus’ kerk.
God helpt u wonderbaar.
3. God wil aan ons telkens weer tonen
dat Hij genadig is en trouw.
Dat Hij met ons samen wil wonen,
geeft ons de moed voor dit gebouw.
maar niet met steen
en hout alleen
is ‘t grote werk gedaan.
‘t Zal om onszelve gaan.
4. De Heilge Geest geeft taal en teken.
Christus deelt al zijn gaven uit.
De Vader zelf wil tot ons spreken
en elk verstaat wat het beduidt.
Wees ons nabij
en maak ons vrij
in dit uw heiligdom.
Kom, Here Jezus, kom!
Stil gebed / Bemoediging en Groet
Zingen: Psalm 23 (Liedboek 2013) en variaties
1. Ik wil van God als van mijn herder spreken
Onder zijn hoede zal mijn niets ontbreken.
Groen is het land waarin Hij mij doet komen,
Fris is de bron die Hij voor mij doet stromen.
Hij sterkt mijn ziel en wijst mij rechte wegen,
Opdat ik Hem zal prijzen om zijn zegen.
2. Zelfs door een dal van diepe duisternissen
Waar ik het licht der levenden moet missen,
Vrees ik geen kwaad, want Gij zijt aan mijn zijde
Met stok en staf, tot troost en tot geleide,
Onder het oog van hen die mij verraden
Richt Gij mij toe het nachtmaal der genade.
3. Gij zalft mijn hoofd met de-olie van uw vrede,
Gij vult mijn kelk met gelukzaligheden.
Ja, zaligheid en liefde-en welbehagen
Zullen mij volgen al mijn levensdagen.
Ik zal het welkom horen van mijn koning
En jaar aan jaar verblijven in zijn woning.
2
- Opw. 518
1. Heer, U doorgrondt en kent mij
mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten,
mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer,
die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zal gaan,
ik weet dat U daar bent.
Refrein:.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij en om mij heen
elke dag
2. Heer U doorgrondt en kent mij
want in de moederschoot
ben ik door U geweven;
U bent oneindig groot
ik dank U voor dit wonder, Heer
dat U mijn leven kent
en wat er ook gebeuren zal,
dat U steeds bij mij bent.
- Opw. 599
Nog voordat je bestond kende Hij je naam.
Hij zag je elk moment en telde elke traan.
Omdat Hij van je hield gaf hij zijn eigen Zoon.
Hij wacht alleen nog maar totdat je komt.
En wat je nu ook doet, Zijn liefde blijft bestaan.
Ook niets wat jij ooit deed verandert daar iets aan.
Omdat Hij van je houdt gaf hij zijn eigen Zoon.
En nu is alles klaar wanneer jij komt.
Kom tot de Vader, kom zoals je bent.
Heel je hart, al je pijn/is bij Hem bekend.
De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt.
Daarmee is alles klaar wanneer jij komt.
Refrein:
Kom tot de Vader Kom zoals je bent
Heel je hart, al je pijn Is bij Hem bekend
De liefde die Hij geeft/De woorden die Hij spreekt
Daarmee is alles klaar wanneer jij komt (2x)
De liefde die Hij geeft/De woorden die Hij spreekt
Hij wacht alleen nog maar totdat je komt
Geloofsbelijdenis
7
Gebed om de Heilige Geest bij de opening van het Woord
Schriftlezing: Psalm 150 NBV
1 Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf,
2 loof hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid.
3 Loof hem met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, 4 loof hem met dans
en tamboerijn, loof hem met snaren en fluit. 5 Loof hem met klinkende bekkens,
loof hem met slaande cimbalen.6 Alles wat adem heeft, loof de HEER.Halleluja!
Zingen: Ps. 150 (Liedboek 2013)
1. Looft God, looft Hem overal.
Looft de Koning van ‘t heelal
om zijn wonderbare macht,
om de heerlijkheid en kracht
van zijn naam en eeuwig wezen.
Looft de daden, groot en goed,
die Hij triomferend doet.
Hem zij eer, Hij zij geprezen.
2. Hef, bazuin, uw gouden stem,
harp en fluit, verheerlijkt Hem!
Cither, cimbel, tamboerijn,
laat uw maat de maatslag zijn
van Gods ongemeten wezen,
opdat zinge al wat leeft,
juiche al wat adem heeft
tot Gods eer. Hij zij geprezen.
- Lied 23a (Liedboek 2013, melodie 766) (= Gez. 13b, Liedboek vd
Kerken 1973)
2. Hij brengt mij op de heerbaan van
1. D’Almachtige is mijn Herder
zijn wetten en ‘t goddelijke recht,
en Geleide, wat is er dat me schort?
om zijnen naam en eer in top te
Hij weidt mij als zijn schaap, in vette
zetten door ‘t lof van zijnen knecht.
weide waar gras noch groen verdort.
Al zworf ik om in nare en donkre
Hij drenkt mijn ziel in koele bronne
dalen, beschaduwd van de dood,
en beke. Indien mijn geest verstrooi’
nog vreest mijn hart geen ongeluk,
en afdwaal’ van de kudde en rechte
noch kwalen: Hij staat me bij in nood!
streke, Hij brengt ze weer te kooi.
Verkondiging
4. Wat wordt aan mij een schone kelk
3. Ik mag me vast op zijnen staf
gegeven vol wijns! God stort zijn hart
verlaten en trouwe herdersstok.
genadig uit, ten beste van mijn leven,
Hij dekt voor mij, ten schimp van
ten troost van alle smart.
die mij haten met onverzoenbre wrok,
Ik zal Gods huis en zegenrijke tempel
een volle dis, gelaân met lekkernijen.
bewonen dag en nacht,
Hij zalft mijn haar en hoofd
en nimmermeer verlaten Arons
met oliegeur, om ‘t aanschijn te
drempel, maar sterven op mijn wacht!
verblijen door glans die druk verdooft.
Zingen: Gez. 281:2,3,4 (Liedboek voor de Kerken 1973)
2 .Het lied in alle talen zal
3. Zijn rijk is volle zaligheid,
zijn liefde loven overal,
wie was gevangen wordt bevrijd,
en uit de kindermond ontspringt
wie moe was komt tot rust voorgoed,
de lofzang die zijn naam omringt.
wie arm was leeft in overvloed.
- Lied 23c (Liedboek 2013) (ongeveer
1. mijn God, mijn herder, zorgt voor mij, 2.
wijst mij een groenestreek;
daar rust ik aan een stille stroomen niets dat mij ontbreekt.
4. Laat loven al wat adem heeft
de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin
stem met het lied der englen in.
3. Al moet ik door het doodsravijn,
U gaat steeds aan mijn zij.
Ik vrees geen kwaad, uw herdersstaf
geeft steun en veiligheid.
Zingen: Psalm 139 en variaties 1,2,7,14
1. HEER, die mij ziet zoals ik ben,
2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
wie weet mijn wegen zoals Gij?
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij kent mijn leven woord voor woord,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
Ja overal, op al mijn wegen
‘t ligt alles open voor uw ogen.
en altijd weer komt Gij mij tegen.
Gebed
7. Gij hebt mij immers zelf gemaakt,
mij met uw vingers aangeraakt,
met toegewijde tederheid
mijn nieren en mijn hart bereid,
mij in de moederschoot geweven,
mij met uw wonderen omgeven.
6
14. Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op den weg ten leven.
Elb 7a)
Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn naam.
4. terwijl de vijand toe moet zien,
maakt U mijn tafel klaar.
U vult mijn beker, zalft mijn hoofd,
en redt mij in gevaar.
Zingen: Psalm 42 en variaties1,3,6,7 (Liedboek 2013)
3. Hart onrustig, vol van zorgen,
1. Even als een moede hinde
Naar het klare water smacht,
Vleugellam geslagen ziel,
Schreeuwt mijn ziel om God te vinden, Hoop op God en wees geborgen
Hij verheft wie nederviel.
Die ik ademloos verwacht.
Ja, ik zoek zijn aangezicht,
Eens verschijn ik voor de Heer,
God van leven, God van licht.
Vindt mijn ziel het danklied weer.
Hij mijn God, Hij heeft mijn leven
Wanneer zal ik Hem weer loven,
Juichend staan in ijn voorhoven?
Dikwijls aan de dood ontheven.
6. God, dit zal mijn hart doorboren,/ dit gaat mij door merg en been van mijn vijand moet ik horen: ‘God is ver, gij staat alleen!’
Honend vraagt men dag en nacht: ‘Waar is God, dien gij verwacht?’
In verdrukking moet ik leven, door mijn vijanden omgeven.
3
7. Hart, onrustig, vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel,
hoop op God en wees geborgen. Hij verheft wie nederviel.
Eens verschijn ik voor den Heer,vindt mijn ziel het danklied weer:
Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven altijd aan de dood ontheven.
- Opw. 703
Refrein:
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U, o God.
Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel naar U.
1. Ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij;
vestig je hoop op God.
Eens zal ik Hem weer loven,
Mijn God die mij ziet en mij redt! Refrein:
Bridge:
2. Overdag bewijst Hij mij Zijn liefde,
in de nacht, dan klinkt er een lied in mij op.
Overdag bewijst Hij mij Zijn liefde,
in de nacht, dan klinkt er een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven. Refrein:
- Elb. 8
Als een hert, dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen;
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn kracht mijn schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U
Zingen: Ps. 91 en variaties-1v, 2m, 3v, 4m, 5v, 8a (Liedboek 2013)
1. Heil hem wien God een plaats bereidt 2. God redt uw ziel van nood en dood,
in zijn verheven woning:
Hij heeft u aangenomen:
hij overnacht in veiligheid
een vogel, die ternauwernood
bij een almachtig koning.
is aan de strik ontkomen.
Ik zeg tot God: Gij zijt mijn schild,
De HEER zal over uw bestaan
mijn toevlucht en mijn veste,
zijn sterke vleugels breiden.
op U vertrouw ik, HEER, Gij wilt
Hij is, in trouw u toegedaan,
voor mij altijd het beste.
uw schild en pantser beide.
4
3. Wees niet bevreesd, al wil
de nacht zich tegen u verheffen;
al stelt de dag zijn overmacht,
zijn pijl zal u niet treffen.
‘t Verderf dat in de duisternis
zoekt naar uw legerstede,
de vloek die van de middag is, God bant ze van uw leden.
4. Al vallen duizenden in ‘t rond
door ongeziene handen,
de HEER wil niet dat het u wondt,
dat het u aan zal randen.
Van verre zien uw ogen aan
Gods toornend nedervaren.
Zo doet de Here ondergaan
al wie Hem ontrouw waren.
5. Maar gij moogt schuilen bij den HEER, 8. Ik zal hem redden uit de nood,
geen kwaad bedreigt uw woning:
spreekt God, en hem verhogen;
gij hebt tot schild en tegenweer
dat hij Mij toebehoort, zal groot
den allerhoogsten Koning.
verschijnen voor elks ogen.
Hij gaf zijn engelen bevel
Ik zal hem ‘t leven, tot zijn vreugd,
dat u geen ding zou schaden;
verlengen, lange jaren,
zij zullen u naar Gods bestel
en ‘t heil dat eindeloos verheugt
behoeden op uw paden.
in volheid openbaren.
- Opw. 502
Jezus, ik wil heel dicht bij U komen,
in uw nabijheid wil ‘k zijn.
Zo dicht bij U voel ‘k uw liefde stromen,
U maakt mij heilig en rein.
In de schuilplaats van de Allerhoogste
blijf ik onder uw vleugels, o Heer.
Uw schaduw beschermt mij,
uw troon is mijn toevlucht.
U bent mijn leven, mijn eer.
- Lied 91a (Liedboek 2013)
1. Wie in de schaduw Gods mag wonen 2. Engelen zendt Hij alle dagen
Om jou tot vaste gids te zijn.
Hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zij zullen je op handen dragen
Zoek je bij Hem een onderkomen
Door een woestijn van hoop en pijn.
Dan wordt zijn vrede jou tot brood.
Geen bange nacht zal je doen beven,
God legt zijn vleugels van genade
Geen ziekte waar een mens van breekt.
Beschermend om je heen als vriend
Lengte van leven zal God geven,
En Hij bevrijdt je van het kwade,
Rust aan de oever van een beek.
Opdat je eens geluk zult zien.
3. Geen duister zal je overvallen,
Er is een licht dat eeuwig brandt.
Duizenden doden kunne vallen,Jij blijft geschreven in Gods hand,
God is een schild voor zijn getrouwen
Die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
Van liefde om hun tranen heen.
5