Orde van Dienst 31 december 2014 Oudejaarsvesper

Download Report

Transcript Orde van Dienst 31 december 2014 Oudejaarsvesper

ORDE VAN DIENST
voor de oudejaarsviering rond de tafel
31 december 2014
Voorganger: Evert Jan de Wijer
Cantor-organist: Maurice van Elven
m.m.v. Merel Naomi Brouwer, harp
Ouderling van dienst: Leo Endedijk
Diakenen van dienst: Nel Hagemeijer en Hetty de Jong
PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE
Prinses Irenestraat 36, 1077 WX Amsterdam. Koster: Roelf Koning
Tel: 673 81 71 www.thomaskerk.nl; e-mail: [email protected]
Opgang
Orgelspel
Gemeente gaat staan
Aanvangslied: Gezang 605: 1 en 2
2. De toekomst is al gaande,
schept doorgang door de vloed,
dwars door het ongebaande
een pad dat voortgaan doet.
V:
G:
V:
G:
Heer, open mijn lippen
Mijn mond zal zingen van uw eer
God, kom mij te hulp
Heer, haast U mij te helpen
V:
G:
V:
G:
Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen
Amen.
Vervolg: Gezang 605: 4 en 5
[
4. De toekomst is al gaande
5.
verborgen en gezien,
een stem die te verstaan is,
een God die draagt en dient.
De toekomst houdt ons gaande,
voert ondanks tegenstand
ons uit het doods bestaande
naar nieuw bewoonbaar land.
Gemeente gaat zitten
2
Gebed om ontferming
Gemeente zingt: Psalm 103: 1, 6 en 7
1.
Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.
6.
De mens is aan het sterven prijs gegeven,
gelijk het gras kortstondig is zijn leven,
en als een bloem die naar de zon zich keert,
maar die ten prooi valt aan de barre winden,
en knakt en sterft, en is niet meer te vinden.
Ja zelfs haar eigen plaats kent haar niet meer.
7.
Maar 's HEREN gunst zal over die Hem vrezen
in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,
en zijn gerechtigheid de eeuwen door.
Zijn heil omsluit de komende geslachten;
zo volgen zij die zijn verbond betrachten,
van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.
Psalmgebed: Psalm 90
1
2
3
4
5
6
V
Een gebed van Mozes, de man Gods.
Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest
G
van geslacht tot geslacht;
V eer de bergen geboren waren,
G
en Gij aarde en wereld had voortgebracht,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.
V Gij doet de sterveling wederkeren tot stof,
G
en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen.
V
G
Want duizend jaren zijn in uw ogen
als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is,
en als een nachtwake.
V Gij spoelt hen weg;
G
zij zijn als een slaap in de morgen,
als het gras dat opschiet;
V in de morgenstond bloeit het en schiet het op,
G
des avonds verwelkt het en het verdort.
3
7
V
G
8 V
G
9 V
G
10 V
G
V
G
11 V
G
12 V
G
Want wij vergaan door uw toorn,
door uw grimmigheid worden wij verdelgd;
Gij stelt onze ongerechtigheden vóór U,
onze heimelijke zonden in het licht van uw aanschijn.
Want al onze dagen gaan voorbij door uw verbolgenheid,
wij voleindigen onze jaren als een gedachte.
De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren,
en indien wij sterk zijn, tachtig jaren;
wat daarin onze trots was, is moeite en leed
want het gaat snel voorbij, en wij vliegen heen.
Wie kent de sterkte van uw toorn,
en uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt?
Leer ons zó onze dagen tellen,
dat wij een wijs hart bekomen.
13 V
G
14 V
G
15 V
G
16 V
G
17 V
G
Keer weder, o HERE! Hoelang nog?
en ontferm U over uw knechten.
Verzadig ons in de morgenstond met uw goedertierenheid,
opdat wij jubelen en ons verheugen al onze dagen.
Verheug ons naar de dagen waarin Gij ons hebt verdrukt,
naar de jaren waarin wij onheil hebben gezien.
Laat uw werk aan uw knechten openbaar worden,
en uw heerlijkheid over hun kindren;
de liefelijkheid van de Here, onze God, zij over ons,
en bevestig Gij het werk onzer handen over ons,
ja, het werk onzer handen, bevestig dat.
Evangelielezing: Lucas 2 : 21 (NBG 1951)
En toen acht dagen vervuld waren, zodat zij Hem moesten
besnijden, ontving Hij ook de naam Jezus, die door de engel
genoemd was, eer Hij in de moederschoot was ontvangen.
Gemeente zingt:
4
Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) uit Sonate in G groot Allegro
OVERWEGING
Felix Mendelssohn (1809-1847) Lied ohne wort Opus 19 Nr. 2
VOORBEDEN - intenties te beantwoorden met:
Stil Gebed
Inzameling van de gaven, in één rondgang voor de
EINDEJAARSCOLLECTE voor de kerk
Alexander Griboyedev (1795-1829) Waltz Allegro en Waltz Moderato
Gezongen Geloofsbelijdenis: Gezang 344
2. Wij geloven in de naam
Jezus Christus,
gestorven en weer opgestaan.
Halleluja!
3. Wij geloven dat de Geest
ook nog heden
de wereld en onszelf geneest.
Vrede, vrede.
5
V:
G:
V:
G:
De HEER zal met u zijn!
De Heer zal u bewaren.
De vrede van Christus is met u
Hij is onze vrede!
Wij groeten elkaar met de vrede van Christus
V:
G:
V:
G:
V:
Verheft uw harten!
Wij hebben ze tot de Heer verheven.
Zegenen wij de HEER onze God!
Goed is het en passend!
U zegenen wij, God, onze bevrijder
want onze tijden zijn in uw hand.
Om ons hebt Gij de dag uit de nacht geroepen;
ons hebt Gij zelf het leven ingeademd,
opdat het niet vervliegt tot niets.
Vaste aarde onder onze voeten,
hemel van bescherming boven onze hoofden,
wat ons ook toevalt.
U zegenen wij in het spoor van allen
die van uw Geest hebben geleefd
en met hen mee zingen ook wij U toe:
Gemeente zingt:
6
V:
U zegenen wij om Jezus uw Zoon,
de alfa en de omega, het begin en het einde,
het midden van de tijd
in wie Gij uw heil ons hebt laten zien
opdat wij vrij kunnen gaan in vrede.
Die zijn roeping aanvaardde
toen zijn uur gekomen was
en zijn naam gestand deed
door zijn leven te geven
als losprijs voor velen
in de nacht waarin hij werd overgeleverd,
brood nam, U zegende, het brak
en zei: “Dit is mijn lichaam voor u;
doe dat tot mijn gedachtenis!”
En evenzo na de maaltijd,
als hij de beker genomen en gedankt had:
“Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed;
doet dat, zo dikwijls gij die drinkt,
tot mijn gedachtenis!”
Zend uw Geest van trouw
en wek in ons het vertrouwen
dat Gij onze toekomst zijt.
Leer ons zo onze dagen tellen
en uw liefde delen
met hen die Gij op onze weg plaatst.
Omvat ons allen
met uw eerste en laatste woord.
Dan zal ook het werk van onze handen
in alles meewerken ten goede.
V:
G:
Laat ons dan eten en drinken,
want zo gezegd zo gedaan
verkondigen wij de dood des Heren
totdat Hij komt!
MARANATHA!
Gebed des Heren
Delen van brood en beker
In plaats van uit de grote beker te drinken kunt u ook uw matse indopen
7
Michael Glinka (1804-1857) Nocturne
Dankgebed
Slotlied (staande): Gezang 513
2. God heeft het eerste woord.
Voor wij ter wereld kwamen,
riep Hij ons reeds bij name,
zijn roep wordt nog gehoord.
3. God heeft het laatste woord.
Wat Hij van oudsher zeide,
wordt aan het eind der tijden
in heel zijn rijk gehoord.
4. God staat aan het begin
en Hij komt aan het einde.
Zijn woord is van het zijnde
oorsprong en doel en zin.
Zegen, beantwoord met:
Felix Mendelssohn - Fuga in d kl.t. Op 37 nr. 3
8