Handreiking bij raakvlakken voegovergangen Het Platform

Download Report

Transcript Handreiking bij raakvlakken voegovergangen Het Platform

Handreiking bij raakvlakken voegovergangen
Het Platform Voegovergangen & Opleggingen heeft besloten om een selectie van
belangrijke raakvlakken bij voegovergangen, inzichtelijk te maken. Deze raakvlakken
vormen een klein deel uit de syllabus van de naderende cursus voegovergangen en
opleggingen, en willen wij separaat ter beschikking stellen.
Raakvlakken en voegovergangen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is van
groot belang dat zowel de ontwerpende partij, de civiele bouwer alsmede de
wegenbouwer zich bewust zijn van hun gezamenlijke verantwoording. Laat deze
handreiking een middel zijn om constructief gesprek tussen verschillende partijen tot
stand te brengen.
Utrecht, 25-08-2014
Platform Voegovergangen & Opleggingen
Voorbeeld hoe het wél kan (betonlijn)
Bij concept 4 dient de sterkte van de plaat
afgestemd te zijn op de voegopening.
1.2a1
1.2a2
1.2b1
1.2b2
2.1
4
7
Raakvlak #1
Voegopening dek i.r.t. het ontwerp van de
voegovergangconstructie m.b.t. de betonlijn (krachtafdracht)
X
X
X
X
X
X
X
Voorbeeld hoe het niet (zonder meer) kan
Bij het concept 1.2b dient men extra goed te
te letten op de beheersing van dit raakvlak.
Beheersmaatregelen - preventief
De randvoorwaarden van het voegontwerp
Beheersmaatregelen - correctief
Een afwijkingsrapport opstellen met als
d.m.v. eisen ter beschikking stellen aan de
voorgestelde maatregel; een herberekening of
hoofdaannemer (hoofdaannemer dient zich bij
aanvullende berekening van het voegconcept
het ontwerp en de inkoop te vergewissen van
met de grotere dilatatieopening om vast te
deze randvoorwaarden).
stellen wat de oplossingsmogelijkheden zijn. In
veel gevallen zal de voegconstructies reeds
geproduceerd zijn, en de constructeur een
oplossing zoeken in het toevoegen van
wapening (of het versterken van de staalplaat
in geval van concept 4).
Een objectcontrole vooraf om eventuele
afwijkingen op de uitgangspunten van het
voegconcept tijdig inzichtelijk te maken.
Daarmee is de kans kleiner dat uit tijdnood
de verkeerde beslissingen worden gemaakt.
7
X
4
1.2b2
X
2.1
1.2b1
1.2a2
1.2a1
Raakvlak #2
Voegopening dek vs. ontwerp voegovergang i.r.t. de
ankerposities (eis; afgestemde voegopening in het kunstwerk)
Voorbeeld hoe het niet hoort. Deze schuinstand is
niet wenselijk. Let op: bij 60 mm dekking op de
wapening in de frontwand (volgens EC) wordt het
probleem nog groter.
Beheersmaatregelen - preventief
Het ontwerp afstemmen op mogelijk
Beheersmaatregelen - correctief
De wapening verschuiven van positie wanneer
voorkomende situaties en de bandbreedte van een herberekening of aanvullende berekening
de toepasbaarheid inzichtelijk maken bij de
aantoonbaar maakt dat dit constructief
hoofdaannemer/ontwerper. Omdat dit type
mogelijk is.
constructies veelal toepasbaar zijn i.c.m. een
relatief kleine voegopening, zal dit aspect in
het (detail-)ontwerp goed beoordeeld dienen
te worden.
Opnemen van afgeleide eis t.a.v. de beperking Overige oplossingen die na een (hervan de dilatatieopening in het kunstwerk (aan )berekening als mogelijkheid worden
te tonen door de hoofdaannemer).
aangedragen door de constructeur.
Voorbeeld hoe het wel kan
X
7
4
2.1
X
1.2b2
1.2a2
X
1.2b1
1.2a1
Raakvlak #3
Effect van zeeg (en alignement) vs. afstelling voegovergang in
z-richting (extra aandacht voor de hoogtepositie van het anker
i.r.t. de wapening)
X
Voorbeeld hoe het niet kan.
Beheersmaatregelen - preventief
Het verruimen van de sparingdiepte
Beheersmaatregelen - correctief
Een nieuwe constructie laten produceren
(dekconstructie) in combinatie met grotere
(bijleggen van wapening is vooralsnog
ankerbeugels (voegconstructie) om de ruimte
onhaalbaar gebleken). Het installeren van de
voor de langsstaven in de voegovergang te
constructie resulteert onherroepelijk in
vergroten. Bij afwijkingen in zeeg heeft men
ongedaan maken (slopen/aanpassen).
hiermee extra tolerantie ingebouwd.
Gedetailleerd berekenen waar het effect van
de zeeg in de praktijk door wordt beïnvloed,
en het basisontwerp zo nauwkeurig mogelijk
afstemmen op de verwachte eindsituatie (bij
prefab liggers is een tamelijk grote tolerantie
geaccepteerd in de opbuiging van liggers als
gevolg van het productieproces (zie NEN-EN
15050).
Toelichting bij de controle
Aanvullende toelichting; het beheersen van dit raakvlak is zéér complex gebleken en wordt
tot op heden nog steeds door heel veel ontwerpers onderschat. In dit raakvlak zijn zowel
de ontwerper, de civiel aannemer, de GWW aannemer, de prefab leverancier alsmede de
voegspecialist betrokken. De standaard Rijkswaterstaat details houden géén rekening met
zeeg en variabele asfaltdikten op bruggen en viaducten, die voortvloeien uit andere
ontwerpeisen. Tot slot is de voegovergangconstructie een raakvlak tussen disciplines,
hetgeen om samenwerking vraagt. Niet in de minste plaats als het om dit raakvlak gaat.
Zie ook de aanbeveling van het PVO d.d. 28 mei 2014.
7
X
4
1.2b2
X
2.1
1.2b1
1.2a2
1.2a1
Raakvlak #4
De werkelijke dikte van de asfaltverharding i.r.t. de lengte van
achteraf in te brengen ankers die men op de bouwplaats
heeft.
Bij voegovergangen die constructief verbonden
worden aan het brugdek door middel van
achteraf aangebrachte lijmankers, is het van
belang dat de wapening op de bouwplaats
voldoende lengte heeft om in te kunnen
spelen op variabele dikte in het asfalt. Deze
informatie is pas kort voor de start van
uitvoering voegovergangen bekend. Het is van
essentieel belang omdat de verankeringslengte
overeen moet komen met de bijbehorende
ontwerpberekening.
Beheersmaatregelen - preventief
Overlengte in de wapening opnemen en in
Beheersmaatregelen - correctief
Langere wapening gebruiken wanneer de dikte
situ op maat knippen (of verschillende maten van de verharding niet meer overeenkomt met
meenemen)
Extra ankers toepassen om het tekort aan
verankeringsdiepte te compenseren (dit dient
vooraf door de constructeur bepaald te
worden, derhalve is deze maatregel
preventief).
de wapening.
1.2a1
1.2a2
1.2b1
1.2b2
2.1
4
7
Raakvlak #5
Dikte van de asfaltverharding vs. de minimale en maximale
dikte die overeen komt met het voegontwerp
X
X
X
X
X
X
X
Elk voegontwerp heeft een bandbreedte qua
dikte van de verharding, die past bij het
voegontwerp. Is de verhardingsdikte minder
dan de ondergrens, dan past het product
fysiek niet, of de prestaties van de
voegovergangen zijn anders dan aangenomen
bij de keuze voor een specifiek voegconcept.
Is de verhardingsdikte méér dan de
bovengrens, dan heeft dit eveneens gevolgen
voor de prestaties. Het toepassingsgebied
moet dus duidelijk zijn voor elk type
constructie.
Beheersmaatregelen - preventief
Opvragen van de werkelijke asfaltdikte die
Beheersmaatregelen - correctief
Bij minder asfaltdikte en ruimtegebrek voor de
gerealiseerd zal worden (i.t.t. theoretische
constructie; opstellen van een
verhardingsontwerp waar ontwerpers en civiele afwijkingsrapport met als voorgestelde
bouwers vaak over spreken omdat het effect
maatregel het creëren van ruimte door lokaal
van zeeg en/of alignement niet wordt
beton weg te hakken. Hiervoor dient een
onderkend)
beschouwing van de omliggende constructie
uitgevoerd te worden om risico’s in kaart te
brengen, en de werkmethodiek vast te kunnen
stellen.
Bij te grote asfaltdikte voor de constructie;
opstellen van een afwijkingsrapport met als
voorgestelde maatregel om met behulp van
herberekening of aanvullende berekening vast
te stellen hoe men constructief verder kan
gaan. Dit zal vaak in de vorm van extra
wapening worden opgelost.
1.2b2
X
X
7
1.2b1
X
4
1.2a2
X
2.1
1.2a1
Raakvlak #6
De vereiste capaciteit van de voegovergang i.r.t. de
minimale voegopening voor installatie van de afdichting,
en de eisen t.a.v. minimale en maximale voegopening
X
Bij veel voegovergangconstructies is een
minimale voegopening vereist om de rubber
afdichting te kunnen monteren. Bij temp.
verschillen kan wel de voegopening anders
worden afgesteld, maar is het dan nog
mogelijk om het rubberprofiel geïnstalleerd te
krijgen? Vooral bij warme zomermaanden
speelt dit een rol. Daarnaast dient de
constructie na installatie alle optredende
verplaatsingen op te nemen waarbij de
constructiedelen elkaar in de Uiterste
GrensToestand (UGT) nooit mogen raken
(voegopening >0). Ook mag de voegopening
niet te groot worden. De RTD 1007-2 geeft
hiervoor eisen. In de BGT mag de opening in
het rijdek niet groter dan 80 mm bedragen (in
de UGT wel, mits de constructie niet bezwijkt).
Beheersmaatregelen - preventief
Met behulp van een detailberekening
Beheersmaatregelen - correctief
Als een correctieve maatregel überhaupt nodig
inzichtelijk maken wat de mogelijkheden en is, dan zal er sprake zijn van een ander
onmogelijkheden zijn van een specifieke
voegconcept of een groter voegprofiel dan
constructie op een specifieke voegas (zie
voorzien.
ook paragraaf “afstellen temperatuur”).
L
Toelichting bij de controle
De maximale verkorting van de brug is incl. verrekening van krimp en kruip (over de lange
termijn, t=oneindig). De constructie behoort binnen de ontwerplevensduur aan de maximum
toelaatbare voegopening te voldoen.
De maximale verlenging van de brug is excl. verrekening van krimp en kruip (direct na
installatie, t=o). De constructie behoort veilig te functioneren, ook direct na installatie
wanneer het restant van krimp en kruip nog niet is opgetreden.
X
Wapening uit het dek en de verankering van de voegovergangconstructie dient op elkaar
afgestemd te zijn. Bij schuine voegovergangen resulteert dit (zonder afstemming) in de
hierboven getoonde situatie.
Beheersmaatregelen - preventief
De ankers van de voegovergang afstemmen
Beheersmaatregelen - correctief
Knelpunten in kaart brengen door de
op de wapening van de prefab liggers (in
constructie boven de wapening te hangen
lengterichting ligger) of druklaag.
en vervolgens alle wapeningposities af te
Voor de eenvoud is het aan te raden om bij
tekenen die voor het conflict zorgen.
verschillende dekconstructies 1 principe te
Vervolgens deze wapening in situ (laten)
hanteren.
buigen volgens NEN-EN 13670.
7
4
2.1
X
1.2b2
1.2a2
X
1.2b1
1.2a1
Raakvlak #7
Oriëntatie van wapening in het dek en het landhoofd vs. de
oriëntatie van wapeningbeugels aan een voegprofiel
X
1.2b1
1.2b2
2.1
X
X
X
X
7
1.2a2
X
4
1.2a1
Raakvlak #8
Kruisingshoek van de voegovergang i.r.t. de verharding
X
Asfaltmachines zijn niet in staat om anders dan haaks op een harde omgeving aan te
sluiten. Elke keer dat een asfalteur op schuine voegovergangen dient aan te sluiten, blijft er
een ‘puntstuk’ over dat de asfaltploeg handmatig dient aan te brengen, en verdichten. Omdat
handwerk langer duurt dan machinaal aanbrengen, koelt het asfalt meer af dan wenselijk. Bij
het verdichten zijn de eigenschappen van het asfalt niet meer optimaal hetgeen tot
kwaliteitsverlies leidt. Om deze reden wil een asfalteur het liefst een voeg die achteraf wordt
geïnstalleerd. Anders is hij niet in staat om een goede garantie op de deklaag af te geven.
Toelichting bij de controle
Bij dit raakvlak is er geen sprake van een correctieve maatregel. Men dient in samenwerking
met de ontwerper, de civiel aannemer en de GWW aannemer een integrale afweging te
maken die aantoonbaar leidt tot het juiste voegconcept en de juiste werkmethodiek. Dit kan
per object verschillen. Dit aspect is echter géén aanleiding om te kiezen voor het
voegconcept 1.2b “renovatieprincipe” vanwege de nadelige effecten over de levensduur van
het bouwwerk (a.g.v. sloopwerkzaamheden in de dekconstructie).
waterdichtheid).
X
7
4
2.1
X
1.2b2
X
1.2b1
in relatie tot de eisen die aan de verharding worden gesteld (zoals
1.2a2
Detaillering voegconcept i.r.t. het verhardingsontwerp en dat samen
1.2a1
Raakvlak #9
X
Diverse voegconcepten hebben een geheel
eigen detaillering als het om de aansluiting
met de verharding gaat. Het is van belang
om te weten hoe de verharding op het
kunstwerk wordt opgebouwd. In veel
situaties wordt tegenwoordig dubbellaags
ZOAB toegepast in een dikte van totaal 70
mm. Hoe wordt de waterdichting ter plaatse
van de voegovergangen geborgd? Is er
voldoende ruimte/dikte om een waterdichte
laag asfalt toe te passen in combinatie met
ZOAB? Of is een aanvullend membraan
nodig?
Beheersmaatregelen - preventief
In het detailontwerp beschouwen hoe de
Beheersmaatregelen - correctief
Ondenkbaar. Het voegconcept maakt direct
detaillering van de voegovergang t.o.v. het
inzichtelijk of de verharding tot de gewenste
betondek en de verharding eruit ziet. Aan
waterdichting leidt, of aanvullende maatregelen
de verharding wordt waterdichtheid als eis
nodig zijn (membraan).
gesteld om het onderliggende dek te
beschermen dus ter plaatse van de
aansluiting op de voegovergangen dient
deze ook waterdicht te zijn.
Let op: ook de bitumineuze voegvulling langs de constructie (vereist conform RTD1007-2 voor
voegovergangen die voor het asfalteren worden aangebracht) dienen beheerst aangebracht te
worden. Het zagen langs de nieuwe (staal-)constructie kan schade toebrengen waardoor
bijvoorbeeld de conservering niet meer aan de eisen voldoet. Het bijwerken op de
bouwplaats levert helaas niet dezelfde kwaliteit in vergelijking tot de conserveringsbehandeling
in de fabriek. Maatregelen voor het voorkomen van beschadigingen zijn verkrijgbaar.
7
4
2.1
X
1.2b2
X
1.2b1
hoogtepositie van de voegovergangconstructie in de
1.2a2
De vormgeving van de staalconstructie in relatie tot de
1.2a1
Raakvlak #10
schampkanten (i.r.t. mantelbuizen, praktijktoleranties en
prefabricage van de staalconstructie als eis).
Optimaal; knikken zo flauw mogelijk en de
aansluiting netjes afgestemd op het omliggende
beton.
X
X
Voorbeeld hoe het niet kan. De staalconstructie
komt hier over de hoogte van een waterpas boven
de betonnen schamprand uit.
Beheersmaatregelen – preventief
Beheersmaatregelen - correctief
Het langsprofiel van de stalen voegconstructie Aanpassing van de staalconstructie waarbij
en het ontwerp&realisatie van de
concessies in de kwaliteit onvermijdelijk zijn.
schampkanten dienen op elkaar afgestemd te In dat geval dient de uitvoering van slijp-,
zijn. Daarbij dienen hoogte en toleranties
las- en conserveringswerk van hoge kwaliteit
afgesproken te worden waarbinnen het
te zijn.
installeren mogelijk is zonder aanpassing aan
de constructie.
Het is van groot belang dat er tijdens de
uitvoering van het betonwerk en het
asfalteren wordt gekeurd op maatvoering en
afwijkingen. Een beperkt hoogteverschil van
de voegbalk is ter plaatse van de
schamprand acceptabel binnen plus en min
25 mm.
Toelichting bij de controle
Dit aspect is tevens sterk gerelateerd aan raakvlak 3 alsmede het ontwerpen&realiseren met
zeeg als uitgangspunt.
zijn op de ontwerpberekeningen, en de Eurocode.
7
4
2.1
X
1.2b2
X
1.2b1
wapening in het dek (gesloten beugel) dient te afgestemd te
1.2a2
De wapening van de voegovergangen in relatie tot de
1.2a1
Raakvlak #11
X
X
Beheersmaatregelen - preventief
Beheersmaatregelen - correctief
Het ontwerp van een voegovergang dient aan Wanneer het dek niet voldoet aan de
te sluiten op het dekontwerp. De
randvoorwaarden van de
randvoorwaarden dienen vooraf met de
voegovergangconstructie, dient men de
ontwerper/hoofdaannemer (pro-actief)
ontwerper/hoofdaannemer op de hoogte te
aangedragen te worden. Installatie van de
stellen en een formele afwijking in te dienen.
voegovergangen is niet toegestaan indien de
situatie op de bouwplaats niet overeen komt
met de eisen en de ontwerprandvoorwaarden.