Luxtronik 2.0 Verwarmings

Download Report

Transcript Luxtronik 2.0 Verwarmings

Installatie- en gebruikershandleiding
NL
Luxtronik 2.0
Verwarmings- en
warmtepompregelaar
Installateurniveau
Vakpersoneel
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
Vertaling van de originele handleiding
© Alpha-InnoTec GmbH
A.u.b. eerst lezen
Pictogrammen
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen
voor het gebruik van het toestel. Deze handleiding is onderdeel van het product en dient in de directe omgeving van de
warmtepomp te worden bewaard. Deze moet beschikbaar
blijven zo lang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende
gebruikers van het toestel.
Er wordt gebruikt gemaakt van pictogrammen in de gebruiksaanwijzing. De betekenis is als volgt:
Lees deze door, alvorens met werkzaamheden aan en met
het toestel te beginnen. Vooral het hoofdstuk Veiligheid. Volg
alle aanwijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze gebruiksaanwijzing beschrijvingen bevat, die onduidelijk of onbegrijpelijk te zijn schijnen. Bij
vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of
de servicepartner van de fabrikant raadplegen.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die
met of aan het toestel werken. Ga er vertrouwelijk mee om.
De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag niet
in zijn geheel of gedeeltelijk en in geen enkele vorm worden
gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische
systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden
vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel.
Gevaar!
Dit duidt op acuut gevaar, dat tot zwaar letsel
of zelfs de dood kan leiden.
Waarschuwing!
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
Let op!
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden.
Attentie
Dit duidt op mogelijk gevaar, dat materiële schade
kan veroorzaken.
Opmerking
Gemarkeerde informatie.
Vaak benodigd programma onderdeel
Gebruikers en gekwalificeerd vakpersoneel kunnen
gegevens instellen
Geautoriseerd klantenservicepersoneel kan gegevens instellen, heeft hier wachtwoord voor nodig.
Bevoegd servicepersoneel kan gegevens instellen,
heeft hier wachtwoord voor nodig
Fabrieksinstelling, geen gegevenswijziging mogelijk
Verwijzing naar andere hoofdstukken van de gebruiksaanwijzing
Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.
2
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Inhoudsopgave
Basisinformatie over de bediening
Vaak benodigd programma onderdeel
Informatie voor gebruikers,
gekwalificeerd vakpersoneel en
bevoegd servicepersoneel
A.u.b. eerst lezen............................................................................... 2
Pictogrammen................................................................................... 2
Werking van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.......................................................... 5
Het bedieningselement..............................................................13
Statuslicht..........................................................................................13
Display................................................................................................13
„Draai-drukknop”............................................................................13
Foutmeldingen..................................................................................14
Taal van het display..........................................................................14
Menuweergave..................................................................................14
Inbedrijfstelling.............................................................................14
IBN-Assistent....................................................................................14
Het standaardscherm “Verwarming”.............................14
Doelmatig gebruik.......................................................................... 5
Het standaardscherm “Warm tapwater”.....................15
Uitsluiting aansprakelijkheid................................................ 5
Het navigatiescherm...................................................................15
Basisscherm.......................................................................................15
Weergave van andere programmaonderdelen..........................16
Weergave van speciale programma’s...........................................16
Veiligheid............................................................................................... 6
Schoonhouden van de warmtepomp............................... 6
Onderhoud van de warmtepomp......................................... 7
Programma-onderdeel “Verwarming”
Klantenservice.................................................................................. 7
Garantie / vrijwaring................................................................... 7
Programma-onderdeel selecteren............................17
Recycling.............................................................................................. 7
Instellen van de bedrijfsmodus “Verwarming”...17
Temperatuur instellen.........................................................17
Stooklijnen instellen..........................................................18
Leveringsomvang en aanwijzingen inzake
montage, installatie en demontage
Instellen van de stooklijnen van het verwarmingscircuit.....19
Instellen van de stooklijn van de menggroep 1......................22
Instellen van een vaste temperatuur........................................23
Leveringsomvang............................................................................ 7
Leveringsomvang inbouwregelaar.................................................. 7
Leveringsinhoud wandregelaar....................................................... 7
Tijdklokprogramma verwarming................................23
Stookgrens..................................................................................23
Montage................................................................................................. 8
Montage van de inbouwregelaar.................................................... 8
Montage van de wandregelaar........................................................ 8
Programma-onderdeel “Warm tapwater”
Programma-onderdeel selecteren............................24
Elektrische installatie................................................................ 9
Installatie van de inbouwregelaar................................................... 9
Installatie van de wandregelaar.....................................................10
Instellen van de bedrijfsmodus “Productie warm
tapwater”.....................................................................................24
Montage en installatie van temperatuurvoelers...11
Buitentemperatuurvoeler..............................................................11
Temperatuurvoeler warm tapwater............................................12
Externe retourtemperatuurvoeler..............................................12
Instellen van de temperatuur voor
warm tapwater........................................................................25
Demontage.........................................................................................12
Demontage van de bufferbatterij.................................................12
Thermische desinfectie................................................................26
klokprogramma productie warm tapwater.......25
Onderhoudsprogramma...................................................26
.
Programma-onderdeel “Koeling”
Programma-onderdeel selecteren............................27
Instellen van de bedrijfsmodus “Koeling”..............27
Koeltemperatuur instellen.......................................28
Parameters instellen......................................................28
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
3
Informatie voor bevoegd
servicepersoneel
Programmaonderdeel
‘Parallelschakeling’
Verbinding....................................................................................55
Programma-onderdeel “Service”
IP-adres............................................................................................57
Programma-onderdeel selecteren............................29
Externe retoursensor.........................................................57
Informatie oproepen.............................................................29
Programmaonderdeel selecteren..............................57
Temperaturen oproepen.............................................................29
Ingangen oproepen.......................................................................30
Uitgangen oproepen.....................................................................30
Aflooptijden oproepen................................................................31
Bedrijsuren oproepen..................................................................31
Storingsbuffer oproepen.............................................................32
Afschakelingen oproepen............................................................32
Installatiestatus oproepen...........................................................33
BACnet............................................................................................33
Instelling aan de master-warmtepomp...................58
Instellingen uitvoeren.......................................................33
Datatoegang bepalen....................................................................34
Verkortprogramma oproepen....................................................34
Temperaturen vastleggen..................................................35
Prioriteiten vastleggen......................................................37
Systeeminstelling vastleggen.........................................38
Systeem ontluchten.............................................................42
ParameterS IBN OPSLAAN......................................................43
Selecteren van de displaytaal........................................44
Datum en tijd vastleggen............................................44
Opwarmprogramma...............................................................44
Temperaturen en tijdsintervallen instellen..............................45
Opwarmprogramma starten......................................................45
Opwarmprogramma handmatig beëindigen............................47
Status van de master-warmtepomp..........................................58
Menu van de verwarming instellen............................59
Appendix
Storingsdiagnose / foutmeldingen................................60
Resetten van een storing............................................................62
KNIPPERCODES OP REGELAARPRINTPLAAT..................62
Technische gegevens..................................................................63
Montage.............................................................................................63
Uitgangen...........................................................................................63
Ingangen.............................................................................................63
Aansluitingen.....................................................................................63
Interfaces...........................................................................................63
Karakteristieken temperatuurvoeler...........................................63
Meetgebied temperatuurvoelers..................................................63
Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtontdooiing,
Aanvoer Max.............................................................................64
Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling....................66
Belangrijke afkortingen..........................................................68
Installatieconfiguratie.....................................................47
IBN-Assistent................................................................................48
Parameters IBN-Assistent reset................................................48
Software-update......................................................................49
Datalogger..................................................................................49
Contrast van het Display van het
bedieningselement instellen.........................................49
Webserver.......................................................................................50
DHCP-Client..................................................................................50
Afstandsbeheer...........................................................................52
Functie ‘Afstandsbeheer’ inschakelen....................................52
De functie ‘Afstandsbeheer’ instellen....................................53
Handmatige datatransfer..........................................................54
ogelijke oorzaken van verbindingsproblemen......................54
Informatie over de functie ‘Afstandsbeheer’........................54
4
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Werking van de verwarmingsen warmtepompregelaar
De verwarmings- en warmtepompregelaar bestaat uit een
bedieningselement en een elektronische regeling. Deze zorgt
voor de besturing van de volledige warmtepompinstallatie,
de productie van warm tapwater en het verwarmingssysteem. Het aangesloten warmtepomptype wordt automatisch herkend.
De weersafhankelijke stooklijn van de verwarmingsinstallatie
met de overeenkomstige verlagingen en verhogingen wordt
ingesteld met de verwarmings- en warmtepompregelaar.
De productie van warm tapwater kan met behulp van een
thermostaat (door de opdrachtgever te voorzien) of een
temperatuursensor (toebehoren of bij het warmwaterbuffervat meegeleverd) naar gelang van de behoefte tot stand
worden gebracht. Het gebruik van een temperatuursensor
maakt een intelligente, adaptieve productie van warm tapwater met een hoge mate van comfort mogelijk.
Laagspannings- en 230V-signalen worden door de verwarmings- en warmtepompregelaar consequent gescheiden. Dit
zorgt voor een maximale storingsbeveiliging.
Doelmatig gebruik
De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde doel
worden gebruikt. D.w.z.:
• voor het regelen van de warmtepomp en de daarbij be-
horende installatieonderdelen.
Het toestel mag alleen in overeenstemming met de technische parameters worden gebruikt.
Attentie
de verwarmings- en warmtepompregelaar mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie met door
de fabrikant ter beschikking gestelde warmtepompen en door de fabrikant ter beschikking gestelde
toebehoren.
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrect gebruik wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
• indien werkzaamheden aan de warmtepomp zijn uitgevoerd die niet conform deze gebruiksaanwijzing zijn;
• indien werkzaamheden aan de warmtepomp onvakkundig zijn uitgevoerd;
• indien er werkzaamheden aan de warmtepomp zijn
uitgevoerd die niet in de gebruiksaanwijzing staan beschreven en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming heeft gegeven;
• indien de warmtepomp of componenten ervan zonder
uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikant
zijn gewijzigd, om- of uitgebouwd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
5
Veiligheid
De warmtepomp is gebruiksveilig indien gebruikt voor het
bestemde doel. De warmtepomp is ontworpen en gebouwd
volgens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.
Iedereen die aan dit toestel werkt moet de installatie- en
gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens
er met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit geldt
ook voor personen die al eens met een dergelijk toestel
hebben gewerkt of aan scholing bij de fabrikant hebben deelgenomen.
Iedereen die aan dit toestel werkt, moet de lokaal geldige
ongevallenpreventie-instructies hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van
beschermende kleding.
Attentie
Om veiligheidstechnische redenen geldt: neem dit
apparaat nooit van het stroomnet, behalve als het
moet worden geopend.
Attentie
stekker(s) X5 en schroefklemmen X4 van de verwarmings- en warmtepompregeling staan onder
lage spanning. Gebruik alleen originele temperatuurvoelers van de fabrikant (beveiligingsklasse II).
Attentie
circulatiepompen mogen alleen vanuit de verwarmings- en warmtepompregeling worden aangestuurd. Schakel circulatiepompen nooit extern uit.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en
beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het toestel opent!
Waarschuwing!
Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriften op bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan elektrische
aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen van
de energiebedrijven ter plekke!
Waarschuwing!
Enkel gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings-, koel- en elektromonteurs) mag
aan dit apparaat en de componenten ervan
werken.
Attentie
sluit het verwarmingscircuit nooit af in richting
warmtepomp (vorstbeveiliging).
Attentie
gebruik alleen toebehoren dat door de fabrikant is
geleverd of vrijgegeven.
Schoonhouden van de
warmtepomp
De warmtepomp kan met een vochtige doek en in de handel
verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of zuur en/
of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlak en eventueel ook de warmtepomp zelf.
Attentie
instellingen aan de verwarmings- en warmtepompregelaar mogen uitsluitend worden doorgevoerd
door het bevoegde onderhoudspersoneel of door
gespecialiseerde firma’s die door de fabrikant geautoriseerd zijn.
Waarschuwing!
Volg de aanwijzingen van de veiligheidsstickers op.
6
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Onderhoud van de
warmtepomp
De verwarmings- en warmtepompregelaar vereist geen regelmatig onderhoud.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur of bij de lokale partner van de fabrikant.
Handleiding van uw warmtepomp,
appendix, klantendienst, adressen voor serviceaanvragen
Garantie / vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumenten terugvinden.
Attentie.
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en
garantieaangelegenheden.
Recycling
Leveringsomvang
Opmerking
voor de werking noodzakelijke temperatuurvoelers (retourtemperatuurvoeler, aanvoertemperatuurvoeler, persgas) zitten ingebouwd in de warmtepomp en behoren niet tot de leveringsinhoud van
de verwarmings- en warmtepompregelaar.
De verwarmings- en warmtepompregelaar wordt in twee
varianten geleverd. De geleverde variant is afhankelijk van
het type van warmtepomp dat ermee moet worden geregeld.
Leveringsomvang inbouwregelaar
Bij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar als
“inbouwregelaar” in het betreffende apparaat geïntegreerd.
De leveringsinhoud “inbouwregelaar” behoort tot de leveringsinhoud van het apparaat voor installatie binnenshuis.
• Verwarmings- en warmtepompregelaar,
bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen) en bedieningselement (met statuslampje, display en
“draai-drukknop“).
• Buitentemperatuurvoeler voor opbouwmontage.
• Gebruiksaanwijzing.
• “Beknopte beschrijving warmtepompenregeling”.
Opmerking
Als de warmtepomp wordt afgedankt, volg dan de lokaal
geldige wetten, richtlijnen en normen voor terugwinning,
recycling en het verwijderen van grondstoffen en componenten van koudemachines op.
plaats de beknopte beschrijving in de buurt van het
apparaat.
Leveringsinhoud wandregelaar
Pagina 12, demontage
Bij apparaten voor buiteninstallatie is de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar niet in
het betreffende apparaat geïntegreerd. De leveringsinhoud
„wandregelaar“ behoort niet tot de leveringsinhoud van het
apparaat voor buiteninstallatie.
• Verwarmings- en warmtepompregelaar voor opbouw-
montage,
bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen), behuizing en bedieningselement (met statuslampje,
display en „draai-drukknop“).
• Wandbevestigingsmateriaal (boorsjabloon, schroeven,
pluggen voor stevig metselwerk).
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
7
• Buitenvoeler voor opbouwmontage.
• Gebruiksaanwijzing.
• „Beknopte beschrijving warmtepompenregeling“.
Opmerking:
bevestig de beknopte beschrijving in de buurt van
de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Doe eerst het volgende:
Controleer de geleverde goederen op zichtbare leveringsschade…
Controleer de levering op volledigheid. Eventuele ontbrekende elementen moeten onmiddellijk worden
gemeld.
Montage
Ga als volgt te werk:
Houd het boorsjabloon tegen de muur op de plaats
waar de verwarmings- en warmtepompregelaar moet
worden aangebracht…
Gevaar!
Controleer de installatieplaats of onder de
pleisterlaag weggewerkte leidingen. Richt
het boorsjabloon zo uit dat er bij de volgende
montagewerken geen onder de pleisterlaag
weggewerkte leidingen kunnen worden aangeboord en beschadigd.
Opmerking:
Rechts en links van het boorsjabloon moet telkens
≥ 2 cm vrije ruimte zijn, om voldoende plaats te
laten voor de zijdelingse bevestigingsschroeven van
de behuizingsafdekking.
Bevestig het boorsjabloon met plakband tegen de muur
en boor de gaten (Ø 6 mm, diepte ≥ 55 mm)…
Montage van de inbouwregelaar
Bij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar in
de schakelkast van het betreffende apparaat geïntegreerd.
Handleiding van uw warmtepomp, montage van het
bedieningselement
Montage van de wandregelaar
Voor al de uit te voeren werken geldt het volgende:
Verwijder het boorsjabloon van de muur, sla pluggen in
de gaten en draai de schroeven er gedeeltelijk in (afstand van de ondergrond tot de schroefkop ongeveer
10mm)…
Opmerking:
leef altijd de plaatselijk geldende ongevalpreventievoorschriften, wettelijke voorschriften, verordeningen en richtlijnen na.
Waarschuwing!
Alleen gekwalificeerde vakmensen mogen
de verwarmings- en warmtepompregelaar
monteren.
Opmerking:
het bijgeleverde wandbevestigingsmateriaal is bestemd voor stevige volle muren.
Attentie
wees er zeker van dat de schroeven stevig in de
muur vastzitten.
Draai de rechter en linker bevestigingsschroef van de
behuizingsafdekking van de verwarmings- en warmtepompregelaar los…
8
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en
beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het toestel opent!
Verwijder het behuizingsafdekking en leg die op een
veilige plaats…
Hang de verwarmings- en warmtepompregelaar volledig in de schroeven tegen de wand. Draai de schroeven
stevig aan…
Attentie
Voer de elektrische aansluitingen uitsluitend uit volgens het aansluitschema dat van toepassing is op uw
warmtepomp.
Installatie van de inbouwregelaar
Volg bij het tot stand brengen van de elektrische aansluitingen de instructies in de installatie- en gebruikershandleiding
bij uw warmtepomp.
Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, „Elektrische aansluitingswerken“, „Aansluitschema“ en „Schakelschema’s“ bij uw apparaattype
1 Achteraanzicht
2 Vooraanzicht
Als de elektrische installatie niet onmiddellijk wordt
uitgevoerd: breng de behuizingsafdekking opnieuw aan
en draai de zijdelingse bevestigingschroeven vast.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Opmerking:
inwendige zekering 6,3AT.
9
Installatie van de wandregelaar
Ga als volgt te werk:
Indien dat nog niet gebeurd is: verwijder de
behuizingsafdekking van de verwarmings- en warmtepompregelaar…
Pagina 8, instructies
–
Leid de stuurleiding vervolgens door de kabelkanalen naar beneden en door de kabelinvoeropening naar
buiten…
Steek de stekker van de voelerleiding in de bus X5. Leid
de voelerleiding door de kabelkanalen naar beneden en
door de kabelinvoeropening naar buiten…
Sluit de leiding van de 230 V-voeding aan op het voedingsklemmenstrook…
Opmerking:
inwendige zekering 6,3AT.
Klemmenstrook heeft veerklemmen voor
een maximale kabeldoorsnede van 2,5 mm2.
Isoleer de kabelmantel zo dat het manteleinde
tussen de dichtingslip en het kabelkanaal komt te
liggen.
1Klemmenstrook voor 230 V-voeding
2 Aansluiting voor 230 V-stuurleiding naar de
warmtepomp (bus X1)
3 EVU-brug (moet bij aansluiting van een potentiaalvrij contact verwijderd worden)
4Kabelkanalen met afdekkingen
5Kabelinvoeropening met klapbeugel
6 Bevestigingsschroef van de klapbeugel
7 Aansluiting voor voelerleiding naar de warmtepomp (bus X5)
8 Plaats voor optionele uitbreidingsprintplaat
„Comfort“
9 Besturingsprintplaat van de verwarmings- en
warmtepompregelaar
10 Bedieningselement
Draai de bevestigingsschroef van de klapbeugel van de
kabelinvoeropening los en trek de klapbeugel naar beneden, tot het wegklappen naar boven mogelijk is. Klap
de klapbeugel zijdelings naar boven weg…
Basisbedrading:
1 Aangesloten 230 V-voeding
2 Leidingen in de kabelkanalen
3 Aangesloten voelerleiding naar de warmtepomp
4 Aangesloten 230 V-stuurleiding naar de warmtepomp
Eventueel andere externe kabels installeren…
Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, ‘aansluitschema’ en ‘schakelschema’s’ bij uw apparaattype
Verwijder de afdekkingen van de kabelgoten…
Steek de stekker van de 230 V-stuurleiding, die naar de
warmtepomp gaat, in de bus X1.
10
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Breng de afdekkingen van de kabelkanalen weer aan.
Draai de klapbeugel van de kabelinvoeropening terug in
zijn uitgangspositie onder de bevestigingsschroef. Draai
de bevestigingsschroef stevig aan…
Breng de behuizingsafdekking opnieuw aan en draai de
zijdelingse bevestigingschroeven vast.
Attentie
alle leidingen die u aansluit op de verwarmings- en
warmtepompregelaar moet u buiten de verwarmings- en warmtepompregelaar door een kabelkanaal leiden (noodzakelijk voor trekontlasting; te
voorzien door de opdrachtgever).
Montage en installatie van
temperatuurvoelers
Buitentemperatuurvoeler
De buitentemperatuurvoeler is een noodzakelijk onderdeel
voor de werking van de regelaar en wordt dan ook bijgeleverd.
Opmerking
bij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoeler stelt de verwarmings- en
warmtepompregelaar de buitentemperatuur automatisch in op -5 °C. Het statuslampje op het bedieningselement brandt
rood, het display van het bedieningselement
meldt een storing.
Attentie
monteer de buitentemperatuurvoeler langs
de noord- of noordoostzijde van gebouwen. De buitentemperatuurvoeler mag niet
blootstaan aan rechtstreeks zonlicht.
Ga als volgt te werk:
1 230 V-stuurleiding (van bus X1 naar de warmtepomp)
2 voelerleiding (van bus X5 naar de warmtepomp)
3 verdere 230 V-uitgangen (circulatiepomp, mengklep…)
4 voelerleidingen (extern)
5 verdere 230 V-ingangen (externe aansturing, …)
6 230 V-voeding (naar klemmenstrook)
Kkabelgoot
Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler en
richt de temperatuurvoeler ≥ 2 m boven de grond uit
op de bevestigingsplaats. De kabelbevestiging moet
naar de grond gericht zijn…
Installatieaanwijzingen hiervoor vindt u in de installatie- en gebruikershandleiding van uw warmtepomp.
1 Behuizing buitenvoeler
2 Bevestigingsgaten
3Kabelbevestiging
4 Buitentemperatuurvoeler
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
11
Markeer en boor de bevestigingsgaten, sla de pluggen in
de gaten en schroef de behuizing van de buitenvoeler
tegen de muur…
Attentie.
de pluggen en schroeven voor het bevestigen
van de buitenvoeler worden niet meegeleverd.
Externe retourtemperatuurvoeler
De externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijk bij de hydraulische aanpassing van een buffervat
(multifunctioneel vat, …). Deze moet als volgt worden aangesloten:
Draai de kabelbevestigingsschroef in de behuizing van
de buitenvoeler los en voer de 2-aderige kabel (Ø ≤ 1,5
mm² per ader, kabellengte ≤ 50 m) door de kabelbevestigingsschroef in de behuizing naar binnen…
Klem de kabel vast, draai de kabelbevestigingsschroef
aan en doe de behuizing van de buitenvoeler weer
dicht.
Temperatuurvoeler warm tapwater
De temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneel toebehoren en is alleen nodig bij gebruik van een
afzonderlijk warmwaterbuffervat. U mag uitsluitend voelers
voor warm tapwater gebruiken die zijn goedgekeurd door
de fabrikant van de warmtepomp.
Attentie
het warmwaterbuffervat moet gevuld worden alvorens de voeler voor warm tapwater aan te sluiten
op de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet de
voeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogte
van het warmwaterbuffervat worden gemonteerd – in ieder
geval echter boven de inwendige warmtewisselaar van het
warmwaterbuffervat.
1 klem GND-aansluiting verbinden
2 klem TRL-aansluiting verbinden
Sluit de van het buffervat komende retourtemperatuurvoeler
aan op de printplaat van de verwarmings- en warmtepomp­
regelaar.
Demontage
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en
beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het toestel opent!
Demontage van de bufferbatterij
Attentie
Alvorens de verwarmings- en warmtepompenregelaar wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de
hoofdprintplaat te worden verwijderd. De batterij/
accu kan met een schroevendraaier uit de houder
worden verwijderd. Breng de batterij/accu en alle
elektronische onderdelen gescheiden in de recycling.
1 Buffervat warm tapwater
2 Temperatuurvoeler voor warm tapwater
(Ø = 6 mm)
3 Warmtewisselaar
4Koudwateraansluiting
5 Aansluiting warm tapwater
12
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Het bedieningselement
Door het selecteren en activeren van de navigatiepijl gaat u van een menuniveau naar het volgende
hogere of lagere niveau.
Bepaalde menu’s vereisen dat de instellingen worden
opgeslagen. Dat gebeurt door het selecteren en activeren van .
Door het selecteren en activeren van
worden
doorgevoerde instellingen geannuleerd..
1USB-aansluiting
(stekker achter het klepje)
2
Display
3Statuslicht
4
„Draai-drukknop”
Statuslicht
Ring rond de draaiknop brandt groen =
Installatie werkt correct
Ring rond de draaiknop brandt groen/rood =
functieonderbreking met
automatische reset
Ring rond de draaiknop brandt rood = storing
Als een menu meer opties heeft dan kunnen worden
weergegeven op het display, verschijnt er in de linker
displayrand een scrollbalk. Die geeft aan waar u zich
in het menu bevindt. Als er geen symbool of menuveld is geselecteerd, kunt u naar beneden scrollen
in het display door de “draai-drukknop” naar rechts
te draaien. Zo kunt u de niet-zichtbare menuopties zichtbaar maken. Wanneer u de knop naar links
draait, scrollt u weer naar boven in het display.
„Draai-drukknop”
Draaien =
Pictogram voor een gewenst programmaniveau of menuveld selecteren of
naar boven (of beneden) bewegen in
het display (scroll).
D r u k k e n (kort) =
Geselecteerde pictogram activeren
(= het betreffende programmaniveau
oproepen) of de geselecteerde menuoptie voor de invoer van gegevens
en waarden deblokkeren.
Draaien =
In het gedeblokkeerde menuveld gegevens en waarden instellen.
Display
Op het display van het bedieningselement worden bedrijfsinformatie, functies en instelmogelijkheden van de
verwarmings- en warmtepompregelaar en de warmtepompinstallatie weergegeven, evenals foutmeldingen.
Normaal is het display niet verlicht. Zodra de “draaidrukknop” wordt gebruikt, wordt de displayverlichting
ingeschakeld. De verlichting wordt automatisch weer uitgeschakeld wanneer de “draai-drukknop” langer dan 10
minuten niet wordt gebruikt.
D r u k k e n (kort) =
Instelling van gegevens en waarden in
een menuveld beëindigen.
Als u de “draai-druk-knop” 3 seconden lang ingedrukt
houdt, gaat het display vanzelf terug naar het navigatiescherm.
Na nog eens 7 seconden van inactiviteit keert het programma automatisch terug naar het standaardscherm.
D o n k e r e a c h t e r g r o n d (geïnverteerd) =
Symbool of menuveld is geactiveerd.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
13
Foutmeldingen
Wanneer er zich een storing voordoet in de installatie, verschijnt er een overeenkomstige foutmelding op het display.
Attentie
Alvorens u een storing bevestigt, dient u vooral
eerst de hoofdstukken “Storingsdiagnose / foutmeldingen” en “Resetten na een storing” door te
lezen.
Pagina 60, Storingsdiagnose / foutmeldingen, en
Pagina 62, Resetten van een storing
I n d r u k k e n (7 seconden lang) =
Foutmelding
resetten
en
warmtepompinstallatie
opnieuw
starten (= manuele reset).
Bij de eerste inschakeling van de warmtepomp verschijnt
bovenstaande mededeling.Zolang de mededeling niet met
OK wordt bevestigd, wordt geen ZWE (tweede warmteopwekker) door de regelaar vrijgegeven.
Opmerking
Tijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompen is geen warmteopwekker actief.
De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar of bij het overschakelen naar het standaardmenu. De
mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar of bij het overschakelen naar het standaardmenu.
Attentie
Taal van het display
Als de mededeling met OK wordt bevestigd, hoewel
de installatie niet vakkundig gevuld is, dan kan dit
schade aan het apparaat veroorzaken.
U kunt zelf bepalen in welke taal menu’s en teksten op het
display worden weergegeven.
Pagina 44, Selecteren van de displaytaal
Menuweergave
De menu’s zijn zodanig gestructureerd dat menuopties die
voor de installatie ofwel het machinetype niet van belang
zijn, worden verborgen. Dit betekent dat het beeld op het
display van de regelaar van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken.
Het standaardscherm
“Verwarming”
Het standaardscherm (= basismenu) dient om snel informatie te krijgen over de geselecteerde bedrijfsmodus van de
verwarming. Bovendien kunt u hier snel en gemakkelijk de
basisinstellingen van de verwarmingsfunctie instellen.
Inbedrijfstelling
7
IBN-Assistent
8
De besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard.
Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordt
genomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. In
het hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op dit
pictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Als
de inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen.
Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kunt
u in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzing
vinden.
14
N
1Pictogram voor het programma-onderdeel
“Verwarming”
Het pictogram Verwarming duidt aan dat de informatie
ernaast en de instellingsmogelijkheden alleen betrekking hebben op de verwarming. Als u op dit pictogram
drukt, kunt u tussen de verschillende producties van
de warmtepomp heen en weer schakelen. Er kunnen
zodoende bijv. ook pictogrammen voor warm tapwater, koeling of zwembadwater worden weergegeven.
Dit is natuurlijk afhankelijk van uw verwarmingsinstallatie en de aangesloten verbruikers.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
2Momentele bedrijfsmodus van de verwarming
Auto(matisch),Vakantie, ZWE, Uit, of Party.
3 Digitale temperatuurindicatie
Geeft aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde stooklijn
moet afwijken.
Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C
4Temperatuurschaal
Geeft grafisch aan hoever de gewenste verwarmingswater-retourtemperatuur van die van de ingestelde
stooklijn moet afwijken.
Maximale waarde van de mogelijke afwijking: ± 5 °C
5Compressor
Het compressor-pictogram draait als de compressor
loopt.
6Momentele bedrijfstoestand
Verwarming
Warm tapwater
Opwarmprogramma
Ontdooien
EVU
Circulatiepomp aanvoer (alleen SW en WW)
Fout
Koeling
7Momentele buitentemperatuur
8 Datum / tijd
NNavigatiepijl
hier: naar navigatiescherm
Het standaardscherm
“Warm tapwater”
9
10
11
9 Pictogram voor het programma-onderdeel “Warm
tapwater”
Duidt aan dat op het standaardscherm de warm tapwater-functies worden aangestuurd.
10Momentele bedrijfsmodus van de tapwaterproductie
Auto(matisch),Vakantie, ZWE, Uit, of Party.
11 Gewenste temperatuur van warm tapwaterproductie
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Het navigatiescherm
Het navigatiescherm geeft een overzicht van de verschillende
programmaonderdelen van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Basisscherm
1Momentele bedrijfsstatus van de warmtepomp met
tijdsindicatie
2Oorzaak van de heersende bedrijfsstatus of storingsmelding
3 Pictogrammen van de programmaonderdelen van de
verwarmings- en warmtepompregelaar
Standaardpictogrammen die altijd worden weergegeven, zijn:
Pictogram voor het programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling”
Bedrijfsinformatie en bediening van de installatie door de gebruiker
Toegankelijk voor alle gebruikers
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Verwarming”
Programma-onderdeel voor het instellen van
alle parameters voor het verwarmings- en
mengcircuit
Alleen toegankelijk voor vakpersoneel
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Warm tapwater”
Programma-onderdeel voor het instellen van
alle parameters voor de productie van warm
tapwater
Alleen toegankelijk voor vakpersoneel
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Service”
Programma-onderdeel voor het instellen van
de basis-systeemparameters
Alleen voor bevoegd servicepersoneel
Zone ten dele met wachtwoord beveiligd
Symbool voor het programmaonderdeel ‘Parallelschakeling master’. Onderlinge verbinding
van max. 4 warmtepompen.
Alleen voor vakpersoneel.
Symbool voor het programmaonderdeel ‘Parallelschakeling slave’. Alleen voor vakpersoneel.
4 Informatie over het geselecteerde pictogram.
15
Weergave van andere programmaonderdelen
Weergave van speciale programma’s
Afhankelijk van het aangesloten warmtepomptype kan het
navigatiescherm de volgende programmaonderdelen bevatten:
Als er speciale programma’s actief zijn, worden de pictogrammen ervan op het navigatiescherm weergegeven.
Ontluchtingsprogramma
Toegang voor klantenservice of installateur
Pictogram voor het programma-onderdeel
“Koeling”
over de voorwaarden voor de weergave van het
symbool: Pagina 27, Programma-onderdeel “Koeling”
Opmerking
afhankelijk van uw installatie en van de configuratie van de verwarmings- en warmtepomp­regelaar
kunnen er nog meer programmaonderdelen op het
scherm worden weergegeven.
Op de schermen die op de volgende pagina’s staan beschreven, heeft u keuzemogelijkheiden of is uw keuze vereist. In
principe geldt het volgende:
– bij keuzerondjes kunt u maar één optie aanklikken
– bij selectievakjes kunt u er meerdere aankruisen
Opwarmprogramma
Beknopt programma
Geforceerd verwarming
Geforceerd warm tapwater
Geforceerd ontdooien
USB-stick aangesloten
Koude start (afbreken)
Lucht-waterwarmtepompen beschikken over
een koudestartfunctie.
Als bij een buitentemperatuur < 10 °C de retourtemperatuur onder de 15 °C daalt, wordt
de functie geactiveerd. Dan wordt de tweede
warmteopwekker aangestuurd, tot de retourtemperatuur de 15 °C overschrijdt. Pas daarna
wordt de warmtepomp weer vrijgegeven.
De koude start is vanaf een retourtemperatuur van 23 °C beëindigd.
Men kan de koude start desgewenst afbreken
door op het symbool
te drukken. Dan blijft
de koude start gedeactiveerd tot de volgende
herstart van de regelaar.
Opmerking
wanneer u het pictogram van een speciaal programma selecteert en activeert, gaat u rechtstreeks
naar het menu van dit speciale programma.
16
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Programma-onderdeel
“Verwarming”
Programma-onderdeel selecteren
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Op het display verschijnt het menu “Verwarming Instelling”…
Instellen van de bedrijfsmodus “Verwarming”
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Bedrijfsmodus”…
Op het display verschijnt het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd
met :
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodus van de verwarming instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt nalezen.
Temperatuur instellen
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Temperatuur + -”…
1Pictogram voor programma-onderdeel “Verwarming” met menutitel
2Menuoptie “Bedrijfsmodus”
opent het menu “Verwarming Bedrijfsmodus”
3Menuoptie “Temperatuur + –”
opent het menu “Verwarming Temperatuur + –”
4Menuoptie “Stooklijnen”
opent het menu “Verwarming Stooklijnen”
Op het scherm verschijnt het menu “Verwarming Temperatuur + -“:…
5Menuoptie “Klokprogramma”
opent het menu “Verwarming Tijdprogramma”
6Menuoptie “Verwarmingsgrens”
opent het menu “Verwarmingsgrens”
1Menuoptie “Temperatuur + -”.
Ingevoerde waarden worden in stappen van 0,5 °C
weergegeven.
Referentiegrootte: ingestelde stooklijn
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
17
Opmerking
dit menu dient voor het fijn afstellen van de stooklijnen. Als er temperatuurwijzigingen worden opgeslagen, worden de stooklijnen automatisch aangepast.
D.w.z.:
op basis van de wijzigingen in het menu “Verwarming Temperatuur + -” berekent het programma
van de verwarmings- en warmtepompregelaar het
voet- respectievelijk eindpunt van de stooklijnen afhankelijk van de buitentemperatuur opnieuw om de
stooklijnen vervolgens te verschuiven.
Temperatuur verhogen: selecteer en activeer de menuoptie “Warmer”.Verwarmingswater-retourtemperatuur
wordt bij iedere draaiing 0,5 °C verhoogd…
Stooklijnen instellen
Met stooklijn bedoelt men de op basis van de buitentemperatuur berekende retourwatertemperaturen van
verwarmingsinstallatie. Binnen bepaalde grenswaarden
stijgen (dalen) de retourwatertemperatuur wanneer de buitentemperatuur daalt (stijgt).
Opmerking
via de instellingen van het verwarmingscircuit
wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en
uitschakelen van de warmtepomp gestuurd.
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Stooklijnen”…
Temperatuur verlagen: selecteer en activeer de menuoptie “Kouder”. Verwarmingswater-retourtemperatuur
wordt bij iedere draaiing 0,5 °C verlaagd...…
Opmerking
wijzig de temperatuur om te beginnen met 0,5 °C.
Wacht 2 tot 3 dagen voor een volgende wijziging, en
ga ondertussen na hoe de kamertemperatuur zich
ontwikkelt.
Instelling opslaan of annuleren…
Opmerking
de stooklijnen worden bij het opslaan automatisch
gewijzigd op basis van de ingevoerde temperatuurwaarden. De waarden in de menuoptie “Temperatuurschaal” en “Temperatuurafwijking” worden na
het opslaan in het menu “Verwarming Temperatuur + -” op nul gezet.
Als u uw instellingen hebt opgeslagen, toont het programma
een bevestigingsmelding op het display om vervolgens
automatisch terug te keren naar het menu “Verwarming Temperatuur + ‑”…
Terugkeer naar het menu “Verwarming Instelling”.
18
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Instellen van de stooklijnen van het
verwarmingscircuit
Op het display verschijnt – afhankelijk van de systeeminstelling (Menggroep1 = “Ontlaad“) – ofwel het menu
“Verwarming Stooklijnen”….
…ofwel het menu “Stooklijn verwarming“:
4Tabelrij “Parallelle verschuiving”
Symbool voor “Parallelle verschuiving”
20 °C Tabelveld “Parallelle verschuiving”.
Voorbeeldwaarde hier: 20 °C (neutraal)
20 °C Tabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur”
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat het
voetpunt van de stooklijn 20°C moet bedragen bij een buitentemperatuur van 20 °C.
Een verhoging van de temperatuurwaarde in
het tabelveld “Parallelle verschuiving” tot bijvoorbeeld 22 °C zorgt voor een parallelle
verschuiving van de stooklijn met 2 °C naar
boven, terwijl een daling tot bijvoorbeeld
18 °C een parallelle verschuiving van de stooklijn met 2 °C naar beneden tot gevolg heeft.
5Tabelrij “Nachtverlaging”
Symbool voor nachtmodus: verwarming is verlaagd
-5 °C Tabelveld “Verschiltemperatuur”
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de
verwarming in de nachtmodus met 5 °C wordt
verlaagd in vergelijking met de dagmodus.
Stooklijneindpunt vastleggen…
•
Activeer het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
Opmerking
als het menu “Stooklijnen verwarming ” verschijnt, activeert u de menuoptie “Verwarmingscircuit”. De stooklijnen voor het verwarmingscircuit kunnen geprogrammeerd
worden, voor zover er geen vaste temperatuur is ingesteld.
Pagina 23, Instellen van een vaste temperatuur
1Symbool voor programma-onderdeel “Verwarming” en menutitel
2Kolomtitel van de tabel
Retourtemperatuur verwarmingscircuit
Referentiewaarde buitentemperatuur
3Tabelrij “Stooklijneindpunt”
Symbool voor “Stooklijneindpunt”
45 °C Tabelveld “Stooklijneindpunt”
Voorbeeldwaarde hier: 45 °C
-20 °CTabelveld “Referentiewaarde buitentemperatuur” (= niet wijzigbare systeemgekozen
waarde)
In het afgebeelde voorbeeld luidt het dat de
retourtemperatuur 45 °C moet bedragen bij
een buitentemperatuur van -20 °C.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Opmerking
het stooklijneindpunt heeft altijd betrekking op een
buitentemperatuur van ‑20 °C. Als de warmtepomp
wordt gebruikt in een streek waar er nooit een
buitentemperatuur van ‑20 °C heerst, moet u het
stooklijneindpunt afstemmen op de regionale normontwerptemperatuur.
Pagina 21, afstemming van het stooklijneindpunt
op de regionale normontwerptemperatuur
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in het tabelveld
“Stooklijneindpunt” in…
Opmerking
de temperatuurwaarden hebben betrekking op de
retourwatertemperatuur. Om de aanvoertemperatuur te bepalen moet u de het temperatuurverschil
optellen bij de berekende waarde.
19
voorbeelddiagram:
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
1 stooklijneindpunt
2 stooklijnvoetpunt
F Vorstbeveiliging
stooklijn met stooklijneindpunt van 45 °C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van
radiatoren)
stooklijn met stooklijneindpunt van 30 °C retourtemperatuur (bijvoorbeeld bij gebruik van
vloerverwarming)
Voorbeelddiagram:
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
F Vorstbeveiliging
Stooklijn met stooklijneindpunt bij 30 °C retourtemperatuur en stooklijnvoetpunt bij 20 °C
retourtemperatuur
Stooklijn na parallelle verschuiving met 10 °C
naar boven verschoven.
telkens bij -20 °C buitentemperatuur en een
stooklijnvoetpunt van 20 °C retourtemperatuur
bij +20 °C buitentemperatuur.
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
Stel andere parameters in ( – ) of scroll het display
helemaal naar beneden en ga verder met …
„Parallelle verschuiving” vastleggen…
•
Selecteer en activeer het tabelveld “Parallelle verschuiving”…
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in. Een draai naar
rechts veroorzaakt een parallelle verschuiving van de
stooklijn met 0,5 °C naar boven. Een draai naar links
veroorzaakt een parallelle verschuiving van de stooklijn
met ‑0,5 °C naar beneden.
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Parallelle verschuiving”…
Stel andere parameters van de tabel in ( ) of scroll het
display helemaal naar beneden en ga verder met …
Stel de “verschiltemperatuur” in waarmee het verwarmingscircuit in de nachtmodus moet worden verlaagd…
•
Selecteer en activeer het tabelveld “Verschiltemperatuur”…
•
Stel de retourtemperatuurwaarde in…
Opmerking
de parallelle verschuiving heeft zowel een invloed
op de dagmodus als op de nachtmodus.
20
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
voorbeelddiagram:
1Menuregel “Regionale norm-ontwerptemperatuur”
2Menuregel ‘Berekende retourtemperatuur stooklijneindpunt’ bij de regionale ontwerptemperatuur
Activeer de menuoptie “Verklaring”. De temperatuurindicatie wordt tegen een donkere achtergrond
weergegeven…
B
A
•
Stel de regionale normontwerptemperatuur in, bijvoorbeeld ‑12 °C…
15 °C
•
Sla de instellingen op…
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
F Vorstbeveiliging
Stooklijn in de dagmodus
Met -5 °C parallel verschoven stooklijn in de
nachtmodus
Over het volledige gebied beschouwd, ligt de stooklijn
in de nachtmodus 5 °C onder de stooklijn in de dagmodus.
Opmerking
als uw installatie in de bedrijfsmodus “Auto” werkt,
schakelt ze automatisch om tussen dagmodus (temperatuurverhoging) en nachtmodus (temperatuurverlaging).
Het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar berekent nu de bij -12 °C werkelijke
retourtemperatuur voor het stooklijneindpunt en geeft
die weer in de menuoptie “Berekend”.
In het voorbeeld +24,0 °C:
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Verschiltemperatuur”…
Opmerking
Alleen noodzakelijk als de stooklijn aan de regionale
ontwerptemperatuur moet worden aangepast.
Afstemming van het stooklijneindpunt op de regionale
normontwerptemperatuur
•
Selecteer de menuoptie “Verklaring”…
•
Als de berekende retourtemperatuur overeenkomt
met de door u gewenste retourtemperatuur, kunt u het
menu verlaten…
•
Als de installatie echter een andere retourtemperatuur
moet bereiken, selecteert en activeert u in de tabelrij
“Stooklijneindpunt” het tabelveld “Stooklijneindpunt”
en wijzigt u de retourtemperatuurwaarde naar boven
of naar beneden toe (al naar gelang of u een hogere of
een lagere temperatuur wenst)…
•
Beëindig de invoer in het tabelveld “Stooklijneindpunt”…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
21
•
Scroll helemaal naar beneden in het menu “Verwarming
Stooklijn Verwarmingscircuit” en sla de instellingen
op…
•
Controleer vervolgens de achter de menuoptie “Berekend” weergegeven temperatuurwaarde…
Als de berekende waarde nu overeenkomt met de door
u gewenste retourtemperatuur, kunt u het menu verlaten…
Anders gaat u helemaal naar boven in het menu “Verwarming Stooklijn Verwarmingscircuit” en herhaalt u
stappen • – • zolang tot de berekende waarde
de gewenste retourtemperatuur zo dicht mogelijk benadert.
Instellen van de stooklijn van de menggroep 1
Opmerking
het menu verschaft slechts toegang tot de stooklijn van de menggroep 1 wanneer er in de installatie
een mengklep is geïnstalleerd en de menggroep 1 in
de systeeminstelling als ontladingsmenggroep is gedefinieerd.
Ga als volgt te werk:
selecteer en activeer de menuoptie “Menggroep 1” in
het menu “Verwarming Stooklijnen”…
Opmerking
een exacte overeenstemming van de berekende
waarde met de gewenste retourtemperatuur is
meestal niet mogelijk, aangezien u in de menuoptie
“Stooklijneindpunt” de retourtemperatuurwaarde
slechts in stappen van 0,5 °C kunt instellen. Aanvaard daarom een retourtemperatuur die de door
u gewenste temperatuur het dichtst benadert.
Opmerking
een reële instelling van de stooklijn is van groot
belang voor het optimale energierendement van de
warmtepomp. Als de stooklijn te hoog is ingesteld,
verhoogt dit het globale energieverbruik van de installatie!
Opmerking
via de instellingen van het verwarmingscircuit
wordt het van de temperatuur afhankelijke aan- en
uitschakelen van de warmtepomp gestuurd.
Op het display verschijnt het menu “Verwarming
Stooklijn Menggroep 1”. De stooklijnen kunnen geprogrammeerd worden, voor zover er geen vaste
temperatuur gedefinieerd werd…
Pagina 23, instellen van een vaste temperatuur
Instellen van de stooklijnen van de menggroep 1…
–
onder “Instellen van de
Volg de aanwijzingen
stooklijnen van het verwarmingscircuit”…
Pagina 19
Opmerking
zorg ervoor dat u bij het instellen van de stooklijnen van de menggroep 1 steeds aanvoertemperaturen definieert.
22
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Instellen van een vaste temperatuur
Opmerking
u kunt een vaste temperatuur uitsluitend instellen
wanneer deze optie in de systeeminstellingen is geselecteerd.
Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
Opmerking
de vaste temperatuur wordt onafhankelijk van de
buitentemperatuur opgewekt.
activeer de menuoptie “Retour” of “T aanvoer”. Het
temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste vaste temperatuur in…
Opmerking
als u een nachtelijke temperatuurverlaging in de
“Vaste temperatuur“-modus wenst, moet de verschiltemperatuur in de stooklijnen “Verwarmingscircuit” respectievelijk “Menggroep 1” worden ingesteld, alvorens de optie “Vaste temperatuur” wordt
geselecteerd.
Als er geen nachtelijke verlaging gewenst is, moet
de verschiltemperatuur in de stooklijnen “Verwarmingscircuit” respectievelijk “Menggroep 1” op
0 °C worden ingesteld ( = fabrieksinstelling).
Sla de instellingen op of annuleer deze en verlaat het
menu “Verwarming Vaste instelling verwarming” of
“Verwarming Vaste instelling Menggroep1”.
Als de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingen
is geselecteerd, ziet de stooklijn er bijvoorbeeld als volgt uit:
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Verwarming Instelling” de menuoptie “Stooklijnen”…
Xbuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
F Vorstbeveiliging
Vaste temperatuur (hier: + 35 °C)
Tijdklokprogramma verwarming
Als de optie “Vaste temperatuur” in de systeeminstellingen
ingeschakeld is, gaat u naar het menu “Verwarming Stooklijnen” (van waaruit u naar de menu’s “Verwarming Vaste
instelling verwarming” of “Verwarming Vaste instelling Menggroep1” gaat) of rechtstreeks naar het menu “Verwarming
Vaste instelling verwarming“:
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Tijdprogramma van het verwarmingscircuit instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“)
van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt
nalezen.
Stookgrens
Is de gemiddelde dagtemperatuur de laatste 24 h hoger dan
de door u onder ‘stookgrens’ ingestelde gemiddelde dagtemperatuur, dan wordt het verwarmingsbedrijf uitgeschakeld.
Voorwaarde: de stookgrens is onder systeeminstellingen op
‘ja’ ingesteld.
Pagina 41 systeeminstelling ‘stookgrens’
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
23
Programma-onderdeel
“Warm tapwater”
Instellen van de bedrijfsmodus
“Productie warm tapwater”
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Bedrijfsmode”…
Programma-onderdeel selecteren
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer het pictogram
tiescherm…
op het naviga-
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwater
Bedrijfsmodus”. De actuele bedrijfsmodus is gemarkeerd met :
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwater
Instelling“:
1Symbool voor programma-onderdeel “Warm
tapwater” met menutitel
2Menuoptie “Bedrijfsmodus”
opent het menu “Warm tapwater Bedrijfsmode”
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Bedrijfsmodus van de warm tapwater-productie instellen”
(programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“) van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant
kunt nalezen.
Terug naar het menu “Warm tapwater Instelling”.
3Menuoptie “Temperatuur + –”
opent het menu “Gewenste waarde warm tapwater”
(Als de productie van warm tapwater door een thermostaat wordt aangestuurd, ontbreekt dit menuoptie.)
4Menuoptie “Klokprogramma”
opent het menu “Warm tapwater Klokprogramma”
5Menuoptie “Snel opwarmen”
opent het menu “Warm tapwater Snel opwarmen”
6Menuoptie “Onderhoudsprogramma”
opent het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma”
24
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Instellen van de temperatuur voor
warm tapwater
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Warm tapwater Instelling”.
Opmerking
Opmerking
als de productie van warm tapwater wordt aangestuurd door een thermostaat, kan de temperatuur
niet worden ingesteld. De menuoptie “Temperatuur + –” verschijnt dan niet in het scherm “Warm
tapwater Instellingen”.
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Temperatuur + –”…
als er een warmtapwater-temperatuur wordt ingesteld
die niet kan worden bereikt, schakelt de warmtepomp
eerst op “Hogedrukstoring”. Daarna volgt een storing
met automatische reset (als er een commando voor verwarming wordt gegeven, wordt deze ook gestart). Als
er 2 uur zijn verstreken, wordt de productie van warm
tapwater opnieuw gestart. In dit geval verlaagt het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar
de instelwaarde echter automatisch met aanvankelijk
1 °C. Als ook die insteltemperatuur niet kan worden bereikt, wordt het proces herhaald tot er een temperatuur
kan worden bereikt.
klokprogramma productie warm tapwater
Ga als volgt te werk:
Op het scherm verschijnt het menu “Warm tapwater
Temperatuur + –”…
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” de menuoptie “Klokprogramma”…
.
1Menuregel “Gewenste waarde”
Activeer de menuoptie “Gewenste waarde”. Het
temperatuurinvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste temperatuur in…
Opmerking
in combinatie met warmwater-buffervaten – die
door de fabrikant worden aanbevolen – kan uw
warmtepomp watertemperaturen produceren die
ca. 7 K lager liggen dan de maximale aanvoertemperatuur van uw warmtepomp.
Volg de instructies die u in hoofdstuk “Blokkering
van de warm tapwater-productie instellen” (programma-onderdeel “Informatie en snelinstelling“)
van de gebruiksaanwijzing voor de eindklant kunt
nalezen.
Opmerking
houd er bij het programmeren rekening mee dat de
perioden die u in het onderdeel “Warm tapwater
Tijdprogramma” vastlegt, b l o k k e r i n g zijn.
Tijdens de ingevoerde perioden wordt de productie
van warm tapwater uitgeschakeld.
Instelling van het tijdschakelprogramma voor de circulatie, zie ‘Handleiding regelaar eindklant’.
Invoer afsluiten…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
25
Onderhoudsprogramma
Thermische desinfectie
Ga als volgt te werk:
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Warm tapwater Instelling” het menuoptie “Onderhoudsprogramma”…
Op het display verschijnt het menu “Warm tapwaterOnderhoudsprogramma”…
Activeer in het menu “Warm tapwater Onderhoudsprogramma” het menuoptie “Thermische desinfectie”…
Opmerking
De melding ,Thermische desinfectie‘ verschijnt
alleen als er in de systeeminstellingen een extra
warmteopwekker voor warm tapwater is vrijgegeven.
Op het scherm verschijnt het menu “Thermische desinfectie”…
Selecteer en activeer de dag(en) waarop er een thermische desinfectie moet plaatsvinden…
Opmerking
„Continu” betekent dat er na iedere productie van
warm tapwater een thermische desinfectie plaatsvindt. Het produceren van warm tapwater start
echter steeds bij de ingestelde hysterese van de
warmwater-instelwaarde.
26
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Programma-onderdeel
“Koeling”
Attentie
Instellen van de bedrijfsmodus “Koeling”
Ga als volgt te werk:
Activeer in het menu “Koeling Instelling” de menuoptie
“Bedrijfsmode”…
het programma-onderdeel “Koeling” mag u uitsluitend activeren als er een koelmengklep in combinatie met een brine/water-warmtepomp is aangesloten.
Attentie
als er een koelmengklep is aangesloten, moet u absoluut het programma-onderdeel “Koeling” activeren, aangezien er anders storingen optreden bij de
aangesloten mengklep.
Op het display verschijnt het menu “Koeling Bedrijfsmode”. Kies de gewenste bedrijfsmodus…
Programma-onderdeel selecteren
Het programma-onderdeel “Koeling” moet door bevoegd
onderhoudspersoneel tijdens de inbedrijfstelling worden ingesteld.
vereiste instelling: menuoptie “Menggroup 1” = “Koeling”
Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
Als de passieve koelfunctie is ingesteld, verschijnt in het navigatiedisplay het symbool voor het programma-onderdeel
“Koeling“:
1Pictogram voor programma-onderdeel “Koeling” met menutitel
2Automatisch
Afhankelijk van de buitentemperatuurvrijgave wordt
de passieve koelfunctie ingeschakeld.
3Uit
Schakelt de passieve koelfunctie uit.
Opmerking
als de passieve koelfunctie wordt ingeschakeld, schakelt het programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar de verwarming automatisch in de
bedrijfsmode “Uit”.
Omgekeerd geldt het volgende:
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
als de verwarming wordt ingeschakeld, schakelt het
programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar de passieve koelfunctie automatisch in de
bedrijfsmodus “Uit”.
Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Instelling“:
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
27
Koeltemperatuur instellen
Selecteer en activeer in het menu “Koeling Instellingen”
de menuoptie “Temperatuur + –”…
Op het scherm verschijnt het menu “Koeling Temperatuur + –”.
Parameters instellen
Selecteer en activeer in het menu ‘Instellingen koeling’
het menupunt ‘Parameters’.
Op het scherm verschijnt nu het menu ‘Parameters over- resp. onderschrijding buitentemperatuur’.
1Tijd instellen voor ‘BT-overschrijding’
2Tijd instellen voor ‘BT-onderschrijding’
1Menuregel “Buitentemperatuur-Vrijgave”
2Menuregel “Instgestelte Temperatur Menggroep MK1”
3Menuregel ‘Retour instel koelen’. Bij reversibele
LWD’s instelbaar tussen 13 °C en 25 °C
Selecteer de menuoptie “Ingest.temp. Menggr1”. Het
temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een
donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste temperatuur in…
Invoer afsluiten…
Selecteer en activeer de menuoptie “BT-Vrijgave”. Het
temperatuurinvoerveld wordt automatisch tegen een
donkere achtergrond weergegeve…
Stel de gewenste buitentemperatuurvrijgave in…
Invoer voltooien. Sla de instellingen op of annuleer
ze…
Selecteer het menupunt ‘BT-overschrijding’ of ‘BTonderschrijding’. Het invoerveld voor de tijd wordt
automatisch tegen een donkere achtergrond weergegeven.
Stel de gewenste tijd (in aantal uren) in.
Opmerking
Om de koeling te starten, moet de BT-vrijgave
langer dan de onder ‘BT-overschrijding’ ingestelde
tijd overschreden zijn of eenmalig met 5 K. De koelfunctie wordt beëindigd, als de BT-vrijgave langer
dan de onder ‘BT-onderschrijding’ ingestelde tijd
wordt onderschreden.
De koelfunctie wordt pas vrijgegeven, als de brineingangstemperatuur > 3 °C bedraagt.
De ingestelde temperatuur bepaalt de aanvoertemperatuur van de warmtepomp tijdens de koeling.
Terug naar het menu “Koeling Instelling”.
28
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Programma-onderdeel
“Service”
Temperaturen oproepen
Ga naar de menuoptie “Temperaturen” in het menu
“Service Informatie” en selecteer deze optie…
Programma-onderdeel selecteren
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Temperaturen”…
Op het display verschijnt het menu “Service”.
Informatie oproepen
Ga als volgt te werk:
Activeer in het menu “Service” de menuoptie “Informatie”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie”.
AanvoerAnvoertemperatuur verwarmingscircuit
RetourRetourtemperatuur verwarmingscircuit
Retour berekend
Berekende retourtemperatuur
verwarmingscircuit bij betreffende buitentemperatuur
Retour externRetourtemperatuur in buffervat
HeetgasHeetgastemperature
Buitentemperatuur
Buitentemperatuur
Gemiddelte temperature
Gemiddelde
temperatuur
Buiten (functie verwarmingsgrens)
Tapwater gemeten
Warm tapwater, gemetentemperatuur
Tapwater ingesteld
Warm tapwater, ingesteldetemperatuur
Bron-in
Warmtebron-ingangs temperatuur
Bron-uit
Warmtebron-uitgangs temperatuur
Menggroep1-aanvoerMenggroep 1
aanvoertemperatuur
Menggr1-aanv.ingest.Menggroep 1
Ingestelde temperatuur aanvoer
RuimteopnemerKamerthermostaat
(= ruimteregelaar met stooklijnverstelling)
(alleen wanneer in systeeminstelling:
Ruimteopnemer = RFV)
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Opmerking
sommige temperatuurvoelers worden pas herkend
als de besturing opnieuw wordt gestart nadat de
voeler is aangesloten.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
29
Ingangen oproepen
Uitgangen oproepen
Ga als volgt te werk:
Ga als volgt te werk:
Ga naar de menuoptie “Ingangen” in het menu “Service
Informatie” en selecteer deze optie…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Ingangen”…
Opmerking
in dit menu vindt u informatie over de digitale ingangen van de regeling en of deze aan- of uitgeschakeld zijn.
ASD ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
Naar gelang van het apparaattype kan de ingang verschillende functies vervullen:
Bij L/W-apparaten
Ontdooi-einde pressostaat:
Aan = ontdooiing wordt beëindigd.
Bij B/W- en W/W-apparaten met in de fabriek aangesloten flowswitch:
Aan = doorstroming in orde.
Bij B/W-apparaten zonder in de fabriek aangesloten
flowswitch kan hier een brinedrukpressostaat worden
aangesloten:
Aan = flow brinecircuit in orde.
BWT
Warm-tapwaterthermostaat
Aan = Aanvraag van warm tapwater
EVUSpertijd van EVU
Uit = spertijd
HDHogedrukpressostaat
Uit = druk in orde
MOTMotorbeveiliging
Aan = motorbeveiliging in orde.
ND
Low pressure pressostat
Aan = druk in orde.
PEXAansluiting van een parasitairestroomanode
(bij enkele apparaten mogelijk)
Ga naar de menuoptie “Uitgangen” in het menu “Service Informatie” en selecteer deze optie…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Uitgangen”…
AV
Ventiel- / circulatieomkering
BUPCirculatiepomp voor warm-tapwater
FUP 1
Vloerverwarmingscirculatiepomp
HUP
Verwarmingscirculatiepomp
Menggroep 1 openMenggroep 1 gaat open
Aan = gaat open / Uit = wordt niet aangestuurd
Menggroep 1 dichtMenggroep 1 dicht
Aan = gaat dicht / Uit = wordt niet aangestuurd
Ventilatie
Ventilatie van de warmtepompbehuizing bij bepaalde L/W-apparaten.
Bij grote L/W-apparaten (codering
“L2G“) tweede trap van de ventilator
Ventil-BOSUP
Ventilator, bronwater- of
brine-circulatiepomp
Compressor 1Compressor 1 in warmtepomp
Compressor 2Compressor 2 in warmtepomp
ZIP
circulatiepomp
ZUP
Aanvullende circulatiepomp
ZWE 1
Tweede warmteopwekker 1
ZWE 2
Tweede warmteopwekker 2 –
algemeen storingscontact (functie Algemeen
storingscontact: continu AAN bij storing, schakelt aan/
uit , indien de storing zich automatisch RESET).
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
30
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Aflooptijden oproepen
Bedrijsuren oproepen
Ga als volgt te werk:
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Aflooptijden”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Aflooptijden”…
Ga naar de menuoptie “Bedrijfsuren” in het menu “Service Informatie” en selecteer deze optie…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Bedrijfsuren”…
Bedrijfsuren compr.1
WP in vanaf
Warmtepomp loopt sinds
(tijdformaat altijd in hh:mm:ss)
Impulsen compress. 1
Tweede warmteopwekker 1 loopt
sinds
ZWE2 in vanaf
Tweede warmteopwekker 2 loopt
sinds
Netinsch.vertr.
Net-inschakelvertraging
Startblok. TijdCyclusblokkeringstijd
VD-StandCompressorstandtijd
HRM-tijd
Verwarmingsregelaar meertijd
HRW-tijd
Verwarmingsregelaar mindertijd
TDI-tijd
Thermische desinfectie actief sinds
Blok.tapwater
Blokkering warm tapwater
Ontdooien
Tijd tot de volgende ontdooiing
(LW)
Looptijd compress. 1
ZWE1 in vanaf
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Bedrijfsuren compr. 2
Impulsen compress. 2
Looptijd compress. 2
Bedrijfsuren ZWE1
Bedrijfsuren ZWE2
Bedrijfsuren WP
Bedrijfsuren verw.
Bedrijfsuren tapw.
Bedrijfsuren koeling
Bedrijfsuren
Compressor 1
Impulsen
Compressor 1
gemiddelde Looptijd
Compressor 1
Bedrijfsuren
Compressor 2
Impulsen
Compressor 2
gemiddelde Looptijd
Compressor 2
Bedrijfsuren
Tweede warmteop wekker 1
Bedrijfsuren
Tweede warmteop wekker 2
Bedrijfsuren Warmtepomp
Bedrijfsuren Verwarming
Bedrijfsuren Warm tapwater
Bedrijfsuren Koeling
Opmerking
De compressoren worden m.b.v. impulsen afwisselend bijgeschakeld. Het is dus mogelijk dat de bedrijfsuren van de compressoren verschillen.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
31
Storingsbuffer oproepen
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Storingsbuffer”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Opgeslagen storingen”…
1Storingscode
Betekenis van de storingscode vanaf pagina 60
2 Datum van de opgetreden storing
3Tijdstip van de opgetreden storing
Opmerking
alleen de laatste vijf opgetreden storingen worden
weergegeven.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Afschakelingen oproepen
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Afschakelingen”…
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Afschakelingen”…
1 Datum van de uitschakeling
2 Tijdstip van de uitschakeling
3 Afschakelcode
WPstoring = Warmtepomp storing
Inst.stor.
= Installatie Storing
BA_ZWE = Bedrijfsmodus Tweede Warm
teopwekker
EVU-blokk. = Externe aansturing
Luchtontd. =ontdooien (alleen LW-toestellen)
TEGMAX = Temperatuur maximum
toepassingslimiet
TEGMIN
= Temperatuur minimum toe passingsli
miet
Bij LWD reversibel mogelijk uitschakeling wegens vorstbeveiliging bij
koelbedrijf - verdampingstemperatuur
te lang onder 0 °C
UEG
= onderste toepassingslimiet
Geen vraag = geen opvraag
Opmerking
alleen de laatste vijf uitschakelingen worden weergegeven.
Terug naar het menu “Service Informatie”.
32
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Installatiestatus oproepen
BACnet
Selecteer en activeer in het menu “Service Informatie”
de menuoptie “Installatiestatus”…
Selecteer in het menu ‘Service Informatie’ de menuoptie ‘BACnet’ en bevestig …
Op het scherm verschijnt het menu ‘BACnet’ …
Op het display verschijnt het menu “Service Informatie
Installatiestatus”…
1 Pictogram voor het programma-onderdeel “Service
Informatie” met menutitel ”
2 Warmtepomp Type
zie pagina 66 voor de betekenis van de code
3Software versie
van de verwarmings- en warmtepompregelaar
4 Bivalente trap
1 = een compressor mag werken
2 = twee compressoren mogen werken
3 = aanvullende warmteopwekker mag meedraaien
1Uniek identificatienummer van het apparaat in het
BAC net-netwerk
2 Naam van het apparaat in het BAC net-netwerk
3Modelnaam van het apparaat
4Standplaats van het apparaat
5 BAC net-communicatiepoort van het apparaat
Terug naar het menu ‘Service Informatie’
Instellingen uitvoeren
Ga naar de menuoptie “Instelling” in het menu “Service” en selecteer deze optie.…
5 Bedrijfstoestand
Momentele bedrijfstoestand:
Verwarmen
Warm tapwater
Ontdooien
Terug naar het menu “Service Informatie”.
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling”…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
33
Datatoegang bepalen
Activeer in het menu “Service Instelling” de menuoptie
“Datatoegang”…
Herhaal deze handelingen voor het tweede t/m het
vierde invoerveld…
Sla de gegevens op of annuleer ze. De invoervelden
worden automatisch op 0000 gezet. De cursor springt
automatisch op de navigatiepijl. Het programma informeert u in de menuregel “Datatoegang” over de
gekozen status van de datatoegang…
Keer terug naar het menu “Service Instellingen” door
de navigatiepijl te activeren.
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Passwoord”…
Verkortprogramma oproepen
De verkortprogramma hebben als doel de onderhouds­
ingrepen te vergemakkelijken.
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Verkortprogramma”…
1Symbool voor programma-onderdeel “Service
Instelling” met menutitel
2Invoervelden voor viercijferige code
3Informatie over actuele status van de datatoegang
Selecteer en activeer het eerste invoerveld van de cijfercode…
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Verkortprogramma”…
Voer de cijfers van de cijfercode in. Invoer afsluiten…
Attentie
na de onderhoudswerkzaamheden mag u niet vergeten de datatoegang terug te zetten op “gebruiker”.
Door verkeerde, niet op de installatiecomponenten
afgestemde programma-instellingen kunnen er zich
storingen voordoen in de installatie die in sommige
gevallen zelfs tot ernstige schade kunnen leiden.
Daarom moet de toegang tot de basisinstellingen
van de installatie worden geblokkeerd voor onbevoegde personen.
Opmerking
de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan
de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen.
34
1Pictogram voor het programma-onderdeel
“Service Informatie” met menutitel
2Verkortprogramma
Verkort de cyclusblokkering en deblokkeert de warmtepomp.
3 Geforceerd verwarmen
Programma-instellingen worden genegeerd.Verwarmingsaanvraag tot hoge druk. Na hogedrukstoring
wordt de menuoptie “Geforceerd verw.” automatisch
geselecteerd en teruggezet.
4 Geforceerd tapwater
Werking als “Geforceerd verwarmen”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
5Ontdooien
De ontdooienfunctie van de warmtepomp kan hiermee worden getest (alleen L/W-toestellen).
Selecteer en activeer het gewenste beknopte programma…
Sla de gegevens op of annuleer ze. Terug naar het menu
“Service Instelling”.
Hysterese HRHysterese verwarmingsregelaar
Instelling van de regelhysterese van de
verwarmingsregelaar
Bij zeer reactiegevoelige verwarmingssystemen een
grotere en bij tragere systemen een kleinere hysterese instellen.
Een voorbeeld: Hysterese verwarmingscircuit retour = 2K
A
E
c
D
B
Temperaturen vastleggen
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Temperaturen”…
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Temperaturen”…
Op het display verschijnt het menu “Instellingen
Temperaturen“:
Retour-begrensdRetourtemperatuur-begrenzing
Instelling van de gewenste maximum retourtemperatuur in verwarmingsmodus
XBuitentemperatuur
Yretourtemperatuur
A stooklijneindpunt
BRetourtemperatuurlimiet
(in het afgebeelde voorbeeld: 42 °C)
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
2k
2k
c
© Alpha-InnoTec GmbH
A
in dit temperatuurgebied wordt geen verwarming gevraagd
B
in dit temperatuurgebied wordt verwarming
gevraagd
C
Hysterese
D
Neutrale zone
E
Ingestelde retourtemperatuur
TR Verhoging maxRetourtemperatuurverhoging maximaal
Instelling van de maximaal toelaatbare overschrijding van de retourtemperatuur. Bij het overschrijden
van de retourtemperatuur in de verwarming met
de hier ingestelde waarde worden inwendige minimumlooptijden genegeerd en alle warmteopwekkers
uitgeschakeld. Waarde altijd hoger instellen dan de
waarde van de Hysterese HR
Vrijgave 2 compr.Vrijgave 2e compressor
Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt
hier een waarde weergegeven.
Instelling van de minimale buitentemperatuur
vanaf welke de 2e compressor naar gelang van de
behoefte in de verwarmingsmodus kan worden vrijgegeven. Boven de ingestelde buitentemperatuur
blijft de 2e compressor in de verwarmingsmodus
geblokkeerd.
Vrijgave ZWE
Deblokkeren tweede warmteopwekker
Instelling van de buitentemperatuur waarbij deblokkeren van de tweede warmteopwekker naar
behoefte mogelijk is. Boven deze ingestelde buitentemperatuur blijft de tweede warmteopwekker
geblokkeerd.
Uitzondering:
bij storing en instelling storing met TWO wordt
tweede warmteopwekker onafhankelijk van de ingestelde buitentemperatuur gedeblokkeerd.
T-LuchtontdooienTemperatuur-luchtontdooiing
Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij
L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is.
Instelling van de vrijgavetemperatuur voor de luchtontdooiing. Onder de ingestelde temperatuur is de
luchtontdooiing geblokkeerd.
35
Attentie
Luchtontdooiing alleen instellen bij toesteltypes die
hiervoor zijn goedgekeurd.
TDI-Ingestelde temp.Ingestelde TDI-temperatuur
Instelling van de insteltemperatuur voor de thermische desinfectie in de productie van warm tapwater.
Hysterese Tapw.Hysterese warm tapwater
Instelling van de regelhysterese voor de productie
van warm tapwater (negatieve hysterese).
c
A
D
B
A
in dit temperatuurgebied wordt geen warm
tapwaterproductie gevraagd
B
in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductie gevraagd
C
Warm tapwater, ingestelde waarde
D
negatieve hysterese
Aanvoer 2 compr.Tapw.Aanvoertemperatuur 2e Tapwater
Alleen bij apparaten met twee compressoren wordt
hier een waarde weergegeven.
Instelling van de aanvoertemperatuur vanaf welke er
met één compressor warm tapwater wordt geproduceerd.6Optimalisatie van de laadtijd en de
bereikbare warm tapwatertemperaturen.
Tbuiten max.Maximum buitentemperatuur
Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde
weergegeven
Instelling van de maximale buitentemperatuur vanaf
welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.
Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
Tbuiten min.Minimum buitentemperatuur
Hier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde
weergegeven.
Instelling van de minimum buitentemperatuur vanaf
welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.
Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
T-HG minMinimum warmtebrontemperatuur
wordt alleen een waarde weergegeven bij B/W- en
W/W-apparaten.
Instelling van de minimaal toelaatbare temperatuur
bij de warmtebron-uitgang van de warmtepomp.
bij B/W-apparaten:
Met KD-toegang kan een waarde boven -9 °C
worden ingesteld (noodzakelijk bij het aansluiten
van tussenwarmtewisselaars in combinatie met open
bronnen)
36
bij W/W-apparaten
Instelling alleen mogelijk af fabriek.
T-HG maxMaximum persgastemperatuur
Instelling van de maximaal toelaatbare temperatuur
in het koelcircuit van de warmtepomp.
T-Luchtontd-einde = Temperatuur luchtontdooiing einde
Hier wordt alleen een waarde weergegeven bij
L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is. Instelling van de temperatuur waarbij
de luchtontdooiing aan de uitgang van de verdamper
wordt beëindigd.
Zie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing, toevoer max.
Verlagen tot
maximum daling
Instelling van de buitentemperatuur tot welke er
een nachtelijke temperatuurverlaging wordt doorgevoerd.
Als de werkelijke temperatuur daalt tot onder de
ingestelde waarde, wordt de verlagingstemperatuur
genegeerd.
Aanvoer max.Maximum aanvoertemperatuur 1)
Als deze temperatuur in de aanvoer wordt
overschreden, wordt een compressor van de warmtepomp uitgeschakeld. Dit geldt voor alle types!
Zie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing, toevoer max.
maximum
Aanvoer-max Menggr1
aanvoertemperatuur na de mengklep
Wordt alleen weergegeven als menggroep 1 is
ingesteld op mengklep. In dat geval werkt de aanvoertemperatuurvoeler van TB1 als begrenzer van
de aanvoertemperatuur na de mengklep. D.w.z.: als
TB1 de ingestelde waarde overschrijdt, zal de mengklep richting >Dicht< worden gedraaid.
Buitentemp. Grensw. 2)
Wordt alleen bij apparaten met code LW ... 407C
weergegeven.
Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld, tot
dewelke de max. aanvoertemperatuur met de
warmtepomp mag worden bereikt.
Onder deze buitentemperatuur zal de daadwerkelijke max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp
lineair dalen tot de waarde ‘Aanvoer IG’.
Aanvoer max. Gernsw. 3)
Wordt alleen bij apparaten met code LW ... 407C
weergegeven.
Hier wordt de max. aanvoertemperatuur van de
warmtepomp bij een buitentemperatuur van -20 °C
ingesteld.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Meer informatie vindt u onder punt ‘min. BT AV
max.’ en volgende tekening:
VL
Prioriteiten vastleggen
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Prioriteiten”…
VL-max.
VL EG
-20°C
min. AT VL max.
AT
VL = aanvoer
EG = inzetgrens
AT = buitentemperatuur
Hyst.2 comp. verkortHysterese verwarmingsregelaar
vanaf welke de inschakeltijd van het 2e comp.-niveau
wordt verkort (zie ‘Systeeminstelling’).
Aanvullende inschakeling Comp2:
Het menu “Service Instelling Prioriteiten” verschijnt op
het scherm…
A
c
D
E
B
A
B
C
D
E
geen inschakeling
verkorte inschakeling
T ret.ber
hysterese VR
hysterese VR verkort
Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het betreffende temperatuurinvoerveld wordt tegen een
donkere achtergrond weergegeven…
Stel de gewenste temperatuur in…
Waardebereik: Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
Invoer afsluiten…
Herhaal de procedure
andere parameter…
–
indien nodig voor (een)
Opmerking
Warm tapwater heeft – zoals in het afgebeelde
voorbeeld – standaard prioriteit.
Als u de verwarming de prioriteit wenst te geven, dient
u met verder te gaan. Anders met .
Selecteer de menuoptie “Tapwater”. Het prioriteiteninvoerveld wordt tegen een donkere achtergrond
weergegeven…
Wijzig de prioriteit voor “Tapwater” en beëindig de
invoer…
Opmerking
Scroll helemaal naar beneden in het display. Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het menu “Service
Instelling”.
de menuoptie “Verwarming” is slechts ter informatie. U kunt hier handmatig niets instellen.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service Instelling”.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
37
Systeeminstelling vastleggen
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Systeem Instelling”…
EVU-blokkeringEVU blokkering
zonder ZWE = ZWE bij externe aansturing eveneens
geblokkeerd
met ZWE = ZWE bij externe aansturing vrijgegeven
Instelling heeft enkel effect bij ketel-HT of ketel-LT
als ZWE.
RuimteopnemerRuimtethermometer
(ruimteregelaar met stooklijnverstelling)
Nee = geen ruimteregelaar met stooklijnverstelling
aangesloten
RFV = ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten
Op het display verschijnt het menu “Service Instelling
Systeem”…
Selecteer en activeer de gewenste parameter. Het
betreffende invoerveld wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Voer de gewenste instelling uit…
Attentie
verkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen brengen de veiligheid en de goede werking van de installatie in
gevaar en kunnen tot ernstige schade kan leiden.
InpassingHydraulische aanpassing
Instelling van de hydraulische aanpassing van het buffervat
Retour = hydraulische aanpassing met serieel geschakelde buffervaten (aanvoer/retour)
Buffervat = hydraulische aanpassing met parallel geschakelde buffervaten (multifunctionele buffervaten,…)
Opmerking
een buffervat vereist een externe retourtemperatuurvoeler.
Menggroep 1Menggroep 1
Instelling van de functie van de mengklepsturing
Laden = mengklep dient als ladingsmengklep, bijvoorbeeld voor een ketel
A
Opmerking
de fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan
de installatiecomponenten aangepaste programmainstellingen.
Opmerking
afwijking van de betreffende fabrieksinstellingen in
het overzicht “Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling” invoeren.
Pagina 66, Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
TB1
B
AKetel
B Warmtepomp
TB1 Temperatuurvoeler aanvoer (optioneel)
Ontladen = mengklep dient als regelmengklep, bijvoorbeeld voor een vloerverwarming
TB1
Invoer afsluiten…
Herhaal de procedure
andere parameter…
–
indien nodig voor (een)
Koelen = mengklep dient als regelmengklep voor
passieve koelfunctie (alleen bij B/W-apparaten)
Nee = mengklep heeft geen functie
Opmerking
Bij LWD reversibel kan MK1 ook zonder comfortprintplaat met installateur- of klantenservicetoegang op ‘Verw+koel’ of ‘Koelen’ worden ingesteld.
De koeling wordt via de retourvoeler geregeld.
38
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
ZWE1 Type = Type van de tweede warmteopwekker 1
Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt
monovalent
E-element = elektrisch element als ZWE aangesloten,
installatie werkt mono-energetisch
Kessel = Ketel-HT als ZWE aangesloten, installatie werkt bivalent. Als op “Kessel” is ingesteld, is er
een mengklep vereist, omdat de ketel, indien nodig,
continu wordt ingeschakeld en er geen temperatuurregeling via uitgang ZWE1 plaatsvindt.
Gasboiler = Ketel-LT (gasketel) als ZWE aangesloten, wordt als elektrisch element aangestuurd, kan
echter tijdens de externe aansturing worden vrijgegeven
ZWE1 Functie
Functie van de tweede warmteopwekker 1
Nee = geen ZWE aangesloten, installatie werkt
monovalent
Verwarmen = ZWE bevindt zich als elektrisch element in het buffervat
Verw en Tw (=verwarming en warm tapwater) =
ZWE bevindt zich hydraulisch in de aanvoer van de
warmtepomp. ZWE wordt doorstroomd wanneer
de verwarmingswarmtepomp of de circulatiepomp
voor het warm tapwater draait
Attentie
bij ingebouwde doorstroomboilers die in de aanvoer van de warmtepomp zitten, moet “Verw en
TW” als functie worden ingesteld.
Opmerking
voor iedere ZWE moet telkens het type en de functie worden ingesteld.
ZWE2 TypeType van de
tweede warmteopwekker 2
Nee = geen ZWE2 aangesloten, de uitgang heeft de
functie “algemeen storingscontact”
E-element = ZWE2 is een elektrisch element, de installatie werkt mono-energetisch
ZWE2 Functie
Functie van de tweede warmteopwekker 2
Nee = geen ZWE2 aangesloten, de uitgang heeft de
functie “algemeen storingscontact”
Verwarmen = ZWE2 bevindt zich als elektrisch element in het buffervat
Tapwater (warm tapwater) = ZWE2 bevindt zich in
het warm-tapwaterbuffervat
Attentie
als ZWE2 op nee staat, heeft de uitgang de functie
“algemeen storingscontact”. Er mag geen ZWE op
deze uitgang aangesloten zijn.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Uitgang schakelt in/uit bij een storing met automatische reset. “Continu aan” bij storing.
Attentie
Alleen de volgende ZWE1 / ZWE2-combinaties zijn
toegelaten:
ZWE1 Functie
Verwarmen
ZWE2 Functie
Verwarmen
Verw en Tapw
Verwarmen
Verwarmen
Tapwater.
Nee
Tapwater
Nee
Verwarmen
Verw en Tapw
Tapwater
Vrijgave
Storing
met ZWE = bij storing van de warmtepomp worden
aangesloten ZWE ingeschakeld naar gelang van de
behoefte (Verw en Tapw)
zonder ZWE = bij storing van de warmtepomp
worden aangesloten ZWE slechts ingeschakeld
wanneer retourtemperatuur < 15 °C (vorstbescherming); (alleen verwarming)
Tapwater 1
Warm tapwater 1
Voeler = productie van warm tapwater wordt via een
temperatuurvoeler in het warm-tapwaterbuffervat
gestart of gestopt
Therm. (= Thermostaat) = productie van warm
tapwater wordt via een thermostaat in het warmtapwaterbuffervat gestart of gestopt
Opmerking
warm-tapwaterthermostaat aansluiten op dezelfde
klemmen als de warm-tapwatertemperatuurvoeler (laagspanning). De warm-tapwaterthermostaat
moet geschikt zijn voor laagspanning (potentiaalvrij
contact).
Thermostaat gesloten (= signaal aan) = aanvraag
van warm tapwater.
Tapwater 2
Warm tapwater 2
ZIP = ZIP betekent circulatiepomp.
De bijbehorende instellingen vindt u in de beschrijving van de circulatiepomp in de handleiding voor de
eindklant, programmaonderdeel ‘Warm tapwater’,
hoofdstuk ‘Circulatie’.
BLP = BLP-instelling betekent dat de uitgang ZIP tijdens de productie van warm tapwater actief is en
30 seconden na TW-productie uitschakelt.
39
Tapwater 3
Warm tapwater 3
met ZUP = aanvullende circulatiepomp draait tijdens
de productie van warm tapwater
zonder ZUP = aanvullende circulatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
Tapwater 4
Warm tapwater 4
Ber.waarde = warmtepomp tracht de instelwaarde
van de warm-tapwatertemperatuur te bereiken
Tapwater 5 Warm tapwater 5
met HUP = verwarmingscirculatiepomp draait tijdens
de productie van warm tapwater
zonder HUP = verwarmingscirculatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
Warmtepomptype
Fabrieksinstelling
SWC
met HUP
LWC
met HUP
WZS
met HUP
WWC
andere apparaten
met HUP
zonder HUP
BW+WP max
maximale looptijd warmtapwaterproductie + warmtepomp
Na het verstrijken van de ingestelde tijd wordt
ZWE in de warm-tapwaterproductie ingeschakeld,
doch uitsluitend wanneer deze eerder in de verwarmingsmodus gedeblokkeerd was!
Ontdooicycl.maxOntdooicyclustijd, maximale tijd
tussen twee ontdooiprocessen
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten
De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende
L/W-apparaat. Als u daar geen gegevens vindt, geldt
het volgende:
Zie pagina 64, overzicht: ontdooicyclus, luchtontdooiing, toevoer max.
Luchtontdooien.
Luchtontdooiing
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten
Nee = luchtontdooiing niet vrijgegeven
Ja = luchtontdooiing algemeen boven de ingestelde
temperatuur vrijgegeven
Vrijgegeven apparaten, zie tabel pagina 36
Attentie
Bij niet-vrijgegeven apparaten geen ‘luchtontdooiing’ instellen.
Luchtontdooien maxMaximum tijdsduur luchtontdooiing
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten en wanneer luchtontdooiing vrijgegeven
40
Ontdooien
Optie 2slechts mogelijk bij L/W-apparaten met 2
compressoren
met 1 comp = ontdooiing met slechts een compressor
met 2 comp = ontdooiing met twee compressoren,
voor zover die ook vóór de ontdooiing werkten
Attentie
Absoluut juist instellen, volgens bovenstaande tabel,
anders gevaar van machineschade!
Pompen optimal.Pompoptimalisatie
Nee = verwarmingscirculatiepompen draaien altijd,
behalve wanneer er een andere productie wordt gevraagd (warm tapwater, …) of wanneer het apparaat
is uitgeschakeld
Ja = verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld indien nodig
De verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld als de warmtepomp meer dan 3 uur niet
wordt geactiveerd. De verwarmingscirculatiepompen zullen dan telkens na 30 minuten 5 minuten lang
draaien tot de warmtepomp weer warmte levert.
Als de buitentemperatuur boven de ingestelde
retourtemperatuur ligt, zullen de verwarmingscirculatiepompen continu uitgeschakeld blijven. Na 150
uur worden deze telkens 1 minuut lang ingeschakeld
om vastzitten van de pomp te voorkomen.
Toegang
Datatoegangsbevoegdheid
Als op “Install.” (=installateur/vakpersoneel) is
ingesteld, kunnen alle parameters zonder wachtwoord worden aangepast die anders alleen met
“Servciienst“-toegang (=klantenservice) kunnen
worden gewijzigd.
Brine-Luchtflow
Flow brinecircuit, doorstroming
Optie slechts mogelijk bij L/W- ofwel bij W/W/
apparaten
Nee = noch brinedrukpressostaat noch flow­switch
aangesloten
Brinedruk = bij B/W-apparaten in op de ingang ASD
in een brinedrukpressostaat aangesloten
Flow = bij W/W-apparaten in op de ingang ASD in
een flowswitch aangesloten
Net contr. = fasebewakingsrelais in de toevoerleiding
voor de compressor aan ingang ASD aangesloten
Net+Flow = fasebewakingsrelais en flowswitch in
serie aan ingang ASD aangesloten
Attentie
bij bepaalde apparaten is er af fabriek een flowswitch
ingebouwd. In dat geval moet de ASD absoluut op
“Net contr.” of “Net+Flow” worden ingesteld.
Een verkeerde instelling brengt de veiligheid en de
goede werking van uw apparaat in gevaar en kan tot
ernstige schade leiden.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Bewaking compres.
Bewaking compressor
Uit = compressorbewaking uitgeschakeld
Aan = compressorbewaking ingeschakeld, als het
draaiveld van de voeding van de compressor
verkeerd is, wordt er bij “Net aan” een storing gedetecteerd
Storingsnummer 729, zie pagina 61
Als de compressor start, controleert de compressorbewaking de temperatuurwijziging van het
persgas. Als de temperatuur van het persgas niet
omhoog gaat als de compressor werkt, zal er een
storing worden gemeld.
Attentie
compressorbewaking alleen uitschakelen voor het
zoeken naar fouten tijdens onderhoud.
Apparaten met een fase volgorde relais worden
met uitgeschakelde compressorbewaking geleverd.
Regeling verwarm.Regeling van de stooklijnen
BT-afh. = de retourtemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde
stooklijn
Vastetemp. = de retourtemperatuurwaarde kan los
van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Regeling Menggr.1Regeling menggroep 1
BT-afh. = de aanvoertemperatuurwaarde van de verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde
stooklijn
Vastetemp. = de aanvoertemperatuurwaarde kan los
van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Opwarmen
Optie slechts mogelijk bij externe energiebron
(houtketel, zonne-energie-installatie met parallel geschakelde buffervaten, …)
met mengkl = als mengklep is gedefinieerd als
ontladingsmengklep, regelt hij volgens de in het opwarmprogramma ingestelde insteltemperatuur
z mengkl. = als de mengklep is gedefinieerd als
ontladingsmengklep, stuurt hij tijdens het opwarmprogramma altijd open
Eletrische anode
Parasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervat
Ja = parasitaire-stroomanode aanwezig
Nee = parasitaire-stroomanode niet aanwezig
Attentie
bij apparaten met parasitaire-stroomanode in het
warm-tapwaterbuffervat moet in dit menuoptie “Ja”
worden ingesteld om de corrosiebescherming van
het buffervat te garanderen.
Het aansluiten van de parasitaire-stroomanode
moet gebeuren volgens de instructies van de handleiding bij de betreffende warmtepomp.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Verwarmingsgrens
Als de parameter Stookgrens op Ja is ingesteld, zal
hierdoor de verwarming in de zomermodus automatisch worden uitgeschakeld en andersom.
Als de stookgrens geactiveerd is, zal onder Service
Informatie - Temperaturen de gemiddelde dagtemperatuur worden weergegeven. Gelijktijdig verschijnt
in het menu Verwarming de menuoptie Stookgrens.
Hier dient een temperatuur te worden ingesteld
vanaf wanneer de warmtepomp niet meer dient te
verwarmen. Als de gemiddelde waarde de ingestelde
waarde overschrijdt, dan wordt de retourtemperatuurwaarde op minimaal verlaagd en worden de
verwarmingscirculatiepompen uitgeschakeld. Als de
gemiddelde temperatuur de stooklijnwaarde weer
onderschrijdt, dan wordt de verwarming automatisch weer gestart.
Parallelbedrijf
Nee = standaardinstelling, warmtepomp werkt zelfstandig
Master = de warmtepomp is de master in een parallelschakeling en zorgt voor de verwarmingsregeling
van een installatie
Slave = de warmtepomp is een onderdeel in een
parallelschakeling en ontvangt voor het verwarmingsbedrijf commando’s van de master-WP
Pagina 55, parallelschakeling
Pompoptim Tijd
Als de pompoptimalisatie is ingeschakeld (pompopt.
JA), kan hier de tijd worden ingesteld na dewelke de
verwarmingscirculatiepomp wordt uitgeschakeld.
Is de warmtepomp voor deze tijd uitgeschakeld
omdat er geen verwarmingsaanvraag gegeven is,
dan wordt de pomp cyclisch 30 minuten uit- en 5
minuten ingeschakeld, tot er weer een verwarmingsaanvraag ontvangen wordt.
Afstandsbeheer
Ja = afstandsbeheer is ingeschakeld
Nee = afstandsbeheer is uitgeschakeld
Meer informatie over het gebruik van de afstandsbeheer vindt u op pagina 51, ‘Afstandsbeheer’.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service Instelling”.
Aanvoer VBO
Hier kan de aanvoertijd voor de warmtebronpomp
bij brine-water- en water-waterapparaten worden
ingesteld. Dit kan noodzakelijk zijn, als de tijd van
het inschakelen van de pomp tot het bereiken van
de nominale doorstroming groter dan 30 seconden
is.
41
OntdCycl.minOntdooicyclustijd, minimale tijd
tussen twee ontdooiprocessen
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten
De in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende
L/W-apparaat.
Verkorting 2e Comp
Tijd tot de inschakeling van het 2e compressorniveau. Is de afwijking van de ingestelde
retourtemperatuur ten opzichte van de reële retourtemperatuur groter dan de instelling ‘hysterese
VR verk.’ (‘Instellingen temperaturen’), dan wordt
het 2e compressorniveau na deze tijd aanvullend ingeschakeld.
Systeem ontluchten
Selecteer en activeer in het menu “Service Instelling”
de menuoptie “Systeem ontluchten”…
Op het display verschijnt het menu “Service Instellingen
Systeem ontluchten”…
Opmerking
Een compressor mag max. 3x per uur aanvullend
worden ingeschakeld. Als dit aantal eenmaal is bereikt, kan de inschakeling langer duren!
HUP
Verwarmings- en vloerverwarmings-circulatiepomp
ZUP
Circulatiepomp voor warm-tapwater
BUP
Warm tapwater circulatiepomp
Ventilator BOSUP
Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp
MA1
Mengkraan 1 Open
MZ1
Mengkraan 1 Dicht
ZIP
Aanvullende circulatiepomp, circulatiepomp
Looptijd
Tijdsduur ooptijd van het ontluchten
Ex-ventiel man. op
Bij LWD ... en nieuwe SWP371-SWP691 en
SWP291H-SWP561H gaat het expansieventiel voor
de ingestelde looptijd compleet open.
Selecteer en activeer het/de te ontluchten installatieonderdeel/onderdelen…
Stel de tijdsduur van het ontluchtingsprogramma in…
•
selecteer en activeer de menuoptie “Tijdsduur”. Het
invoerveld voor de tijdsindicatie wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
•
Tijdsduur (uurcyclus) instellen…
42
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Opmerking
waardegebied voor tijdsduur = 1 – 24 uren
Fabrieksinstelling: 1 uur
•
Invoer afsluiten…
Sla de instellingen op of annuleer ze…
Volg de instructies op het scherm:…
Opmerking
als er circulatiepompen zijn geactiveerd, start het
ontluchtingsprogramma onmiddellijk nadat de instellingen zijn opgeslagen.
Het ontluchten wordt telkens na een uur gepauzeerd gedurende 5 minuten en wordt vervolgens
automatisch voortgezet.
Terug naar het menu “Service Instelling”.
Opmerking
zolang het ontluchtingsprogramma actief is, wordt
het overeenkomstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven:
Bovendien is het mogelijk de instellingsgegevens extern op
een USB-stick op te slaan.
ParameterS IBN OPSLAAN
Het is mogelijk de instellingen op te slaan die tijdens de inbedrijfstelling zijn uitgevoerd (= Parameters IBN opslaan).
Indien nodig kan de installatie zodoende snel en eenvoudig
weer worden gereset met de instellingen ten tijde van de inbedrijfstelling.
De gegevens worden op de printplaat van het bedieningselement opgeslagen.
Opmerking
De functie “Parameters IBN instellen” is alleen beschikbaar in de Klantenservice-toegangsmodus.
Selecteer en activeer in het menu “Service Instellingen”
de menuoptie “Parameters IBN instellen”…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
43
Datum en tijd vastleggen
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Datum en tijd”…
Selecteren van de displaytaal
De menu’s en teksten die op het display van het bedieningselement worden weergegeven, bestaan in verschillende
talen. U kunt een taal kiezen.
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Taal”…
Op het scherm verschijnt het menu “Service Datum en
tijd”.…
Op het display verschijnt het menu “Service Taal”…
Selecteer en activeer de menuoptie voor dagcijfers…
Stel de cijfers voor de huidige dag in…
Selecteer en activeer de gewenste taal…
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service”.
Herhaal stappen
–
voor de invoervelden maand,
jaar, uur, minuten en seconden…
Opmerking
de naam van de dag kunt u niet wijzigen. Dze wordt
automatisch gecreëerd en weergegeven.
Opmerking
zodra u het symbool aan het eind van de lijst activeert, verandert de displaytaal in de door u gekozen
taal.
Sla de instellingen op of annuleer ze. Terug naar het
menu “Service”.
Opwarmprogramma
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Opwarmprogramma”…
44
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Het bijbehorende temperatuurinvoerveld wordt tegen
een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste temperatuur in en beëindig het invoeren…
Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”…
Selecteer en activeer het invoerveld “Tijd” in de tabelrij
“Aanvoer1”…
Het invoerveld voor de tijd, die “Aanvoer1” moet
duren, wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven. Stel de gewenste duur in en beëindig het
invoeren…
Opmerking
ingestelde temperatuurwaarden zijn aanvoertemperatuurwaarden. De warmtepomp wordt via
de retourtemperatuurvoeler geregeld. Het programma bepaalt het temperatuurverschil bij iedere
temperatuurverandering opnieuw. Daardoor is een
geringe afwijking van de ingestelde temperatuurwaarde mogelijk.
Opmerking
de af fabriek ingestelde waarden komen overeen
met de richtlijnen van bepaalde vloerfabrikanten,
maar kunnen ter plaatse worden gewijzigd.
Herhaal stappen
–
voer2“ – “Aanvoer10”…
voor de tabelrijen “Aan-
Opmerking
als er voor het opwarmen van de vloer minder dan
tien trappen nodig zijn, moet het tijdsinterval bij alle
niet benodigde trappen op “0h” worden gezet.
Attentie
terwijl het opwarmprogramma loopt, mag u geen
warm-tapwatersnelopwarmen starten.
Opmerking
Attentie
af fabriek ingestelde waarden of gewenste waarden
moeten worden gecontroleerd op hun overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant van de
vloer die moet worden verwarmd.
als de temperaturen in het verwarmingssys­
teem
reeds groter zijn dan de insteltemperatuur van de
eerste aanvoertemperatuurtrap, moet u het opwarmprogramma met de eerstvolgende hogere
aanvoertemperatuurtrap starten. Anders kan het
opwarmprogramma in de eerste aanvoertemperatuurtrap een foutmelding geven.
Temperaturen en tijdsintervallen instellen
Opwarmprogramma starten
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service Opwarmprogramma” het tabelveld “Aanvoer1” (=
aanvoertemperatuurtrap 1)…
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Attentie.
terwijl het opwarmprogramma loopt, is er
geen productie van warm tapwater mogelijk.
45
scroll helemaal naar beneden in het scherm “Service
Opwarmprogramma”. Selecteer en activeer de menuoptie “Opwarmprog. starten”…
Er verschijnt een veiligheidsvraag…
Opmerking
in het opwarmprogramma worden alle aangesloten
verwarmingstoestellen naar gelang van de behoefte
vrijgegeven. Nochtans geldt het volgende:
een verwarmingsinstallatie is berekend op verwarmen en niet op het opwarmen van een vloer.
Daarom kan het voor de opwarmfase nodig zijn
de installatie uit te rusten met aanvullende verwarmingstoestellen.
Accepteer de bevestiging. Selecteer en activeer de
menuoptie “Ja” of de menuoptie “Nee”…
Om het opwarmprogramma te starten, activeert u de
menuoptie “Instellingen opslaan”…
De indicatie “Opwarmprog. wrd gestart” verandert in
“Opwarmprog. actief”.
Na het starten van het opwarmprogramma worden de
geprogrammeerde aanvoertemperatuurtrappen automatisch achtereenvolgens afgelopen.
Het voor een aanvoertemperatuurtrap ingestelde
tijdsinterval is niet noodzakelijk de werkelijke tijd die
nodig is om de volgende aanvoertemperatuurtrap te
bereiken. Naar gelang van de verwarmingsinstallatie en
het vermogen van de warmtepomp kan het langer of
minder lang duren tot de volgende aanvoertemperatuurtrap wordt bereikt.
Als een bepaalde aanvoertemperatuurtrap ten gevolge
van een te gering verwarmingsvermogen niet wordt bereikt, verschijnt er op het display een overeenkomstige
foutmelding. De foutmelding informeert u ook over de
aanvoertemperatuurtrap die niet is bereikt. Het opwarmprogramma loopt niettemin verder en tracht de
volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken.
Opmerking
na afloop van een TT-temperatuurtrap wordt het
bijbehorende tijdsinterval op “0h” gezet. Op die
manier wordt gegarandeerd dat het opwarmprogramma na een eventuele stroomuitval verdergaat
bij die aanvoertemperatuurtrap waarbij het onderbroken is.
Opmerking
als de veiligheidsvraag met “Nee” wordt beantwoord, wordt het opwarmprogramma niet gestart.
Als de veiligheidsvraag met “Ja” wordt beantwoord,
keert het programma terug naar het menu “Service
Opwarmprogramma”.
De laatste menuoptie luidt nu “Opwarmprog.wordt gestart“, de menuoptie “Instellingen opslaan” wordt tegen
een donkere achtergrond weergegeven:
Opmerking
als de foutmelding “Vermogenstekort Opwarmprogramma” verschijnt (= foutnummer 730), wijst dat
erop dat het opwarmprogramma een aanvoertemperatuurtrap niet binnen het vastgelegde tijdsinterval kon afwerken. Het opwarmprogramma loopt
niettemin verder. De foutmelding kan pas worden
bevestigd wanneer het opwarmprogramma afgelopen is of handmatig is uitgeschakeld.
Terugkeer naar het menu “Service”.
Attentie.
46
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
zolang het opwarmprogramma loopt, wordt
het overeenkomstige programmasymbool in
het navigatiedisplay weergegeven:
Opwarmprogramma handmatig beëindigen
Ga als volgt te werk:
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Opwarmprogramma”…
wanneer een bepaalde gebruiksmodus niet nodig is
in uw installatie, is het onnodig de bijbehorende programmaonderdelen op het display weer te geven.
Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemd
voor verwarming. Er zijn geen onderdelen voor de
productie van warm tapwater geïnstalleerd. Dat
maakt dat u de menu’s van het programma-onderdeel “Warm tapwater” niet nodig hebt. Het is dan
ook niet nodig dat die menu’s op het display worden
weergegeven. Onder “Installatieconfiguratie” kunt u
bepalen dat deze menu’s in principe niet worden
weergegeven op het display en daardoor verborgen
blijven.
Opmerking
het verbergen van de menu’s heeft echter geen invloed op de functie of de werking van een gebruiksmodus. Als de gebruiksmodus moet worden uitgeschakeld, moet dat in het menu “Bedrijfsmode”
worden ingesteld.
Selecteer en activeer in het menu “Service” de menuoptie “Installatieconfiguratie”…
Op het display verschijnt het menu “Service Opwarmprogramma”. De menurij “Opwarmprog. opheffen”
wordt tegen een donkere achtergrond weergegeven…
Op het display verschijnt het menu “Service Installatieconfiguratie”…
Druk de “draai-drukknop” in. Het opwarmprogramma
wordt onmiddellijk uitgeschakeld, de indicatie “Opwarmprogr. opheffen” wordt automatisch vervangen
door de indicatie “Opwarmprogr. niet act(ief)”…
Scroll helemaal naar beneden in het display, sla de instellingen op en keer terug naar het menu “Service”.
Selecteer het niet benodigde programma-onderdeel…
In het voorbeeld moeten de menu’s van het programma-onderdeel “Verwarming” op het display
worden weergegeven. De menu’s van het programmaonderdeel “Tapwater” worden niet weergegeven.
Sla de instellingen op of annuleer ze.Terugkeer naar het
menu “Service”.
Installatieconfiguratie
Opmerking
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
47
IBN-Assistent
In dit scherm voltooit u de instellingen:
Opmerking
Bij SWP 371 tot SW P691 en SWP291 H tot SWP
561H moet worden geselecteerd of water of brine
als warmtebronmedium wordt gebruikt, anders
loopt het apparaat niet. Onder de systeeminstellingen kan men het ingestelde medium zien en vanaf
het toegangsniveau ‘klantenservice’ ook veranderen.
TWQ-min. kan met klantenservicetoegang worden
veranderd, als brine geselecteerd is. Bij SWP: lagedruk-uitschakelwaarde met water: 7 bar. Bij SWP:
lagedruk-uitschakelwaarde met brine: 4 bar.
Parameters IBN-Assistent reset
De besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard.
Deze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordt
genomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. In
het hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op dit
pictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Als
de inbedrijfstelling is afgesloten, zal dit symbool verdwijnen.
Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kunt
u in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzing
vinden.
Stap voor stap worden de selectiemogelijkheden voor het
instellen van de warmtepomp getoond.
Als uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservice in bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameters
zijn opgeslagen, kunt u deze parameters m.b.v. deze menuoptie weer herstellen/resetten.
Een voorbeeld:
De volgende menuopties zullen verschijnen:
Dit kan een grote hulp zijn als er instellingen zijn gewijzigd
die tot storingen van de installatie hebben geleid. Houd er
rekening mee dat alle instellingen, zoals stooklijnen, systeeminstellingen, ingestelde waarden, enz. worden teruggezet op
de waarden ten tijde van de inbedrijfstelling.
Dit heeft geen invloed op de schakelklokken.
(Dit nummer voor de instelling van de regelaar kunt u
in de gepubliceerde hydraulische schema’s terugvinden).
of:
als u “Ja” invoert, volgt deze bevestiging:
48
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Contrast van het Display van het bedieningselement instellen
U kunt het contrast van het display van het bedieningselement zoals gewenst instellen.
Ga als volgt te werk:
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
Software-update
Op een apparaat met softwareversie >= V2.63 mag geen
oudere softwareversie meer worden geïnstalleerd.
Datalogger
Het menu “Service” verschijnt op het scherm. Scroll
het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie
“Systeemaansturing”…
De besturing beschikt over een datalogger die voortdurend
de laatste 48 uur gegevens van de warmtepomp opslaat.
(temperaturen, in- en uitgangen).
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen op een USBstick. Stop de USB-stick in de besturing en sla deze gegevens
op de USB-stick op m.b.v. de menuoptie Datalogger.
Een geautoriseerde klantenservice of installateur kan d.m.v.
zijn wachtwoord-beveiligde toegang de datalogger continu
in werking zetten. Als er een USB-stick is aangesloten, zullen
de gegevens dan telkens na 48 uur met datum- en tijdstempel worden opgeslagen.
Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”. Ga naar de menuoptie “Contrast Display” en
selecteer deze…
Het menu “Contrast Display” verschijnt op het scherm.
Selecteer hier “+ / –”. Door aan de “draai-drukknop”
te draaien, kunt u nu het contrast aanpassen…
Opmerking
Vergeet niet, de datalogger op de USB-stick op te
slaan, alvorens u de USB-stick van het bedieningselement trekt. Anders gaan de laatse waarden verloren.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Sla de instellingen op of annuleer ze.
49
Webserver
Op het scherm verschijnt het menu “Systeemaansturing”. Ga naar de menuoptie “Webserver” en selecteer
deze…
Opmerking
Via de linker bus aan de onderzijde van het bedieningsdeel kan een verbinding met een computer of
netwerk tot stand worden gebracht, om de verwarmings- en warmtepompregelaar van daar uit te
kunnen besturen. Voorwaarde hiervoor is dat tijdens de elektrische aansluitwerkzaamheden een afgeschermde netwerkkabel (categorie 6) door het
apparaat werd gelegd.
Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient de
RJ45-connector van de netwerkkabel in de linker
bus van het bedieningsdeel te worden gestoken.
Het menu “Webserver” verschijnt op het scherm.Voer
hier eerst het wachtwoord met 6 cijfers in om toegang
tot gegevensinvoer te verkrijgen. U heeft dit wachtwoord later nodig om de computer bij de besturing
aan te melden. Als het wachtwoord fout is, kunt u de
gegevens wel uitlezen, maar niet wijzigen…
Als de computer direct met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, kunt u de menuoptie
“DHCP Server” activeren.
Met de functie “Webserver” kunt u de verwarmings- en
warmtepompregelaar d.m.v. een computer of internetbrowser regelen.
selecteer het pictogram
op het navigatiescherm…
DHCP-Client
Als de warmtepompregelaar op een netwerk met een
DHCP-server aangesloten wordt, kan de regelaar van deze
server (bijv. router) een IP-adres toegewezen krijgen. Hiervoor moet het punt ‘DHCP-client’ geactiveerd zijn.
Het menu “Service” verschijnt op het scherm. Scroll
het menu helemaal omlaag en selecteer de menuoptie
“Systeemaansturing”…
50
Na een herstart wordt het ontvangen IP-adres in het menu
‘IP-adres’ vermeld.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Opmerking
De aangesloten computer moet als “DHCP Client”
werken. Hierdoor krijgt de computer alle benodigde verbindingsgegevens automatisch van de
DHCP-server van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Controleer de netwerkinstellingen van het bedrijfssysteem van uw computer als er verbindingsproblemen optreden, en wijzig deze, indien nodig.
Opmerking
Als de computer via een router met de verwarmings- en warmtepompregelaar is verbonden, moet
u de menuoptie “DHCP Server” per se uitschakelen.
Als “DHCP Server” wordt gedeactiveerd, moet de
verwarmings- en warmtepompregelaar opnieuw
worden gestart.
Sla de instellingen op en verlaat het menu…
Ga naar de menuoptie “IP-adres” in het menu “Configuratiescherm” en selecteer deze…
Aanwijzing
De weergave van de webserver is geschikt voor een
resolutie van ten minste 1024 x 600.
Op het display verschijnt het menu “IP-adres”…
Als de “DHCP Server” / DHCP-client geactiveerd is,
kunnen hier geen gegevens worden gewijzigd, maar
alleen worden uitgelezen.
De computer die als DHCP-client is aangesloten, krijgt
automatisch een IP-adres toegewezen.
Am vanuit de aangesloten computer toegang tot de
verwarmings- en warmtepompregelaar te verkrijgen,
dient u de internetbrowser te openenen en dan in de
adresregel “http://” en dan het nummer in te voeren
dat na “IP” op het scherm van uw verwarmings- en
warmtepompregelaar verschijnt.
Als de computer aan een router is aangesloten en de
dus de “DHCP Server” van de verwarmings- en warmtepompregelaar is gedeactiveerd, moet u het IP-adres
(1) in combinatie met alle andere gegevens (Subnet
mask, Broadcast, Gateway) die op het scherm van
de verwarmings- en warmtepompregelaar worden
weergegeven aan de adresgegevens van uw routers
aanpassen.
Een voorbeeld:
De aangesloten router (= Gateway) heeft het IPadres 192.168.2.1, het nummer van de subnet mask is
255.255.255.0.
In dat geval vult u in de verwarmings- en warmtepompregelaar de volgende adresgegevens in en slaat deze op:
Opmerking
bij menupunt “IP” moet een adres tussen
192.168.002.002 t/m 192.168.002.254 worden ingevoerd. Het ingevoerde adres mag niet al aan een
ander apparaat zijn toegewezen dat door de router
wordt beheerd.
Opmerking
JVM (Java Virtual Machine) is een vrij beschikbare
plugin voor uw internetbrowser. U kunt dit op internet downloaden (http://www.java.com).
1 IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar
2Subnetmask
3 Adress Broadcast
4 Gateway-adres van de aangesloten router
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
51
Afstandsbeheer
Opmerking
Functie ‘Afstandsbeheer’ inschakelen
Selecteer het pictogram
op het navigatiescherm.
De functie ‘Afstandsbeheer’ is momenteel alleen
beschikbaar voor warmtepompen van de Professional-serie.
Opmerking
Om de afstandsbeheer te kunnen gebruiken, dient
aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
–
Er werd een speciale overeenkomst met de fabrikant afgesloten.
–
De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft via
een breedbandverbinding (DSL) en een router toegang tot internet met open poort 21.
–
De inbedrijfstelling van de warmtepomp werd door
de klantenservice van de fabrikant uitgevoerd.
–
De fabrikant heeft een volledig ingevuld inschrijvingsformulier voor de afstandsbeheer ontvangen.
Opmerking
Het menu ‘Service’ verschijnt op het scherm. Selecteer
het menupunt ‘Systeeminstellingen’.
Scroll het menu door en selecteer helemaal onderaan
het menupunt ‘Afstandsbeheer’.
De afstandsbeheer is een extra service, die de fabrikant tegen betaling aanbiedt.
Opmerking
Alle instellingen die de functie ‘Afstandsbeheer’ betreffen, mogen uitsluitend door geautoriseerd servicepersoneel worden uitgevoerd.
Bewaar de instelling en keer naar het menu ‘Service’
terug.
Met de functie ‘afstandsbeheer’ is vanaf de onderhoudsserver van de fabrikant directe toegang tot de verwarmings- en
warmtepompregelaar mogelijk.
52
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
De functie ‘Afstandsbeheer’ instellen
Selecteer in het menu ‘Service’ het menupunt
‘Systemaansturing’.
Opmerking
De controle van de verbinding is bij de eerste instelling absoluut noodzakelijk.
Op het scherm verschijnt het menu ‘Systemaansturing’.
Selecteer hier het menupunt ‘Afstandsbeheer’.
Op het scherm verschijnt het menu ‘Afstandsbeheer’.
Selecteer hier het menupunt ‘IP-adres’.
Op het scherm verschijnt het menu ‘Serienummer ingeven’.
Voer het serienummer van de warmtepomp in.
Opmerking
Een verbinding met de afstandsbeheer server
is alleen mogelijk, als u het serienummer van uw
warmtepomp correct hebt ingevoerd.
Het serienummer van de warmtepomp vindt u op
het typeplaatje dat op de kast van de warmtepomp
is aangebracht.
Op het scherm verschijnt het menu ‘IP-adres Afstandsbeheer’.
Voer hier het IP-adres van de afstandsbeheer
server in (actuele stand: 212.223.174.89).
Opmerking
Na de succesvolle verbinding met de afstandsbeheer
server mag het IP-adres niet meer worden veranderd. De router moet als gateway ingesteld zijn.
Bewaar de instelling. Vervolgens wordt de verbinding
met de afstandsbeheer server gecontroleerd.
Treden bij de controle van de verbinding fouten op,
dan verschijnt op het scherm van de verwarmings- en
warmtepompregelaar een desbetreffende waarschuwing:
Pagina 50, webserver
Bewaar de instelling en keer naar het menu ‘Afstandsbeheer’ terug.
Selecteer het menupunt ‘Verbinding testen’.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Pagina 54, mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen
53
Handmatige datatransfer
Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt
‘Handmatige data overdracht’.
De verbinding met de afstandsbeheer server wordt tot
stand gebracht en de gegevens worden doorgestuurd.
Bij verbindingsproblemen verschijnt op het scherm de
volgende melding:
Pagina 54, mogelijke oorzaken van verbindingsproblemen
ogelijke oorzaken van verbindingsproblemen
Is een verbinding met de afstandsbeheer server niet mogelijk, dan kan dit volgende oorzaken hebben:
• De verwarmings- en warmtepompregelaar heeft geen
toegang tot internet.
Informatie over de functie ‘Afstandsbeheer’
Ga als volgt te werk:
Selecteer in het menu ‘Afstandsbeheer’ het menupunt
‘Informatie’.
Op het scherm verschijnt het menu ‘Informatie afstandsbeheer’.
MACMAC-adres van de besturing
De gegevens moeten bij de sluiting
van de overeenkomst
aan de fabrikant worden meegedeeld.
laatste act.
verstreken tijd sinds de laatste activering van de afstandsbeheer
volgende act.
tijd tot de volgende automatische activering van de afstandsbeheer
Contract
type van de gesloten overeenkomst
voor afstandsbeheer
Status
status van de afstandsbeheer
Offline = standaardweergave
(wordt meestal getoond)
Online = verbinding met de
afstandsbeheer server
is momenteel tot stand
gebracht en actief
• De standaardgateway in het menu ‘Configuratiescherm –
IP-adres’ is niet correct ingesteld.
• Poort 21 is niet voor de verwarmings- en warmtepompregelaar vrijgegeven.
• Het IP-adres van de verwarmings- en warmtepompregelaar is niet aan uw lokale netwerk aangepast.
Controleer bij verbindingsproblemen alle instellingen in het
onderdeel ‘Afstandsbeheer’, ‘Webserver’ en ‘Configuratiescherm – IP-adres’. Corrigeer de instellingen, indien nodig.
Is daarna nog altijd geen verbinding met de afstandsbeheer
server mogelijk, dan dient u contact op te nemen met de
klantenservice van de fabrikant.
54
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Opmerking
Programmaonderdeel
‘Parallelschakeling’
Het parallelbedrijf is alleen mogelijk, als alle geïntegreerde warmtepompen hetzelfde aantal compressoren hebben!
Via de parallelschakeling kunnen tot vier warmtepompen
met elkaar worden verbonden, zodat deze op een gezamenlijk verwarmingssysteem kunnen worden aangesloten.
Opmerking
De energiebedrijfblokkering moet principieel
worden aangesloten op de master-warmtepomp
en op de warmtepomp die voor de bereiding van
warm tapwater zorgt!
Een van deze warmtepompen (master-WP) zorgt voor de
regeling van de gehele verwarmingsinstallatie.
Op deze warmtepomp moet absoluut noodzakelijk een buitensensor en de bijbehorende regelsensor (retoursensor)
van het verwarmingssysteem worden aangesloten.
Opmerking
Aanvullend kan alleen deze warmtepomp een tweede warmteopwekker (TWO) aansturen.
Er is slechts één master per parallelschakeling.
Voor de bereiding van warm tapwater kan elke slave-warmtepomp van het systeem worden gebruikt. Om met een
warmtepomp van de parallelschakeling warm tapwater te
bereiden, dient de bijbehorende warmtapwatersensor op de
betreffende warmtepomp te worden aangesloten. Bovendien
is de aansluiting van het energiebedrijfcontact dan ook op
deze warmtepomp nodig! Terwijl deze warmtepomp warm
tapwater bereidt, is hij uit de regelcombinatie afgezonderd
en wordt hij niet door de master-WP extra ingeschakeld.
De afzonderlijke niveaus van een parallelschakeling worden
zo aangestuurd, dat eerst telkens de eerste compressor van
alle warmtepompen loopt, alvorens een tweede compressor
van een warmtepomp aanvullend wordt ingeschakeld.
De afzonderlijke compressorniveaus kunnen niet afhankelijk
van de buitentemperatuur worden geblokkeerd.
De master-WP schakelt op basis van de bedrijfsuren van de
afzonderlijke apparaten altijd dat niveau in, dat tot nu toe de
minste looptijd heeft.
Verbinding
De warmtepompen worden met elkaar verbonden via de ethernetpoort en een hub of switch (niet bijgeleverd).
Voorbeeld
4 warmtepompen voor verwarming, 1 warmtepomp voor warm tapwater
B
A
ZWE 1
TA
TRLext
EVU
ZUP
HUP
2
2
TBW
BUP
EVU
ZUP
ZWE 1/2TDI
1
C
D
ZUP
Voorbeeld 2
2
ZUP
2 warmtepompen, alleen voor verwarming
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
55
E
A
ZUP
ZWE 1
TA
TRLext
EVU
ZUP
HUP
2
Voorbeeld: 2 warmtepompen voor verwarmingsbedrijf, 1 warmtepomp zorgt voor de warmtapwaterbereiding
B
A
ZWE 1
TA
TRLext
EVU
ZUP
HUP
2
TBW
= temperatuursensor warm tapwater
ZWE 1
= tweede warmtebron 1
TA
= buitensensor
TRL
= externe retoursensor
EVU
= vrijgavesignaal energiebedrijf
BUP
= circulatiepomp warm tapwater
ZUP
= reservecirculatiepomp
HUP
= verwarmingscirculatiepomp
ext
TBW
BUP
EVU
ZUP
ZWE 1/2TDI
ZWE 1/2TDI = tweede warmteopwekker 1 of 2 (alleen voor ‘Thermische desinfectie’ mogelijk)
56
1
Hub of switch met 4 poorten:
2
PatchkabelRJ-45 (tot 20 m)
(RJ-45, 10 Base-T / 100 Base-Tx)
A
WP master
(alleen verwarming in dit geval)
B
WP slave 1
(verwarming + bereiding warm tapwater)
C
WP slave 2
(alleen verwarming in dit geval)
D
WP slave 3
(alleen verwarming in dit geval)
E
WP slave 1
(alleen verwarming)
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
IP-adres
Externe retoursensor
Om de verbinding tot stand te brengen, moet de DHCPserver gedeactiveerd zijn en moeten de warmtepompen
verschillende IP-adressen hebben. Het subnetmasker moet
hetzelfde zijn.
Normaal gesproken heeft een parallelschakeling één enkel
buffervat voor alle warmtepompen. Dan moet de externe
retoursensor in dit buffervat zitten en met de master-warmtepomp worden verbonden.
• Om de DHCP-server te deactiveren
Zie pagina 12
zie pagina 50
• Het IP-adres kan worden veranderd in het menu ‘Service
– Configuratiescherm – IP-adres’.
Voorbeeld
Standaard-IP-instelling voor de master-warmtepomp:
1
Programmaonderdeel selecteren
Het programmaonderdeel ‘Parallelschakeling’ moet door bevoegd servicepersoneel tijdens de inbedrijfstelling worden
ingesteld.
Noodzakelijke instelling:
parallelbedrijf = slave
IP-adres - altijd verschillend
2Subnetmasker - altijd gelijk
3
Broadcast - altijd gelijk
4
Gateway - altijd gelijk
of de instelling is: parallelbedrijf = master
Standaard-IP-instelling voor de slave-warmtepomp 1
Bij een installatie met 2 of 3 slave-warmtepompen moeten
de andere IP-adressen analoog (van elkaar verschillend)
worden ingesteld.
Opmerking
De IP-adressen moeten absoluut verschillend zijn!
Het subnetmasker moet altijd hetzelfde zijn!
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
57
Instelling aan de master-warmtepomp
Status van de master-warmtepomp
Bij de master dienen eerst de slaves te worden gezocht.
Menu: Parallelbedrijf – Netwerk – WP zoeken.
In dit menu wordt weergegeven welke informatie de master-warmtepomp van de betreffende slave-warmtepompen
ontvangt.
Als ‘WP zoeken’ wordt geselecteerd, wordt het netwerk afgezocht.
Opmerking
Hiervoor is het noodzakelijk dat alle warmtepompen die in de parallelschakeling moeten werken, ingeschakeld zijn en het IP-adres bij alle apparaten
correct is ingesteld!
Alle geïntegreerde warmtepompen worden weergegeven:
1
IP-adres
2
Bedrijfstoestand:
0 = geen compressor
1 = 1 compressor
2 = 2 compressoren
7xx = fout (zie appendix, foutdiagnose)
1Master
2Slave 1 gevonden
3Slave 2 gevonden
4Slave 3 gevonden
Selecteer die slave-warmtepompen, die in de parallelschakeling moeten werken, en bevestig.
Opmerking
Als de zoekfunctie weer wordt gestart, moeten de
betreffende warmtepompen opnieuw worden geselecteerd!
58
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Menu van de verwarming instellen
Menu: Parallelbedrijf – instelling verwarming:
Hier vindt u de volgende informatie:
HR-tijd
Dat is de verwarmingsregeltijd. Deze tijd bepaalt na welk
tijdsinterval naar het eerstvolgende hogere resp. lagere bivalentieniveau mag worden geschakeld (compressor in- resp.
uitschakelen).
Bij 2 warmtepompen mag deze waarde niet onder de 10 minuten worden ingesteld.
Bij een instelling van 20 min duurt het 20 minuten, voor
na het eerste compressorniveau het tweede bij wordt ingeschakeld, als daar een aanvraag voor bestaat. De aanvraag
wordt bepaald door de ingestelde en reële retourtemperatuur van de master-warmtepomp. De verstreken VR-tijd kan
worden afgelezen onder ‘Informatie looptijden’.
HysParallel (Hysterese-parallel)
Behalve de hysterese voor de verwarmingsregelaar (onder:
Service – Instellingen – Temperaturen), is er bij de parallelschakeling nog een hysterese-parallel. Deze moet altijd
groter zijn dan de hysterese van de verwarmingsregelaar
van de master-warmtepomp. De functie van deze tweede
hysterese-instelling is de halvering van de VR-tijd tot de volgende in-/uitschakeling bij overschrijding van deze hysterese.
Dit leidt tot een sneller regelgedrag, als de afwijking tussen
ingestelde en reële temperatuur te groot is.
Met de pijl terug verlaat u dit menupunt.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
59
Storingsdiagnose / foutmeldingen
Nr.. Melding
60
Beschrijving
Remedie
701
Lage-drukstoring
vergrendeling
Installateur bellen
Lagedrukpressostaat in koelcircuit heeft meermaals gereageerd (LW) of langer dan 20 seconden (SW)
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, ontdooiing en TA-min
controleren.
702
Lage-drukstoring
onderbroken
Reset autom.
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Lagedruk in koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP
wordt na enige tijd automatisch herstart
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, en TA-min controleren.
703
Vorstbeveiliging
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Als de warmtepomp
werkt en de temperatuur in de aanvoer < 5 °C bereikt,
dient de vorstbeveiliging te worden ingeschakeld
WP-vermogen, ontdooiventiel en
verwarmingsinstallatie controleren.
704
Persgasstoring
RESET in hh:mm
Koelmiddelhoeveelheid, verMaximum temperatuur in het persgaskoudemiddelcircuit
damping, oververhitting aanvoer,
overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm
retour en WQ-min controleren.
705
Motorbeveiliging VEN
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten: motorbeveiliging van
de ventilator heeft gereageerd
706
Motorbeveilig. BSUP
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. MotorbeveiIngestelde waarden, compressor,
liging van de brine- of bronwatercirculatiepomp of van de
BOS controleren.
compressor heeft gereageerd
707
Codering WP
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de codeerbrug in WP na de
eerste inschakeling
Codeerweerstand in WP, stekker
en verbindingskabel controleren.
708
Voeler retourleiding
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de retourvoeler
Retourvoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
709
Voeler aanvoer
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de aanvoervoeler. Geen storingsuitschakeling bij B/W- en W/W-apparaten
Aanvoervoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
710
Temp.voeler persgas
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting in de persgasvoeler in het koudemiddelcircuit
Persgasvoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
711
Voeler buitentemp.
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de buitentemperatuurvoeler.
Geen storingsuitschakeling. Vaste waarde op -5 °C
Buitentemperatuurvoeler, stekker
en verbindingskabel controleren.
712
Voeler tapwater
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de tapwatervoeler. Geen storingsuitschakeling.
Tapwatervoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
713
Voeler WQ-Ein
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de warmtebronvoeler (ingang)
Warmtebronvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
714
Persgas BW
RESET in hh:mm
Doorstroming warm tapwater,
Thermische gebruiksgrens van de WP overschreden.
warmtewisselaar, warm-tapwaWarm-tapwaterproductie geblokkeerd gedurende hh:mm tertemperatuur en circulatiepomp
warm tapwater controleren.
715
Hogedrukstoring onderbroken
Reset autom.
Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart
Doorstroming VW, overlopen,
temperatuur en condensatie controleren.
716
Hogedrukstoring
Installateur bellen
Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft meerdere keren gereageerd.
Doorstroming VW, overlopen,
temperatuur en condensatie controleren.
717
Doorstroming-WQ
Installateur bellen
Flowswitch bij W/W-apparaten heeft tijdens de voorspoeltijd of tijdens het bedrijf gereageerd
Doorstroming, schakelpunt DFS,
filter, luchtvrijheid controleren.
718
Max. buitentemp.
Reset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuur
heeft de toelaatbare maximum waarde overschreden.
Automatische WP-herstart na hh:mm
Buitentemperatuur en ingestelde
waarde controleren.
719
Min. buitentemp.
Reset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuur is
gedaald tot onder de toelaatbare minimum waarde. Automatische WP-herstart na hh:mm
Buitentemperatuur en ingestelde
waarde controleren.
720
WQ-temperatuur
Reset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. Temperaturen aan de verdamperuitgang is langs WQ-zijde meer- Doorstroming, filter, luchtvrijheid,
maals tot onder de veiligheidswaarde gedaald. Automati- temperatuur controleren.
sche WP-herstart na hh:mm
721
Lagedrukuitschakeling
Reset autom.
Lagedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart (SW
en WW)
Ingestelde waarde en ventilator
controleren.
Schakelpunt pressostaat, volumestroom bron controleren.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Nr.. Melding
Beschrijving
Remedie
722
Tempdiff VW
Installateur bellen
Temperatuurspreiding in de verwarmingsmodus is nega- Werking en positie van de aantief (=foutief)
voer- en retourvoeler controleren.
723
Tempdiff tapw.
Installateur bellen
Temperatuurspreiding in de warm-tapwatermodus is negatief (=foutief)
724
Tempdiff ABT
Installateur bellen
Werking en positie van de aanTemperatuurspreiding in het verwarmingscircuit is > 15 K voer- en retourvoelers, pompvertijdens het ontdooien (=bevriezingsgevaar)
mogen HUP, overlopen en verwarmingscircuits controleren.
725
Installatiefout TW
Installateur bellen
Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onder
de gewenste opslagtemperatuur
Circulatiepomp TW, buffervatvulling, afsluitschuif en 3-wegventiel
controleren. Verwarmingswater
en TW ontluchten.
726
Voeler mengcircuit 1
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de menggroepvoeler
Menggroepvoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
727
Druk brinecircuit
Installateur bellen
Brinedrukpressostaat heeft tijdens de voorspoeltijd of tij- Druk brinecircuit en brine-drukdens het bedrijf gereageerd
pressostaat controleren.
728
Voeler WQ-Uit
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting in de warmtebronvoeler aan de WQ- Warmtebronvoeler, stekker en
uitgang
verbindingskabel controleren.
729
Draaiveld storing
Installateur bellen
Compressor na het inschakelen zonder vermogen
730
Vermogenstekort OWP.
Installateur bellen
Het opwarmprogramma kon een TT-temperatuurtrap niet
Vereiste vermogen voor het opbinnen het ingestelde tijdsinterval bereiken. Opwarmprowarmen controleren.
gramma loopt verder.
732
Storing koeling
Installateur bellen
De verwarmingswatertemperatuur daalde meerdere
keren tot onder de 16 °C
Mengklep en verwarmingscirculatiepomp controleren.
733
Storing anode
Installateur bellen
Storingmeldingsingang van de parasitaire stroomanode
heeft gereageerd
Verbindingsleiding tussen anode
en potentiostaat controleren. TWbuffervat vullen.
734
Storing anode
Installateur bellen
Fout 733 houdt reeds meer dan twee weken aan en de
productie van warm tapwater is geblokkeerd
Fout voorlopig bevestigen om
de productie van warm tapwater
weer vrij te geven. Fout 733 verhelpen.
735
Ext. En
Installateur bellen
Voeler “externe energiebron”,
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breuk
stekker en verbindingsleiding conof kortsluiting van de voeler “externe energiebron”
troleren.
736
Sensor zonnecollector
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breuk Voeler “zonnecollector”, stekker
of kortsluiting in de voeler “zonnecollector”
en verbindingskabel controleren.
737
Voeler buffervat zonnecollector
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breuk Voeler “zonneboiler”, stekker en
of kortsluiting in de voeler “zonneboiler”
verbindingskabel controleren.
738
Voeler menggroep2
Installateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-printplaat: breuk Voeler “menggroep2”, stekker en
of kortsluiting in de voeler “menggroep2”
verbindingskabel controleren.
750
Voeler retourleiding
Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de retourvoeler
Retourvoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
751
Fasebewakingsfout
Fasevolgorderelais heeft gereageerd
Controleer draaiveld en fasevolgorderelais.
752
Doorstromingsfout
Doorstromingsschakelaar heeft gereageerd
zie fout nr. 751 en nr. 717
755
Verbinding met slave
verloren
Installateur bellen
Een slave heeft gedurende meer dan 5 minuten niet
geantwoord
Netwerkverbinding, switch en
IP-adressen controleren. Indien
nodig WP-zoekfunctie opnieuw
uitvoeren.
756
Verbinding met master
verloren
Installateur bellen
Een master heeft gedurende meer dan 5 minuten niet
geantwoord
Netwerkverbinding, switch en
IP-adressen controleren. Indien
nodig WP-zoekfunctie opnieuw
uitvoeren.
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Werking en positie van de aanvoer- en retourvoeler controleren.
Warmtebronvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
61
Nr.. Melding
Beschrijving
Remedie
757
LD-storing bij WWapparaat
Lagedrukpressostaat bij WW-apparaat is meermaals of
langer dan 20 seconden geactiveerd.
Bij 3-malig optreden van deze
storing kan de installatie alleen
nog door geautoriseerd servicepersoneel worden vrijgeschakeld!
758
Storing ontdooiing
De ontdooiing werd 5 keer na elkaar door een te lage
aanvoertemperatuur beëindigd
Doorstroming controleren
Aanvoersensor controleren
759
Melding TDI
Instelling tweede warmteopThermische desinfectie kon 5 keer na elkaar niet correct
wekker en veiligheidstemperaworden uitgevoerd
tuurbegrenzer controleren
760
Storing ontdooiing
Ventilator en verdamper tegen
De ontdooiing werd 5 keer na elkaar via de maximale tijd
sterke wind beschermen
beëindigd (sterke wind op de verdamper)
761
LIN-timeout
LIN-timeout
Kabel/contact controleren.
762
Voeler
(aanzuiging verdamper)
Voelerfout Tü
(aanzuiging verdamper)
Voeler controleren, evt.
vervangen.
763
Voeler
(aanzuiging
compressor)
Voelerfout Tü1
(aanzuiging compressor)
Voeler controleren, evt.
vervangen.
764
Voeler
Voelerfout
Compressorverwarming Compressorverwarming
Voeler controleren, evt.
vervangen.
765
Oververhitting
Oververhitting langer dan 5 minuten onder 2K.
Bij de eerste inschakeling het
draaiveld controleren, anders
contact opnemen met klantenservice.
766
toepassingsgebied van
de compressor.
Bedrijf 5 minuten buiten het toepassingsgebied van
de compressor.
Draaiveld controleren.
Resetten van een storing
Als er zich een storing voordoet en er op het display een foutmelding verschijnt, moet u:
het foutnummer noteren…
de foutmelding bevestigen door de “draai-drukknop” (7 seconden lang) in te drukken.
Het display gaat nu van de foutmelding naar het navigatiescherm…
Wanneer deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u de installateur of bevoegd onderhoudspersoneel (= klantendienst)
te bellen, als u daartoe in de foutmelding wordt verzocht. Meld het foutnummer en bespreek wat er verder moet gebeuren.
KNIPPERCODES OP REGELAARPRINTPLAAT
Alleen LWD ... en SWP 371 tot SWP 691, SWP 291H tot SWP 561H:
Groene LED knippert elke seconde
alles in orde
Rode LED licht kort op
via LIN-bus worden gegevens ontvangen
De groene en rode LED branden
de printplaat kan een software-update ontvangen
Tijdens de software-update brandt de groene LED en knippert de rode snel
62
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Technische gegevens
Karakteristieken temperatuurvoeler
Montage
Alleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermde ruimten.
Omgevingstemperatuur: 0 °C – 35 °C
Elektrische aansluiting:
230 V AC, 18 VA, 0.1 A
(max. vermogensopname regelaar zonder
aangesloten apparaten)
Uitgangen
Relaiscontacten: 8 A / 230 V
Zekering:
6.3 AT (voor alle relaisuitgangen)
Er kunnen in het totaal verbruikers tot 1450 VA op de uitgangen worden aangesloten.
Ingangen
Optokoppeling:
230 V
Temperatuurvoeleringangen: NTC-voeler 2.2 kΩ / 25 °C
Aansluitingen
Stuurleiding:
Temperatuurvoelerleiding:
Insteekklemmen:
12-polig, uitgangen 230 V
12-polig, laagspanning
1-polig, schroefklemmen
Interfaces
USB:USB-versie 2.0 (USB 2.0)
Host, A-stekker (alleen voor USB-stick!)
Ethernet:
1 x 10 Base-T / 100 Base-TX
(RJ-45, stekker, afgeschuind)
-20
16,538
-15
12,838
-10
10,051
-5
7,931
+/-0
6,306
+5
5,040
+10
4,056
+15
3,283
+20
2,674
+25
2,200
+30
1,825
+35
1,510
+40
1,256
+45
1,056
+50
0,891
+55
0,751
+60
0,636
+65
0,534
Meetgebied
Temperatuurvoelerdefect
TVL
-10 °C t/m 80 °C
5 °C
TRL
-10 °C t/m 125 °C
5 °C
TRL-E
-10 °C t/m 125 °C
5 °C
THG
-25 °C t/m 140 °C
150 °C
TA
-35 °C t/m 55 °C
-5 °C
TBW
0 °C t/m 125 °C
75 °C
TWE
-40 °C t/m 70 °C
-50 °C
TWA
-40 °C t/m 70 °C
-50 °C
0 °C t/m 100 °C
75 °C
TB1
RFV
© Alpha-InnoTec GmbH
R / kΩ
Meetgebied temperatuurvoelers
Temperatuurvoelertype
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
T / °C
-5 °C t/m
5 °C
0 °C
63
Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtontdooiing, Aanvoer Max
Ontdooicyclus Luchtontdooiing
Aanvoer Max
Aanvoer
Max.1
min.
AT VL max. 2 Aanvoer EG 3
vanaf / einde
64
LWC 60 M-I
LWC 80 M-I
45
45
-
57
57
LWC 60
LWC 80
LWC 100
LWC 120
60
60
60
60
7/6
7/6
7/6
7/6
61
61
57
57
LW 70 A
LW 80 A
60
60
-
57
57
LW 100(A)
LW 120(A)
LW 150(A)
LW 190(A)
60
60
60
45
7/6
-
57
57
59
59
LW 250(L;A)
LW 260(L;A)
LW 330(L;A)
45
45
60
7/6
LW 100H(L;A)
LW 180H(L;A)
LW 150H(L;A)
LW 320H(L;A)
45
45
45
60
LW 90ARX
LW 140ARX
-7
-7
52
52
61
57
59
-4
50
-
64
64
64
64
-15
-15
60
60
60
60
7/7/-
61
61
-7
-7
50
50
LW 90 (A)
Solar
45
9/8
61
-7
50
LW 71 A
LW 81 A
LW 101 (A)
LW 121 (A)
LW 140 (L;A)
LW 180 (L;A)
LW 251 (L;A)
LW 310 (L)
LW 310 A
60
60
60
60
60
60
60
60
60
7/6
7/6
7/6
7/6
7/6
7/6
-
57
57
61
61
61
61
61
59
59
-7
-7
-7
-7
-7
50
50
50
50
50
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
65
Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling
Parameter
Standaardinstelling
Instelling bij in bedrijf nemen
Waardenbereik
Toegang
Retourbegrensd
45 °C
°C *)
35 °C – 70 °C
Install.
Hysterese HR
2,0 K
K *)
0,5 – 3,0 K
Install.
TR Verhoging max
7,0 K
K *)
1,0 – 7,0 K
Vrijgave 2 compr.
5 °C
°C *)
-20 °C – 20 °C
Install.
S/W & W/W: -16
°C
L/W: -2 °C
°C *)
-20 °C – 20 °C
Install.
10 °C
°C *)
0 °C – 20 °C
TDI-Ingestelde temp.
65 °C
°C *)
50 °C – 70 °C
Hysterese Tapw.
2,0 K
K *)
1,0 – 30,0 K
Install.
Aanvoer 2 compr.
Tapw.
50 °C
°C *)
10 °C – 70 °C
Install.
Tbuiten max.
35 °C
°C *)
10 °C – 45 °C
Tbuiten min..
-20 °C
°C *)
-20 °C – 10 °C
T-HG min
S/W: -9 °C
W/W: 3,5 °C
°C *)
-20 °C –10 °C
T-HG max
130 °C
°C *)
90 °C – 140 °C
2 °C
°C *)
2 °C – 10 °C
-20 °C
°C *)
-20 °C – 10 °C
Gebruiker
Aanvoer max.
apparaatafhankelijk
°C *)
35 °C – 75 °C
Gebruiker
Aanvoer-max
Menggr1
40 °C
°C *)
25 °C – 75 °C
Gebruiker
Buitentemp. Grensw.
-7 °C
°C *)
Aanvoer max.
Gernsw.
50 °C
°C *)
Vrijgave ZWE
T-Luchtontdooien
T-Luchtontd-einde
Verlagen tot
EVU-blokkering
-20 °C – 5 °C
Instelling slechts mogelijk bij
reversibele apparaten
35 °C – 75 °C
Instelling slechts mogelijk bij
reversibele apparaten
zonder ZWE
met ZWE • zonder ZWE *)
met ZWE • zonder ZWE
Ruimteopnemer
Nee
Nee • RFV *)
Nee • RFV
Inpassing
Retour
Retour • Buffervat *)
Retour • Buffervat
Menggroep 1
Nee
Menggroep 1
Nee
LWD reversibel
ZWE1 Type
E-element
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
*)
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
Nee • Laden • Ontladen • Koelen
*)
Nee • E-element • Kessel •
Nee • E-element • Kessel • Gasboiler *)
Gasboiler
Servdienst
Servdienst
Gebruiker
Servdienst
Install.
Servdienst
Fabriek
Fabriek
Servdienst
Servdienst
Servdienst
Install.
Gebruiker
Install.
Gebruiker
Install.
Install.
Verw en Tw
Ne • Verwarmen • Verw en Tw *)
Ne • Verwarmen • Verw en Tw
Install.
ZWE2 Type
Nee
Nee • E-element *)
Nee • E-element
Install.
ZWE2 Type
Nee
Nee • Verwarmen • Tapwater *)
Nee • Verwarmen • Tapwater
Install.
ZWE1 Functe
66
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Parameter
Standaardinstelling
Storing
Instelling bij in bedrijf nemen
Waardenbereik
Toegang
Install.
met ZWE
zonder ZWE • met ZWE *)
zonder ZWE • met ZWE
Tapwater 1
Voeler
Voeler • Therm *)
Voeler • Therm
Tapwater 2
ZIP
ZIP • BLP *)
ZIP • BLP
Install.
Tapwater 3
met ZUP
met ZUP • zonder ZUP *)
met ZUP • zonder ZUP
Install.
Tapwater 4
Ber.waarde.
Ber.waarde • max waarde *)
Ber.waarde • max waarde
Tapwater 5
apparaatafhankelijk
zonder HUP • met HUP *)
zonder HUP • met HUP
BW+WP max
0h
h *)
Ontdooicycl.max
45 min
min *)
Luchtontdooien.
No
Luchtontdooien max
min *)
Fabriek
Install.
Gebruiker
Install.
No • Yes
Servdienst
5 min – 30 min
Servdienst
met 1 comp
met 1 comp • met 2 comp *)
met 1 comp • met 2 comp
Ja
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
User • Install. • Servclienst *)
User • Fitter • AS
Servdienst
apparaatafhankelijk
Nee • Flow • Brinedruk •
Net contr. • Net+Flow *)
Nee • Flow • Brinedruk •
Net contr. • Net+Flow
Servdienst
Install.
Aan
Uit • Aan *)
Uit • Aan
Servdienst
BT-afh.
BT-afh. • Vastetemp. *)
BT-afh. • Vastetemp.
Gebruiker
BT-afh.
BT-afh. • Vastetemp. *)
BT-afh. • Vastetemp.
Gebruiker
met megkl
met mengkl • z mengkl. *)
met mengkl • z mengkl.
Gebruiker
apparaatafhankelijk
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Pompen optimal.
Toegang
Bewaking
compres.
Regeling
verwarm.
Regeling Menggr.1
Opwarmen
Eletrische anode
45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300
min
No • Yes *)
15 min
Ontdooien 2
Brine-Luchtflow
0h–8h
Gebruiker
Fabriek
Gebruiker
Servdienst
Periode Menggr.1
1,0
*)
0,25 – 2,0
Gebruiker
Looptijd Menggr.1
1,0
*)
0,25 – 2,0
Gebruiker
Verwarmingsgrens
Nee
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Gebruiker
Parallelbedrijf
Nee
Nee • Slave • Master*)
Nee • Slave • Master
Gebruiker
Afstandsbeheer
Nee
Nee • Ja *)
Nee • Ja
Install.
Pompoptim Tijd
180 min
*)
5 – 180 min
Install.
Aanvoer VBO
1 min
min
1 - 5 min
OntdCycl.min
45 min
min
45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300
Verkorting 2e Comp
20 min
min
5 - 20 min
Hyst.2 comp. verkort
4,0 K
K
Inst
Fabriek
Inst
Inst
*) Voer een waarde in of schrap wat niet van toepassing is
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
67
Belangrijke afkortingen
Afkorting
Betekenis
Betekenis
1Compr
Eerste compressor in
warmtepomp
MA1
Mengkraan 1 open
2Compr
Tweede compressor in
warmtepomp
Menggr
Menggroep
mengkl
Mengklep
Aanv
Aanvoer
MOT
Motorbeveiliging
afh.
afh
MZ1
Mengkraan 1 dicht
ASD
ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
ND
Lagedrukpressostaat
Netinsch.vertr.
Net-inschakelvertraging
Ontdooicycl.
Ontdooicyclus
Opwarmprog.
Opwarmprogramma
PEX
Aansluiting van een parasitairestroomanode
Auto
Automatisch
AV
Ventiel- / circulatieomkering
BA_ZWE
Bedrijfsmodus Tweede Warmteopwekker
BLP
Circulatiepomp voor warm-tapwater
BOSUP
RFV
Servdienst
Servicedienst
Bronwater- of brine-circulatiepomp
SST
Algemeen storingscontact
S/W
Brine/Water
BSUP
Bron / Brinepomp
SWC
Brine/Water compact
BT
Buitentemperatuur
TA
BUP
68
Afkorting
Tapw.
Tapwater
BW
Warm tapwater
TB1
Temperatuurvoeler menggroep 1
BWT
Warm-tapwaterthermostaat
Tbuiten
Buitentemperatuur
comp
compr
compress
Compressor
TBW
EVU
Spertijd van energievoorzieningsmaatschappij
EVU-blokk
Externe aansturing
ext.
extern
FUP1
TDI
Thermische desinfectie
TEGMAX
Temperatuur maximum
toepassingslimiet
TEGMIN
Temperatuur minimum
toepassingslimiet
Vloerverwarmingscirculatiepomp
T
Temp.
Temperatuur
HD
Hogedrukpressostaat
Therm.
Thermostaat
HR
Verwarmingsregelaar
T-HG
Temperatuur voeler persgas
HRM-tijd
Verwarmingsregelaar meertijd
Temperatuur Luchtontdooiing
HRW-tijd
Verwarmingsregelaar mindertijd
T-Luchtontdeinde
HUP
Verwarmingscirculatiepomp
IBN
Inbedrijfstelling
ingest.
ingesteeld
Install.
Installateur
Inst.stor.
TR
TRL
Temperatuur voeler retour
TRL-E
Temperatuur voeler retour extern
TVL
Temperatuur voeler aanvoer
Installatie Storing
TW
Warm tapwater
KHZ
Combi comfort warmtepomp
(Komfort-Haustechnik-Zentrale)
TWA
TWE
koel
koelen
UEG
onderste toepassingslimiet
Luchtontd.
Luchtontdooi
Luchtontdooien
Vastetemp.
Vastetemperatuur
L/W
Lucht/Water
VEN
Ventil.
Ventilator
LWC
Lucht/Water compact
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Afkorting
Betekenis
Ventil.-BOSUP
Ventilator, bronwater- of brinecirculatiepomp
Verw.
Verwarmen
warmteop
Warmteopnemer
WQ
Broncircuit
W/W
Water/Water
WWC
Water/Water compact
WZL
Lucht/Water Warmtecentrale
WZS
Brine/Water Warmtecentrale
WP
Warmtepomp
WPstoring
Warmtepomp storing
z
zonder
ZIP
Circulatiepomp voor warm tapwater
ZUP
Aanvullende Circulatiepomp
ZWE
Tweede warmteopwekker
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
69
70
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
Technische wijzigingen voorbehouden.
83052300bNL
© Alpha-InnoTec GmbH
71