Transcript Mike Port: Vijfde generatie problemenoplosser

VISIE
Mike Port:
Vijfde generatie
problemenoplosser
Theo Port (tweede generatie), Walter Port (derde generatie, broer van John Port), John Port (derde generatie), Hajo Port, (vierde generatie, zoon van John)
nele bananen willen opgeven, ook al voorzie
ik een goede toekomst voor bio, al dan niet
gecombineerd met fairtrade. Daarbij denk ik
ook dat als je de conventionele bananenhandel niet in je vingers heb, dat je te slap bent
voor een andere business. Ik wil dat elke BV
zichzelf verdient. Wij gaan geen Europees
fruit aan een supermarkt leveren om de
bananen binnen te krijgen of andersom.”
"Omzetstijging uit Europees product en bio/fairtrade”
Met Mike Port staat de vijfde generatie aan het roer van Port International
GmbH in Hamburg. Waar de onderneming in het verleden furore maakte met
bananen, probeert de directeur het aandeel conventionele bananen juist
minder belangrijk te maken, ten koste van overzees fruit, Europees product en
bio/fairtrade. Dat dit letterlijk en figuurlijk zijn vruchten afwerpt, blijkt wel uit de
omzetverdubbeling in vier jaar tijd naar 175 miljoen euro. “We willen niet alle
eieren in één mand hebben”, verklaart de Duitser, die aan zijn jaren in Holland
een Nederlandse vrouw overhield en foutloos Nederlands spreekt.
P
ort International heeft inmiddels een
historie van bijna 140 jaar. In 1875 richtte Tiete Port in Hamburg een bedrijf op voor
de handel in appelen en ander binnenlands
fruit, dat verkocht werd op de Hopfenmarkt
in Hamburg. In 1894 nam zijn zoon Theo
de zaak over en hij richtte zijn aandacht op
de import van Italiaanse en Spaanse citroenen, waar hij de bijnaam ‘the Lemon King’
aan overhield. Een belangrijke mijlpaal
van het bedrijf vond plaats in 1912 toen
Port International voor het eerst bananen
importeerde vanuit Colombia naar Europa.
De ‘Hamburg-Columbien Bananen ActienGesellschaft’ was een joint venture van John
Port met Albert Ballin, de toenmalige directeur van transportbedrijf HAPAG. In eigen
koelschepen werden de destijds in Duitsland nog zeer onbekende vruchten getransporteerd. De familie Port kon met recht een
pionier op het gebied van bananenimport
worden genoemd.
Bananenrebel
Ook Mike’s opa John en vader Hajo waren
volop actief in de bananenimport. Mike’s
16
AGF Primeur 4 - 2014
vader kreeg in Duitsland zelfs de naam
‘Bananenrebel’. Hij vocht jarenlang een
strijd uit met de Europese Unie voor de
vrije bananenhandel en importeerde en verkocht vijf bananenboten terwijl hij hiervoor
geen importlicenties had. Alle Duitse media
schreven er destijds over. Na een proces van
maar liefst achttien jaar is de zaak afgelopen
jaar geschikt. “Het was geen kwestie van wel
of geen gelijk, maar het ging om de politieke
wil van de EU. Deze zaak was erg complex
en veelomvattend, ook voor andere branches. Overigens heeft men hier in Duitsland
wel de inzet van mijn vader gewaardeerd.
Hij is zelfs geridderd met het ‘Deutsche Verdienstkreuz’."
Zelf wil Mike Port zich geen ‘bananenrebel’
noemen. “Ik probeer flexibel en innovatief te
zijn, maar wel met beide benen op de grond
te blijven. Overigens was mijn vader ook niet
iemand die graag de rechtbank opzocht. Met
leveranciers en klanten hebben we nooit
een juridische zaak hoeven te voeren. Ik
denk dat het ook geen middel is om succes
te bereiken, want ook al krijg je gelijk, dan
is het nog de vraag of je wel je geld krijgt.”
Rechtuit spreken
Mike werd door zijn vader jaren geleden
naar Nederland en België gestuurd om het
vak te leren. In Rotterdam had de firma Port
destijds zelfs een eigen veiling. In totaal verbleef Mike tien jaar in het buitenland voor
hij weer terugkeerde naar Hamburg. “Ik zou
hier niet meer weg willen, maar ik heb van
die jaren in Nederland en België wel veel
opgestoken. Mijn vrouw, het goede eten, het
handelsbloed, maar bovenal ook de openheid. Een Nederlander kan dingen rechtuit
zeggen. Dat komt weleens vervelend over,
maar het maakt dingen een stuk makkelijker. Duitsers kunnen vaak geen nee zeggen
en praten daarom met een omweg. Ook hebben mijn jaren in Nederland me internationaler gemaakt. We hebben hier meer dan
tien nationaliteiten op kantoor. En ik spreek
ze allemaal met jij aan, wat in Duitsland ook
heel ongebruikelijk is.”
De bananenimport zit in de genen van de
familie Port. Er waren jaren dat de bananen
een aandeel van maar liefst 80% hadden
in het totale volume van het bedrijf. Mike
heeft er altijd voor gestreden om dit aandeel te verlagen. “Onder Port International
vallen nu vier bedrijfsonderdelen, namelijk
overzees fruit, Europese groenten en fruit,
bio/fairtrade en bananen. Hiermee bieden
we voor onze klanten een totaaloplossing
en het is ook een keuze op basis van risicospreiding. Je hebt jaren in de bananen dat
het goed en slecht gaat. Het is dan fijn dat
je terug kunt vallen op fruit. Om die reden
heb ik ook nooit onze handel in conventio-
Duurzaamheid en private label
De merken, die Port International voor haar
bananen voert, zijn Golden B, Golden Bio en
Fairnando. Deze staan voor kwaliteit, langdurige ervaring en betrouwbare service.
Toch is het voeren van een merk volgens
Mike niet afdoende voor een vlotte handel.
“Er is meer transparantie in de handel gekomen en de consument is beter ingelicht.
Chiquita kan ook niet meer zo’n campagne
voeren als in de beginjaren. Je moet gewoon
aantonen dat je meerwaarde biedt of dat
nou is door flexibiliteit, snelheid, service,
kwaliteit, logistieke voordelen bio of fairtrade, niet perse door een naam. Wij promoten
ons merk op kleine schaal, bijvoorbeeld met
stickers die door een code de traceerbaarheid of afkomst van de bananen tonen. Dit is
zeker door de opkomende vraag naar meer
duurzaamheid van steeds groter belang. Wij
investeren elk jaar in sociale projecten zoals
verblijfplaatsen voor kinderen, inrichtingen
voor gehandicapte mensen of seminaries en
opleidingen door experts voor telersgroepen, die machteloos zijn tegen opkomende
pest in bananenplantages.”
“Op dit moment is het een trend dat supermarkten de bananen onder private label
verkopen. Hierdoor zijn ze minder afhankelijk van leveranciers en tonen ze aan dat ze
de volledige supply chain kennen. Persoonlijk verwacht ik dat dit over pakweg tien jaar
gaat veranderen en dat er dan een switch
komt naar minder eigen merken en de
vraag naar leveranciersmerken gaat stijgen.
Momenteel gaan er ook A-merken onder
private-label weg. In Nederland liggen bij
Jumbo Dole-bananen net zo goed voor 99
cent. Op lange termijn is dat absurd”, zegt
Mike.
Service provider
Afgelopen jaar voerde Port International
een tweetal belangrijke wijziging door. Zo
voert het voor bananen vanaf 2014 alleen
nog maar de onderhandelingen met supermarkten en niet meer met de rijperijen. Ook
maakte het bedrijf de switch om alleen nog
maar met leveranciers te werken, die zelf
produceren en niet alleen exporteren. “Wij
merken dat het de wens van de supermarkten is om zo kort mogelijk bij de telers in
te kopen. Daarom zijn we gestopt met het
kopen van exporteurs. Of je het nou leuk
vindt of niet. Je bent geen traditionele bananenhandelaar meer, maar service provider
of probleemoplosser van de supermarkt.
Supermarkten willen hun bananen rechtstreeks sourcen en wij zijn de schakel die
dat regelt. De supermarkt beslist naar welke
rijperij de bananen gaan. Er is genoeg rijpcapaciteit beschikbaar. Onze Golden B, Golden Bio en Fairnando-bananen gaan voor
90% in programma’s”, zegt Mike.
De concurrentie van zogeheten ‘cowboys’
op de bananenmarkt valt volgens Mike mee.
“Een aantal jaren geleden hadden we daar
meer last van, maar dat werkt niet meer. Je
moet in deze business een lange adem hebben en het minimaal een jaar lang aan kunnen tonen. Natuurlijk lijkt het aantrekkelijk
om voor aantrekkelijke prijzen in te kopen
voor gelegenheidsimporteurs, maar 99%
van dat volume komt in een markt terecht
die slecht is. Daar wordt op lange termijn
niemand in de keten gelukkig van. Daarbij zijn retailers in Duitsland en Nederland
heden ten dage ook echt niet genegen om
bananen te kopen, waarvan de supply chain
niet zeker is.”
Open calculatie
Mike is niet bang dat de supermarkten zijn
werk gaan overnemen. “Ik zeg niet dat de
supermarkt onze job niet kan doen, maar
welk systeem voegt meer waarde toe? Ons
gekwalificeerd personeel en ik gaan vier
tot vijf keer per jaar naar Ecuador en Peru
om het productieproces te evalueren. Wij
nemen alle risico’s op ons op het gebied
van residuen, kwaliteit, verpakkingen en
vertraging van de scheepvaart. We hebben
onlangs een kwart miljoen geïnvesteerd in
ons kwaliteitsbeleid. Ik geloof er niks van
dat de retail dat zelf wil gaan doen. Je moet
gewoon toegevoegde waarde hebben voor
een supermarkt. Wij werken met een open
calculatie en kunnen precies tonen wat het
ons kost om de bananen van de plantages
vers op de winkelvloer te krijgen. Ons kantoor is van 8.00 tot 22.00 uur bereikbaar
en de medewerkers 24 uur per dag. Die tijd
heeft de supermarkt helemaal niet om ons
werk over te nemen.”
“Wij krijgen wekelijks zo’n 120.000 dozen
bananen binnen, waarvan een aanzienlijk
deel bio en fairtrade. Ik zie ons meer als
een probleemoplosser voor de retail dan als
handelsbedrijf. Door de droogte en bedreiging door insecten - hoofdzakelijke trips
- heeft Peru zo’n 50% minder bananen,
maar onze supermarktklanten hebben wel
bio-fairtrade bananen nodig. Die kan ik wel
leveren, maar dan gedeeltelijk vanuit Ecuador. Dat kost de retailer geen cent extra”,
zegt Mike. “Wij hebben langdurige contracten met leveranciers uit Ecuador, Colombia,
de Dominicaanse Republiek en Peru. We zijn
de eerste firma die in Peru met bananen zijn
gestart en werken met negen coöperaties
van bio/fairtrade-bananen. Dat volume is
uitgegroeid tot 50 containers per week, die
zowel via conventionele boten als containers in Rotterdam, Hamburg en Vlissingen
binnenkomen. Voor onze bio- en bio/fairtradebananen spreken we voor 95% jaar- of
kwartaalprijzen af.”
Hans Veenink
Sinds kort is ook de Nederlandse productie een stuk belangrijker geworden. Onder
directie van André Lüling, Philippe Peiró en
Hans Veenink – laatstgenoemde was eerder werkzaam bij Bakker Barendrecht – is
daarom Port International Dutch Growers
BV opgericht. “Hans houdt kantoor in OudBeijerland en heeft een uitgebreid netwerk.
Hij betrekt direct van de telers en coöperaties Nederlandse glasgroenten, spruiten,
kersen, aardbeien, bonen, asperges en blauwe bessen. Telers vinden het fijn om aan ons
AGF Primeur 4 - 2014
17