Kijken en luisteren - Vetbelasting (oplossingen)

Download Report

Transcript Kijken en luisteren - Vetbelasting (oplossingen)

Naam: …………………………………………………… Klas: ………………… Nr.: ………… Datum: ………………………………… /25

Kijken en luisteren:

Vetbelasting

A Oriënterend kijken en luisteren

1 Zo dadelijk bekijken we een discussie uit het programma Recht van antwoord (VTM), gepresenteerd door Goedele Liekens. Het fragment duurt een goede 16 minuten. Je hoort en ziet onder meer: - Bernard Lefèvre van de ‘Frituristenbond’; - Magda De Meyer, een volksvertegenwoordigster; - - - Patrick Mullie, een voedingsdeskundige van de VUB; Annemie Van de Sompele, een diëtiste; de drie wijzen: oud-minister Steve Stevaert, prof. Marleen Temmerman en advocaat Filip Vandenhende. Oriënteer je op de kijk- en luisteroefening. /4 Minimaal vier van deze aspecten moeten worden behandeld. • Zender + kanaal of medium VTM => commercieel … + alles wat de leerlingen met deze zender associëren (wel goed uitleggen). • Ontvanger Het beoogde publiek is zo ruim mogelijk, van laag- tot hooggeschoold. • Doel Normaal informeren en overtuigen, maar bij een commerciële zender wil men veel kijkers, dus ofwel ook amuseren (infotainment) of choqueren. Er komen wel voedingsspecialisten aan het woord en • Code op het einde geven drie zgn. wijzen hun oordeel. Aangezien men mikt op een ruim publiek zal het taalgebruik niet zo moeilijk zijn en zal er ook tussentaal of dialect gebruikt worden. • Voorkennis over onderwerp Het onderwerp is allicht een extra heffing op voedsel dat veel vet bevat. • Voorkennis over programma Het programma bestaat niet meer, maar Goedele Liekens kennen de leerlingen nog wel.

B Intensief kijken en luisteren

Opmerking vooraf In het programma wordt voortdurend het woord ‘taks’ gebruikt. In de standaardtaal zeggen we ‘belasting’ of ‘heffing’. Doe dat hierna zelf ook. 2 Neem voor het luisteren en kijken vraag 3 grondig door en zorg voor een efficiënte luister- en kijkhouding. Maak tijdens het luisteren en kijken de nodige notities op een apart blad. Op deze kladnotities krijg je een cijfer dat gebaseerd is op de manier waarop je noteert: duidelijk, overzichtelijk, efficiënt … De notities horen o.a. duidelijk (begrijpelijk, A en SA)), overzichtelijk (ST, pro en contra), /3 voldoende volledig (minimaal 4 argumenten pro en contra) en efficiënt (bv. afkortingen) te zijn. 3 Noteer het antwoord op deze vragen in schemavorm op een apart blad. Doe dat op een duidelijk verstaanbare manier. a Het voorstel of standpunt van Patrick Mullie en Annemie Van de Sompele. Er moet een belasting komen op vette voeding, bv. frieten en fastfood. b Vier sterke argumenten voor dit standpunt met de nodige subargumenten, van gelijk /2 wie. Je mag dus ook argumenten van andere personen gebruiken, bv. de drie wijzen. Doe dat in min. 12 regels. /8 A1: Veel mensen zijn te dik. SA1: Bijna 1 op de 2 Belgen is te dik. SA2: 1 op de 10 kinderen is te dik. A2: Zwaarlijvigen lopen een veel groter risico om bep. ziekten te krijgen. SA1: Problemen met hart of vaten, suikerziekte, zelfs kanker. SA2: Killer nr. 1 (erger dan roken); hart- en vaatziekten zijn grootste doodsoorzaak. A3: Medische kosten zijn erg hoog. SA1: We moeten gezondheidszorg betaalbaar houden. SA2: Wie vet eet, betaalt (zoals ‘de vervuiler betaalt’). A4: Alleen heffing op producten met hoge calorieën en weinig vitaminen. SA1: Frisdranken (bevatten alleen calorieën). SA2: Gefrituurd voedsel.

A5: We hebben maar kleine hoeveelheden vet nodig. SA: Het tegenargument klopt dus niet. A6: Niet onfair, maar democratisch. SA1: Met de opbrengst kunnen gezonde producten goedkoper worden gemaakt. SA2: Belasting past in algemeen plan. SSA1: Omvat ook activiteiten op scholen, meer sport … A7: Op tv is er nu enkel reclame voor slechte voeding (hamburgers e.d.). SA1: Met opbrengst ook reclame voor gezond eten. SSA1: Van cheeseburger gaat nu ook een deel naar reclame ervoor. A8: Gezondheid is een taak van de overheid. SA: Meer dan 2 miljoen Belgen kampen met overgewicht. SSA: Wordt in de toekomst nog erger. A9: Belg sterft niet van te mager zijn. SA: Tegenargument klopt dus niet, nauwelijks iemand die sterft van anorexie. A10: Vgl. roken: kost ook meer. SA: Deel van de sigarettenbelasting gaat nu ook al naar gezondheidszorg. c Vier sterke tegenargumenten met de nodige subargumenten, van gelijk wie. Doe dat in min. 12 regels. /8 A1: Vet is levensnoodzakelijk. V: Alleen te veel is een probleem. SA: Goed bereide frieten zijn niet zo vet (wel chips). A2: Je stigmatiseert mensen. SA1: Sommige mensen zijn te dik zonder dat ze te veel eten. SA2: Je zet ze in de kijker. SSA: Krijgen negatieve opmerkingen in supermarkt … A3: Onrechtvaardig. SA1: Je moet enkel meer betalen maar blijft het eten - bep. mensen kunnen die zaken dan niet meer betalen (ook wie niet dik is) - ook straf voor wie gezond eet

-> SSA: voor mensen die gezond eten en maar bv. 1 of 2 keer per maand frieten eten A4: Asociaal, geldklopperij. SA1: Armen betalen voor rijken, die gezonde voeding kunnen betalen. SSA: Pak frieten is nu goedkoper dan een slaatje. SA2: Kleine groep moet opdraaien voor de gezondheidszorg. SSA: Pestbelasting. A5: Beter structureel werken. SA1: Geen frisdranken in scholen. SA2: Voedingsleer in alle afdelingen vanaf 12 jaar. SA3: Beter eerlijke informatie geven over producten. SSA: vaak zgn. ‘light’, 0 % vet, maar 100 % suiker A6: Maatregel helpt niet. SA1: Iedereen moet gezonder eten. SA2: Toepassing is erg moeilijk. SSA1: Op cheeseburger, maar ook op reep Mars? SSA2: Waarom geen belasting op suiker, ijs …? A7: Overheid moet geen regels over hoe we moeten leven. SA1: Mensen hebben genoeg gezond verstand. SA2: Wel mensen met problemen helpen. A8: Te mager is ook ongezond. SA: Geldt ook voor te veel stress. A9: Vergelijking met roken klopt niet. SA1: Roken is op zich slecht, vet niet per se. SA2: Alleen te veel is slecht. A10: Al te veel belastingen in België. SA1: Doel is goed, middel niet. SA2: Wortel is beter dan stok. SSA1: Zo is kans groter dat mensen beter eten. SSA2: Nog andere schadelijke zaken: ook belasting op zoetigheden …?