Transcript 2. Voorstelling project

Infovergadering Biomassa Conversie Project
Langerlo
Donderdag 23 januari 2014
Agenda
1. Inleiding
2. Voorstelling project
3. Duurzaamheidsaspecten
4. Impact op omwonenden
5. Planning/conclusies
6. Vragen
2
Biomassa Conversie Project Langerlo
 Operationele levensduur: 2016  2026
 Investering: M€ 150
 Vermogen: ± 200 MW per eenheid; gasturbines blijven in dienst
 Brandstof: 100 % duurzame houtstromen 1,5 - 1,8 Mton pellets/jaar
3
Agenda
1. Inleiding
2. Voorstelling project
3. Duurzaamheidsaspecten
4. Impact op omwonenden
5. Planning/conclusies
6. Vragen
4
Langerlo Biomassa Conversie - Overzicht
LOT 3: Stoomturbine & alternator
werken
 Stoomturbine aanpassen rendement vergroten
 Revisie van de alternator
LOT 4: Levensduurverlenging
 Werken niet in lot 1,2 & 3
opgenomen
 Reviseren of vervangen van
onderdelen die hergebruikt
worden om de volgende 10 jaar
mee te kunnen gaan.
 Revisies (2015-2026)
LOT 2: Conversie
 Aanpassingen of vervangingen
vanaf bestaande maalderij tot aan
de schouw
5
LOT 1: Brandstofbehandeling
 Volledig nieuwe installatie om de nieuwe brandstof (zgn.
houtpellets) te:
 ontladen
 behandelen
 stockeren
Lot 1 - Brandstofopslag en -transport
Concept - Lastenboek
 Levering van pellets bij de centrale gaat via schip
 Ontladen m.b.v. een mobiele kraan aan de kade Haven Genk
 Pellet voorbehandeling: zeven, (non-)ferro afscheiding,
weging, sampling
 ± 70.000 ton overdekte, gesloten opslag op terrein E.ON
 Conform de meest strikte veiligheidseisen.
6
Lot 1 - Pelletopslag
7
Lot 2 - Conversie bestaande centrale van Langerlo
Schouw 0
Schouw 2
Schouw 1
Ketel 1
Kolenbunkers en kolenmolens
8
Ketel 2
Lot 2 - Conversie
 Van molenbunkers tot bestaande schouw
 Waar mogelijk hergebruik van bestaande installatieonderdelen
Bestaande kolenbunkers en -voeders aanpassen.
Geschikt
Walsmolens vervangen door nieuwe molens
brandstofinjectiesysteem
(Leidingsysteem) installeren
9
Lot 2 - Conversie
 Verbranding
10
Bestaande branders worden
Aanpassing aan de ketel zal
Aanpassing
vervangen door branders
beperkt blijven tot
verbrandingsluchtsysteem
speciaal ontwikkeld voor
vernieuwing van bestaande
biomassa
onderdelen
Lot 2 - Conversie
 Rookgaszuivering
Beperkte aanpassing van de
Aanpassing elektrofilters
Aanpassing emissies
ontstikkingsinstallatie
(stofcaptatie en -verwijdering)
DeSOx en schouw 0 worden
(DeNOx)
nl. automatiseringsgraad
overbodig
Nieuwe katalysatoren plaatsen
11
 schouw 1-2 terug i.d.
Lot 3 - Stoomturbine Conversie
Turbine + Alternator 2
Turbine + Alternator 1
12
Lot 3 - Turbine retrofit

13
Doelstelling van deze turbinewerken:

rendementsverhoging van de turbine

revisie van de alternator

levensduurverlenging (grote revisie, regelsysteem, hulpsystemen)
Lot 4 - Levensduurverlenging
 Alle overige onderdelen die niet in lot 1,2, of 3 worden aangepakt,
vervangen en of repareren.
 Computer besturingsysteem van de centrale (DCS-systeem) moderniseren
 10 jaarlijkse grote revisies
Voor de komende 10 jaar een betrouwbare productie eenheid
14
Agenda
1. Inleiding
2. Voorstelling project
3. Duurzaamheidsaspecten
4. Impact op omwonenden
5. Planning/conclusies
6. Vragen
15
Biomassa - “Goed of slecht?”
Veelgehoorde kritiek
 Duurzaam bosbeheer?
 Is er sprake van een koolstofschuld?
 Concurrentie met voedselproductie?
 Geen gebruik van restwarmte.
 Subsidie voor biomassa.
16
Duurzaamheid Biomassa
 Europa erkent biomassa als hernieuwbaar
 Industriële houtpellets: uit VS en Europa
 Met houtpellets: minimaal 80 % CO2-reductie ten opzichte van steenkool
 Internationale dialoog tussen industrie, milieubewegingen, wetenschap
en politiek over het thema duurzaamheid
 E.ON biomassa leveringscontract  VREG regels + audit, E.ON
biomassa protocol, Europese wetgeving, duurzame bosbouw, lokale weten regelgeving
17
Vb. biomassa uit Zuid-Oost VS
 Houtpelletproductie biedt aanvullende afzetmogelijkheden
voor laagwaardig hout: behoud van (productie)bossen
 Bestaande productiebossen met hoog aandeel privé
eigenaren: (conservatieve) familiebedrijven met lange
historiek, focus op lange termijn continuïteit, duurzaamheid
(Best Management Practices) en rentmeesterschap
 Houtpellet is bijproduct; belangrijkste product: timmerhout
 Houtpellets enkel uit laagwaardige reststromen
 Snelle groei naaldbomen (20-25 jaar tot oogst);
cumulatieve groei bosarsenaal > oogst
 Lokale wet- en regelgeving in VS
18
Koolstofschuld en concurrentie met voedsel
 Biomassa is in principe CO2-neutraal
 Koolstofschuld: herstel van CO2-balans na verbranding van biomassa
(herplant, natuurlijke groei); een zeer complex wetenschappelijk debat om
de terugverdienperiode te bepalen
 Methodiek broeikasgas berekening: onderdeel van Europees beleid
 Concurrentie met voedselproductie (“Land Use Change” LUC): ontwikkeling
van productiebos (plantages) ten koste van landbouwgrond of natuur
(landbouwgrond wordt vervolgens ontwikkeld ten koste van natuur)
 verwaarloosbaar voor houtpellets, want capaciteit huidige productiebossen
is ruim voldoende en opbrengst landbouw > houtpellets
 Europese Commissie zal LUC adresseren in duurzaamheidscriteria
19
Efficiëntie - gebruik van restwarmte
E.ON wenst (uiteraard) energetische efficiëntie te verbeteren, maar …
 lokale vraag is beperkt gebleken (Aquafarm is nu enige warmteklant)
 kwalitatieve warmte is niet gratis! (derving stroomproductie)
 significante investeringen zijn vereist
 levering warmte krijgt nog onvoldoende steun
E.ON participeerde o.a. in de volgende warmte initiatieven …
 POM warmtestudie Genk Zuid (2011/12)
 Ford Genk case (2011/12)
 FP7 “Smart Cities”, consortium Genk, Glasgow & Parijs (2012)
… en staat open voor nieuwe initiatieven
20
Subsidie voor biomassa?
NIET ZON, WIND OF BIOMASSA, MAAR ZON, WIND EN BIOMASSA!
 Alle opties zijn noodzakelijk voor het behalen van de 2020 HEB doelstelling
 De meeste HEB opties ondervinden echter problemen: bv. onshore wind:
lokale tegenstand; offshore: situatie Stevin project (hoogspanningslijnen ELIA)
Belangrijk: zon en wind zijn variabel/niet stabiel; biomassa is 24/7 beschikbaar
en dus complementair met zon en wind.
21
Agenda
1. Inleiding
2. Voorstelling project
3. Duurzaamheidsaspecten
4. Impact op omwonenden
5. Planning/conclusies
6. Vragen
22
Omgevingsimpact van het project
• Voornaamste conclusies MilieuEffecten-Rapport
• Bijkomende voorwaarden milieuvergunning (Provincie + na beroep)
23
MER - Voornaamste conclusies
•
Bodem- en grondwater
•
•
24
Geen meldenswaardige wijziging
Lucht
•
Emissies zullen dalen of ongewijzigd blijven
(strengere emissienormen)
•
Geen geurhinder verwacht (geen afval,
overdekte opslag, stofafzuigingen, …)
•
Immissiebijdrage daalt extra voor NOX en
SO2
•
Immissiebijdrage metalen verwaarloosbaar
•
Immissiebijdrage verkeer daalt
Ontwikkeling transport
MER - Voornaamste conclusies
•
•
25
Oppervlaktewater
•
Daling lozingen (DeSOx buiten dienst)
•
Geen impact op oppervlaktewaterkwaliteit
•
Geen wijziging koelwater
Geluid & Trillingen
•
Aanzienlijke investeringen afgelopen jaren met
blijvende positieve impact (vooral discontinu geluid)
•
Minder start-stop operaties verwacht
MER - Voornaamste conclusies
•
•
26
Fauna & flora
•
Geen effecten van gasvormige emissies
•
Verzurende depositie zal niet toenemen en bijdrage is verwaarloosbaar
•
Lozing bedrijfsafvalwater in referentiesituatie geen impact op
oppervlaktewaterkwaliteit, lozingen nemen verder af
•
Koelwater: geen wijziging t.o.v. huidige situatie
Mens
•
Geen bijkomende impact verwacht wegens luchtemissies
•
Geen gezondheidseffecten verwacht wegens waterlozing
•
Verkeershinder zal afnemen
MER - Voornaamste conclusies
Impact t.o.v. huidige situatie
 Bodem- en grondwater
=
 Lucht

 Oppervlaktewater
=
 Geluid en trillingen

 Fauna en flora
=
 Mens

Conversie naar zuiver hout heeft enkel positieve gevolgen
27
Bijkomende voorwaarden milieuvergunning
•
•
28
Evaluaties door erkend deskundige lucht, nl.
•
Evaluatie emissiemetingen HF, HCl, stof, NOX, SO2, CO, TOC, zware metalen,
dioxines
•
Beoordeling omgevingsimpact van HF-emissie
•
Geurstudie
Geluidsdeskundige ingeschakeld tijdens projectfase
Bijkomende voorwaarden milieuvergunning
•
Verstrengde emissiegrenswaarden t.o.v. geldende Vlarem-normen
•
@6 % O2
NOX: 150 mg/Nm3
SO2: 75 mg/Nm3
stof: 10 mg/Nm3
CO: 150 mg/Nm3
dioxines/furanen: 0,1 ng TEQ/Nm3
•
29
Maximale bronvermogens (geluid) opgelegd voor nieuw te bouwen
installaties (op basis van studie geluidsdeskundige)
Langerlo vs kleinschalige biomassa*
*) Vlarem; kleinschalige installaties < 20MW, Emissiegrenswaarde in mg/NM3 bij 6 % O2 (art 5.43.2.4.)
30
Agenda
1. Inleiding
2. Voorstelling project
3. Duurzaamheidsaspecten
4. Impact op omwonenden
5. Planning/conclusies
6. Vragen
31
Project status/planning
 Vergunningen
 Milieuvergunning: definitief toegekend (na beroepsprocedure)
 Bouwvergunning: aanvraag ingediend
 Financiële situatie/subsidie regime
 Voorlopige « bandingfactor » (= subsidieniveau) door Vlaams
minister van Energie toegekend eind 2013
 Aanvraag definitieve « bandingfactor » gepland Q1-2014
 Brandstofcontracten: onderhandelingen met leveranciers in eindfase
 Aanbesteding
 Leveranciers voor de verschillende partijen zijn geprekwalificeerd
 Finale onderhandelingen met verschillende leveranciers lopende
 Definitieve investeringsbeslissing gepland Q2-2014
 Conversie: 2015-2016 (in overleg met netbeheerder ELIA)
32
Samengevat
 Belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelstellingen van Europa, België,
Vlaanderen, Limburg en Genk: CO2-reductie van ongeveer
2 MTon/jaar
 Kost-effectieve hernieuwbare energiebron
 Basislast capaciteit wordt behouden (bevoorradingszekerheid)
 Regelbare HEB energieopwekking, mogelijkheid om schommelingen
van zon en wind op te vangen
 Behoud van de economische activiteit en werkzekerheid voor 125
jobs + indirecte positieve economische effecten (Haven Genk,
leveranciers, aannemers, dienstverleners)
 Impact op omgeving en omwonenden t.o.v. huidige situatie daalt
33
VRAGEN?
Voor info met betrekking tot het biomassaconversieproject kan u terecht op
www.eon.be.
Indien u nog vragen hebt, kan u deze stellen via een e-mail aan
[email protected].
Bedankt voor uw aanwezigheid.
34