03 AGP Concept-eindadvies DRD pdf

Download Report

Transcript 03 AGP Concept-eindadvies DRD pdf

Portefeuillehoudersoverleg GROM vergadering 30 januari 2013 agendapunt 03

10 februari 2012

Onderwerp:

Bestuurlijke Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD).

Gevraagde beslissing:

Kennis te nemen van de voortgang van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD) en de procedure van de consultatieperiode tot 1 maart 2014.

Portefeuillehouder:

Mourik.

Samenvatting:

In het portefeuillehoudersoverleg GROM van 30 januari geven Bart van der Veer (plv directeur) en Pim Neefjes (projectleider) van DRD een toelichting op het recente concept eindadvies van de bestuurlijke stuurgroep (bijgevoegd). Bij de discussie in GROM zal ook bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit de drie Waterschappen aanwezig zijn. Het concept-advies staat tot 1 maart 2014 open voor advies op de voorkeursstrategie. De hoofdvraag is of de bestuurlijke partijen deze strategie voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening onderschrijven. Daarnaast vraagt de stuurgroep DRD ook uitdrukkelijk naar de rol die deze partners voor zichzelf zien als het gaat om de implementatie na 2014 en wat zij daarvoor nog nodig hebben. Inzake de waterveiligheid plaatsen stijgende zeespiegel, hogere rivierafvoeren en gestage bodemdaling de regio voor een opgave. Preventie van overstromingen door stormvloedkeringen, dijken of ruimte voor de rivier blijft in deze regio de basis. Wel kunnen ruimtelijke maatregelen en rampenbeheersing in aanvulling op preventie de veiligheid vergroten en robuuster maken. De voorkeurstrategie voor Rijnmond-Drechtsteden sluit aan op de verschillende karakteristieken van het gebied om optimaal kansen te benutten. In samenhang werken we aan sterke urbane dijken, robuuste zeeklei eilanden in het westen en steeds groenere dijken in het oosten. Daarnaast is in dit gebied ook een relatief groot buitendijks gebied dat deels intensief wordt gebruikt en deels een landelijk karakter heeft. In sommige gebieden zijn de risico’s en de kosten van de noodzakelijke maatregelen zodanig hoog en is de situatie zodanig complex dat regio en Rijk gezamenlijk een plan zullen opstellen. Daarin wordt de lange termijn adaptatiestrategie, met bijbehorende maatregelen en de financiering hiervan vastgelegd. De zoetwatervoorziening in Rijnmond-Drechtsteden en van grote delen van West Nederland leunt sterk op twee bovenregionale inlaatpunten die worden gevoegd vanuit het hoofdwatersysteem. Binnen de kaders van de deltabeslissing Zoetwater kiest Rijnmond Drechtsteden voor een robuuste zoetwatervoorziening en innovatieve maatregelen om gebruik te optimaliseren en zoutindringing tegen te gaan.

Financiële consequenties:

n.v.t.

Communicatie:

Het deltaprogramma communiceert zelf over de consultatieperiode die loopt tot 1 maart 2014.

Afgestemd met:

n.v.t. Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 1

Verdere procedure:

Naar aanleiding van de presentatie en discussie in het portefeuillehoudersoverleg GROM formuleert de voorzitter (mw Mourik) in samenspraak met de regiogemeenten een reactiebrief aan DRD. Deze wordt vastgesteld door het DB van 12 februari en ingezonden voor 1 maart 2014. DRD neemt in de stuurgroep van 4 april 2014 een besluit over de verwerking van de reacties en zal deze uitkomsten vervolgens opnieuw ter consultatie voorleggen in een tweede ronde die sluit op 22 mei. Op dat moment zijn ook de nieuwe dijknormeringen bekend, en daarmee de daadwerkelijke lokale en regionale consequenties van de nieuwe strategie. De stadsregio Rotterdam agendeert dit op het protefeuillehoudersoverleg GROM van 8 mei 2014.

Adviezen:

1.

Advies controller: akkoord; 2.

Advies portefeuillehouder: akkoord.

Bijlage(n):

1.

Brief van de voorzitter van de stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden Aboutaleb; 2.

Concept eindadvies Rijnmond-Drechtsteden; NB: Alle bijlagen voor de consultatieperiode van DRD zijn via Deltaweb beschikbaar: https://deltaprogramma.pleio.nl/groups/profile/23769632/bestuurlijke-consultatie-dp2015 Ter voorbereiding op de bespreking van het concept-eindadvies heeft DRD een film gemaakt waarin de stuurgroepleden de kwesties uiteenzetten. Deze film is te bekijken via: http://www.youtube.com/watch?v=yaOultkCuAs&feature=youtu.be

Toelichting:

Na een periode van uitgebreid onderzoek en analyse staat de periode tot Prinsjesdag 2014 in het teken van het te nemen deltabesluit; de Deltawerken 2.0. Dit moet Nederland tot 2100 zekerheid bieden op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het nu voorliggende concept-eindadvies DRD beschrijft de voorkeursstrategie voor een nieuw ruimtelijk handelingsperspectief inzake waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Deze strategie is nu nog alleen kwalitatief onderbouwd. In april 2014 komen ook resultaten van berekeningen beschikbaar, waarmee ook duidelijk wordt waar welke maatregelen getroffen moeten worden. In deze consultatieronde vraagt de stuurgroep DRD de mening van regionale en lokale partijen over de voorkeurstrategie, naar de rol die deze partners voor zichzelf zien als het gaat om de implementatie na 2014 en wat deze daarvoor nog nodig hebben.

Bestuurlijke samenvatting Concept eindadvies DRD

De regio Rijnmond-Drechtsteden dankt haar kracht en unieke kwaliteiten grotendeels aan haar ligging in de delta, waar zee en rivieren samenkomen. Het is een gebied van uitersten, met de dichtbevolkte, stedelijke gebieden langs de riviertakken en landelijke gebieden daaromheen. Ook in de toekomst blijft dit alles onlosmakelijk verbonden met het water. Dit geldt natuurlijk voor de mainport met al haar logistiek en (maritieme) bedrijvigheid, uitstrekkend van de 2e Maasvlakte tot aan Moerdijk. Goede waterverbindingen en een goede zoetwatervoorziening bepalen in sterke mate de internationale concurrentiepositie van het haven-industrieel cluster. Maar ook de Greenports met alle agrarische en logistieke activiteiten, van het Westland tot aan de Bollenstreek kunnen niet zonder zoet water. Het water maakt de steden en dorpen aantrekkelijk om te wonen. Ook kent deze regio (internationaal) unieke natuur, zoals getijdennatuur en veenweide gebieden die zijn ontstaan in deze delta. Deze kwaliteiten van het gebied vormen samen de basis voor een regio die ook voor de rest van Nederland van belang is. In deze regio zijn de bevolking en economische waarde sterk toegenomen sinds de vaststelling van de huidige normen in de jaren ‘60. Dit is reden om het beschermingsniveau verder te verhogen, waardoor wonen en werken Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 2

in deze regio ook in de toekomst aantrekkelijk blijft. Voor het investeringsklimaat is dit een buitengewoon belangrijke voorwaarde. De stuurgroep ondersteunt de lijn van de minister van I&M hierin om naar een systematiek van overstromingsrisico’s over te stappen en de normen op de dijken gedifferentieerd en daardoor kosteneffectief in te vullen. Voor de meeste buitendijkse gebieden is de kans op slachtoffers door overstroming heel klein maar de kans op forse milieuschade en/of economische schade bij een overstroming is relatief groot. Daarbij moeten we rekening houden met toenemende stedelijke verdichting van buitendijks gebied in de grote steden. De opgave in deze gebieden pakken we samen aan met regionaal maatwerk, waaronder individuele schade beperkende maatregelen, risicocommunicatie en rampenplannen. Wanneer de risico’s en eventuele vervolgschade erg groot zijn, zullen rijk, regio en lokale partijen in gesprek te gaan over de lange termijn adapatatiestrategie en bijbehorende financiering. Randvoorwaarde voor de veiligheid van het buitendijks gebied (tot aan Dordrecht) is de aanwezigheid van een stormvloedkering, zoals de Maeslantkering. Binnen de kaders van de Rijn-Maasdelta beslissing is voor de waterveiligheid van Rijnmond-Drechtsteden preventie van overstromingen door stormvloedkeringen, dijken of ruimte voor de rivier de basis. Op het niveau van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta hebben wij samen met de deelprogramma’s Rivieren en Zuidwestelijke Delta geconstateerd dat het huidige fundament in het hoofdwatersysteem voldoet. Wij komen, anders dan de commissie Veerman, tot de conclusie dat de oplossing niet zit in grootschalige technische ingrepen maar in uitgekiend ruimtelijk maatwerk. Dat geldt zowel voor veiligheid als voor de zoetwatervoorziening. Belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat we in dit gebied een nieuw ruimtelijke handelingsperspectief ontwikkelen met elkaar. Het stelsel van dijken is in dit gebied de basis voor waterveiligheid, maar is in de loop der tijden ook een onlosmakelijk onderdeel van het landschap geworden. Door in het gebied samen te werken en door nauwkeurig naar het gebied te kijken en te luisteren hebben wij ons opnieuw gerealiseerd dat ‘de dijk’ een veelheid aan ruimtelijke verschijningsvormen kan en moet hebben. Bij alle dijkversterkingen en verhogingen in dit gebied zal de dijk steeds in samenhang met buitendijks gebied (voorlanden, zellingen, etc.) en met de achterliggende functies worden ontworpen en uitgevoerd. Zo wordt elke dijkaanpak een ruimtelijke maatregel en een meekoppelkans. De voorkeurstrategie voor Rijnmond-Drechtsteden sluit aan op de verschillende karakteristieken van het gebied om optimaal kansen te benutten. In samenhang werken we aan

sterke urbane dijken

langs het verstedelijkte gebied, ruimte aan de rivier.

robuuste zeeklei eilanden

in het westen en

steeds groenere dijken

in het oosten. Voor de aansluiting op het rivierengebied, waar de Merwedes en Waal samenkomen, geven we meer Als voorkeursstrategie voor de zoetwatervoorziening kiest de stuurgroep voor een robuuste zoetwatervoorziening, met name bij de belangrijkste inlaatpunten in dit gebied, Gouda en de Bernisse. Een combinatie van maatregelen is beschikbaar om meer water vanuit het oosten aan te voeren, zodat het inlaatpunt bij Gouda, ook bij toenemende verzilting, betrouwbaar blijft. Op lange termijn kan voor een permanente oostelijke aanvoer worden gekozen. Voor de Bernisse kiest de stuurgroep voor een conservatieve zoetwaterstrategie waarbij de capaciteit van de Bernisse zoveel mogelijk wordt opgevoerd. Voor de overige inlaatpunten in deze regio is maatwerk nodig. Deze strategie past binnen de kaders zoals ontwikkeld in het deelprogramma Zoetwater, maar zal ook afgezet moeten worden tegen de discussie over een zoet of zout VolkerakZoommeer. Binnen Rijnmond-Drechtsteden zijn we al begonnen met de uitvoering van de voorkeurstrategie – dit laat zich lezen in de prioritering en de onderzoeksagenda van het nHWBP. In ons advies vindt u een uitgebreide kalender van maatregelen die in de komende decennia aan de orde zullen zijn. Uitvoering van dit voorstel voor de waterveiligheid en zoetwatervoorziening in deze regio, maar ook in heel Nederland, vraagt om een aantal belangrijke randvoorwaarden: De nieuwe veiligheidsbenadering kent nog veel vragen en onzekerheden. Essentieel is de ontwikkeling van een passend toetsingsinstrumentarium en een eenduidige norm waarop dijken worden afgekeurd. Het hanteren van een dijkconcept waarbij overhoogte en oversterkte en slimme combinaties met buitendijkse gebieden mogelijk zijn, zal de veiligheid, de ruimtelijke kwaliteit en de kosteneffectiviteit zeker vergroten. Borging daarvan, en de ruimtelijke sturing die daarbij hoort, is ook een belangrijk en nieuw vraagstuk. Ook zullen compartimenteringskeringen en primaire keringen als één samenhangend stelsel moeten worden beschouwd, zodat een integrale investeringsafweging mogelijk is. In het stelsel van normen moet dat ook zichtbaar worden. Belangrijke randvoorwaarde is voorts dat de gehanteerde evacuatiefracties realistisch en uitvoerbaar zijn. We verwachten dat de plannen van de veiligheidsregio’s daarin zullen voorzien. Een goed toezicht daarop is essentieel voor de veiligheid in Nederland. Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 3